zondag 13 mei 2007

The Power Of Nightmares 4


Begin 2005 zond de BBC de documentaire-serie The Power of Nightmares uit. De tv-serie begon met de volgende tekst: 'In the past our politicians offered us dreams of a better world. Now they promise to protect us from nightmares. The most frightening of these is the threat of an international terror network. But just as the dreams were not true, neither are these nightmares. In a new series, the Power of Nightmares explores how the idea that we are threatened by a hidden and organised terrorist network is an illusion. It is a myth that has spread unquestioned through politics, the security services and the international media. At the heart of the story are two groups: the American neo-conservatives and the radical Islamists. Both were idealists who were born out of the failure of the liberal dream to build a better world. These two groups have changed the world but not in the way either intended. Those with the darkest fears became the most powerful. Together they created today's nightmare vision of an organised terror network. A fantasy that politicians then found restored their power and authority in a disillusioned age. Those with the darkest fears became the most powerful.'

De conclusie van The Power of Nightmares was: ‘The fear will not last. And just as the dream that politicians once promised turned out to be illusions so too will the nightmare. And than our politicians will have to face the fact that they have no vision, either good or bad to offer us any longer.’

Hoewel de conclusie juist is, zit het wezenlijke probleem evenwel dieper. En dat is kort samengevat deze: 'In a society that believes in nothing, fear becomes the only agenda and a society that believes in nothing is particularly frightened by people who believe in anything. But that is a measure of how much we have become isolated and atomised rather than their inherent strength.'
Een samenleving zonder zin en betekenis is krampachtig en wanhopig op zoek naar zin en betekenis en laat zich daarbij maar al te snel leiden door angst. Ik moest aan die paranoïde levenshouding denken toen ik deze suggestieve opmerking las van de arabist Hans Jansen in een email aan mij: ‘Mak vergeleek ook vGogh & Hirsi Ali met Goebbels. Beiden zijn niet meer in dit land, dus wees please een beetje voorzichtig.’ Wat staat hier eigenlijk? Dat de schrijver Geert Mak allerlei mensen met Goebbels vergelijkt, onder wie Theo van Gogh en mevrouw Hirsi Magan/Ali. Is dit waar? Nee, het enige dat Geert Mak heeft gedaan is erop wijzen dat dit tweetal eenzelfde 'narratief procédé' gebruikte als in een nazi-propagandafilm van Goebbels werd toegepast. Dus, Mak vergeleek het tweetal niet met Goebbels, maar wees op een overeenkomst in filmtechnieken. Desondanks schrijft dr. Jansen dat meerdere mensen door Mak vergeleken worden met Goebbels. Daarnaast suggereert meneer Jansen dat mede door deze ‘vergelijking’ van Mak Theo van Gogh is vermoord en mevrouw Ali het land moest ontvluchten. Ook dat is onjuist. Niet de woorden van Geert Mak, maar een misdadige interpretatie van de islam is de reden van de moord op Van Gogh. En mevrouw Magan/Ali is in het kader van haar carriere naar de VS vertrokken om daar bij een extreem reactionaire denktank te gaan werken, waar eerder de geestelijke vaders van de extremistische politiek van Bush onderdak vonden. Mevrouw Ali was al enige tijd bezig met het solliciteren in de VS en de reactionaire denktank hapte toe. Haar stap is niet zo verwonderlijk, het is de logische consequentie geweest van haar eigen extremisme, zoals die uit haar opmerkelijke levenswandel blijkt. ‘In ’86 was ikzelf ook een fundamentalist, in Kenia. Ik was lid van de Islamitische Broederschap,’ vertelde ze tijdens een tv-programma en ze voegde daar tijdens een bijeenkomst in de Rode Hoed aan toe: ‘In 1989 vond ik de fatwa tegen Salman Rushdie nog vanzelfsprekend. Ik was ook een radicaal.’ Was ze eerst een fervent voorstander van het vermoorden van een auteur vanwege zijn gedachtegoed, ruim een decennium later benoemde ze zichzelf als volgt: ‘Ik ben een extremistische aanhanger van de vrijheid van meningsuiting.’ Ze zei dit in een rechtvaardiging van het overigens niet bestaande 'recht om te krenken.' Dit extremisme leidde tot allerlei absurde hersenspinsels, zoals haar voorstel om bij sollicitaties moslims eruit te lichten en apart te screenen op politieke overtuigingen, hetgeen een breuk is met het principe van de rechtstaat dat iedere burger gelijk is voor de wet. In een open brief in Trouw zette Hans Wiegel in diezelfde tijd zijn partijgenoot Magan/Ali elegant op haar nummer door haar de voorgeschiedenis uit te leggen van de Nederlandse vrijheid van onderwijs. Hij eindigde zijn brief met 'een welgemeend advies: Niet op de persoon spelen, geen wiggen drijven, niet zo fanatiek, respect voor andersdenkenden en verdraagzaamheid: zo kunnen wij onze Nederlandse samenleving versterken en een toekomst bieden.' Maar dat advies negeerde mevrouw Magan/Ali en vertrok naar de VS om haar boodschap verder te verspreiden.
Ik heb de indruk dat het extremisme niet geheel vreemd is aan haar familie. Haar halfzuster riep volgens Magan/ Ali zelf ‘met de grootste overtuiging’ over de holocaust: ‘Het is een leugen. Joden maken de mensen altijd blind. Ze zijn niet vermoord, vergast en afgeslacht. Maar ik bid tot Allah dat ooit op een dag alle Joden in de wereld vernietigd zullen worden.’ Het verbaast me niets dat haar halfzuster hetzelfde radicalisme tentoon spreidt als Hirsi Magan/Ali zelf. Ik zou zeggen: ‘It runs in the family.’ En zoals zo vaak bij bekeerlingen is ze van de ene extreme opvatting in de andere gevallen en is ze nu roomser dan de paus wat betreft haar anti-islam prediking. Onder Amerikaanse christen-fundamentalisten met hun verstikkende goed-kwaad dichotomie wordt nu haar boodschap dat ‘naar huidige maatstaven de profeet een pedofiel genoemd kan worden,’ die ‘naar Westerse maatstaven gemeten een perverse tiran’ was met groot enthousiasme ontvangen.
Welnu, om Geert Mak verantwoordelijk te stellen voor mevrouw Ali’s vertrek naar de VS en zo voor haar verdere radicalisering getuigt van een complotdenken dat grenst aan paranoide waanzin. Deze stemmingmakerij is een illustrerend voorbeeld van de macht van nachtmerries, angstbeelden die sommige mensen totaal in hun greep lijken te hebben. Wat dat betreft lijken mensen als professor Hans Jansen op fundamentalisten. Het was Karen Armstrong die terecht zei: 'De kern van fundamentalisme is de angst voor de ander. Het is de taak voor degenen die niet bang zijn, om te kijken op welke manier we nader tot elkaar kunnen komen.' Lees verder: http://peterdemaan.web-log.nl/peterdemaan/politiek/index.html
Of is hier geen sprake van angst, maar eerder van cynisme en rancune? Daarover later meer.
Meer over de arabist Hans Jansen, zie: http://www.gebladerte.nl/11269f80.htm

Geen opmerkingen: