Hun pro-Israel berichtgeving brengt hen ook wel eens in moeilijkheden, zo bleek in juni 2002, toen Amira Hass, de joods-Israëlische correspondente op de Westbank van de Israelische kwaliteitskrant Haaretz, in de Amsterdamse Balie sprak. De bijeenkomst vond plaats onder voorzitterschap van Ornsteins makker Max van Weezel, die in Nederland wonderlijk genoeg wordt gezien als de deskundige bij uitstek op het gebied van de Israelische politiek. Amira Hass, wier werk door de fameuze Israëlische auteur David Grossman is geprezen als ‘een van de zeldzame tekenen van gezond verstand, moed en menselijke waardigheid,’ leeft al jarenlang tussen de Palestijnen in bezet gebied. Dit in tegenstelling tot de Nederlandse correspondenten. De meesten van hen spreken geen Arabisch en gaan zelden of nooit naar de bezette gebieden, met als excuus dat ze zich daar als joodse journalisten niet welkom voelen. Nadat Amira Hass ruim een uur lang voor een volle zaal over de Israëlische terreur tegen de Palestijnse burgerbevolking had verteld, stelde de kennelijk overrompelde Max van Weezel de vraag: ‘Waarom hebben wij in Holland niet enkele van de ontwikkelingen gezien waarover Amira Hass schreef in Gaza en Ramallah? Waarom hebben wij daar nooit over gediscussieerd?’ Een luid gejoel steeg op. Een jonge joodse vrouw in het publiek reageerde met de opmerking: ‘Spreek voor je zelf. Je moest je schamen dat je dit vraagt. Als je het had willen zien dan had je het makkelijk kunnen zien. Veel buitenlandse journalisten hebben daarover geschreven, veel mensen hier zijn in Israël geweest en zagen zelf wat daar gebeurde. Als journalist zou je hebben moeten spreken met de mensen die daarheen gingen en terug kwamen, en verhalen te vertellen hadden,’ daarbij verwijzend naar onder andere joodse Nederlanders in de zaal die spontaan applaudisseerden. Kennelijk in tegenstelling tot de Nederlandse commerciële massamedia weten degenen die zich in het conflict hebben verdiept, maar al te goed aan welke kant Ornstein en Van Weezel staan.
http://stanvanhoucke.blogspot.fr/search?q=max+van+weezel
Enkele decennia later wisten VN-journalisten Max van Weezel en Leonard Ornstein in hun weekblad een Israelische moordaanslag waarbij onschuldige burgers om het leven kwamen te kwalificeren als 'een knappe surgical action.’ Het leven van gewone Palestijnse burgers telde voor het journalistieke duo niet mee, tenminste zolang ze geen Joden waren. Het onderhuids racisme van het tweetal was weliswaar weerzinwekkend, maar werd toch algemeen geaccepteerd, ook door academisch geschoolde ‘linkse’ Nederlanders.
Een werkelijke omslag bij het grote publiek vond pas plaats tijdens de recente genocidale terreur van de zelfbenoemde ‘Joodse staat.’ Alleen opportunistische politici als de GroenLinkse burgemeester Femke Halsema proberen het humanistisch verzet tegen de zionistische genocide, waarvan tenminste 70 procent van de slachtoffers Palestijnse vrouwen en kinderen is, te breken door de grootschalige inzet in Amsterdam van gewelddadige ME-ers. Over het gevaar van deze regenten-mentaliteit de volgende keer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten