Palestijns kind. Het resultaat van wat de 'politiek-literaire elite' vandaag de dag de 'judeo-christelijke beschaving' noemt.
Januari 2009 kreeg de Israelische
hoogleraar Martin Levi van Creveld, die bekend staat als een zionist met radicale
zo niet extremistische opvattingen, zes kolommen breed de kans van de NRC om het Israelische 'disproportionele geweld' tegen de
Palestijnse bevolking in Gaza te rechtvaardigen met argumenten als: 'het
laatste wat de Israeliers willen is de steegjes van Gaza, Rafah en Khan Yunis
bestormen,' want dan zou een militair wel eens kunnen sneuvelen. En dus
schoten de bemanning van tanks en artilleristen vanaf voor hen veilige afstand
op alles dat ze konden raken, terwijl Israelische gevechtsvliegtuigen de
burgerbevolking vanuit de lucht bestookten. Het gevolg was dat eenderde van het
aantal doden uit kinderen bestond en meer dan de helft uit gewone burgers. Het 'disproportionele geweld' is, zoals bekend, een oorlogsmisdaad. Maar dat
weerhield de Israelische autoriteiten niet om vooraf al publiekelijk bekend te
maken dat de Israelische strijdkrachten 'disproportioneel
geweld' zouden gebruiken. De Joods-Israelische advocaat Michael Sfard,
expert op het gebied van het internationaal recht, citeerde in 2009 in de
Israelische kwaliteitkrant Haaretz
onder de kop ‘Israel: a history of crime and criminal intent’ de Israelische generaal-majoor
en huidige plaatsvervangend chef-staf van het Israelische leger Gadi Eisenkot:
‘What happened in the Beirut suburb of Dahiya
in 2006 will happen in every village from which shots are fired in the
direction of Israel,’ Eisenkot said to journalists from Yedioth Ahronoth. ‘We
will wield disproportionate power against every village from which shots are
fired on Israel, and cause immense damage and destruction. From our
perspective, these are military bases. This isn't a suggestion. This is a plan
that has already been authorized.’
Deze militaire
strategie waarbij Israel ervan uitgaat dat de Palestijnse bevolking ‘should
be accountante for their leaders' en dus doelwit wordt van massaal Israelisch
geweld is in flagrante strijd met het internationaal recht, waarbij expliciet
onderscheid wordt gemaakt tussen de burgerbevolking en militairen. Carl
Ceulemans, die doceert aan de Koninklijke
Militaire School te Brussel, schrijft daarover:
Eén
van de centrale ‘in bello’ principes is dat van de immuniteit van de niet-
combattanten (of het zogenaamde discriminatieprincipe). Dit ethische criterium
stelt dat het voor de oorlogvoerende partijen ten strengste verboden is om
intentioneel personen aan te vallen die niet actief betrokken zijn bij de
vijandelijkheden. Zo wordt het doelbewust bombarderen van een burgerdoelwit
(bijvoorbeeld een stad) onomwonden beschouwd als een criminele daad.
De Israelische legerleiding
heeft lak aan dit internationaal rechtsprincipe en laat weten dat zijn strategie
is
not a recommendation. This is a plan. And it has been approved. There would be no mercy shown ‘when it comes to
hitting the national infrastructure of a state.’
Hoewel
terrorisme wereldwijd nadrukkelijk wordt afgewezen, wordt deze officiele
Israelische terreur door westerse politici en de mainstream pers stilzwijgend
geaccepteerd. De NRC bood zelfs haar
kolommen aan om de reeds toegepaste Israelische terreur te laten rechtvaardigen. Ik gebruik het begrip
terreur en terrorisme in de betekenis die het Amerikaanse Leger Handboek eraan geeft:
het bewust geplande gebruik van geweld of dreiging van
geweld om doelen te bereiken die politiek, religieus, of ideologisch van aard
zijn,
en waarvan
burgers bewust het doelwit worden. De NRC is niet het enige Nederlandse dagblad dat ambivalent staat
tegenover terrorisme, zodra het ’t Westen betreft. Bij toeval stuitte ik
onlangs op het volgende treffende voorbeeld. Donderdag 28 juni 2007
berichtte Trouw:
'Oude streken CIA lijken soms
verrassend actueel.
