Opinie: Knokploegen in Jeruzalem vanwege een documentaire in Berlijn: zo ziet de effectieve invloed van de Israëllobby eruit
Op het recente filmfestival Berlinale ontstond een rel rond de winnende documentaire No Other Land, gemaakt door een Palestijn en een joodse Israëliër. Volgens Itai Bar moet er snel een einde komen aan het antisemitisme-verwijt, dat ook hier klonk, voor elke vorm van kritiek op Israël.
De geest van Goebbels waart rond in Berlijn. Hij keek mee over de schouder van burgemeester Kai Wegner die schreef dat wat zaterdagavond (24/2) op het Berlijnse filmfestival Berlinale was voorgevallen een onverdraaglijke ‘relativering’ was: ‘in Berlijn is geen plaats voor antisemitisme’. Aangespoord door de beschuldiging van de burgemeester ging vervolgens een rechtse knokploeg in Israël op zoek naar de jood Abraham en zijn familie.
Blijf op de hoogte
Krijg een melding bij nieuws over Columns & Opinie.
Er is op die ceremonie in Berlijn niets antisemitisch gezegd. Er was kritiek op Israël. Wat de burgemeester (achteraf) antisemitisme noemde, betrof de speech van twee prijswinnaars van de Berlinale, de Palestijnse filmmaker Basel Adra en zijn Israëlische collega Yuval Abraham. De documentaire waarmee Adra en Abraham het Berlijnse filmfestival wonnen heet No Other Land. Die laat zien hoe Palestijnse dorpelingen in het heuvelgebied ten zuiden van Hebron worden verdreven door het Israëlische leger en Joodse kolonisten. Adra komt uit zo’n dorp en begon als kind al met een camera de verwoesting van huizen in zijn omgeving vast te leggen. Abraham kwam er als journalist en werd vrienden met Adra.
Itai Bar is Israël-deskundige en reisleider.
Dit is een ingezonden bijdrage, die niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de Volkskrant reflecteert. Lees hier meer over ons beleid aangaande opiniestukken.
Eerdere bijdragen in deze discussie vindt u onder aan dit artikel.
De Palestijnen, zo benadrukt Abraham, zijn niet alleen het slachtoffer van extremistische kolonisten. Ze worden dag in dag uit door het burgerlijk bestuur van het Israëlische leger hun rechten ontzegd. De ontruimingsbevelen waarmee dit gezagsorgaan op Palestijnse golfplaten hutten klopt, zijn door de hoogste rechters in Israël goedgekeurd.
De makers spraken maar kort na de ontvangst van hun prijs voor beste documentaire. De Palestijn Adra zei het moeilijk te vinden de prijs te vieren terwijl mensen in Gaza worden afgeslacht. Hij riep Duitsland op de wapenleveranties aan Israël te staken.
De joodse Israëliër Abraham stond naast hem en vertelde over de situatie van apartheid: dat hij en Adra een half uur van elkaar wonen, maar dat Adra geen stemrecht heeft en hij wel. Hij sloot af met een oproep tot een staakt-het-vuren en een politieke oplossing om de bezetting te beëindigen.
Relativering
Burgemeester Wegner zat in de zaal. Naast hem zat de Duitse minister van Cultuur, Claudia Roth. Beiden klapten na de speeches van Adra en Abraham. De tweets over ‘relativering’ en antisemitisme verschenen pas de volgende dag. Relativering is volgens Wegner iedere bewering die niet ‘de volle verantwoordelijkheid van het diepe leed in Israël en Gaza bij de Hamas legt’.
De burgemeester zegt eigenlijk dat het bloedbad in Israël op 7 oktober alleen uitgelegd mag worden als een aanval op joden door antisemitische moslimradicalen. Maar dat is niet waar. 7/10 gebeurde in de context van het Israëlisch-Palestijnse conflict. De vermoorde en gegijzelde Israëliërs zijn onschuldige slachtoffers van het conflict waar hun land in is verwikkeld. Niet van antisemitisme.
De reactie van burgemeester Wegner is exemplarisch voor hoe de Israëlische ‘hasbara’, de Israëllobby dus, sinds 7 oktober fatsoenlijke critici de nek omdraait. Ook in Nederland is een flink bataljon politici, ‘deskundigen’ en opiniemakers te vinden die zich met desinformatie uit de Israëlische hoek laten voeden in plaats van zich degelijk te informeren. En ook in Nederland valt dan al snel de beschuldiging van antisemitisme.
Het verbod om de kwestie eerlijk en intellectueel te bekijken is precies in de geest van Goebbels, de minister van Propaganda in Hitlers nazi-Duitsland. Burgemeester Wegner wil geen discussie, hij wil de boodschappers afblaffen en bedreigen. Dat doet hij dan niet zelf, daarvoor komen dus bovengenoemde knokploegen in actie. Niet in Duitsland, dat gebeurde in Israël, waar ze op zoek gingen naar Yuval Abraham in Jeruzalem.
Ook de publieke Israëlische zender Kan 11 noemde de Berlijnse speech van Abraham ‘antisemitisch.’ Wat er vervolgens gebeurde, beschrijft Abraham zelf in een post op X. Zijn tekst laat zien hoe Israël met steun van Duitse politici tot een totalitaire staat verwordt. Abraham schrijft dat hij zijn terugvlucht naar Israël heeft moeten annuleren. ‘Een rechtse Israëlische meute kwam gisteren naar het huis van mijn familie om mij te zoeken, ze bedreigden familieleden die midden in de nacht zijn gevlucht.’
Duitse politici en de Israëlische zender gebruiken het begrip ‘antisemiet’ om Palestijnen en kritische Israëliërs de mond te snoeren, schrijft Abraham. Daarmee ontdoen ze volgens hem het woord antisemitisme van zijn betekenis en brengen zo Joden over de hele wereld in gevaar. Want als over het begrip ‘antisemitisme’ verwarring ontstaat, is dat een uitgelezen kans voor antisemieten.
‘Het grootste deel van mijn grootvaders familie is in de Holocaust door de Duitsers vermoord. Het maakt me bijzonder woedend dat Duitse politici in 2024 het lef hebben deze woorden op zo’n agressieve wijze in te zetten dat mijn familie erdoor wordt bedreigd’, aldus het noodbericht van Abraham op X.
De Duitse minister van Cultuur Claudia Roth zonk nog dieper dan burgemeester Wagner. Toen Roth werd gewezen op de beelden waarop te zien is dat ze applaudisseert, verduidelijkte haar woordvoerders dat haar applaus was bedoeld voor ‘de Joodse Israëlische journalist en filmmaker Yuval Abraham, die sprak over een politieke oplossing en vreedzame co-existentie in de regio.’
Ze maakten de film samen, Adra en Abraham, ze kwamen samen het podium op, ze spraken na elkaar en in aanvulling op elkaar. Minister Roth was nog bereid – vanuit Duitse schuldgevoel neem ik aan – de linkse Jood te ontzien, al was het ook daarvoor te laat. Maar de Palestijn? Die werd voor de bus gegooid door de Duitse minister Roth. Als dat niet in de geest van Goebbels is.
Meer uit het uit het noodbericht van Yuval Abraham: ‘Bovenal brengt dit gedrag het leven in gevaar van de Palestijnse co-regisseur Basel Adra, die leeft onder een militaire bezetting en omringd wordt door gewelddadige kolonisten (...). Hij is in veel groter gevaar dan ik.’
De publieke Israëlische zender Kan 11 krabbelde net als minister Roth ietsje terug. Ze boden geen excuses aan, maar betoogden dat ze het label ‘antisemitisch’ beter achterwege hadden kunnen laten, doch dat Abraham niets had gezegd over de gijzelaars of over 7 oktober. Hij vroeg er dus zelf een beetje om, zeg maar.
Het is waar, Abraham zei niets over bloedbad op 7 oktober. Hij sprak over de context van het conflict, over de crux ervan: de nederzettingen en de bezetting. Hij sprak niet over de gijzelaars. Maar Abraham schreef al veel eerder, op 17 december, hoe de bombardementen van het Israëlische leger het leven van de gijzelaars in Gaza in gevaar had gebracht. De gijzelaars waren voor de regering-Netanyahu nooit een prioriteit. Vanaf het begin heette het doel van de oorlog ‘de vernietiging van Hamas’. Pas toen families van gijzelaars zich begonnen te roeren, werd daar ‘en de bevrijding van de gijzelaars’ aan toegevoegd. Volgens de Israëlische leiders brachten de zware bombardementen gijzelaars niet in gevaar, die zouden ondergronds in tunnels zitten.
Mythes
Yuval Abraham had naast het maken van No Other Land ook nog tijd om die mythes door te prikken. Als de zelfverklaarde voorstanders van Israël waarlijk om de levens van de gijzelaars geven, dan hadden ze beter naar Abraham kunnen luisteren. De morele superioriteit waarop zij zich voorstaan is loos, het is propaganda. Want hoe langer de oorlog tegen Hamas duurt, hoe minder gijzelaars er levend terugkomen.
Wie beschermt intussen Adra en Abraham tegen de gevolgen van de propaganda? De veiligheidsdiensten in Israël worden geleid door de fascist Itamar Ben Gvir, die ooit zelf extreemrechtse knokploegen aanstuurde. Het leger op de Westoever handelt naar de wensen van mede-fascist en minister van Financiën Bezalel Smotrich, die als staatssecretaris van Defensie ook nog het legerbeleid op de Westoever mede bepaalt. Dat is de regering van Israël. Dat is wat politici in de wereld verdedigen als ze zeggen achter Israël te staan. Wie nog durft te beweren tegen deze regering te zijn, maar voor Israël en de oorlog, is in het beste geval hopeloos naïef.
Lot
Ik maak me ernstig zorgen over het lot van Adra en Abraham. Maar laat het duidelijk zijn: het pleidooi voor een wapenstilstand en een politieke oplossing voor het conflict is niet radicaal. Het is het enige standpunt dat pro-Israël is. Tenminste, voor wie gelooft in een democratisch Israël en in universele mensenrechten.
Het vals labelen van kritiek als antisemitisme, de gedachtenpolitie die het niet toestaat om over apartheid en bezetting te spreken, het taboe om te pleiten voor een wapenstilstand, de lobby van bijvoorbeeld het Aipac in de VS en het Centrum Informatie en Documentatie Israël (Cidi) in Nederland – dat is in feite het rabiate anti-Israëlkamp.
De burgemeester van Berlijn en de Duitse minister van Cultuur hebben levens in gevaar gebracht. Ik weet niet hoe ze dat kunnen goedmaken. Ik denk ook niet dat ze daarin zijn geïnteresseerd. Ik vrees de dag dat ik moet overwegen of het voor mezelf wel veilig is om bloemen te leggen op het graf van een van deze filmmakers.
Zoals Yuval Abraham het schreef, je mag Basel Adra en hem best bekritiseren, ‘maar demoniseer ons niet’. Want: ‘als dat is wat je doet met je schuld voor de Holocaust, dan hoef ik je schuld niet.’Lees ook
Geen opmerkingen:
Een reactie posten