maandag 6 mei 2024

Zionistische Dwaasheid

Nadat de Israelische genocide in Gaza was begonnen vertelde de weduwe van Max van Weezel en moeder van Natascha van Weezel, Anet Bleich: ‘Mijn zus van negentig moet in Israël nog steeds iedere dag de schuilkelder in. Nou, dat komt wel aan.’ Dit kennelijk ter rechtvaardiging van de zionistische nazipraktijken die tot vandaag de dag tenminste 34.000 Palestijnse doden heeft geleid, het merendeel Palestijnse kinderen en vrouwen. Het laat zien dat zelfs onder sommige joodse Nederlanders elke proportie totaal verdwenen is zodra hun tribale opvattingen de boventoon voeren. Het illustreert hun schrijnend gebrek aan empathie voor de palesijnse slachtoffers van het al driekwart eeuw durende zionistisch geweld. De culturele deprivatie waaraan zij lijden manifesteert zich allereerst door het verzwijgen van de werkelijkheid. De zuster van van de historica Anet Bleich woont in Rechovot, dichtbij de met geweld etnisch gezuiverde plaatsen Ramla en Lod, het oude Lydda, een stad waar in 1948 het ‘zionisme een bloedbad had aangericht,’ aldus de kritische Joods-Israelische journalist en auteur Ari Shavit in The New Yorker van 14 oktober 2013. De streek nabij de stad waar Anet Bleich's zuster al ‘heel lang woont’ is bij Palestijnse vluchtelingen vooral bekend vanwege de etnische zuivering van Ramla en Lod, een feit dat de historica en journaliste  Anet  Bleich verzwijgt, kennelijk om sympathie te verwerven voor de Joodse zionisten die weten dat dit gebied door de  Verenigde Naties aan de Palestijnse bevolking was toegewezen. Wat zij tevens een te verwaarlozen feit beschouwt, is dat in 1948:

'de militaire commandant, generaal Yigal Allon, Ben-Gurion [vroeg] wat hij met de’ naar schatting 70.000 Palestijnse inwoners moest doen. ‘Ben-Gurion zwaaide met zijn hand: Deporteer ze. Uren later gaf Yitzhak Rabin, de operationeel officier, een schriftelijk bevel aan de Yiftach Brigade: ‘De inwoners van Lydda moeten snel worden verdreven, ongeacht hun leeftijd.’ Een dag later werden de inwoners van ‘Lydda en de vluchtelingen die daar woonden onmiddellijk uit de stad verdreven. Tegen de avond hadden ongeveer vijfendertigduizend Palestijnse Arabieren Lydda in een lange colonne verlaten. Het zionisme had de Palestijnse stad Lydda vernietigd.

Lydda is de zwarte doos van het zionisme. De waarheid is dat het zionisme de Arabische stad Lydda niet kon verdragen. Vanaf het allereerste begin was er een wezenlijke tegenstelling tussen het zionisme en Lydda. Als het zionisme zou bestaan, zou Lydda niet kunnen bestaan. Als Lydda zou bestaan, zou het zionisme niet kunnen bestaan. Achteraf gezien is dit maar al te duidelijk.'

Toen Siegfried Lehmann in 1927 in de Lydda-vallei aankwam, had hij moeten inzien dat als er in Palestina een Joodse staat zou bestaan, er in het centrum ervan geen Palestijnse Lydda zou kunnen bestaan. Hij had moeten weten dat Lydda een obstakel was dat de weg naar een Joodse staat blokkeerde, en dat het zionisme dit op een dag zou moeten vernietigen. Maar Dr. Lehmann zag het niet, en het zionisme wilde het niet weten. Tientallen jaren lang slaagden de Joden erin de tegenstelling tussen hun nationale beweging en Lydda voor zichzelf te verbergen… Maar toen, in de rampzalige zomer van 1948, was Lydda er binnen drie dagen niet meer, en verloren uiteindelijk in totaal 750.000 etnisch gezuiverde Palestijnse burgers alles dat zij bezaten, hun land, hun boomgaarden, hun akkers, hun fabrieken, hun kantoren, zelfs hun steden en dorpen, hun bibliotheken. Nagenoeg al hun bezittingen moesten de vluchtelingen achterlaten, zonder hiervoor ooit gecompenseerd te worden, en zonder dat de zionistische historica, en volgens eigen zeggen ‘linkse jodin,’ Anet Bleich en haar familie hierover publiekelijk berouw toonden. Gevoelens van berouw zijn, zoals bekend, diep en intens. ‘Berouw heeft te maken met schuld. Wie berouw heeft, erkent schuld, heeft schuldbesef en is zich bewust van eigen schuld. Berouw leidt tot inkeer maar geeft ook diepe gevoelens van verdriet.’ Maar net als de meerderheid van de Joden in Israel, en een meerderheid van de joden in de zogeheten ‘diaspora’ kunnen Bleich cum suis zich alleen zien als de eeuwige slachtoffers. En daarom eiste haar dochter in Het Parool van maandag 5 februari 2024: ‘Maak de Holocaust niet politiek,’ ondanks het feit dat 70 procent van alle tot dan toe 28.000 vermoorde Palestijnen vrouwen en kinderen onbewapende waren, en dus het slachtoffer waren van de wrede politiek van het zionistisch regime dat maar al te vaak naar de ‘Holocaust’ verwijst om zijn terreur te rechtvaardigen. Vanaf het allereerste begin van de etnische zuiveringen van Palestina zijn er ontelbare Palestijnse burgers vermoord door de lafhartige Joodse strijdkrachten en de Joodse extremisten die zo’n 20 kilometer van Rechovot leven op de bezette Westbank land blijven stelen. 

De militaire aanval in 1948 nabij de woning van Anet Bleich’s zuster omvatte ‘tevens de gebeurtenissen van het Lydda-bloedbad en de Lydda-dodenmars. De twee Arabische steden, gelegen buiten het gebied dat in het VN-verdelingsplan van 1947 was aangewezen aan een Joodse staat, en binnen het gebied dat gereserveerd was voor een Arabische staat in Palestina, werden vervolgens omgevormd tot overwegend Joodse gebieden in de nieuwe staat Israël, bekend als als Lod en Ramla.’

In het Nieuw Israëlitisch Weekblad van 5 november 2012 schreef de zelfbenoemde ‘linkse jodin’ Anet Bleich een typerende recensie van het boek ‘Wij weten niets van hun lot’ – Gewone Nederlanders en de Holocaust (2012), geschreven door de historicus Bart van der Boom.’ Bleich citeert hem als volgt: 

'Het gedrag van de Nederlander in bezettingstijd was een compromis (…) tussen verontwaardiging over onrecht, hoop dat het snel voorbij zou zijn, een verlammend gevoel van machteloosheid, aangewakkerd door een grote angst voor straf,'

om tenslotte de voor de hand liggende vraag te stellen: 

'Maar waarom gaf de meerderheid, die anti-nazi was, op het beslissende moment niet thuis?’ Ook nu nog een actueel vraagstuk, waarvan het antwoord, in de ogen van Bleich, door deze historicus ‘grondig’ wordt onderbouwd met de stelling dat:

De tijdgenoten — de Nederlandse tijdgenoten althans — maakten uit de berichten die hun ter ore kwamen wel op dat de Duitsers de intentie hadden de Joden uit te roeien… 

Anet Bleich voegde hieraan toen dat uit:

'Van der Booms eigen naspeuringen blijkt dat men genoeg wist om te begrijpen dat de nazi’s de Joden kapot wilden maken. Dat besef leefde in brede kring, toch werd er vaak niet gehandeld. Die pijnlijke tegenstelling wegpoetsen, omdat alles vast anders was gegaan als men maar zeker had geweten hoe de Joden werden afgeslacht, is simplistisch en demagogisch. Van der Booms slotbeschouwing waarin hij en passant nog van leer trekt tegen de ‘heilige verontwaardiging’ in het debat over de Jodenvervolging en vraagt om empathie voor alle betrokkenen (slachtoffers, omstanders, medeplichtigen en daders), doet ernstig afbreuk aan de waarde van dit voor het overige vaak boeiende en genuanceerde boek.'

Als generatiegenoot van mij — ik ben bijna vier jaar ouder — ben ik het volledig eens met Bleich’s conclusie. Het is ronduit weerzinwekkend wel te weten dat de nazi’s de intentie hadden joodse burgers uit te roeien, maar niet op de een of andere manier daartegen in actie te zijn gekomen. Het is een gotspe om vervolgens ruim 77 jaar na dato ook nog eens ‘om empathie’ te vragen ‘voor alle betrokkenen (slachtoffers, omstanders, medeplichtigen en daders).’ Medeleven te hebben met de immer betweterige, maar volgens Huizinga ‘onheroïsche’ Nederlanders, die allereerst en bovenal aan hun eigen hachje denken, is ronduit pervers. Zo leert de mens nooit wat van zijn eigen tekortkomingen. Ik schrijf dit als de zoon van twee oorlogshelden, die mij impliciet duidelijk maakten dat een gebrek aan empathie met een mens in nood, een ernstige tekortkoming is. Juist daarom begrijp ik de lafheid van Anet Bleich niet, want waarom blijft zij impliciet ‘om empathie’ vragen ‘voor alle betrokkenen,’ inclusief Joodse ‘omstanders, medeplichtigen en daders’ in de zelfbenoemde ‘Joodse staat’ en hun joodse sympathisanten in de rest van de wereld?  Anet Bleich en Max van Weezel en hun dochter Natascha van Weezel, die zichzelf rekenenden tot de ‘politiek-literaire  elite’ van de polder, hadden een voorbeeld kunnen nemen aan de grote joods Britse auteur John Berger. Al vele jaren geleden schreef deze kosmopoliet, wiens joodse voorouders uit Polen, Galicië en het Oostenrijks-Hongaarse Rijk kwamen: 

'En hier identificeer ik mijzelf zonder te aarzelen met de rechtvaardige zaak en de pijn van degenen die de staat Israël (en neven van mij) veroorzaken in een mate die tragisch totalitair is.' 

Daarom liet hij publiekelijk weten zijn joodse ‘Recht op Terugkeer vaarwel te zeggen’ aangezien dit het elementaire recht van de Palestijnse bevolking op een levensvatbare eigen staat, onvermijdelijk vernietigt. Op 27 december 2008, toen de Joodse staat weer eens gewelddadig tekeer ging, constateerde Berger: 

'Met het oog op de Israëlische aanvallen op Gaza is de essentiële berekening, die altijd heimelijk aanwezig was achter dit conflict, op flagrante wijze onthuld. De dood van één Israëlisch slachtoffer rechtvaardigt de moord op honderd Palestijnen. Eén Israëlisch leven is honderd Palestijnen waard. Dit is wat de Israëlische staat en de wereldmedia min of meer – met marginale vragen – gedachteloos herhalen. En deze bewering, die de langste bezetting van buitenlandse gebieden in de Europese geschiedenis van de 20e eeuw heeft begeleid en gerechtvaardigd, is diepgeworteld racistisch. 'Het Joodse volk moet dit accepteren, dat de wereld ermee instemt, dat de Palestijnen zich eraan moeten onderwerpen,' is één van de ironische grappen uit de geschiedenis. Er wordt nergens om gelachen. We kunnen het steeds luider weerleggen. Laten we dat doen.'

Wat Berger, in tegenstelling tot zionisten als Bleich en Van Weezel, besefte was dat elke vermoorde of gevluchte Palestijnse burger het slachtoffer is van dit verzonnen joodse ‘recht op terugkeer.’ Elke in zijn rug geschoten Palestijns kind, elke gehandicapte Palestijnse moeder die zonder benen of handen door het leven moet omdat zij onder het vallende puin van gebombardeerde woningen terecht kwam, elke vader die uiteen gereten werd door Israelische granaten, is tevens het slachtoffer van dit 'joodse recht op terugkeer.' 

Desondanks blijven zelfs joodse Nederlanders zich het slachtoffer voelen van de Palestijnse bevolking, zoals we onlangs weer konden opmaken uit de perverse reacties ten aanzien van ook joodse Nederlandse  die voor de rechten van de Palestijnse bevolking opkomen. Getraumatiseerd door de oorlogservaringen van hun ouders, en het gecultiveerde tribale slachtofferschap slagen zij er niet in een doorleefde ‘empathie’ op te brengen voor de slachtoffers van de al zo lang durende zionistische bezetting, belegering, en vervolging van de Palestijnse bevolking, de voortdurende diefstal van Palestijns land, waardoor een levensvatbare Palestijnse staat volstrekt onmogelijk is geworden, het in de rug schieten van Palestijnse jongeren door Joods-Israelische scherpschutters, en ontelbare andere gruweldaden van één van de meest geavanceerde strijdkrachten ter wereld. 

Nog een stap terug: Op 1 november 2000 schreef Anet Bleich in haar Volkskrant-column:

'het staat onomstotelijk vast dat van de circa 150 doden en zesduizend gewonden het overgrote deel Palestijn is. Het staat vast dat de met stenen en molotov cocktails gooiende Palestijnse jongeren — soms gesteund door schietende militieleden en politiemannen — geen partij zijn voor het modern bewapende Israëlische leger. De VN-Veiligheidsraad, de Algemene Vergadering en de Commissie voor de mensenrechten hebben het "excessieve geweld" van Israël veroordeeld. En bovendien: wat heeft Israël eigenlijk te zoeken in het in 1967 veroverde gebied?'

Om vervolgens met evenveel stelligheid te beweren:

'Het lijkt allemaal zo helder als glas en desondanks is dit beeld misleidend. De confrontatie in de Palestijnse gebieden is een klassiek voorbeeld van een situatie waarin zwak en sterk niet automatisch samenvallen met goed en kwaad. De underdog heeft niet altijd per se gelijk. Het komt voor dat de sterkere partij door de zwakkere wordt geprovoceerd tot geweld. Dat is hier het geval.'

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/waar-heeft-arafat-zijn-nobelprijs-opgeborgen~bb5ca70c/   

Ook toen al probeerde Anet Bleich het vermoorden van Palestijnse kinderen te rechtvaardigen vanuit een 'diep geworteld racisme' waaraan dit slag zionisten lijdt, zoals Berger stelt. Aan haar rechtvaardiging ontbreekt namelijk zelfs maar het begin van enige logica.  Zij verklaart namelijk zelf dat 'Palestijnse jongeren' — absoluut 'geen partij zijn voor het modern bewapende Israëlische leger. De VN-Veiligheidsraad, de Algemene Vergadering en de Commissie voor de mensenrechten hebben het "excessieve geweld" van Israël veroordeeld. En bovendien: wat heeft Israël eigenlijk te zoeken in het in 1967 veroverde gebied?'om vervolgens te stellen dat 'desondanks dit beeld misleidend [is]. De confrontatie in de Palestijnse gebieden is een klassiek voorbeeld van een situatie waarin zwak en sterk niet automatisch samenvallen met goed en kwaad. De underdog heeft niet altijd per se gelijk. Het komt voor dat de sterkere partij door de zwakkere wordt geprovoceerd tot geweld. Dat is hier het geval.'

Kortom, de  bezetter die al driekwart eeuw 'buitensporig geweld' gebruikt om dit onrecht in stand te houden, is volgens Bleich juist slachtoffer van Palestijnse jongeren, die, zo maak ik uit haar wartaal op, daarom terecht vermoord worden. 'Blaming the Victim,' heet dit in vakjargon. Wat hier 'links' dan wel 'joods' is, blijft een raadsel. Het is in wezen dezelfde logica die de nazi's gebruikten om 'joodse burgers' in Europa uit te roeien. Ook zij zouden het onheil over zich  hebben afgeroepen. Wat hier het geval zou zijn is 'dat de sterkere partij door de zwakkere wordt geprovoceerd tot geweld.'

De zionistische gekte is grenzeloos.

Volgende keer meer over deze gekte, maar dan van haar dochter in Het Parool van maandag 6 mei 2024.



Geen opmerkingen:

Upcoming generation of resistance

Up coming generation of resistance after the current generation of Palestinian resistance fighters will be more cruel, stubborn, and more ea...