Van onze redactie buitenland
Afgeblazen aanslagen op staatshoofden, afluisterpraktijken,
samenzweringen met de maffia, infiltratie van decennia her: spannend zat.
Maar echte verrassingen hebben specialisten nog niet ontdekt,
in de dinsdag vrijgegeven documenten van
de Amerikaanse geheime dienst CIA. Of het moest zijn hoe verrassend actueel
sommige antieke memo’s zijn.
Wat meteen
opvalt is de terminologie: ‘streken’
en ‘spannend zat.’ Welke ‘streken’ zijn ‘spannend zat’? Allereerst het begrip
‘streken,’ meervoud van ‘streek.’
Van Dale: ‘verkeerde of
schadelijke daad: een stomme streek.’ Uitgaande van deze omschrijving is de vraag:
zou het dagblad Trouw de terroristische aanslag van 11 september 2001 in New York een ‘streek’ noemen? Nee, natuurlijk
niet. Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands stelt ‘een streek leveren’ gelijk aan ‘flikken’ en ‘behendig klaarspelen.’
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/flikken
Gevoelsmatig zowel als feitelijk is het gebruik van ‘streken’ voor terroristische daden absurd. En toch schrijft redactie buitenland van Trouw: 'Oude streken CIA lijken soms verrassend actueeel.' Over welke ‘streken’ gaat het? Niemand die ons daarover beter kan informeren dan Tim Weiner: ‘(born June 20, 1956) is a New York Times reporter, author of three books and co-author of a fourth, and winner of the Pulitzer Prize and National Book Award.’ Weiner schreef het boek Een Spoor van Vernieling. De geschiedenis van de CIA, een 720 pagina’s lange analyse van een bloedspoor dat de CIA door de hele wereld trok. De recensent van The Washington Times beschreef Legacy of Ashes, zoals het in het Engels heet, als:
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/flikken
Gevoelsmatig zowel als feitelijk is het gebruik van ‘streken’ voor terroristische daden absurd. En toch schrijft redactie buitenland van Trouw: 'Oude streken CIA lijken soms verrassend actueeel.' Over welke ‘streken’ gaat het? Niemand die ons daarover beter kan informeren dan Tim Weiner: ‘(born June 20, 1956) is a New York Times reporter, author of three books and co-author of a fourth, and winner of the Pulitzer Prize and National Book Award.’ Weiner schreef het boek Een Spoor van Vernieling. De geschiedenis van de CIA, een 720 pagina’s lange analyse van een bloedspoor dat de CIA door de hele wereld trok. De recensent van The Washington Times beschreef Legacy of Ashes, zoals het in het Engels heet, als:
Een vernietigend rapport van
een inlichtingendienst die meestal faalde bij het voorspellen van belangrijke
politieke gebeurtenissen op de wereld, mensenrechten schond, Amerikanen
bespioneerde, moordaanslagen op buitenlandse regeringsleiders beraamde en geld
stak in klungelige doofpotacties dat hij niet toekwam aan zijn eigenlijke werk,
het verzamelen en analyseren van informatie.
De titel is afkomstig van president Eisenhower, die
at the end of his two - terms of office… called into his
office, the former legendary OSS officer and director of the CIA Allen Dulles,
and said to him point- blank. ‘ After eight years you have left me, a legacy of
ashes.’
