woensdag 12 juni 2024

Oorlogsretoriek ontmaskerd

 everardus

Oorlogsretoriek ontmaskerd

De waarheid over de banden tussen Kamerleden en oorlogshitsende organisaties

Oorlogsretoriek ontmaskerd

DESINFORMATIE! Zo begon de tweet van Ruben Brekelmans. Hij betoogde dat hij en mede-Kamerlid Derk Boswijk slachtoffer waren geworden van een lastercampagne. Volgens de geruchten zouden ze deel uitmaken van de oorlogshitsende Atlantic Council, een entiteit die gezien wordt als een verlengstuk van het militair-industriële complex,1die financieel zou profiteren van escalatie in de oorlog in Oekraïne.

Domme wappies, jullie zitten er weer naast! Brekelmans en Boswijk zouden in werkelijkheid namelijk verbonden zijn met de Atlantische Commissie, een organisatie die, volgens Brekelmans, compleet losstaat van de Atlantic Council. Tijd om het kaf van het koren te scheiden. Wat is de Atlantic Council precies? En de Atlantische Commissie? En zijn deze organisaties verbonden?

Dit artikel in vogelvlucht:

  • Kamerleden Ruben Brekelmans en Derk Boswijk zijn beschuldigd deel uit te maken van de Atlantic Council, bekritiseerd als een verlengstuk van het militair-industrieel complex. Echter, ze verklaren verbonden te zijn met de Atlantische Commissie, die zij presenteren als een onafhankelijke organisatie, los van de Atlantic Council.

  • De Atlantische Commissie en de Atlantic Council zijn in werkelijkheid wel degelijk verbonden; de Atlantische Commissie fungeert als de Nederlandse tak van de Atlantic Council. Deze verbinding wordt zelfs bevestigd op de officiële website van de Atlantische Commissie en door de directeur van Atlantic Forum.

  • De Atlantische Commissie associeert zich met verschillende neoconservatieve organisaties zoals de American Enterprise Institute en de Project for the New American Century (PNAC), die een sleutelrol speelden in het aandrijven van de Irakoorlog van 2003 met valse beschuldigingen en oorlogszuchtige retoriek.

  • Er is een nauwe relatie tussen de Atlantic Council (en impliciet de Atlantische Commissie) en het militair-industrieel complex, evident door personen die zowel binnen het militair-industrieel complex als deze organisaties belangrijke posities bekleden, waardoor belangenverstrengeling een punt van zorg is.

  • De retoriek en beleidssteun voor militaire initiatieven door politici zoals Brekelmans en Boswijk weerspiegelen invloeden van neoconservatieve gedachtegoed en belangen van het militair-industrieel complex, zoals blijkt uit hun standpunten over zaken als de steun aan Oekraïne en de levering van F-35 straaljagers aan Israël.

Atlanticisme

Het woord dat beide verenigt is natuurlijk ‘Atlantis’, het door Plato beschreven legendarische eiland waaraan de Atlantische oceaan zijn naam ontleent. Daar stamt weer het woord ‘Atlanticisme’ vanaf, dat verwijst naar de politieke en ideologische band tussen de Verenigde Staten en de landen van Europa, op basis van de democratie, vrijheid, rechtsstaat en markteconomie. Met de komst van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) in 1949 versmolt het Atlanticisme met het door de Amerikanen geleide militair bondgenootschap, waardoor het ook een militaire dimensie kreeg. Het Atlanticisme hanteert liberalisme als geopolitieke strategie, waaraan de Amerikaanse politicoloog John Mearsheimer een boek heeft gewijd. In dit boek, The Tragedy of Great Power Politics, zet hij het liberalisme af tegen het realisme. Omdat dit artikel gaat over het Atlanticisme zullen we ons enkel op eerstgenoemde richten.

De liberale strategie gaat volgens Mearsheimer uit van drie principes. Ten eerste zijn staten de belangrijkste actoren in de internationale politiek. Ten tweede verschillen de interne kenmerken van staten en deze verschillen hebben grote impact op het gedrag van staten. Sommige van deze kenmerken zijn inherent beter dan andere, waardoor er goede en slechte staten bestaan. Goede staten werken samen in vrede, slechte staten veroorzaken oorlog en gebruiken geweld om hun zin te krijgen. Ten derde zijn goede staten niet uit op machtsuitbreiding, terwijl slechte staten dat wel zijn. Dit leidt ons tot het hoofdprincipe van het liberalisme als geopolitieke strategie; de wereld moet uit goede staten bestaan. Deze staten zijn tevens liberaal, democratisch, hebben een functionerende rechtsstaat en hebben een markteconomie. Een wereld die bestaat uit liberale democratieën is een vreedzame en stabiele wereld.

Volgens Mearsheimer zijn er drie stromingen binnen het liberalisme, ieder gericht op een ander mechanisme dat het liberalisme bewerkstelligt. In de eerste plaats zorgt economische afhankelijkheid ervoor dat landen elkaar niet bevechten. Ten tweede is er de democratische vredestheorie, die stelt dat democratieën geen oorlogen aan andere democratieën verklaren. Ten derde verhogen internationale instituten samenwerking tussen staten en verminderen zij de kans op oorlog.

Hoewel er veel kritiek te uiten valt op liberalisme als geopolitieke strategie, vormt het de leidraad van het buitenlandbeleid van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Canada, Nederland, Polen en nog een aantal andere westerse landen.

Een van de kritiekpunten die door Mearsheimer wordt gesteld is dat het de anarchie in internationale politiek ontkent, namelijk dat er geen centrale macht bestaat in de theorie van het liberalisme. In de praktijk is die er natuurlijk wel, de Verenigde Staten, en hangen andere liberale democratieën aan het Amerikaanse militaire infuus voor hun overleving. Ook laten de vele staatsgrepen, georkestreerd door de Amerikaanse inlichtingendiensten, zien dat ook liberale democratieën door middel van geweld hun belangen doordrukken, zoals het geval was met Iran in 1953, Guatemala in 1954, Laos in 1960, de Dominicaanse Republiek in 1961, Operation Mongoose en Northwoods in 1961-1962 tegen Cuba, de Irakese Ramadanrevolutie van 1963, het Tonkin-incident in 1964, de staatsgreep in Brazilië van 1964, de Congocrisis, Operatie Condor in de jaren zeventig in Latijns-Amerika, QRHELPFUL in Polen in 1982, Nicaragua in 1985, Panama in 1989, Haïti in 1994, Joegoslavië in de jaren negentig, Afghanistan in 2001, Irak in 2003 en Syrië en Libië in 2011.

Daarnaast sponsort de door de Amerikaanse overheid gefinancierde National Endowment for Democracy (NED) een grote rol in het organiseren, aansturen en financieren van ‘democratische’ oppositie in Servië, Oekraïne, Rusland, Georgië, Wit-Rusland en Taiwan. Zo verklaarde de voorzitter van de NED, Carl Gershman, in 2013 dat Oekraïne “de grootste prijs” is om Poetin van de macht te verwijderen.2 Dezelfde Gershman werd in 2020 in de maling genomen door de Russische komieken Vovan en Lexus, die hem ervan overtuigden dat hij sprak met Svetlana Tichanovskaja. Gershman verklaarde dat de NED heel veel groepen steunt en een zeer actief programma in Rusland heeft. Zijn collega Barbara Haig voegde daaraan toe dat de NED zelfs in “grassroots” organisaties rond Moskou zit op lokaal niveau.3 Over de NED zei mede-oprichter Allan Weinstein in 1991 dat veel van hun activiteiten 25 jaar geleden door de CIA werden verricht. Ook zit de NED achter verschillende oppositiepartijen, zoals Otpor! in voormalig Joegoslavië, die streed tegen president Slobodan Milošević.

Een ander kritiekpunt is de stelling dat de interne kenmerken van liberale democratieën het voeren van oorlogen met elkaar voorkomen. Zo’n argument kan ook toegepast worden op de vroegere Sovjet-Unie en het oostblok, waarbinnen landen met communisme als politieke ideologie aaneengeschakeld zijn. Aldus de achterliggende ideologie en historie.

De banden

Op de officiële website presenteert de Atlantische Commissie zich als een platform gewijd aan het verspreiden van kennis en het verrichten van onderzoek met betrekking tot de trans-Atlantische relaties. Het gaat hier om de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en de landen van de Europese Unie, de NAVO, en vergelijkbare entiteiten. Ondanks beweringen van Brekelmans over het tegendeel, bevestigt de website expliciet een band met de Atlantic Council, door deze als partnerorganisatie te noemen. Dit wordt verder ondersteund door John Jacobs, directeur van Atlantic Forum, die de Atlantische Commissie identificeert als een zusterorganisatie van de Atlantic Council.4 De Atlantische Commissie baseert hun artikelen en sessies mede op artikelen die van de Atlantic Council afkomen.5 De directeur van het Atlantic Council programma voor internationale veiligheid kwam op uitnodiging van de Atlantische Commissie spreken in Den Haag in 2007.

In werkelijkheid blijkt de Atlantische Commissie de Nederlandse tak van de Atlantic Council. Brekelmans die beweert dat ze niets met elkaar te maken hebben is als beweren dat de communistische partij van de Sovjet-Unie en die van de Verenigde Staten niets met elkaar te maken hebben, terwijl beide onderdeel waren van de Comintern. Zelfs in het jaarverslag van de Atlantische Commissie van 2022 wordt de Atlantic Council nog genoemd als organisatie waarmee samengewerkt wordt. De bewering van Brekelmans dat deze organisaties niets met elkaar te maken hebben is op zijn zachtst gezegd misleidend.

Project for a New American Century en neoconservatisme

Een aantal andere organisaties die worden vermeld op de website van de Atlantische Commissie zijn de American Enterprise Institute (AEI) en de Project for the New American Century (PNAC). Met name de PNAC is opmerkelijk te noemen. Dit in de jaren ‘90 opgerichte neoconservatieve bolwerk is een van de sleutelspelers van de Israël-lobby en een van de drijvende krachten achter de Irakoorlog van 2003. Medeoprichter en directeur Robert Kagan speelde een opvallende rol door ongefundeerde beweringen te verspreiden over de betrokkenheid van de Irakese inlichtingendiensten bij de aanslagen van 11 september, die vervolgens als voorwendsel dienden voor de invasie van Irak. Reeds in 1998 pleitte hij voor een Amerikaanse militaire interventie om Saddam Hoessein uit de macht te ontzetten. Volgens de analyse van Mearsheimer en Walt in hun boek over de Israël-lobby, beschouwde de PNAC Amerikaanse hegemonie als zowel voordelig voor de Verenigde Staten als voor de wereld. In lijn met deze visie publiceerde de PNAC in 1998 een petitie waarin zij de Amerikaanse regering opriep tot een invasie van Irak en het omverwerpen van Saddam Hoessein, een standpunt dat sterk weerspiegeld werd door de directeur Kagan zelf.

Vooraanstaande leden van het PNAC speelden een cruciale rol binnen de regering van George W. Bush, waarbij zij fervente voorstanders waren van de invasie van Irak. Onder deze invloedrijke figuren bevonden zich Bill Kristol, zoon van de vroegere trotskist en pionier van het neoconservatisme Irving Kristol, naast Max Boot, Elliott Abrams, Douglas Feith, Richard Perle en Paul Wolfowitz. Douglas Feith en Richard Perle schreven de omstreden Clean Break memo in 2000 voor Benjamin Netanyahu, toen al premier van Israël. Dit rapport stond een agressieve vorm van Israelisch buitenland beleid voor, inclusief het verwijderen van Saddam Hoessein in Irak en het indammen van Syrië door het voeren van oorlog bij volmacht en het benadrukken van het bezit van massavernietigingswapens. Feith en Wolfowitz hebben van september 2002 tot juni 2003 de Pentagon-eenheid Office of Special Plans (OSP) opgericht en geleid, deze afdeling staat bekend als de bron van ongefundeerde beweringen over massavernietigingswapens in Irak, en speelt een centrale rol in het Lawrence Franklin espionage scandal. Dit schandaal, dat deel uitmaakt van een uitgebreider FBI-onderzoek, draait om de ongeoorloofde overdracht van vertrouwelijke informatie betreffende het Amerikaanse beleid ten aanzien van Iran aan Israël, via het American Israel Public Affairs Committee (AIPAC). De betrokkenheid van Feith bij deze kwesties is eveneens onderwerp van het onderzoek. De Guardian citerende:

Het OSP was een open en grotendeels ongefilterd kanaal naar het Witte Huis, niet alleen voor de Irakese oppositie. Het onderhield ook nauwe banden met een parallelle, ad hoc inlichtingenoperatie binnen het kantoor van Ariel Sharon in Israël, speciaal om de Mossad te omzeilen en de Bush-regering te voorzien van meer alarmistische rapporten over het Irak van Saddam Hoessein dan de Mossad bereid was toe te staan. “Geen van de Israëliërs die kwamen, werd via de normale kanalen het Pentagon binnengelaten,” zei een bron die bekend was met de bezoeken. In plaats daarvan werden ze op gezag van dhr. Feith naar binnen gezwaaid zonder dat ze de gebruikelijke formulieren hoefden in te vullen.6

Elliott Abrams speelde een sleutelrol in het afwijzen van een Iraans vredesvoorstel na de Amerikaanse invasie en werd eerder veroordeeld in verband met het Iran-Contra-schandaal, dat betrekking had op illegale wapenverkopen aan Iran ten behoeve van de financiering van rebellen in Nicaragua. Bill Kristol bleef de invasie van Irak verdedigen tot in 2015, waarbij hij de Amerikaanse interventie beschouwde als een bevrijdingsactie met als doel democratie in Irak te brengen, ondanks de misleidende informatie over de aanwezigheid van massavernietigingswapens. In een open brief aan president Bush, gedateerd 20 september 2001, betoogde hij dat, “zelfs als het bewijsmateriaal Irak niet rechtstreeks in verband brengt met de aanval [red: van 9/11], moet elke strategie die gericht is op de uitroeiing van het terrorisme en zijn sponsors een vastberaden poging omvatten om Saddam Hoessein te ontheven van de macht in Irak. Het niet ondernemen van een dergelijke inspanning zal een vroege en wellicht beslissende overgave in de oorlog tegen het internationale terrorisme betekenen.”7

We zien een patroon van oorlogshitsers die valse beschuldigingen uiten en regimes onterecht in verband brengen met terroristische daden om oorlogen te vergoeilijken. Het is nota bene deze organisatie waarmee de Atlantische Commissie zich vrijwillig associeert.

Militair-industrieel complex

De vijf grote militaire bedrijven die een grote rol spelen in het militair-industriële complex zijn Boeing, General Dynamics, Lockheed Martin, Northrop Grumman en Raytheon. In 1999 had Boeing 22,8% van het marktaandeel van militaire verkopen aan het buitenland. United Technologies wordt ook genoemd, dit bedrijf is gefuseerd met Raytheon. Als we kijken naar de banden tussen Atlantic Council en het militair-industrieel complex, dan moeten we kijken naar personen die bij beiden een rol spelen.

  • Mark Esper: Minister van Defensie onder Donald Trump tussen 2019 en 2020. Esper was tevens lobbyist en vicepresident voor overheidsrelaties bij Raytheon én voorzitter van verscheidene comités bij de Atlantic Council.
  • Deborah Lee James: Minister van Luchtmacht onder Barack Obama van 2013 tot 2014. James werkte voor SAIC (Science Applications International Corporation) en was vicepresident voor internationale operaties bij United Technologies. Ze was net als Esper voorzitter van verscheidene comités bij de Atlantic Council.
  • Robert O. Work: Adjunct-minister van Defensie onder Obama van 2014 tot 2017. Work was tevens bestuurslid bij Raytheon in deze tijd. Ook werkt Work bij de Center for a New American Century, een andere partnerorganisatie van de Atlantische Commissie.
  • James L. Jones: Nationale veiligheidsadviseur van 2009 tot 2010. Jones was bestuurslid van de Atlantic Council én bestuurslid bij zowel Boeing als General Dynamics.
  • Barbara Barrett: Minister van Luchtmacht van 2019 tot 2021. Bestuurslid van de Atlantic Council en bestuurslid bij Raytheon.

Dit is slechts een greep uit belangrijke figuren van de Atlantic Council die werkzaam zijn in het militair-industriële complex. Bij de zusterorganisatie van de Atlantische Commissie lijken vooral politicologen, geschiedkundigen en bestuurders werkzaam.

Nog even kort over Brekelmans en Boswijk, om te laten zien hoe origineel hun gedachten zijn. Mitch McConnell zegt in november 2023 dat Reagan zich zou omdraaien in zijn graf als hij zag dat de Amerikanen Oekraïne niet hielpen.8 Op 28 februari 2024 besluit Derk Boswijk om op zeer originele wijze Mitch McConnell woord voor woord na te apen door te stellen dat “Ronald Reagan… zou zich omdraaien in z’n graf”. Brekelmans deelde deze week een brief die over Rusland spreekt als de “as van het kwaad”. Goh, waar kennen we deze uitspraak van? Nou, van president Bush jr. natuurlijk! Na de aanslagen van 9/11 benoemde hij in 2002 Irak, Iran en Noord-Korea “de as van het kwaad” die massavernietigingswapens zouden gebruiken of terroristen zouden bevoorraden.9 De brief gebruikt exact dezelfde termen die de Bush-regering gebruikte voor haar inval in Irak in 2003. We weten allemaal hoe dit afliep.

Dezelfde retoriek, dezelfde labels, dezelfde argumenten en dezelfde organisaties die alles op alles zetten om de oorlog te laten escaleren, allemaal voor de “vrijheid” en “democratie”. Intussen is Brekelmans al bezig met de volgende oorlog; aan het pleiten voor het leveren van Lockheed Martin F-35 straaljagers aan Israël,10 een land dat volgens Boswijk belangrijke waarden met ons deelt.

29 februari, 2024

Jammer dat jullie bij Project for a New American Century hebben gemist dat ze in hun manifest hadden gezegd dat ze “something like a new Pearl Harbour” als catalyst nodig hadden, en dat daarna 9/11 gebeurde…

Dat soort ongelofelijke oorlogshitsertjes dus.

Geen opmerkingen:

De Barbaren van de Joodse Strijdkrachten

  'Every part of this soil is sacred in the estimation of my people. Every hillside, every valley, every plain and grove, has been hallo...