Op 2 oktober 2025 sprak de Joodse hoogleraar "Haim Bresheeth-Zabner" zich onomwonden uit tegen de genocidale aanvallen van de Joodse staat. Allereerst even dit: "Haim Bresheeth is a filmmaker, photographer and a film studies scholar, retired from the University of East London, where he worked since early 2002.
His books include the best-selling Introduction to the Holocaust (with Stuart Hood, 2 reprints since 1997), the first version was titled Holocaust for Beginners (1993) and was also reprinted a number of times; This title was also published in Turkish, Croatian and Japanese translations, and is being translated into other languages.
His edited volumes include The Gulf War and the New World Order, (with Nira Yuval-Davis) published in 1992 by Zed Books, Cinema and Memory: Dangerous Liaisons, Co-edited with Sand, S and Zimmerman, M, Zalman Shazar Centre, Jerusalem (Hebrew) 2004, and a co-edited volume with Haifa Hammami The Conflict and Contemporary Visual Culture in Palestine & Israel, special double-issue of Third Text on Palestinian and Israeli Art, Literature, Architecture and Cinema.
He has been on the Editorial Board of the Journal Khamsin for many years until its demise in 1991, and has published widely in Hebrew and English on Palestinian and Israeli film, and is currently working on the representation of the other and stranger in European film. His films include the widely-shown State of Danger (1989, BBC2) – a documentary on the first Palestinian Intifada.
He has also written many newspaper articles in Hebrew, mainly published in the Israeli Ha’aretz broadsheet, as well as English language articles, mainly published by the Cairo-based Al-Ahram Weekly.
https://www.soas.ac.uk/about/haim-bresheeth
Hij verklaarde als zoon van een joods echtpaar het volgende:
"Both my parents survived Auschwitz, and I was brought up on a belief that if only people knew what was happening in the Death Camps they would rise and stop it. Well, I was wrong. We now see the whole world surrendering to Israel and the United States."
Sterker nog, nadat Joodse militairen werden gevangen genomen vanwege het anaal verkrachten van gegijzelde Palestijnse mannen, waarbij sommige slachtoffers intern zo beschadigd waren dat ze medische bijstand moesten ondergaan, demonstreerden woedende Joodse "burgers" tegen de eigen staat. Even weerzinwekkend was de houding van de zogeheten "joodse PVDA-prominenten," als Job Cohen, Lodewijk Asscher, en Rob Oudkerk, die de Amsterdamse infrastructuur failliet achterlieten. Laatstgenoemde kreeg landelijke bekendheid door zijn haat tegen hoofdstedelijke islamitische jongeren, en naderhand moest opstappen nadat bekend was geworden dat hij graag junkiehoeren neukte (excusez les mots).
Momenteel zien we hoe de joodse en christelijke pro-Israel lobby de Joodse staat wie salonfähig proberen te maken, nu Israel eindelijk zichzelf heeft ontmaskerd. In dat opzicht heeft de zionisme na meer dan een eeuw terreur eindelijk de strijd verloren, ondanks het feit dat een aanzienlijk aantal van hen van mening is dat zie Joodse terreur heeft gewonnen. Maar eenmaal hun masker verloren, kan iedere burger dwars door het versleten masker heenkijken, en beseft men wat voor tronie daarachter schuilgaat. Maar ze waren gewaarschuwd, want al in 1981 wees Nahum Goldmann, 12 jaar lang president van de World Zionist Organization, over het Joods-Israelisch slachtofferisme :
"We zullen moeten begrijpen dat het joodse lijden tijdens de Holocaust niet langer meer als verdediging zal dienen, en we zullen zeker moeten nalaten de Holocaust als argument te gebruiken om gelijk wat we ook mogen doen te rechtvaardigen. De Holocaust gebruiken als een excuus voor het bombarderen… is een soort 'ontheiliging,' een banalisering van de onschendbare tragedie van de Holocaust, die niet misbruikt moet worden om een politiek twijfelachtig en moreel onverdedigbaar beleid te rechtvaardigen."
Vanwege zijn gematigde houding en zijn streven naar coëxistentie met de Palestijnse bevolking en Israel's Arabische buren werd Nahum Goldmann tenslotte diep gehaat door extremistische zionisten van zowel links als rechts. Vrede had voor hen geen zin, aangezien ze onder aanvoering van Ben Goerion uit waren op de hegemonie in een groot deel van het Midden-Oosten.
In zijn latere leven had Goldmann uitgebreide gesprekken met David Ben-Gurion. In zijn boek The Jewish Paradox herinnert eerst genoemde zich een gesprek dat hij 's avonds laat met Ben-Gurion in 1956 had over "het Arabische probleem." Ben-Gurion zei tegen Nahum Goldmann:
"Waarom zouden de Arabieren vrede sluiten? Als ik een Arabische leider was, zou ik nooit een overeenkomst sluiten met Israël. Dat is logisch: we hebben hun land ingenomen. Natuurlijk heeft God het ons beloofd, maar wat kan hen dat schelen? Onze God is niet van hen. We komen weliswaar uit Israël, maar tweeduizend jaar geleden, en wat kan hen dat schelen? Er is antisemitisme geweest, de nazi's, Hitler, Auschwitz, maar was dat hun [de Arabieren] schuld? Ze zien maar één ding: we zijn hierheen gekomen en hebben hun land gestolen. Waarom zouden ze dat accepteren? Misschien vergeten ze het over een of twee generaties, maar voorlopig is er geen kans."
(Nahum Goldman, The Jewish Paradox: A Personal Memoir of Historic Encounters that Shaped the drama of Modern Jewry, Grosset & Dunlap, 1978, p. 99)
http://en.wikipedia.org/wiki/Nahum_Goldmann
De vooraanstaande Joods-Israelische historicus en auteur Tom Segev schrijft over hem:
"Goldmann geloofde in de grenzen van macht en in de kracht van zelfbeheersing. Zo was hij voorstander van het uitstellen van de Onafhankelijkheidsverklaring, in de hoop de oorlog te voorkomen, en hij was van mening dat de Sinaï-campagne en de Zesdaagse Oorlog in wezen het gevolg waren van fouten van de Israëlische regering. Na de Zesdaagse Oorlog en tot aan zijn dood geloofde hij dat het in het belang van Israël was zich terug te trekken uit de gebieden. In tegenstelling tot de stelling dat Israëls afschrikkende macht het bestaan ervan zou waarborgen, geloofde hij dat alleen de instemming van de Arabieren om Israël in hun midden te accepteren dit zou waarborgen.
De voorzitter van het World Jewish Congress en de voorzitter van de World Zionist Organization balanceerde op een koord tussen het Joodse belang en het zionistische belang, en tussen beide en het belang van de staat Israël. In tegenstelling tot de grondleggers van de staat, en in de eerste plaats Ben-Gurion, neigde Goldmann ertoe Israël te zien als een van de vele mogelijke alternatieven voor de organisatie van het Joodse leven, inclusief het Joodse leven in de diaspora.
Het bleek dat hij gelijk had en dat dit misschien wel zijn grootste zonde was: Joden kunnen buiten Israël leven, ze kunnen er goed leven en velen van hen kunnen daar beter leven dan in Israël... Hij wekte niet alleen de afgunst van de Israëliërs op, maar ondermijnde ook enkele fundamentele waarheden van hun bestaan."
http://www.eilatgordinlevitan.com/vishnevo/v_pages/vstories_nahum_goldman.html
De joodse zionisten in het Westen kunnen weliswaar doorgaan een grote mond op te zetten tegenover burgers die niet gediend zijn van de Israëlische genocide maar vertrekken naar hun heilstaat zullen ze nooit. Zij hebben het hier veel te goed.
In de ogen van de zionistische extremisten was Nahum Goldmann's 'grootste zonde' zijn overtuiging dat "Joden buiten Israël kunnen leven, ze kunnen er goed leven en velen van hen kunnen daar beter leven dan in Israël." Dit was een ernstige aantasting van de belangrijkste leerstelling van het zionisme, namelijk dat het antisemitisme alle joden op aarde dwingt naar het "beloofde land" te emigreren. De werkelijkheid is evenwel fundamenteel anders, hetgeen nog eens wordt aangetoond door de talloze Joden die uit hun beloofde land emigreren.





Geen opmerkingen:
Een reactie posten