Om nu de suggestie
te wekken dat het hier ‘streken’ betreft is niet alleen
misleidend, maar ronduit misdadig. Het
met geweld omverwerpen van democratisch gekozen regeringen in bijvoorbeeld
Iran, Guatemala, Chili, het vermoorden van politieke tegenstanders, het
opleiden en financieren van doodseskaders, het trainen van gangsters in martelen,
het schenden van de democratische rechtsregels in de VS zelf, het plegen van terreuraanslagen, het
schaduwen van de vrije pers, zijn geen ‘streken,’ maar is terrorisme volgens de
definitie van de Amerikaanse overheid zelf. Het betreft hier ook geen
aberratie, maar is een vast bestanddeel van het dagelijks beleid van een van ‘s
wereld’s machtigste geheime diensten, die in het leven is geroepen om de kapitalistische ‘democratie’ te beschermen. Het
feit dat de 'afgeblazen aanslagen op
staatshoofden, afluisterpraktijken, samenzweringen met de maffia, infiltratie
van decennia her,’ voor de buitenland-redactie van Trouw ‘spannend zat' zijn, is tekenend voor haar vergoeilijking van het CIA-terrorisme.
Westerse terreur is kennelijk amusement, een spannende kwajongensstreek. Daarentegen is niet-westerse terreur eenvoudigweg terrorisme, dat spreekt voor zich. Toch lijden de
slachtoffers van het westerse terrorisme even erg als de slachtoffers van het
niet-westerse terrorisme. Maar door een gebrek aan empathie, door een opmerkelijke
vorm van autisme, zijn de westerse mainstream journalisten niet in staat zich
in de positie van de slachtoffers van de westerse terreur te verplaatsen. Hun leven is minder waard dan het leven van een westerling, zeker als die ook nog eens blank en christelijk is. ‘Spannend zat.’
Donderdag 14 november 2013 werd de 'politiek-literaire elite' van de NRC een inkijkje gegund in de huidige lingeriemode, zoals die in New York werd geshowd.
Ik keer terug naar de houding van de NRC-redactie. Op het moment dat de 'kwaliteitskrant' de zionistische academicus en auteur Van Creveld de ruimte gaf om Israelisch
terrorisme te rechtvaardigen, wist de redactie ook door hun correspondent
in Israel wat de woorden van Van Creveld in de praktijk precies betekenden, aangezien de
krant via de AIVD was gewaarschuwd
niet naar Gaza te gaan omdat het daar veel te gevaarlijk zou worden voor burgers,
een waarschuwing die de correspondent ter plaatse onmiddellijk uiterst serieus
nam door uit Gaza weg te blijven, waardoor hij niet getuige kon zijn van de
grootschalige Israelische oorlogsmisdaden. En dat was ook precies de bedoeling van de autoriteiten.
De oorlogsmisdaden van de ‘Joodse staat’ waren in de visie van zowel de NRC als die van Martin Van Creveld een te verwaarlozen detail, aangezien de Israelische hoogleraar onweersproken ook nog eens benadrukte dat Palestijnse kinderen, vrouwen, bejaarden nu eenmaal 'de kans [lopen] een zeer hoge prijs te betalen. Mais c'est la guerre.' Waar gehakt wordt vallen spaanders, en zolang de journalisten van de NRC zelf geen enkel gevaar lopen, is er verder niets aan de hand. Het opmerkelijke is bovendien dat ook bij de NRC bekend was dat Martin Levi van Creveld er extremistische standpunten op na hield. Hij werd ondermeer geciteerd in David Hirst's The Gun and the Olive Branch (2003)
De oorlogsmisdaden van de ‘Joodse staat’ waren in de visie van zowel de NRC als die van Martin Van Creveld een te verwaarlozen detail, aangezien de Israelische hoogleraar onweersproken ook nog eens benadrukte dat Palestijnse kinderen, vrouwen, bejaarden nu eenmaal 'de kans [lopen] een zeer hoge prijs te betalen. Mais c'est la guerre.' Waar gehakt wordt vallen spaanders, en zolang de journalisten van de NRC zelf geen enkel gevaar lopen, is er verder niets aan de hand. Het opmerkelijke is bovendien dat ook bij de NRC bekend was dat Martin Levi van Creveld er extremistische standpunten op na hield. Hij werd ondermeer geciteerd in David Hirst's The Gun and the Olive Branch (2003)
as saying 'We have the capability to take the world down
with us. And I can assure you that that will happen, before Israel goes under.’
He
quoted General Moshe Dayan: ‘Israel must be like a mad dog, too dangerous to bother.’
