woensdag 26 november 2014

Media Corruptie 39



In de Volkskrant van 1 mei 2003 liet journalist Ferry Biedermann vanuit Bagdad weten:

Gevoel van bevrijding domineert in Irak... En de meeste mensen zijn blij: Saddam en zijn kliek zijn weg en langzaam kunnen ze ophouden bang voor hem te zijn. Ze zijn blij dat ze misschien een nieuwe kans krijgen hun land op te bouwen en dat hun isolement is opgeheven. Ze zijn blij dat ze hun religie weer vrij kunnen beoefenen, zoals de shiieten die vorige week massaal naar Karbala kwamen. En ze zijn blij dat ze als etnische groep niet meer worden bedreigd, zoals de Koerden in het noorden.

Deze niet op de werkelijkheid berustende visie werd geschreven vanuit de Iraakse hoofdstad, desondanks suggereerde Biedermann dat het voor héél Irak opging, en dit beeld sloot naadloos aan bij wat de Volkskrant-hoofdredactie drie weken eerder had beweerd: namelijk 'jubelende mensen in de straten van Bagdad,' waardoor 'Bush en Blair' zich 'nu gesterkt [kunnen voelen],' in de juistheid van de agressieoorlog. Dankzij de 'Amerikanen en Britten' was Irak 'bevrijd,' de democratie kon beginnen. Er waren weliswaar enkele 'incidenten' geweest, zoals Biedermann het begin van de bloedige burgeroorlog noemde, maar die hadden niet geleid 'tot blijvende vijandigheid onder de bevolking.' Met grote zekerheid wist de Volkskrant-journalist zijn publiek te vertellen dat alles pais en vree was onder de meer dan zeven miljoen inwoners van Bagdad plus de ongeveer 29 miljoen andere Irakezen, van wie naar schatting 60 procent shiieten waren en 30 procent soennieten. Bovendien 'is er veel werk te doen op het gebied van de wederopbouw en op het gebied van openbaar bestuur na jaren van dictatuur, verval en oorlog,' aldus Biedermann die verzweeg dat Irak onder de Baath-partij decennialang de beste gezondheidszorg, volkshuisvesting, en onderwijs had gekend van de hele Arabische wereld, en dat de 'wederopbouw' noodzakelijk was door de al  dertien jaar durende boycot en de vernietiging van de infrastructuur door westerse bombardementen. Deze informatie paste niet in de propaganda. Wat daar wel in paste was de laatste mening in zijn 'reportage':

'De meeste Irakezen,' van de in totaal 36 miljoen, 'zelfs velen die oorspronkelijk tegen het Amerikaanse ingrijpen waren, vinden dat de VS, nu het eenmaal gebeurd is, een verantwoordelijkheid hebben om het land weer op de been te helpen.'

Met andere woorden: 'de meeste Irakezen' vonden dat de 'Amerikanen' moesten blijven tot het land een welvarende democratie zou zijn. Althans, zo impliceerde Ferry Biedermann. Het zou voor een student in de journalistiek een leerzame opdracht zijn om alle Nederlandse propagandisten van die tijd eens te confronteren met hun beweringen en dan hun reacties te noteren, maar aangezien de journalistiek in de polder geen professioneel vak is, eerder een soort roeping, kent het land ook geen echte media-kritiek zoals die in grote cultuurlanden bestaat. Ik zou bijvoorbeeld Biedermann vragen waarom hij in zijn reportage van 1 mei 2003 eerst beweerde dat de 'er veel wantrouwen [is] over de Amerikaanse bedoelingen op de langere termijn,' om vervolgens te stellen dat 'zelfs velen die oorspronkelijk tegen het Amerikaanse ingrijpen waren,' verwachten dat de VS  'het land' zullen opbouwen. Tussen die twee zit een discrepantie. Daarnaast is het voor jonge journalisten belangrijk te weten waarom de 'vrije pers' zo geïndoctrineerd bleek dat zij daadwerkelijk geloofde in de beweringen van de macht die zo fundamenteel afweken van de werkelijkheid, zoals ik die zelf uitgebreid heb beschreven, nog voordat de inval begon. 

Bijna alle uiterst relevante, voor iedere journalist beschikbare, informatie drong niet door in de stukken van de mainstream-pers. Feiten die de officiële versie weerspraken werden bewust gecensureerd door de 'vrije pers' zelf. Zij wist precies wat wel en niet zou worden getolereerd door de macht. Dit feit is van vitaal belang voor elke burger om te begrijpen wat er daadwerkelijk gebeurt. Nu de mensheid aan de vooravond staat van wereldwijde gewapende conflicten die door de NAVO, onder aanvoering van Washington en Wall Street, noodzakelijkerwijs zullen worden uitgelokt, is het onvermijdelijk te benadrukken dat de westerse mainstream media collaboreren met de economische en politieke elite. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Men dient onder andere de volgende conclusie te weten van een langdurig en uitgebreid onderzoek van de Amerikaanse geleerden Edward Herman en Noam Chomsky naar 'The Political Economy of the Mass Media,' getiteld Manufacturing Consent (1988):

In contrast to the standard conception of the media as cantankerous (kritisch. svh), obstinate, and ubiquitous in their search for truth and their independence of authority, we have spelled out and applied a propaganda model that indeed sees the media as serving a 'societal purpose,' but not that of enabling the public to assert meaningful control over the political process by providing them with the information needed for the intelligent discharge of political responsibilities. On the contrary, a propaganda model suggests that the 'societal purpose' of the media is to inculcate and defend the economic, social, and political agenda of privileged groups that dominate the domestic society and the state. The media serve this purpose in many ways: through selection of topics, distribution of concerns, framing of issues, filtering of information, emphasis and tone, and by keeping debate within the bounds of acceptable premises.

Men zou er ook goed aan doen om ook het boek Pay Any Price van de New York Times-journalist James Risen te lezen, dat door de Amerikaanse auteur Norman Solomon, 'co-founder of RootsAction.org and founding director of the Institute for Public Accuracy' op de volgende manier werd gerecenseerd:

No single review or interview can do justice to 'Pay Any Price: Greed, Power, and Endless War' — the new book by James Risen that is the antithesis of what routinely passes for journalism about the 'war on terror.' Instead of evasive tunnel vision, the book offers big-picture acuity: focusing on realities that are pervasive and vastly destructive.

Published this week,'Pay Any Price' throws down an urgent gauntlet. We should pick it up. After 13 years of militarized zealotry and fear-mongering in the name of fighting terrorism, the book—subtitled 'Greed, Power, and Endless War' — zeros in on immense horrors being perpetrated in the name of national security.

As an investigative reporter for the New York Times, Risen has been battling dominant power structures for a long time. His new book is an instant landmark in the best of post-9/11 journalism. It’s also a wise response to repressive moves against him by the Bush and Obama administrations.

For more than six years—under threat of jail—Risen has refused to comply with subpoenas demanding that he identify sources for his reporting on a stupid and dangerous CIA operation. (For details, see 'The Government War Against Reporter James Risen,' which I co-wrote with Marcy Wheeler for The Nation.)

A brief afterword in his new book summarizes Risen’s struggles with the Bush and Obama Justice Departments. He also provides a blunt account of his long-running conflicts with the Times hierarchy, which delayed some of his reporting for years—or spiked it outright—under intense White House pressure.

Self-censorship and internalization of official worldviews continue to plague the Washington press corps. In sharp contrast, Risen’s stubborn independence enables 'Pay Any Price' to combine rigorous reporting with rare candor.

Here are a few quotes from the book:

 'Obama performed a neat political trick: he took the national security state that had grown to such enormous size under Bush and made it his own. In the process, Obama normalized the post-9/11 measures that Bush had implemented on a haphazard, emergency basis. Obama’s great achievement -- or great sin -- was to make the national security state permanent.'

'In fact, as trillions of dollars have poured into the nation’s new homeland security-industrial complex, the corporate leaders at its vanguard can rightly be considered the true winners of the war on terror.'

'There is an entire class of wealthy company owners, corporate executives, and investors who have gotten rich by enabling the American government to turn to the dark side. But they have done so quietly… The new quiet oligarchs just keep making money… They are the beneficiaries of one of the largest transfers of wealth from public to private hands in American history.'

'The United States is now relearning an ancient lesson, dating back to the Roman Empire. Brutalizing an enemy only serves to brutalize the army ordered to do it. Torture corrodes the mind of the torturer.'

'Of all the abuses America has suffered at the hands of the government in its endless war on terror, possibly the worst has been the war on truth. On the one hand, the executive branch has vastly expanded what it wants to know: something of a vast gathering of previously private truths. On the other hand, it has ruined lives to stop the public from gaining any insight into its dark arts, waging a war on truth. It all began at the NSA.'

Fittingly, the book closes with a powerful chapter about the government’s extreme actions against whistleblowers. After all, whistleblowing and independent journalism are dire threats to the secrecy and deception that fuel the 'war on terror.'


James Risen bericht al lange tijd voor de New York Times over de Amerikaanse inlichtingendiensten. Zijn in 2006 verschenen boek State of War is een vernietigend portret van de CIA. Het onafhankelijke salon.Com meldde in een boekbespreking: 

The yes man and the thug In his disturbing new book, Times reporter James Risen reveals how George Tenet's gutless surrender to war-obsessed Donald Rumsfeld led to the total breakdown of U.S. intelligence… it turns out that far from an empty bit of P.R. puffery, 'tip of the iceberg' may be the perfect phrase to describe Risen's compelling, disturbing, if ultimately somewhat unfulfilling, volume. In sketching the recent history of the American intelligence apparatus, Risen serves up scooplet after astonishing scooplet of our spy agencies' mistakes and misdeeds.

Risen onthulde ook dat het bespioneren van Amerikaanse burgers al vóór de aanslagen van 11 september 2001 begon. De kritische Amerikaanse website Truthout berichtte in 2006: 

The National Security Agency advised President Bush in early 2001 that it had been eavesdropping on Americans during the course of its work monitoring suspected terrorists and foreigners believed to have ties to terrorist groups, according to a declassified document. The NSA's vast data-mining activities began shortly after Bush was sworn in as president and the document contradicts his assertion that the 9/11 attacks prompted him to take the unprecedented step of signing a secret executive order authorizing the NSA to monitor a select number of American citizens thought to have ties to terrorist groups.

In zijn in 2014 verschenen Pay Any Price zet Risen uiteen hoe de leiding van The New York Times na onder druk te zijn gezet door het Witte Huis zijn onthullingen tot twee maal toe weigerde te publiceren. Hetzelfde gold voor zijn onthullingen voorafgaand aan de agressieoorlog tegen Irak:

Before the invasion of Iraq, my stories that revealed that CIA analysts had doubts about the prewar intelligence on Iraq were held, cut, and buried deep inside the Times, even as stories by other reporters loudly proclaiming the purported existence of Iraqi weapons of mass destruction were garnering banner headlines on page one. I decided I wasn't going to let that happen again.

Hij besloot een boek te schijven met daarin de gecensureerde werkelijkheid:

After my manuscript was complete in the late summer of 2005, I told the editors at the Times that I was planning to include both the NSA story and the story about the CIA's botched Iran program in my book. 

They were furious. For several weeks, the editors refused to reconsider running the NSA story, which, of the two stories, was freshest in their minds and which became the focus of our tense internal negotiations.

Deze informatie is van doorslaggevend belang wanneer bijvoorbeeld de Nederlandse televisiejournalist Chris Kijne zijn publiek probeert wijs te maken dat The New York Times 'de beste krant van de wereld' is. Ook al zou dit waar zijn dan nog kan Kijne dit niet toetsen aangezien hij niet weet wat wel en niet gepubliceerd mag worden. Toch is deze krant normgevend voor de westerse pers, aangezien de Times de consensus aangeeft van wat waar en niet waar is; het Amerikaanse dagblad bepaalt daardoor wat de grenzen zijn van de officiële versie van de werkelijkheid. Dit dient de lezer niet het oog te verliezen wanneer hij de polderpers volgt. In 2007 papegaaide opiniemaker Paul Brill in de Volkskrant dat 'een Iraans kernwapen… dit jaar al in het vizier [kan] komen.' En waarom al zeven jaar geleden? Wel, omdat 'Benjamin Netanyahu' dit via/via aan de zionistische lobby bij The New York Times had laten weten. Wanneer Arie Elshout, VS-correspondent van de Volkskrant beweert dat 'feit en commentaar nergens zo tastbaar [zijn] gescheiden als bij The New York Times,' dan blijkt ook hij niet te weten wat er achter de schermen gebeurt. Zo is bekend dat

On May 26, 2004, a week after the U.S. government apparently severed ties with Ahmed Chalabi, a Times editorial acknowledged that some of that newspaper's coverage in the run-up to the war had relied too heavily on Chalabi and other Iraqi exiles bent on regime change. It also regretted that 'information that was controversial allowed to stand unchallenged.' While the editorial rejected 'blame on individual reporters,' others noted that ten of the twelve flawed stories discussed had been written or co-written by Miller. http://nytimes.com/critique 


Nadat de journaliste Judith Miller's bedrog door de feiten was ingehaald, en niet langer meer kon worden verzwegen, stapte ze moeiteloos over naar Fox News Channel van Rupert Murdoch, met andere woorden: van 'de beste krant van de wereld' naar het slechtste televisienetwerk ter wereld. De kritische Amerikaanse auteur James Moore schreef op salon.com van 27 mei 2004 dan ook

When the full history of the Iraq war is written, one of its most scandalous chapters will be about how American journalists, in particular those at the New York Times, so easily allowed themselves to be manipulated by both dubious sources and untrustworthy White House officials into running stories that misled the nation about Saddam Hussein's weapons of mass destruction. The Times finally acknowledged its grave errors in an extraordinary and lengthy editors note published Wednesday. The editors wrote:

'We have found... instances of coverage that was not as rigorous as it should have been... In some cases, the information that was controversial then, and seems questionable now, was insufficiently qualified or allowed to stand unchallenged. Looking back, we wish we had been more aggressive in re-examining the claims as new evidence emerged -- or failed to emerge... We consider the story of Iraq's weapons, and of the pattern of misinformation, to be unfinished business. And we fully intend to continue aggressive reporting aimed at setting the record straight.'

Het is goed dit alles te onthouden wanneer een opiniemaker als Arie Elshout weer eens iets bericht vanuit New York. Op 8 november 2010 beweerde hij in zijn Volkskrant dat er sprake zou zijn van een 'Nieuw front naast politiek in de VS: de journalistiek.' Dat de journalistiek in de kapitalistische VS al sinds tenminste een eeuw door de politieke en economische elite gebruikt wordt als spreekbuis is Arie volledig ontgaan. Hij gelooft blind wat hem op de mouw wordt gespeld. Zoals de beroemde Amerikaanse journalist journalist A. J. Liebling in The New Yorker van 14 mei 1960 vaststelde: 'Freedom of the press is guaranteed only to those who own one.' Maar omdat Elshout's geest zo gemanipuleerd is geraakt ziet hij niet dat de keizer geen kleren aan heeft en dus schreef hij braaf: 

waar het debat in de VS nu over gaat: activistische versus neutrale journalistiek. In The New York Times zegt ethicus Bob Steele dat door activistische journalistiek het principe van de journalistieke onafhankelijkheid van binnenuit gaat 'roesten.'

Dat in de woorden van Glenn Greenwald 'Alle goede journalistiek activisme [is]' blijkt Arie Elshout niet te beseffen. Sterker nog: dat ook 'alle slechte journalistiek activisme is,' weet hij niet, en dit moet haast wel de verklaring zijn waarom hij niet inziet dat ook hij aan 'activistische journalistiek' doet. Dat valt uit zijn werk op te maken, vooral wanneer het westers geweld weer eens aan het grote publiek verkocht moet worden. Wat dat betreft lijkt Elshout als twee druppels water op de corrupte Judith Miller die naar Fox News overstapte. Over de gehele linie van de mainstream-journalistiek wordt propaganda bedreven. De journalist John Hess verklaarde na 24 jaar bij The New York Times te hebben gewerkt dat hij

never saw a foreign intervention that the Times did not support, never saw a fare increase or a rent increase or a utility rate increase that it did not endorse, never saw it take the side of labor in a strike or lockout, or advocate a raise for underpaid workers. And don’t let me get started on universal health care and Social Security.

De 'muur' die volgens Elshout 'tussen feit en commentaar' bij de Times zou bestaan, is de praktijk van alledag onzichtbaar, en wanneer de Volkskrant-correspondent zijn lezers oproept om te  

bidden dat er een paar enclaves blijven met niet-onderhorige journalistiek; een journalistiek die niet bevestigt maar ontregelt, die tegenspreekt en ontmaskert, zonder aanzien des persoons,

dan mag hij van mij bidden tot zijn knieën versleten zijn, maar het laat onverlet dat hij zijn publiek bedriegt. Hetzelfde geldt voor zijn opmerking 'Laat opinies en feiten hun eigen werk doen.' Arie Elshout is net als de overgrote meerderheid van de polderpers eenvoudigweg corrupt en stupide. Hij is iemand die zich onbekommerd voor het karretje van de macht laat spannen, een opportunist en conformist, die niet ontregelt, maar bevestigt, die niet tegenspreekt, maar beaamt, die niet ontmaskert, maar verhult.

  • Lifelong dissent has more than acclimated me cheerfully to defeat. It has made me suspicious of victory. I feel uneasy at the very idea of a Movement. I see every insight degenerating into a dogma, and fresh thoughts freezing into lifeless party line.







2 opmerkingen:

Sonja zei

De pers in Nederland lijkt net zo dichtgetimmerd als Defensie. Ik stel journalisten regelmatig vragen over eerder gedane uitspraken, 'conclusies' e.d., en je krijgt nooit antwoord. Laatst nog bij Hubert Smeets. Wat daarbij ook opvalt is dat Smeets over zichzelf praat in de derde persoon. Misschien moet de afstand tot zijn lezers zo groot mogelijk blijven?

Unknown zei

Ja, de pers (van de gevestigde orde) is al zo lang ik mij kan heugen dichtgetimmerd, dus ook in Duitsland. De NDR presteerde het om in een programma met Anne Will (26 november) als presentatrice, een vrouwelijk kopstuk van Die Grünen te laten zeggen dat er in Oekraïne geen staatsgreep is gepleegd omdat Janoekovitsj was gevlucht en het achtergebleven parlement toen niet anders kon dan een nieuwe regering vormen. Net alsof Janoekovitsj voor de lol de benen had genomen... De in de hoek gedreven Russische diplomaat die aan het gesprek deelnam werd niet in de gelegenheid gesteld weerwoord te leveren. Die hele uitzending stond trouwens stijf van westerse politiek correcte moraal die met uiterst beschaafd intellectueel geweld over het voetlicht werd gebracht. Ik heb Anne Will laten weten dat zij zich samen met het establishment schuldig maakt aan poging tot misleiding maar ik reken natuurlijk niet op antwoord.

Miss Piggy and Trump

Jerusalem Dispatch 5.158 abonnees Why are so many Israelis unhappy with the Lebanon ceasefire agreement? Middle East Eye 2 december 2024 By ...