dinsdag 12 november 2013

De Mainstream Pers 73



‘Man's desires must overschaduw his needs.’ De woorden van Wall Street bankier Paul Mazur zijn misschien wel de meest profetische van de westerse consumptiecultuur. Alleen via onverzadigbare begeerte kan het kapitalisme voortbestaan. In 2013 zal wereldwijd dan ook naar schatting 486 miljard dollar worden besteed aan reclame, terwijl Next year, the worldwide ad market should reach $515 billion,dus meer dan een half biljoen, 515.000.000.000. 

Zonder burgers permanent begerig te houden zou het kapitalisme al snel ineen storten, zo weet ‘links’ als ‘rechts.’ Op 19 november 2005, toen de politiek verantwoordelijken nog meenden dat de bomen tot de hemel zouden groeien, berichtte de NRC:

PvdA: Versoepel regels tv-reclame… Reclameregels voor Nederlandse commerciële omroepen moeten minder streng worden. Dat vindt de PvdA-fractie in de Tweede Kamer. Maandag zal de partij staatssecretaris Van der Laan vragen het reclameregime voor commerciële omroepen te versoepelen.  

De bedenker van dit plan is de huidige vice-fractievoorzitter van de sociaal-democraten in de Tweede Kamer, de volksvertegenwoordiger, Martijn van Dam, die desgevraagd verklaarde:

Wij vinden dat je de hoeveelheid reclame kunt overlaten aan de markt. Als er te veel reclame te zien is, zal de kijker dat afstraffen door weg te zappen.

Bovendien wilde dit -- enige tijd jongste -- parlementslid, die Technische Bedrijfskunde heeft gestudeerd in Eindhoven en bij Philips heeft gewerkt, ook nog de vraag ter discussie stellen in ‘hoeverre de overheid burgers moet beschermen,’ tegen het niet aflatende reclamebombardement van de economische macht. De politici in de kapitalistische democratie creëren de ambiance waarbij via alle beschikbare kanalen de consument ontevreden wordt gehouden, door voortdurend zijn en haar begeerte op te wekken, wetende dat de honger naar meer nooit kan worden gestild. De vervreemding is oneindig geworden en het materialisme is niet in staat die enorme leegte te vullen. Zelfs niet als alle socialistische volksvertegenwoordigers in de hele wereld nog meer reclame willen, omdat ‘de markt’ dit eist. Maar dit inzicht dringt niet door tot Martijn van Dam en zijn medepolitici. Vandaar dat ze niet ‘de burgers’ willen ‘beschermen,’ maar de neoliberale ‘markt.’ Die stortte overigens drie jaar later, in 2008, ineen, terwijl de kloof tussen arm en rijk wereldwijd, dus ook in het Westen, almaar blijft toenemen. De volksvertegenwoordigers kunnen de reclameregels weliswaar nog meer ‘versoepelen,’ maar dit verhoogt niet de koopkracht van de consumenten. De markt is nu ook weer niet zo heilig en alles zaligmakend als de politieke propaganda de burger wil doen geloven. Opvallend was tevens dat voor de vice-fractievoorzitter van de PVDA de milieuvernietiging ineens geen rol meer speelde. Hoe meer reclame, des te meer productie, hier dan wel elders, en hoe groter de aanslag op het milieu, dat moet zelfs een parlementslid met technisch bedrijfskundig inzicht weten. Maar ook voor de voormalige socialisten die het afgelopen decennium ‘de bevrijdende werking’ hebben ondergaan van ‘het afschudden van de ideologische veren' blijft het ideologische dogma gelden dat ‘man's desires must overshadow his needs,’ al mocht dit leiden tot een catastrofe van ongekende omvang. Over dit onderwerp interviewde ik in 2006 de Canadese historicus Ronald Wright, auteur van ondermeer A Short History of Progress. Hij zei:

Ik zie de mens als experimentele dieren, die voor een groot deel zichzelf hebben gecreëerd. Tijdens onze evolutie zijn we namelijk in toenemende mate gevormd door cultuur; tot op zekere hoogte weten we ons steeds beter te beschermen tegen de aanvallen van het weer, de hitte, kou, honger, dorst. Hoe ingewikkelder onze culturen zijn geworden, des te meer we de natuur weten te trotseren en dit proces is uit de hand gelopen. In het begin voltrokken de ontwikkelingen zich heel langzaam, honderdduizenden jaren lang veranderde de technologie nauwelijks, maar tegen het eind van het Stenen Tijdperk en het begin van de Bronstijd versnelt dit proces zich razendsnel, vooral na de uitvinding van de landbouw. Daardoor is het tempo van culturele veranderingen versneld en blijft zich ook almaar versnellen. We zien daarbij dat de snelheid van de bevolkingstoename en die van de technologische veranderingen hand in hand gaan. Sinds de industriële revolutie is het veranderingstempo zo snel geworden dat de mensen de sociale en technologische veranderingen in hun eigen tijd kunnen waarnemen, iets dat iemand uit bijvoorbeeld de vijftiende eeuw niet kon. Zijn leven en dat van zijn ouders kende geen verschil. Vandaag de dag is die snelheid zo hoog dat de vaardigheden die wij op school leren binnen tien à vijftien jaar verouderd zijn. Toch zijn wij fysiek gesproken hetzelfde als de mens uit het Stenen Tijdperk, die op de laatste mammoeten joeg. Wij zijn jagers uit de ijstijd. De laatste 40.000 tot 50.000 jaar heeft zich in ons maar zeer weinig fysieke evolutie plaatsgevonden, bijna alles is culturele verandering. Met andere woorden: wij gebruiken software uit de 21ste eeuw op hardware die de afgelopen 50.000 jaar niet verbeterd is en niet is aangepast aan de huidige tijd. Dat heeft een uitermate gevaarlijke situatie geschapen waarbij onze werktuigen steeds krachtiger zijn geworden maar onze wijsheid niet. 

Onze geestelijke mogelijkheden om te voorzien wat de consequenties zijn van de technologische vernieuwingen hebben zich volstrekt niet uitgebreid. Dat blijft dezelfde oude apparatuur die we altijd al hadden. Omdat we de technologie niet onder controle kunnen houden en niet in staat zijn ze allemaal sociaal nuttig te laten zijn, brokkelt de sociale cohesie af. Wij zijn in feite als een kind van vijf jaar dat leert een straalvliegtuig te besturen of als een aap met een machinegeweer. De periode vanaf het begin van de landbouw tot nu beslaat slechts 0.2 procent van de meer dan tweeënhalf miljoen jaar die de mensachtigen op aarde zijn. Van het eerste bewerkte vuursteen tot het eerste gesmolten ijzer duurde bijna drie miljoen jaar, van het eerste ijzeren werktuig tot de waterstofbom duurde slechts drie duizend jaar. Die explosieve ontwikkeling heeft een levensbedreigende situatie opgeleverd. Zeker nu in de leidende cultuur de ware macht in handen is gekomen van wat president Eisenhower noemde ‘het militair-industrieel complex.’ De Amerikaanse politici hebben enorme budgetten nodig om hun verkiezing te kunnen financieren. Dat geld komt van de grote concerns die hun winsten maken in de wapenindustrie of in andere hoog technologische wereldwijd opererende industrieën, die dus afhankelijk zijn van de Amerikaanse hegemonie om ongestoord te kunnen functioneren.   


De westerse opiniemakers, druk bezig met de waan van de dag, kunnen zelfs hun eigen handelen niet een bredere context plaatsen, laat staan dat van de mensheid. Ze kunnen het geheel niet overzien en evenmin de consequenties van ons handelen voor de toekomst. ‘Geen Jorwerd zonder Brussel,’ gaat uit van de veronderstelling dat de mens alleen in een neoliberaal bestel kan overleven dat wordt geleid vanuit een centraal commandocentrum, in dit geval het bureaucratische en corrupte bolwerk van de Europese Unie. Die aanname zou nog enige logica in zich hebben wanneer ‘Brussel’ een waar democratische middelpunt zou zijn van werkelijk wijze mensen. Maar aangezien het wordt bevolkt door ambitieuze en oppervlakkige politici en ambtenaren, ontbreekt aan Geert Mak’s leuze enige logica.  En niet alleen is Mak’s propaganda irrationeel, zijn betoog gaat voorbij aan datgene wat het leven draaglijk maakt, te weten: waardigheid. Er bestaat een schitterend essay van de Britse auteur John Berger, getiteld Image of Imperialism. Daarin bespreekt hij de foto waarop de gesneuvelde Argentijnse vrijheidsstrijder Che Guevara bekeken wordt door een kolonel van het Boliviaanse leger en een CIA-agent. Berger vergelijkt de dode op de foto met die van Mantegna’s schilderij Cristo morto in Milaan, waarop het stoffelijk overschot van Christus opgebaard ligt naast twee toeschouwers, de een biddend, de ander wenend. Hij schrijft vervolgens:

When I look at the photograph now, I can only reconstruct my first incoherent emotions. Guevara was no Christ. If I see the Mantegna again in Milan, I shall see in it the body of Guevara. But this is only because in certain rare cases the tragedy of a man’s death completes and exemplifies the meaning of his whole life.

Berger wijs erop dat:

The mistake of many commentators on Guevara’s death has been to suppose that he represented only military skill or a certain revolutionary strategy. Thus they talk of a setback or a defeat. I am in no position to assess the loss which Guevara’s death may mean to the revolutionary movement of South America. But it is certain that Guevara represented and will represent more than the details of his plans. He represented a decision, a conclusion.

En hierin zit het fundamentele verschil tussen enerzijds de mainstream Makkianen en anderzijds John Berger, Che Guevara en alle anderen die naar vrijheid streefden of nog streven. Voor ieder mens is er een moment van waarheid, die hem of haar waardigheid kan verlenen. Degene die dat moment passief voorbij laat gaan, rest alleen nog een zinloos bestaan, en blijft in een leugen leven. Berger:

Guevara found the condition of the world as it is intolerable. It had only recently become so. Previously, the conditions under which two-thirds of the people of the world lived were approximately the same as now. The degree of exploitation and enslavement was as great. The suffering involved was as intense and as widespread. The waste was as colossal. But it was not intolerable because the full measure of the truth about these conditions was unknown – even by those who suffered it. Truths are not constantly evident in the circumstances to which they refer. They are born – sometimes late. This truth was born with the struggles and wars of national liberation. In the light of the newborn truth, the significance of imperialism changed. Its demands were seen to be different. Previously it had demanded cheap raw material, exploited labour and a controlled world market. Today it demands a mankind that counts for nothing.

Dit laatste is een nieuw fenomeen. Voor het eerst in de geschiedenis heeft de economische macht het eigen ‘volk’ niet meer nodig om haar rijkdom uit te breiden. Berger heeft gelijk, tegenwoordig eist het systeem een mensheid die er niet toe doet, geen waarde in zichzelf bezit, dat nutteloos is omdat het overtollig is geworden en geen inherente waardigheid heeft, niet voor de elite en ook niet voor zichzelf. Pas alleen als het in opstand komt zal ‘het volk’ zichzelf serieus nemen en serieus genomen worden door de elite. Anders blijft gelden: ‘Geen Jorwerd zonder Brussel,’ geen mensheid zonder gedirigeerd te worden door de minachtende elite. Dat geldt nu al. En als het aan de plutocraten ligt dan zal dit tot in de eeuwigheid voortduren. De elite met haar leger apparatsjiks en spreekbuizen in de massamedia wil over haar graf heen regeren, zonder rekening te hoeven houden met het feit dat ‘everything that lives is holy,’ zoals  de dichter William Blake twee eeuwen geleden opmerkte. Maar omdat alles is ontzield, is niets meer heilig, en laat de mainstream de werkelijkheid gelaten over zich heen komen. ‘The condition of the world as it is’ is vandaag de dag ‘tolerable’ geworden. De menselijke waardigheid is verkocht aan de laagste bieder. Welke betekenis hecht men nog aan een leven dat geen zelfrespect kent, zoals blijkt uit het feit dat  het zichzelf vernietigt? Zouden de Makkianen zichzelf ooit die vraag stellen? Waarschijnlijk niet, anders zouden ze nu anders reageren. Als normen en waarden een doorleefde werkelijkheid zouden zijn, zou Geert Mak nooit hebben geschreven dat de VS ‘decennialang de ordebewaker en politieagent’ van de wereld is geweest, en dat Amerikaanse presidenten ‘een begin van orde brachten in de mondiale politiek en economie.’ Professor Marc Chavannes zou nooit hebben gesteld dat 'democratie' een 'exportartikel' van de VS was, en Henk Hofland zou nooit hebben geschreven: 'het vredestichtende Westen.' Immers, een 'orde’ die 'democratie' als 'artikel' zou exporteren,  zal zijn vrienden nooit massaal willen bespioneren en zou rekening houden met de menselijke waardigheid, een voor de Makkianen archaïsch begrip, waar ze niets mee aan kunnen, terwijl toch bekend is dat

menselijke waardigheid de naam [is] voor een kwaliteit die kenmerkend is voor menselijk leven. In het Handvest van de Verenigde Naties (1945) en Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (2000) is de menselijke waardigheid een sleutelterm, die echter niet wordt gedefinieerd. Het begrip wordt gebruikt ter aanduiding van onder meer de basis van de mensenrechten, een kwalitatief niveau van leven dat door het respect van anderen wordt beschermd, en een menselijk bestaan waarin de basisvoorzieningen zijn verzekerd…

Onder de noemer Dignity (waardigheid) begon Amnesty International in 2007 een campagne tegen het handelen van regeringen, bedrijven, internationale organisaties e.d. dat mensen tot armoede brengt of arme mensen hun mogelijkheden ontneemt om een menswaardig bestaan te leiden.

Wat betekent voor iemand als Geert Mak en zijn publiek het begrip waardigheid wanneer ze dat zelf niet bezitten? Welke waardigheid kan iemand hebben die van zichzelf zegt dat hij als één van de ‘chroniqueurs van het heden en verleden’ zijn ‘taak, het “uitbannen van onwaarheid”’ niet ‘serieus genoeg’ neemt? En dat terwijl Mak nota bene weet dat ‘op dit moment op Europees en mondiaal niveau een misvorming van de werkelijkheid plaats[vindt] die grote consequenties heeft.’ Hoe weinig zelfrespect moet iemand hebben om dit feit in het privé-domein te beamen, laat staan het publiekelijk te verkondigen? Vanwaar dit openbaar vertoon van schaamteloosheid? Hoe ver kan een bekende Nederlander als de bestseller auteur in dit land zinken voordat men zich walgend afkeert? Hoe lang kan de polder intelligentsia de interne irrationaliteit van het neoliberale systeem blijven negeren? Oneindig lang? Zo ja, waarom? Welke andere reden kan er hiervoor zijn dan het sterke vermoeden dat de mainstream niet durft te bekennen te zijn gehersenspoeld en dus niet kan zien wat er daadwerkelijk gebeurt? De Amerikaanse kosmoloog Carl Sagan schreef:

One of the saddest lessons of history is this: If we’ve been bamboozled long enough, we tend to reject any evidence of the bamboozle. We’re no longer interested in finding out the truth. The bamboozle has captured us. It’s simply too painful to acknowledge, even to ourselves, that we’ve been taken. Once you give a charlatan power over you, you almost never get it back.


In zijn essaybundel De Ander schrijft de grote Poolse journalist Ryszard Kapuściński:

Wanneer we dus 'wij' zeiden, meenden we het te hebben over alle mensen, terwijl het in feite alleen maar over onszelf, de Europeanen, ging. Nu echter treden we onherroepelijk het tijdperk binnen waarin een eenduidige vergelijking 'wij=Europeanen', als synoniem voor alle wereldburgers, in twijfel wordt getrokken, gezien de historische veranderingen die zich voltrekken.

Als gevolg van deze veranderingen werden immers nogal wat andere, tot dan toe gedomineerde en gemarginaliseerde culturen wakker geschud. Ze leefden op en begonnen een gelijkwaardige plaats op te eisen aan de mondiale ronde tafel.  Ze zijn ambitieus en dynamisch en beschikken over een sterk ontwikkeld gevoel voor eigenwaarde. 

Geert Mak: Als je een poosje rondreist dan merk je wel dat je een Europeaan bent. Dat is het gekke. Ik vraag me vaak af : waaraan ligt dat nou? Deels, denk ik, toch ook dat wij sociale systemen hebben… Die staan bij ons in Europa niet ter discussie. We vinden het héél belangrijk dat ook de doorsnee bevolking een redelijk goede levenskwaliteit heeft. In andere continenten denkt men daar héél anders over. Ik realiseer mezelf dat we meer Europese waarden delen dan we beseffen. 

Mak's eurocentrisme rust op de 'oude, gezonde  beproefde, en goddelijke ' oer-christelijke pijler, genaamd racisme, al eeuwenlang noodzakelijk om 'De Ander' in 'andere continenten' te kunnen uitbuiten, omdat zij 'daar héél anders' denken over 'sociale systemen.'


De Europeaan Geert Mak met zijn Europese vrouw Mietsie, omgeven door andere blanke Europeanen. 'Ik vraag me vaak af : waaraan ligt dat nou? Deels, denk ik, toch ook dat wij sociale systemen hebben…'


De Zweedse journalist Sven Lindqvist schrijft tegen het einde van zijn boek Exterminate all the Brutes (1992) dat ‘Auschwitz de moderne industriële toepassing [was] van een uitroeiingspolitiek waarop de Europese overheersing van de wereld […] lang heeft gesteund.’ De titel van zijn boek verwijst naar de zin uit Joseph Conrads Hart der Duisternis, ‘verdelg al het gespuis.’ 

Lindqvist vraagt zich af waarom de westerse protagonist ‘Kurtz zijn rapport over de beschavingstaak van de blanke man in Afrika met deze woorden eindigt?’ Hij stelt dan: ‘Ik las Conrad als een profetische auteur die alle gruwelijkheden die in het verschiet lagen, voorzien had. Hannah Arendt wist beter. Zij zag dat Conrad over de genocides van zijn eigen tijd schreef. In haar eigen boek The Origens of Totalitarianism (1951), toonde ze hoe imperialisme racisme noodzakelijk maakte als het enig mogelijke excuus voor zijn daden […] Haar these dat nazisme en communisme van dezelfde stam komen is algemeen bekend. Maar velen vergeten dat zij ook de 'verschrikkelijke slachtpartijen' en het 'barbaarse moorden' van Europese imperialisten verantwoordelijk hield voor 'de zegevierende introductie van dergelijke pacificatiemiddelen in de alledaagse, respectabele buitenlandse politiek,' daarmee het totalitarisme en zijn genocides producerend. Lindqvist ontdekt gaandeweg dat de 

Europese vernietiging van de 'inferieure rassen' van vier continenten de grond voorbereidde voor Hitlers vernietiging van zes miljoen joden in Europa […] Het Europese expansionisme, vergezeld als het was door een schaamteloze verdediging van het uitroeien, schiep manieren van denken en politieke precedenten die de weg baanden voor nieuwe wandaden, die uiteindelijk culmineerden in de gruwelijkste van alle: de Holocaust […] En toen hetgeen was gebeurd in het hart der duisternis werd herhaald in het hart van Europa, herkende niemand het. Niemand wilde toegeven wat iedereen wist. Overal in de wereld waar kennis wordt onderdrukt, kennis die als ze bekend zou worden gemaakt ons beeld van de wereld aan gruzelementen zou slaan en ons zou dwingen om onszelf ter discussie te stellen – daar wordt overal het Hart der Duisternis opgevoerd. U weet dat al. Net als ik. Het is geen kennis die ons ontbreekt. Wat gemist wordt is de moed om te begrijpen wat we weten en daaruit conclusies te trekken.


1 opmerking:

Sonja zei

Veelzeggende indringende foto: strandtoeristen in Spanje kijken naar het aangespoelde lijk van een Afrikaanse bootvluchteling.