maandag 16 april 2012

Hendrikus Colijn. Nederlandse Oorlogsmisdadiger 2

Els Verdonk (foto J.Wals)
Els Verdonk, PVDA-wethouder Beheer Openbare Ruimte Stadsdeel Nieuw West.

Juni 2011 verzocht ik per e-mail de Amsterdamse PVDA-wethouder Lodewijk Asscher het volgende:

'geachte heer asscher,

amsterdam heeft een dr. h colijnstraat. wellicht is het b en w ontgaan dat hendrikus colijn oorlogsmisdaden heeft begaan.

'Colijn nam deel aan de Atjeh- en Lombokoorlog, koloniale oorlogen waarbij veel burgerslachtoffers vielen. Zelf was hij als officier ook bij de over en weer gepleegde wreedheden betrokken, zoals blijkt uit een lang na zijn dood gepubliceerde brief:

"Ik heb er een vrouw gezien die, met een kind van ongeveer 1/2 jaar op den linkerarm, en een lange lans in de rechterhand op ons aanstormde. Een kogel van ons doodde moeder en kind. We mochten toen geen genade meer geven. Ik heb 9 vrouwen en 3 kinderen, die genade vroegen, op een hoop moeten zetten, en zo dood laten schieten. Het was onaangenaam werk, maar 't kon niet anders. De soldaten regen ze met genot aan hun bajonetten. 't Was een verschrikkelijk werk. Ik zal er maar over eindigen."[1]'


gezien het feit dat amsterdam als progressieve stad niet trots kan zijn op dit koloniale verleden stel ik als burger voor om de naam van deze straat te veranderen in de soekarno straat, of indien dit op bezwaren mocht stuiten de naam van colijn in elk geval niet meer te gebruiken als straatnaam. lukt dit niet, dan zou ik willen voorstellen om de tekst van de brief aan zijn vrouw onder het straatnaambord te tonen.

in afwachting van uw antwoord,

stan van houcke
journalist/schrijver
amsterdam.'


Wethouder Asscher stuurde het verzoek door naar het dagelijks bestuur van het Stadsdeel Nieuw-West, onder wie het beheer van de straat valt. De beantwoording duurde tien maanden. Vorige week, 10 april 2012, ontving ik een brief, getikt door mevrouw W.J. Schrama die zich verder niet introduceert en die werkzaam is voor mevrouw I. Plasmeijer, Directeur Groen en Openbare Ruimte, die op haar beurt namens de Wethouder Beheer Openbare Ruimte, de PVDA-wethouder Els Verdonk reageerde. Ik citeer:

'oorlogsmisdaden die Colijn in de Atjeh- en Lombokoorlog zou hebben begaan.' 

Dit is het poldermodel in optima forma. 'Zou hebben begaan.' Het is een schoolvoorbeeld van wat de grote Johan Huizinga typeerde als de Nederlandse mentaliteit die 'een lichte graad van knoeierij of bevoorrechting van vriendjes zonder protest verdraagt.' De Nederlander is daar zelfs trots op, terwijl het toch onvermijdelijk leidt tot wat Moravia in De Conformist omschrijft als 'een zucht tot behagen die aan slaafsheid of aan koketterie' grenst. Kritiek op autoriteiten wordt in dit bewustzijn niet echt gewaardeerd, dus 'zou hebben begaan.' 

'Zou hebben begaan'? De dames Verdonk en Plasmeijer en alle andere dames en heren die angstvallig het neutrale midden proberen te zoeken durven de werkelijkheid niet te benoemen, want het is niet 'zou hebben begaan,' maar beging, zoals blijkt uit deze woorden van Hendrikus Colijn zelf:

'Ik heb 9 vrouwen en 3 kinderen, die genade vroegen, op een hoop moeten zetten, en zo dood laten schieten. Het was onaangenaam werk, maar 't kon niet anders. De soldaten regen ze met genot aan hun bajonetten.' 

In dezelfde tijd dat de protestants-christelijke Colijn burgers liet afslachten, werden er onder beschaafde Europeanen intensieve gesprekken gevoerd om oorlogsmisdaden via het internationaal recht te verbieden.

War crimes are serious violations of the laws applicable in armed conflict (also known as international humanitarian law) giving rise to individual criminal responsibility. Examples of such conduct include "murder, the ill-treatment or deportation of civilian residents of an occupied territory to slave labor camps", "the murder or ill-treatment of prisoners of war", the killing of prisoners, "the wanton destruction of cities, towns and villages, and any devastation not justified by military, or civilian necessity".[1]

Similar concepts, such as perfidy, have existed for many centuries as customs between civilized countries, but these customs were first codified as international law in the Hague Conventions of 1899 and 1907.

Zie: http://en.wikipedia.org/wiki/War_crime


Nu zouden theoretisch gesproken de betreffende dames van het Stadsdeel Nieuw West er van uit kunnen gaan dat het vermoorden van kinderen en vrouwen in 1894 nog acceptabel was aangezien dit nog niet officieel verboden was. Of misschien gaan de ambtenaren en politici uit Nieuw West er zelfs van uit dat Colijn gelogen heeft over zijn eigen misdaden. Dat zou hun mening 'zou hebben begaan' kunnen verklaren.

'Lombok Expeditie, 1894
Colijn nam in 1894 deel aan de Expeditie naar Lombok waarbij veel burgerslachtoffers vielen. Zelf was hij als officier ook bij de over en weer gepleegde wreedheden betrokken, zoals blijkt uit een lang na zijn dood gepubliceerde brief:
"Ik heb er een vrouw gezien die, met een kind van ongeveer 1/2 jaar op den linkerarm, en een lange lans in de rechterhand op ons aanstormde. Een kogel van ons doodde moeder en kind. We mochten toen geen genade meer geven. Ik heb 9 vrouwen en 3 kinderen, die genade vroegen, op een hoop moeten zetten, en zo dood laten schieten. Het was onaangenaam werk, maar 't kon niet anders. De soldaten regen ze met genot aan hun bajonetten. 't Was een verschrikkelijk werk. Ik zal er maar over eindigen."[1]

Voor zijn optreden ontving hij in augustus 1895 de Militaire Willemsorde.


http://nl.wikipedia.org/wiki/Hendrikus_Colijn


Met andere woorden: het kan zijn dat de autoriteiten uit Nieuw West menen dat de voor zijn oorlogsmisdaden door God, Koning  en Vaderland onderscheiden Colijn, naar wie een straat in de linkse stad Amsterdam is genoemd, geen oorlogsmisdadiger is omdat destijds de Hollandse autoriteiten nog probleemloos kinderen en vrouwen konden laten afslachten. Ik zal de dames vragen of zij die mening zijn toegedaan. Het opmerkelijke is alleen dat Colijn zelf wist dat hij terreur bedreef, want hij schreef dat weliswaar 'de soldaten ze met genot aan hun bajonetten [regen],' maar dat het toch allemaal 'verschrikkelijk werk' was geweest. 'Ik zal er maar over eindigen.'




Meer hierover in een ander stuk.
f



Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...