dinsdag 2 juli 2024

The End of Zionism and Israel


In zijn essay ‘Israel and the End of Zionism’ dat de gerenommeerde Amos Elon voor The New York Review van 19 december 1996 schreef, wijst deze Joods-Israelische historicus op de alom gerespecteerde joodse filosofe en voormalige zioniste Hannah Arendt dat zij verder ging dan de meeste critici door erop te wijzen dat ‘de hele zionistische onderneming een tragische miskraam is ‘vanwege het onvermogen om in Palestina een vreedzame modus vivendi tussen Arabieren en Joden te bereiken.’ Bovendien is het een onomstreden feit dat de Palestijnen met de ondertekening van de Oslo-Akkoorden het bestaan van Israel hebben erkend. Dit is een enorm offer geweest, want volgens het VN-Verdelingsplan uit 1947 hadden de Palestijnen recht op 47 procent van het land, waarin zij al vele generaties woonden. Dat verminderde meteen al in 1948 door het gewelddadig zionistisch expansionisme, waardoor in totaal 22 procent van de 100 procent overbleef, minder dan de helft die de Palestijnse bevolking officieel had toegewezen gekregen door de Verenigde Naties. Maar zelfs van de resterende 22 procent die de Palestijnen bereid waren te accepteren, zijnde de Westbank en de Gaza-strook, stal Israel nog eens een aanzienlijk deel, te weten meer dan 40 procent van de Westbank. Daardoor is van de 47 procent die de VN aan de Palestijnen gaf nog maar zo'n 13 procent over, iets meer dan een kwart van hun eigen land. De internationaal beroemde zioniste van het eerste uur, de uit nazi-Duitsland gevluchte filosofe Hannah Arendt, wees er al in 1945 op dat het:


eindresultaat van vijftig jaar zionistische politiek belichaamd [is] in de recente resolutie van de grootste en invloedrijkste afdeling van de Zionistische Wereldorganisatie. Tijdens de laatste jaarlijkse conventie in Atlantic City in oktober 1944 namen Amerikaanse zionisten van links tot rechts unaniem de eis aan voor een ‘vrije en democratische joodse staat… [die] geheel Palestina zal omvatten, onverdeeld en onverminderd.’ 


Door de resolutie zo bot te verwoorden op een moment dat hun geschikt leek, hebben de zionisten voor een lange tijd iedere kans op onderhandelingen met de Arabieren verspeeld, want wat de zionisten ook mogen aanbieden, ze zullen niet vertrouwd worden. Dit zet op zijn beurt de deur wijd open voor een macht van buiten om het heft in handen te nemen zonder de twee meest betrokken partijen te raadplegen. De zionisten hebben nu daadwerkelijk alles gedaan om een onoplosbaar ‘tragisch conflict’ te creëren…


Het feitelijke resultaat was een terugkeer van de nieuwe beweging naar de traditionele methoden van shtadlonus (de vroegere 'hofjoden' die allerlei Europese vorsten financieel ten dienste stonden. svh), die de zionisten ooit eens zo bitter hadden gehaat en zo fel hadden gehekeld. Nu kenden ook de zionisten politiek gesproken geen betere plaats meer dan de foyers van de machtigen en ze kenden geen betere basis voor hun overeenkomsten dan de goede diensten aan te bieden als agenten van buitenlandse belangen… slechts dwaasheid kan een beleid dicteren dat vertrouwt op bescherming van een verre imperiale macht terwijl het de welwillendheid van de buren verspeelt […] Welk programma hebben de zionisten te bieden voor een oplossing van het Arabisch-joodse conflict?


Het spreekt voor zich dat de bredere context van de recente gebeurtenissen door de westerse ‘corporate press’ zo goed als geheel wordt verzwegen door mijn huidige collega’s van de ‘vrije pers.’ Het manicheïsme duldt namelijk geen nuancering. U zult dan ook geen westerse filosemieten zien opduiken die deze feiten met reeële argumenten kunnen bestrijden. Zij kijken wel uit. Hun misselijk makende propaganda is niet bestand tegen de werkelijkheid. Het is niet verbazingwekkend dat bijvoorbeeld de Israel-propagandiste Natascha van Weezel geen woord wijdt aan Hannah Arendt, terwijl deze filosofe en voormalige zionisten uit ervaring en kennis sprak. 

De Joods-Israelische journalist/auteur Amos Elon maakt zijn lezers erop attent dat ‘It was after the Six-Day War of 1967 that the view of Zionism as a secular liberation movement, in the liberal European tradition, was first seriously challenged in Israel by aroused nationalists and religious fundamentalists. The nationalists — they were by no means confined to the traditional political right wing — spoke of ‘manifest destiny’ and believed that might was right. Even though more than a million Palestinians lived in the newly occupied West Bank and Gaza Strip, Israel, they said, was justified in suppressing their national rights. Israel was said to have a valid legal and ‘historic’ claim to the entire territory west of the River Jordan — and to much else besides. Settling this territory was, in the words of General Ariel Sharon and other spokesmen of the new nationalism, the ‘Zionist answer’ to Arab enmity. The religious fundamentalists euphorically shared this view. They knew exactly what borders God and Abraham had agreed upon in the Bronze Age and claimed they could hear the footsteps of the messiah that heralded the End of Days. Settling the newly occupied territories was a meta-political, divinely ordained task.


Maar ook dit centrale aspect wordt door zionistische propagandisten als Natascha van Weezel angstvallig verzwegen. Zij weigert namelijk één doorslaggevend feit te vermelden, namelijk dat het hier al ruim driekwart eeuw handelt om een expansionistische ‘schurkenstaat’ die weigert het internationaal recht te respecteren, en met nazi-praktijken tracht het Palestijnse volk uit te roeien. 


Elon: The 1967 war was the great turning point in Israel’s view of itself and in its relationship with its neighbors. The victory in that war astounded public opinion abroad; at home it closed many political minds. The Israelis ignored Abba Eban’s advice to be ‘generous’ victors. This opportunity, we now know, was missed.  


The painful impact of this early missed opportunity still overshadows everything. Underlying it is the tragic tendency of large parts of Israeli society to reinterpret its tradition in the harsh terms of an integralist or religious state ideology still known under the old name ‘Zionism.’ (integralist geldt als tegenhanger van het modernisme. svh) The tragedy reached a particularly grim point last May (1996. svh) when, in a mixture of aroused ‘Zionist’ tribalism and religion, power politics, cynicism, and inertia, the Likud was voted back into power. The Likud version of ‘Zionism’ once again became a stumbling block to peace. This happened at the moment when it seemed that liberal, secular Zionism, as originally conceived, had successfully achieved all or almost all of its stated purposes. We still don’t know what effects this tragedy will have on what has been, until now, an open society, a democracy. It would have been difficult, even in the best of circumstances, for Israeli democracy to survive a rigid ‘state ideology.’ Those Frenchmen in 1848 who did not give up in time on ‘la révolution’ helped clear the ground for Napoleon III. As Karl Kraus warned, in the final analysis every ‘ideology’ gravitates toward war.


Hier wreekt zich het mesjogge gebrek aan ervaring en kennis, waaraan in dit geval Natascha van Weezel lijdt. Zij is niet in staat de bredere context van een historische omslag te beseffen.