Het
feit dat Van Creveld door vooraanstaande kritische journalisten op zijn zachtst
gezegd als controversieel wordt gezien, maakte geen enkele indruk op de
pro-Israel redactie van het avondblad dat zich graag afficheert als ‘kwaliteitskrant,’
en door NRC-opiniemaker Henk Hofland geprezen wordt als een dagblad van en voor
de ‘politiek-literaire elite’ in het kleine Nederland, waar de
spraakmakend gemeente elkaar van haver tot gort kent. Hoe dan ook, typerend
voor de mainstream-mentaliteit van de NRC is dat acht dagen voordat Van Creveld zijn betoog
voor het schenden van het internationaal recht in de NRC mocht verspreiden, dezelfde redactie weigerde een ingezonden
stuk te plaatsen, geschreven door Nederlandse juristen, waarin deze rechtskundigen
gedocumenteerd wezen op het feit dat Israel bezig was oorlogsmisdaden te
plegen. Geweigerd, omdat een artikel over oorlogsmisdaden ‘weinig nieuwe
gezichtspunten bevat... Met vriendelijke groet, Anna Visser, redacteur Opinie
NRC/H.' Dankzij het Nederlands Juristen Blad en vervolgens
internet, kwam deze informatie over de Israelische oorlogsmisdaden bij een
breed publiek terecht, met als gevolg dat de schrijfster ervan door de
ambtelijke top van het ministerie van Buitenlandse Zaken werd gevraagd om de
juridische aspecten te komen toelichten, aangezien het kennelijk nog niet tot
het ministerie was doorgedrongen dat oorlogsmisdaden niet door de Nederlandse
regering gesteund mogen worden. We weten inmiddels dankzij
internationale mensenrechtenorganisaties en VN-rapportage
welke oorlogsmisdaden door Israel zijn gepleegd in Gaza.
Desondanks schamen mijn collega’s bij de NRC zich geenszins, en gaat voor hen
dus hetzelfde op als voor de Israelische oorlogsmisdadiger Eisenkot, tenminste zoals Michael Sfard dit kenschetste in Haaretz:
Usually people hide their criminal intentions, because
of the binding legal risk and moral embarrassment exposing them could cause… In
Eisenkot's case, the situation is apparently simpler. He is not afraid and not
ashamed.
Het disrespect voor het internationaal
recht tekent de ideologische visie van de NRC. Het spreekt voor zich dat als een Palestijn net als Van Creveld ‘disproportioneel geweld’ had gerechtvaardigd, en Joodse
burgers in Israel het slachtoffer waren geworden van Palestijns terrorisme, dat
de ‘politiek-literaire
elite’ van de NRC dit onmiddellijk en dagenlang fel had bekritiseerd.
De enige conclusie die kan worden getrokken, is dan ook dat voor de NRC-redactie het leven van een Joodse
burger waardevoller is dan dat van een Palestijnse burger. De vraag is waarom?
Omdat in het manicheisch wereldbeeld van de mainstream
journalisten joodse burgers tijdens de Tweede Wereldoorlog het slachtoffer zijn
geweest van het rabiate antisemitisme van de christelijke Europese cultuur en
dat de Palestijnse bevolking daarvoor nu de prijs moet betalen. Zo irrationeel
zijn de opvattingen mijn collega’s bij de commerciele massamedia, zodra het
erop aankomt. Het wordt evenwel nog absurder wanneer Henk Hofland
publiekelijk beweert dat de commerciele mainstream media ‘een fundament van de westerse
democratie’ zijn, daarmee suggererend dat de mainstream pers onmisbaar
zou zijn voor een ware democratie omdat het ‘nieuws,’ door haar ‘onbevooroordeeld’
wordt
‘gebracht,’ en ‘toegelicht’ wordt ‘door
deskundigen’ en dat ‘Redacties van de serieuze media instituten
[zijn] waar honderden specialisten werken’ die met ‘onverbiddelijke regelmaat’ vitale
informatie geven ‘op basis waarvan de burgerij tot een gefundeerd
politiek oordeel komt.’ Dat de ‘politiek-literaire elite’ de zaak
bedriegt en zich laat bedriegen is tot daaraan toe, maar dat de bedriegers ook
nog eens hun bedrog komen aanprijzen als ‘onbevooroordeeld’ en ‘onafhankelijk’ en dat hun bedrog van doorslaggevend
belang is voor het functioneren van de 'democratie,' is toch echt teveel van het goede,
niet meer dan brutale nonsens, zoals ik al jaren gedocumenteerd probeer aan te
geven op deΩe weblog. De huidige mainstream journalistiek is zo ver van de werkelijkheid
afgedreven dat ze hopeloos verloren is.
Speciaal voor de Nederlandse fans onder de 'politiek-literaire elite' van de NRC werd met enige trots Doutzen Kroes getoond, met tussen haar forse Friese bovenbenen het allernieuwste snufje op lingeriegebied.
Gezien de stand van zaken in de wereld kan men ook niet langer
met goed fatsoen beweren dat een ‘natie niet zonder een
politiek-literaire elite [kan], zoals ze ook niet kan zonder een medische
elite, een juridische elite of een elite van ingenieurs.’ Trouwens, wat bedoelt
Hofland nu eigenlijk met de samenvoeging ‘politiek-literaire elite’?
Sluiten die twee elkaar juist niet uit, het ééndimensionale versus het complexe? Milan Kundera wijst er niet voor niets op dat er een
wereld van verschil bestaat tussen de complexiteit van de literatuur en de ‘simplificaties
en cliché's’ van de journalisten, 'de termieten van de
reductie,' die zelfs ‘de grootste liefde weten terug te brengen
tot een geraamte van schrale herinneringen.’ Deze ‘termieten’
verspreiden 'de moderne dwaasheid’ die ‘niet onwetendheid
betekent, maar de gedachteloosheid van pasklare ideeën.' De 'vrije pers' gedraagt zich als de spreekbuis van de politieke en economische macht. Kundera over de
mainstream journalisten:
Over de hele wereld strooien
ze dezelfde simplificaties en cliché's uit waarvan mag worden aangenomen dat ze door de
meerderheid zullen worden aanvaard, door allen, door de hele mensheid. En het
is niet zo belangrijk dat in de verschillende organen van de media de
verschillende politieke belangen tot uiting komen. Achter het uiterlijke
verschil heerst een en dezelfde geest. Je hoeft de Amerikaanse en Europese
opiniebladen maar door te kijken, van rechts zowel als links, van Time tot Der
Spiegel: in al die bladen tref je dezelfde kijk op het leven aan, die zich in
dezelfde volgorde waarin hun inhoudsopgave is opgebouwd weerspiegelt, in
dezelfde rubrieken, dezelfde journalistieke aanpak, dezelfde woordkeus en stijl,
in dezelfde artistieke voorkeuren en in dezelfde hierarchie van wat ze
belangrijk en onbeduidend achten. De gemeenschappelijke geestesgesteldheid van
de massamedia, die schuilgaat achter hun politieke verscheidenheid is de geest
van de tijd.
We want a poem to be beautiful, that
is to say, a verbal earthly paradise, a timeless world of pure play, which
gives us delight precisely because of its contrast to our historical existence with
all its insoluble problems and inescapable suffering; at the same time we want
a poem to be true, that is to say, to provide us with some kind of revelation
about our life which will show us what life is really like and free us from
self-enchantment and deception, and a poet cannot bring us any truth without
introducing into his poetry the problematic, the painful, the disorderly, the
ugly.
Hofland mag dan wel spreken van een ‘politiek-literaire
elite,’ maar dat is inhoudsloos begrip, want niemand bij zijn volle verstand
kan volhouden dat de mainstream journalistiek met haar opdringerig simplistisch
neoliberaal wereldbeeld, gebaseerd op het onnozele vooruitgangsgeloof, de
burgers verzoent met
‘our historical existence with all
its insoluble problems and inescapable suffering,’ en de mens zijn plaats teruggeeft in een grotere
historische context. De media vertegenwoordigen de waan van de dag, wat vandaag
de waarheid is, is morgen een leugen. Hoflands ‘politiek-literaire elite’
is niet in staat ‘to provide us with some kind of revelation about our life which will
show us what life is really like and free us from self-enchantment and
deception.’ Kan de journalist net als een dichter ‘bring us any truth without
introducing into his poetry the problematiek, the painful, the disorderly, the
ugly.’ Nee dus, de ‘vrije pers’
is te eendimensionaal, haar mens- en wereldbeeld wordt ernstig beperkt door haar
ideologische kijk op het bestaan.
Een ‘politiek-literaire elite’ bestaat domweg niet, ze is een paradox, per definitie sluit de een de ander uit, ze bevolken twee verschillende werkelijkheden die zelfs in tegenspraak zijn met elkaar. En een ‘elite’ van de geest zijn ze ook niet, omdat de opvattingen van deze ‘elite’ niet wezenlijk verschillen van die van de massa. Dat blijkt duidelijk uit de minachting van zowel de elite als de massa voor het recht en de moraal. Het bewijs is het feit dat de NRC grove schendingen van het internationaal recht liet goed praten, maar de zelfbenoemde ‘elitekrant’ tegelijkertijd een pleidooi voor de handhaving van datzelfde recht weigerde te plaatsen. De ironie is nu dat terwijl de NRC oorlogsmisdaden liet rechtvaardigen juist een Joods-Israelische advocaat, Michael Sfard, expert op het gebied van het internationaal recht, in de Israelische krant Haaretz erop wees dat de huidige plaatsvervangend chef-staf van het Israelische Leger Gadi Eisenkot
Een ‘politiek-literaire elite’ bestaat domweg niet, ze is een paradox, per definitie sluit de een de ander uit, ze bevolken twee verschillende werkelijkheden die zelfs in tegenspraak zijn met elkaar. En een ‘elite’ van de geest zijn ze ook niet, omdat de opvattingen van deze ‘elite’ niet wezenlijk verschillen van die van de massa. Dat blijkt duidelijk uit de minachting van zowel de elite als de massa voor het recht en de moraal. Het bewijs is het feit dat de NRC grove schendingen van het internationaal recht liet goed praten, maar de zelfbenoemde ‘elitekrant’ tegelijkertijd een pleidooi voor de handhaving van datzelfde recht weigerde te plaatsen. De ironie is nu dat terwijl de NRC oorlogsmisdaden liet rechtvaardigen juist een Joods-Israelische advocaat, Michael Sfard, expert op het gebied van het internationaal recht, in de Israelische krant Haaretz erop wees dat de huidige plaatsvervangend chef-staf van het Israelische Leger Gadi Eisenkot
was giving us a rare peek into the true goals behind the
pulling of the trigger, goals usually clouded by a fog of operational and legal
secrets. And these intentions are simple and clear,
like the strategy of a terror organization: ‘to harm civilians until we achieve
political goals.’
Dit
respect voor het recht en de moraal staat haaks op het disrespect van de taalverkrachters met hun propaganda, en maakt het borstgeroffel van Henk Hofland over een ‘politiek-literaire elite’ in Nederland niet meer dan pathetisch aandoende bluf. Kitsch, om precies te zijn.
Exclusive: Nine Turkish men on board Mavi Marmara were shot a total of 30 times, autopsy results reveal
Nine Turkish men on board the Mavi Marmara were shot a total of 30 times and five were killed by gunshot wounds to the head, according to the vice-chairman of the Turkish council of forensic medicine, which carried out the autopsies for the Turkish ministry of justice today.
The results revealed that a 60-year-old man, Ibrahim Bilgen, was shot four times in the temple, chest, hip and back. A 19-year-old, named as Fulkan Dogan, who also has US citizenship, was shot five times from less that 45cm, in the face, in the back of the head, twice in the leg and once in the back. Two other men were shot four times, and five of the victims were shot either in the back of the head or in the back, said Yalcin Buyuk, vice-chairman of the council of forensic medicine.
Het resultaat van wat de 'politiek-literaire elite' tegenwoordig de 'judeo-christelijke beschaving' noemt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten