Het wezenlijke probleem waarmee de Jood en de Westerling worden geconfronteerd is dat er voor de zelfbenoemde Joodse staat geen oplossing meer bestaat, aangezien elke religie en elke ideologie gebaseerd is op absoluutheden, die de rest van de mensheid buitensluiten. Centraal daarin staat de rotsvaste overtuiging dat de Joden een door hun God uitverkoren volk is. Dit dogma kan niet weerlegd worden door de gelovigen, want daarmee zou het Judaïsme betekenisloos zijn geworden. Het uitverkoren zijn vormt de spil van het Joodse geloof. Die spil rechtvaardigt tevens het zionisme, dat zich beroept op het Judaïsme, ondanks het feit dat Joden die Israel stichtten merendeels Oost-Europese atheïsten waren.
35 jaar geleden verklaarde de alom gerespecteerde Joods-Israëlische auteur Avraham Yehoshua desgevraagd tegenover mij:
"Ik vrees ten zeerste dat het almaar door laten gaan van 'het conflict' onze identiteit uiteindelijk zal vernietigen. Er zijn Joods-Israëli’s die de externe strijd voortdurend zoeken, want — zo zeggen ze — zolang er een externe druk bestaat zal er onder de Joden zelf geen gewapend conflict uitbreken. Vooral sommige religieuze fanatici zijn buitengewoon bang voor vrede, omdat dan de seculiere Joodse identiteit in Israël zich vrij zal kunnen ontwikkelen. Juist uit angst daarvoor zijn de zeloten zo fel tegen vrede. Zij zijn ervan overtuigd dat de joden gedoemd zijn om in een permanent conflict met de buitenwereld te leven, niet alleen met de Arabieren, maar met alle andere volkeren op aarde. Aan dat conflict ontlenen ze hun identiteit, vrede zou hun identiteit vernietigen. Die sluimerende strijd tussen extremistische en gematigde joden is al millennia-oud, het leidde er tweeduizend jaar geleden toe dat de Joden in ballingschap gingen. Daarbij moet de buitenwereld zich goed realiseren dat wij niet uit Israël zijn verdreven, maar dat wij in ballingschap zijn gegaan om zo aan de aanhoudende crisis tussen de staat en het religieuze systeem te kunnen ontsnappen. Door in de diaspora te vluchten hoefden de Joden geen keuze te maken, we hadden namelijk niets meer te kiezen, in het buitenland bestond eenvoudigweg geen Joods nationaal gezag meer. De gola, oftewel de ballingschap, was dus niet een van buitenaf afgedwongen fenomeen, zoals algemeen wordt beweerd, maar een van binnenuit gevormde hunkering ernaar, om zo aan de interne strijd te ontkomen, de strijd over vragen als wie en wat is een Jood en volgens welke regels moet hij/zij zich gedragen?
Door de stichting van de staat Israël is dit oeroude conflict ineens weer uiterst actueel geworden. Dat probleem betreft niet alleen een religieus vraagstuk, ook onder seculiere joden in Israël bestaat hierover veel verwarring. Een deel van hen heeft, net als de religieuze fundamentalisten, dit permanente externe conflict nodig om hun identiteit te kunnen bepalen, zij zijn niet zeker over zichzelf, ze geloven niet echt in hun seculariteit. Zij zijn bang dat als er vrede uitbreekt ze niet langer meer als Jood worden beschouwd, dat ze dan als het ware gedwongen worden zich te bekeren tot de religie om weer Jood te kunnen zijn. Die onzekerheid over wie zij zijn, ervaren zij als een bedreiging. Zij kunnen hun nationale Joodse identiteit alleen handhaven dankzij het externe conflict."
Maar in wezen is dit laatste een valse identiteit, want niet de Jood bepaalt wat zijn identiteit is, maar de niet-Jood, de goj met zijn antisemitisme. In feite is de Jood vanaf het allereerste begin een afgeleide geweest van de Goj, en vice versa. Abraham Yehoshua verwoordde dit fenomeen als volgt in zijn boek Naar Een Normaal Joods Bestaan (1983):
"Diep in het wezen van onze identiteit ligt de eis dat wij anders, afwijkend, uniek en bijzonder zullen zijn; dat wij ons van alle andere volkeren moeten onderscheiden… Een volk dat ánders is, héél anders. De idee om 'als andere volkeren' te zijn, klinkt de Jood zonder meer negatief in de oren… En toch, ook al is de wens om uitverkoren te zijn en verschillend van de medemens in het individuele vlak dwaas of zelfs krankzinnig, is het merkwaardig te zien hoe wij op het nationale vlak deze opvatting of roeping als bijna vanzelfsprekend accepteren. Ik schrik vaak wanneer ik orthodoxe Joden, maar ook wel niet-gelovigen, hoor zeggen: 'Wij mogen niet als andere volken zijn; als Israël een staat zou worden als alle andere, dan verliest hij zijn recht van bestaan.” Niets lijkt beledigender voor een Jood, en voor sommige Israëli’s, dan een volk te moeten zijn als alle andere… Is het principieel mogelijk anders te zijn, afgezien van de al bestaande verschillen tussen allerlei volken? Het is inderdaad mogelijk om anders te zijn, maar binnen relatieve grenzen — het verschil is nooit absoluut. En in dit relatieve verschil delen alle volken. En toch wordt aan het Joodse volk op ondubbelzinnige wijze de eis gesteld dat het verschillend, ánders moet zijn dan andere volken. Stapels interpretaties zijn over dit onderwerp geschreven. Het Joodse volk zuchtte onder de last van deze innerlijke opdracht, die het niet kon vervullen binnen het raam van het normale soevereine bestaan in zijn land, eenvoudig omdat hij onuitvoerbaar is. De enige manier om deze opdracht uit te voeren, was in ballingschap te gaan. Zolang het volk zich in de gola (diaspora svh) bevindt, onderscheidt het zich inderdaad fundamenteel van de rest van de volkeren… De gola schept het verschil tussen ons en alle andere volken. Aangezien we fundamenteel onmachtig zijn onszelf anders te maken, brengen we een ‘‘technische’’ scheiding aan, als we een dergelijke uitdrukking in deze context kunnen gebruiken. En deze technische afscheiding schept een essentie die, ook al bevalt ze ons niet en bezorgt ze ons geestelijk en lichamelijk leed, een neurotische oplossing biedt voor een onuitvoerbare opdracht. Met als gevolg zijn eenzame bestaan onder vreemde volkeren. Ook al lijkt de Jood in ieder opzicht op het volk temidden waarvan hij leeft, al spreekt hij zijn taal en deelt hij zijn leven – dit bestaan en het Jood-zijn op zich onderscheiden hem, en geven hem het prettige en bevredigende gevoel ánders te zijn… Een uitverkoren volk, een voorbeeldige maatschappij – het zijn lege frasen."
Toch hebben deze loze kreten gedurende naar schatting drieënhalf millennia de kern uitgemaakt van het Joodse bestaan op aarde, een geloof waaraan men zich krampachtig vastklampte en die zoveel leed over hen heeft gebracht. De religie werkte enerzijds als een zegen en anderzijds als een banvloek. De Joden plaatsten zich bewust buiten de gemeenschap der volkeren, waardoor zij werden gehaat door andere religies, en ideologieën, onder andere de Christenen. Als volstrekt willekeurige vingerwijzing maak ik de lezer attent op een pamflet dat in 1925 in Culemborg verscheen onder de titel Jood Of Niet? En Zo Ja, Dan… De Inleiding van een anonymus begint aldus:
"Het woord ‘Jood’ heeft, zelfs in beschaafde christelijke kringen, een min of meer geringschattende betekenis. Men zal daar dus wel wat verwonderd zijn, als zij nu horen, dat wij, Joden, tegen de westerling, nu niet zo heel hoog opzien. Wij zijn er ons zeer goed ervan bewust dat ons geslacht reeds een hoge trap van beschaving had bereikt, toen de volkeren hier nog in beestenvellen rondliepen en in ontwikkeling misschien nog onder de tegenwoordige Hottentotten of negers stonden; dat, toen de heerlijke tempel van Salomo gebouwd werd, men hier nog holbewoner was. En tegenwoordig? Op elk gebied, in de kunst en wetenschap, industrie en handel, overal zien wij onze stadgenoten een eervolle plaats innemen. Velen onzeker beseffen dikwijls allerlei feiten, die de anderen eerst na moeilijke denkarbeid, tot hun verrassing, ontdekken. Hebben wij niet het gevoel, dat wij de gist der samenleving zijn, het zout, dat bederf weert?"
Nog steeds beschouwt de doorsnee Jood zich superieur aan de niet-Jood, en dit gevoel heeft door de geschiedenis heen de haat tegenover de Joden aangewakkerd, zeker in crisistijden toen de gojim afhankelijk werd van zijn land- dan wel geloofsgenoten. Altijd keert de vraag terug of Joden loyaal zouden blijven aan hun landgenoten, met wie zij samenleefden.
Maar Godzijdank zijn er ook rationele Joden, zowel in het Westen als in Israel, dappere wijze mensen als bijvoorbeeld Jaap Hamburger, voorzitter van Een Ander Joods Geluid. Over hen de volgende keer meer.




2 opmerkingen:
From the Holocaust to Gaza: Dr. Gabor Maté on the Impact of Trauma | Amanpour and Company
FIFA & UEFA Ban Israel from footbal!
Een reactie posten