En omdat ook het niveau van de mainstream-media extreem laag is, negeert de polderpers datgene wat volgens Amos Elon een groot gevaar is voor der wereldvrede, namelijk dat de zelfbenoemde Joodse staat ‘relied on a nuclear deterrent on a nuclear deterrent and sophisticated intermediate-range delivery systems. It was a regional mini-power in close alliance with the United States and other leading powers in Europe (Germany) and the Near East (Turkey).’ Een nucleair arsenaal dat Israel al eens gedreigd heeft in te zetten. Net als men een kind in een hooiberg geen lucifers geeft, zo zou de polderpers lichtgewichten als Natascha van Weezel een microfoon onder haar neus moeten plaatsen. Haar meninkjes moeten niet worden verspreid door nationaal opererende omroepen. Laat eens al die goed geïnformeerde specialisten over dit onderwerp aan het woord, zodat het publiek met feiten worden geïnformeerd. Ik kan Hilversum in een wip en een zucht een lijst van onafhankele deskundigen verstrekken. 


Gaandeweg de televisie-uitzending vertelde Natascha van Weezel dat tijdens een gesprek met een kritische Nederlander haar tegenstander een onderscheid maakte tussen goede en foute Joden. Met een getergd gelaat zei zij dat het ‘aan niemand is om dit te bepalen.’ Waarom niet? Staan Joden boven de wet omdat zij menen een ‘uitverkoren volk’ te zijn? Waarom zou de overgrote meerderheid van de Joden in Israel die de genocide in Gaza steunt, niet fout genoemd mogen worden? Hetzelfde geldt voor joden die het verkiezen niet in Israel te leven, maar wel achter de terreur van het Netanyahu regime staan. Maar waarom mogen wij wel over foute Nederlanders of Duitsers, of Oekraïners spreken? En hoe verhoudt zich dit met haar rotsvaste overtuiging, dat ‘we verschillende perspectieven moeten blijven zien’? Gold dit ook voor de nazi’s? Zo nee, waarom dan nu wel voor zionistische Joden? Vanuit welk perspectief beziet zij het bombarderen van Palestijnse kinderen die net zo onschuldig zijn als haar eigen kind? Hoe ‘genuanceerd’ moet ik als vader en grootvader het feit beoordelen dat ‘More than 10 children are losing legs in Gaza every day as dire health crisis grows, aid groups say’

https://www.cnn.com/2024/01/08/middleeast/gaza-children-losing-legs-disease-intl-hnk/index.html 


Tien Palestijnse kinderen! Al acht maanden lang, als gevolg van Joods-Zionistisch geweld. Terwijl Van Weezel’s haar eigen peuter laat opvoeden door liefdevolle islamitische Arabische meisjes. Hoe weet zij deze stoornis te verklaren? Feit is namelijk dat zij zich weigert te distantiëren van Israel. Zij blijft zelfs verontwaardigd reageren op de kwalificatie van critici dat Israel ‘een mislukt koloniaal project’ is, zonder duidelijk te maken waarom dit haar zo dwarszit. Immers, eind mei 2024 werd onder andere bekend dat ‘A new Pew Research Center survey finds that 39% of Israelis say Israel's military response against Hamas in Gaza has been about right, while 34% say it has not gone far enough and 19% think it has gone too far.’ Kortom, rond driekwart van de Joden in Israel steunt het extremisme van het Netanyahu-regime. Tenminste 73 procent van ‘God’s chosen people in the promised land’ steunt de Joodse genocide van zoveel mogelijk Palestijnen, en vormt zodoende in toenemende mate ‘een struikelblok voor vrede,’ zoals Elon het destijds formuleerde, omdat zij uitgaan precies te weten waar de precieze grenzen liggen die ‘God en Abraham tijdens het Bronzen Tijdperk’ waren overeengekomen. Deze 73 procent van de Israeli’s vormen de ‘nationalisten’ die ‘geenszins beperkt blijven tot de traditionele politieke rechtervleugel,’ maar die — opnieuw Elon, uitgaan — ‘van een “manifest Destiny” en geloven dat de machtigste altijd gelijk heeft.’ 

Omdat het Amerikaanse politieke begrip ‘Manifest Destiny’ van doorslaggevende betekenis is in de Amerikaanse geschiedenis dient de lezer te beseffen dat de Europese kolonisten die in de VS arriveerden vanaf hun komst naar het continent Amerika er blind van uitgingen dat zij het recht bezaten op al het land en zijn rijkdommen. Om dit te verwezenlijken moesten ze alleen de Indianen verdrijven of vermoorden, met als gevolg dat eind negentiende eeuw op het grondgebied van die VS van de naar schatting zeven miljoen indianen er slechts tweehonderdduizend in door Washington aangewezen reservaten waren overgebleven. 

naars. Hetzelfde proces zien wij zich sinds 1948 voltrekken in Palestina en Israël.


In 1845 beweerde een Amerikaanse columnist, John O'Sullivan, die over de voorgestelde annexatie van Texas schreef, dat het Amerika's 'duidelijke lot was om het continent te verspreiden.’ Later dat jaar schreef hij, verwijzend naar het aanhoudende geschil met Groot-Brittannië over Oregon, dat de Verenigde Staten het recht hadden om "heel Oregon" op te eisen.


En die aanspraak berust op het recht van onze Manifest Destiny om het hele continent dat de Voorzienigheid (lotsbeschikking. svh) ons heeft gegeven voor de ontwikkeling van het grote experiment van vrijheid en gefedereerd zelfbestuur dat ons is toevertrouwd, te verspreiden en te bezitten.


De westwaartse expansie vond niet zijn oorsprong in de theorie van O'Sullivan. In 1803 verwierven de Verenigde Staten 23 procent van hun bestaande grondgebied via de Louisiana Purchase. De regering zag land als een bron van politieke macht en begon in de 19e eeuw actief agressieve uitbreiding van haar territoria na te streven. Het idee van Manifest Destiny was een onderdeel van het proces dat tot de verbeelding van het volk sprak. Dit werd verder aangewakkerd door de ontdekking van goud en andere mineralen in het Westen, die Oosterlingen aantrok die handelden vanuit hun overtuiging in hun recht en plicht om te expanderen.


Het Mexicaans-Amerikaanse conflict veroorzaakte enorme verliezen, en toen het voorbij was, beheerste de VS heel New Mexico en Californië, en een groter deel van het grondgebied van Texas. Toen Texas in 1846 als 26e staat werd geannexeerd, schreef kolonel Ethan Allen Hitchcock: "We hebben geen enkel recht om hier te zijn."

Desondanks bleef de overgrote meerderheid van de Amerikaanse kolonisten ervan overtuigd dat zij een als het ware goddelijke recht bezaten op het land en de grondstoffen van de Indianen.

https://stanvanhoucke.blogspot.com/search?q=manifest+destiny&updated-max=2022-01-23T23:24:00+01:00&max-results=20&start=1&by-date=false  

Louisiana Purchase


Louisiana Purchase, western half of the Mississippi River basin purchased in 1803 from France by the United States; at less than three cents per acre for 828,000 square miles (2,144,520 square km), it was the greatest land bargain in U.S. history. The purchase doubled the size of the United States, greatly strengthened the country materially and strategically, provided a powerful impetus to westward expansion, and confirmed the doctrine of implied powers of the federal Constitution.

Volgens Amos Elon geloven ook de Joodse ‘nationalisten’ die ‘geenszins beperkt blijven tot de traditionele politieke rechtervleugel,’ in hun “manifest Destiny” geloven aangezien hun préhistorische God hen het heilige land had beloofd, en dat bovendien ‘de machtigste altijd gelijk heeft.’ Kort samengevat besefte de in 2009 overleden Amos Elon dat ‘de hele zionistische onderneming een tragische miskraam’ was vanwege het onvermogen ‘om in Palestina een vreedzame modus vivendi tussen Arabieren en Joden te bereiken.’ Het tot de tanden toe kleine Joodse volkje dat zich verschaft heeft in een moderne getto, omringd door volkeren die als vijanden worden gezien maar dat eind twintigste eeuw ‘beschikte over een uiterst efficiënte militaire machine, bestaande uit energieke en zeer toegewijde mannen en vrouwen. Het vertrouwde op een nucleair afschrikmiddel en geavanceerde overbrengingssystemen voor de middellange afstand. Het was een regionale minimacht die nauw samenwerkte met de Verenigde Staten en andere leidende machten in Europa (Duitsland) en het Nabije Oosten (Turkije),’ 


en zich gedraagt als een hegemonistische grootmacht. Wat propagandisten van het allooi Natascha van Weezel en wijlen haar vader niet begrijpen is dat de macht zich elk moment van de dag en nacht optimaal moet manifesteren om haar macht te kunnen consolideren. 


Nobelprijswinnaar Literatuur  in 2003, de Zuid-Afrikaanse auteur J.M. Coetzee, herinnert  in zijn roman Wachten op de Barbaren (2002) de lezer eraan dat ‘Slechts één gedachte de onderbewuste geest van het Imperium [beheerst], hoe niet te eindigen, hoe niet te sterven, hoe zijn tijdperk te verlengen. Overdag achtervolgt het zijn vijanden. Het is sluw en meedogenloos, het stuurt zijn bloedhonden overal op af. ’s Nachts voedt het zich met beelden van rampspoed: de plundering van steden, de verkrachting van de bevolking, piramides van beenderen, akkers van troosteloosheid.’


Vooral dit laatste speelt een centrale rol in de Joodse geschiedenis na twee millennia christelijke haat tegenover en afschuw van de ‘onbetrouwbare’ Jood. Hoe ontvlambaar de ressentimenten zijn, hoe onverwachts zij als een ondergronds vuur plotseling kan oplaaien, blijkt ondermeer uit het succes van Wilders, en de algehele verrechtsing in Europa, na de komst van de buitenlandse ‘gastarbeiders’ en de toenemende stroom politieke en economische vluchtige die als de eeuwige buitenstaanders worden beschouwd door een toenemend aantal Europese burgers, die allen tot de Tweede Wereldoorlog hadden geprofiteerd van het meedogenloze, maar desalniettemin almaar expansionistische kolonialisme. Dit is allereerst en bovenal Westers fenomeen. 


In zijn boek Jewish History, Jewish Religion. The Weight Of Three Thousand Years (1994) zet de Joods Israelische hoogleraar, wijlen Israel Shahak, uiteen dat:


‘Israël als Joodse staat vormt niet alleen een gevaar voor zichzelf en zijn inwoners, maar voor alle Joden en voor alle andere volkeren en staten in het Midden-Oosten en daarbuiten.’


Met deze woorden begint Shahak — een Israëlische Jood, geboren in Polen, gedeporteerd naar Bergen-Belsen en al meer dan veertig jaar woonachtig in Israël — aan een boeiende en provocerende studie naar de mate waarin de seculiere staat Israël is aangetast, door religieus fundamentalisme van een potentieel genocidale aard. Terwijl het moslimfundamentalisme in het Westen wordt bekritiseerd, blijft het Joodse fundamentalisme tot voor kort grotendeels buiten schot: het klassieke jodendom wordt gebruikt om het Israëlisch beleid te rechtvaardigen dat net zo racistisch, totalitair, xenofoob en bloeddorstig is als de ergste excessen van het antisemitisme. Nergens kan dit duidelijker worden gezien dan in de zionistische houding tegenover de niet-Joodse volkeren van Israël en het Midden-Oosten. Op basis van zijn studie van de Talmoed en de rabbijnse wetten betoogt Shahak dat de wortels van het Joodse chauvinisme en religieus fanatisme moeten worden begrepen voordat het te laat is.


Israel Shahak arriveerde in 1945 in Palestina, was een gepensioneerde hoogleraar organische chemie en een levenslange mensenrechtenactivist, die in het Hebreeuws en Engels over aspecten van het Jodendom schreef. In zijn boek over de Joodse geschiedenis en Joodse religie zet hij uiteen dat:


het Joodse geloof doordrenkt is van een buitengewoon diepe haat jegens het Christendom, gecombineerd met onwetendheid daarover. Deze houding werd duidelijk verergerd door de Christelijke Jodenvervolgingen, maar staat daar grotendeels los van. In feite dateert het uit de tijd dat het Christendom nog zwak was en vervolgd werd (niet in de laatste plaats door joden), en werd gedeeld door Joden die nooit door Christenen waren vervolgd of zelfs door hen werden geholpen. Maimonides werd dus onderworpen aan Moslimvervolgingen door het regime van de Almohaden en vluchtte eerst naar het koninkrijk Jeruzalem van de kruisvaarders, maar dit veranderde zijn opvattingen in het geheel niet.


Professor Shahak wijst erop dat:


Er moet aan worden herinnerd dat het Jodendom, vooral in zijn klassieke vorm, totalitair van aard is. Het gedrag van aanhangers van andere totalitaire ideologieën van onze tijd verschilde niet van dat van de georganiseerde Amerikaanse joden. Stalin en zijn aanhangers werden het nooit beu om de discriminatie van de Amerikaanse en Zuid-Afrikaanse zwarten te veroordelen, vooral te midden van de ergste misdaden die binnen de USSR zijn begaan. Het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime was onvermoeibaar in zijn aanklacht tegen de schendingen van de mensenrechten, gepleegd door communistische of andere Afrikaanse regimes, en dat gold ook voor zijn aanhangers in andere landen. Er zijn veel soortgelijke voorbeelden te geven. Het steunen van de democratie of van de mensenrechten is daarom zinloos of zelfs schadelijk en bedrieglijk als het niet begint met zelfkritiek en met het steunen van de mensenrechten wanneer deze door de eigen groep worden geschonden. Elke steun aan de mensenrechten in het algemeen door een Jood, die niet de steun omvat van de mensenrechten van niet-Joden wier rechten worden geschonden door de ‘Joodse staat’, is net zo bedrieglijk als de steun aan de mensenrechten door een stalinist. Het schijnbare enthousiasme dat in de jaren vijftig en zestig door de Amerikaanse rabbijnen of door de joodse organisaties in de VS aan de dag werd gelegd ter ondersteuning van de zwarten in het Zuiden, werd alleen gemotiveerd door overwegingen van Joods eigenbelang, net zoals de communistische steun voor hetzelfde zwarten. Het doel ervan was in beide gevallen om te proberen de zwarte gemeenschap politiek te veroveren, in het Joodse geval tot een ondoordachte steun aan het Israëlische beleid in het Midden-Oosten.


Zoals bij eerdere aanslagen schokt ook nu weer de willekeur van deze moorden,


aldus ‘buitenlandredacteur’ van De Groene Amsterdammer, doctorandus Rutger van der Hoeven, tevens ‘junior universitair docent’ aan de Universiteit Utrecht, over de aanslagen in Brussel. In hetzelfde nummer van De Groene van 23 maart 2016 strooide een andere academicus, Fouad Laroui, docent Frans aan de Universiteit van Amsterdam, kwistig met kwalificaties als ‘Psychopaten met een bomgordel,’ waarbij deze zo succesvol in het polder-simplisme geïntegreerde Marokkaanse landgenoot met grote stelligheid ondermeer beweert:


De islam als excuus voor labiele psychopaten. De wraak van soennieten uit Irak. De boemerang van 1916. De bronnen van het huidige jihadisme zijn onuitputtelijk. 


Op zijn beurt gaf zondag 27 maart 2016 de Belgische hoofdredacteur van de zelfbenoemde kwaliteitskrant NRC Handelsblad Peter Vandermeersch onbewust een typerend voorbeeld van wat wordt gezien als de ‘politiek-literaire elite’ in de polder ‘Goedemorgen NRC-lezer, dit waren de spraakmakendste artikelen die ik afgelopen week in NRC Handelsblad, nrc.next en op nrc.nl en NRC Q heb gelezen.


Ik heb misschien wel honderd keren het vliegtuig genomen van Zaventem en ken het metrostation Maalbeek als mijn broekzak. De aanslagen in Brussel maakten ook daarom zo’n grote indruk op mij. Een schoolgenootje van mijn zoon vecht nog steeds voor haar leven. We blijven — zoals na Londen, Madrid, Ankara, Parijs en vele andere plekken — verward, verdrietig en met veel vragen achter.’


Zodra de terreur zich te dicht bij de eigen voordeur voltrekt dan weet de westerse mainstream-pers onmiddellijk en exact wie of wat deugt en wie niet. Maar zolang de westerse terreur ver weg is dan spreken mijn collega’s gedachteloos van bijvoorbeeld ‘collateral damage,’ en herstel van de ‘rules based order.’ Kortom, de Nederlandse mainstream-media reageren even reflexmatig en hypocriet op NAVO-terreur-aanslagen als overal elders de westerse 'vrije pers' dit doet. Wij, de beschaafden in Europa, zijn dan opnieuw het slachtoffer van ‘labiele psychopaten’ met ‘een bomgordel.’ Maar dankzij de westerse superioriteit, zo houdt Rutger van der Hoeven zijn lezers en studenten voor, zal ‘hoe bitter het ook is om het gif van dit geweld zijn werk te zien doen – ook nu de veerkracht van de Europese samenlevingen groter zijn dan wat radicaal-islamitische groepen daar tegenover kunnen stellen.’ Behalve een onderhuids racisme begrijp ik niet hoe dit gewaardeerd lid van de Hollandse 'intelligentsia' tot deze zekerheid komt. De waarheid is namelijk dat ‘The West won the world not by the superiority of its ideas or values or religion, but rather by its superiority in applying organized violence. Westerners often forget this fact, non-Westerners never do,’ aldus herinnerde de Amerikaanse. hoogleraar Samuel Huntington in 1996 zijn lezers eraan in zijn opzienbarende The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order, maar  dit eeuwen durende massale terreur heeft nu juist tot de huidige contra-terreur in Europa geleid, en het is onaannemelijk dat de slachtoffers van het Westen zich nog langer zullen laten intimideren. Zij hebben namelijk niets te verliezen, zelfs niet hun eigen leven. Daarentegen wil de hedonistische westerling zolang mogelijk van zijn relatieve rijkdom blijven genieten zonder lastig te worden gevallen, laat staan te sneuvelen, ondanks de media-propaganda in Nederland over ‘sneuvelbereidheid.’

Net als Huntington concludeert ook de Amerikaanse historicus Victor Davis Hanson in zijn boek Why The West Has Won. Nine Landmark Battles in the Brutal History of Western Victory (2002) dat de westerse superioriteit is gebaseerd op ‘the most lethal practice of arms conceivable,’ maar voegt hier onmiddellijk aan toe:


Let us hope that we at last understand this legacy. It is a weighty and sometimes ominous heritage that we must neither deny nor feel ashamed about — but insist that our deadly manner of war serves, rather than buries, our civilization.


Laten we hopen dat we deze erfenis eindelijk begrijpen. Het is een zware en soms onheilspellende erfenis die we niet moeten ontkennen of waarvoor we ons moeten schamen, maar juist moeten benadrukken dat onze dodelijke manier van oorlog onze beschaving dient en niet begraaft.


Leest u deze bewering nog eens met in uw achterhoofd de beelden van Auschwitz en Hiroshima, van Vietnam en Gaza, waar het Westen en de Jood in Israel zich niet voor ‘hoeft te schamen,’ omdat deze massale terreur ‘onze beschaving dient en niet begraaft.’ Ziehier het onverwoestbare motto van de westerse barbaren.




Geen opmerkingen: