Opinie: ‘Israël zal nooit zeggen dat het motief in Gaza wraak is, want dat is juridisch niet te verdedigen’
Volgens Paroollezer Itai Bar heeft Israël, het land waar hij woont, geen politiek of strategisch doel met de niet-aflatende bombardementen op Gaza en de dreigende inval in Rafah. Het motief is volgens hem: wraak.
Itai Bar26 februari 2024, 03:00
Israël doet ook zichzelf met haar blinde woede geen goed, schrijft Itai Bar. ‘Maar dat is en passant, want intussen zijn er bijna twintigduizend Palestijnse vrouwen en kinderen gedood.’
Dit opiniestuk reageert op een artikel in Het Parool
Theodor Holman (71), columnist van deze krant, schreef een boek over zijn worsteling met de oorlogen in Oekraïne en in Israël. Welke kant moet je kiezen? Mag je doden? Moet je een held zijn? Is er goed en is er fout? En hoe zat het met de oorlog van zijn ouders? Lees het interview van afgelopen dinsdag.
“Wraak is een emotie die energie geeft,” zegt Paroolcolumnist Theodor Holman in een interview in Het Parool over het boek dat hij schreef over Oekraïne en Israël.
Ik kan dat beamen. Ik woon in Jaffa, een deelgemeente van Tel Aviv, en ik heb mijn mede-Israëliërs zeer energiek horen praten in de weken na 7 oktober. “Laten we er nog wat doodmaken.” “Zoveel als nodig.” “Stuur ze helemaal niets, geen eten, geen medicijnen.” Ik heb het allemaal gehoord, hier in Tel Aviv, van mijn ‘gematigd liberale’ vrienden en familie.
In Gaza houdt een wrede guerrilla zich schuil tussen meer dan 2 miljoen burgers. Ze worden van alle kanten omsingeld door het Israëlische leger, met een rol in de marge voor Egypte. Hamas kan met geweren, raketten en mortiergranaten weerloze burgers in Israël veel leed berokkenen, dat hebben we gezien.
Maar ze zijn geen partij voor de luchtmacht, de artillerie, de tanks, de tienduizenden gemotiveerde en getrainde soldaten die met alle moderne middelen zijn uitgerust. En dus kan Israël vrij bombarderen, bombarderen, bombarderen.
Verhalen uit Auschwitz
De bepaald niet linkse Israëlische oud-generaal Moshe Ya’alon zei het zo: ‘Israël is zo woest dat het schopt en schopt en schopt tot het het eigen been breekt.’ Dat laatste slaat op het feit dat Israël met de oorlog in Gaza geen strategisch of diplomatiek doel voor ogen heeft. Israël doet ook zichzelf met zijn blinde woede geen goed. Maar dat is en passant, want intussen zijn er bijna twintigduizend Palestijnse vrouwen en kinderen gedood.
Zoveel burgerdoden, zoveel vernietiging, een humanitaire crisis die miljoenen mensen onmenselijk veel leed aandoet. “Als we het hebben over rechtvaardigheid: de wraak die Israël neemt na de inval van Hamas op 7 oktober, na de moorden en verkrachtingen, die is rechtvaardig,” stelt Holman in het interview.
De ironie is dat Israël nooit zal toegeven dat het wraak is. Want wraak is juridisch geen rechtvaardiging voor het loslaten van een leger op een weerloos stukje dichtbevolkt land. Als de heer Holman officieel woordvoerder van Israël zou zijn, dan was Israël allang veroordeeld voor oorlogsmisdaden.
Waarom toch die steun voor Israël, vroeg de interviewer aan Holman. Omdat hij buren heeft wiens ouders in Auschwitz vermoord zijn, antwoordt Holman. Mijn grootvader heeft Auschwitz overleefd, zijn hele familie is daar uitgemoord. Ik heb werkelijk geen boodschap aan de verhalen van Holman over zijn buren of over zijn ouders in het jappenkamp. Sterker nog, dat Holman dit soort heilig verklaarde sentimenten gebruikt om de wandaden van Israël recht te praten, is stuitend hypocriet.
Itai Bar, Jaffa (Tel Aviv, Israël)
Israel is een land zonder identiteit. Dit mag dan wel paradoxaal lijken, maar die indruk wordt veroorzaakt door een gebrek aan kennis, want zodra men met zionistische Israeli’s over dit onderwerp spreekt, blijkt al snel dat zij verdwaald raken in een Babylonische spraakverwarring. Het begrip Joods berust voor de miljoenen geseculariseerde zionisten op niet veel meer dan Jiddische kippensoep en gefilte Fisj. Een eeuw na de emancipatiegolf van de Napoleontische jaren, was er namelijk heel veel veranderd. Rond 1900 leefden:
‘Joden inmiddels tot in de kleinste plaatjes op het platteland, een proces dat in de achttiende eeuw al mondjesmaat was ingezet. Het Jiddisch had overal plaatsgemaakt voor het Nederlands en Joden deden volop mee in de samenleving. Bijna alle Joodse kinderen bezochten inmiddels openbare scholen. De eigen Joodse scholen waren opgeheven, om zo de integratie van de nieuwe generatie te bevorderen. Aanvullend kregen de kinderen nog enkele uren Joodse les, zodat ze toch de nodige kennis van het Hebreeuws en de gebeden zouden bezitten. De negentiende eeuw stond, zonder enige twijfel, in het teken van de integratie. De overheid en de Joodse elite werkten nauw samen om dat doel te bereiken. Het was uiteindelijk zo succesvol omdat binnen de Joodse gemeenschap ook een grote wil tot integratie bestond. De Nederlandse nationaliteit werd omhelsd, de liefde voor het Oranjehuis was groot en er werd bewust gepoogd een eigen Nederlands-Joodse identiteit te vormen. Nederlanderschap en jodendom gingen daarbij hand in hand. Ondanks dat was er ook antisemitisme, waarmee joden in het dagelijks leven werden geconfronteerd. Tot een politiek antisemitisme kwam het in Nederland echter niet.’
'Omdat joden in de samenleving volop gingen meedoen, werden intern wel scheuren zichtbaar. De meer bemiddelde joden werden actief in de liberale beweging, terwijl vanaf het einde van de eeuw steeds meer arme joden — de overgrote meerderheid — enthousiast werden voor het socialisme. Het zorgde in joodse kring voor felle debatten. Rabbijnen stonden voor de lastige opgave iedereen in één Joodse gemeente bijeen te houden.'
De Holocaust voorkwam dat deze organische ontwikkeling succesvol werd voltooid. De jood werd opnieuw De Ander voor de niet-jood. Jan Blokker formuleerde dit als volgt: 'na de Tweede Wereldoorlog is het jodendom in de christelijke wereld vrijwel heilig verklaard en geen volk dat in die processie zo hard vooroploopt als de Nederlanders.' Dit is niet onverklaarbaar, want uit het 'tolerante' Nederland verdween 70 procent van alle joodse onderdanen richting de Duitse vernietigingskampen, procentueel twee keer zoveel als uit België en drie keer zoveel als uit Frankrijk. En dat allemaal mede dankzij het voortreffelijke organisatievermogen van het 'vrijzinnige' Nederland, de niet aflatende inzet van ambtenaren op het hoofdstedelijke stadhuis, de politie, spoorwegen, Westerbork etc. Nog voordat de nazi's hierom hadden verzocht, tekenden de ambtenaren van de linkse gemeente Amsterdam met een voorbeeldige kadaverdiscipline kaarten waarop concentraties joden in de hoofdstad duidelijk stonden aangegeven. Zo werden West-Europese joden weer een gesloten en geïsoleerde etnische minderheid, niet zozeer door het antisemitisme, maar juist door de herinnering eraan. Ondertussen ging de verdere secularisatie gewoon door en verloor ook het judaïsme nog meer zijn greep op het specifiek joodse karakter. Het geloof was geen diep doorleefde werkelijkheid meer, en die leegte werd vooral door het atheïstische zionisme gevuld. De vraag wie of wat een jood is, werd in toenemende mate een geschilpunt in de voorheen joodse gemeenschap. Een moderne jood verschilde in niets van een moderne goj, behalve dan dat eerst genoemde de herinnering aan de Holocaust met zich meesleepte, dus niet het slachtofferschap zelf, maar de herinnering eraan. Dit wordt door veel joden als een probleem ervaren, aangezien alleen het opzetten van een keppeltje een massamens niet in een jood verandert, maar het naleven van de Joodse religieuze wetten. De rest mag zich dan wel joods voelen, maar is het in werkelijkheid niet, net min als mijn al dan niet religieuze gevoel me een katholiek of een protestant maakt.
Wat ik met dit alles wil stellen is dat de Israëlische samenleving worstelt met een valse identiteit. Het gevoel van de meeste Joden in Israel berust niet op een diep doorleefde realiteit. Zij geloven niet in een Joodse God, maar geloven wel dat die God hen het land Israel heeft gegeven. De vraag is daarom gerechtvaardigd: hoeveel jonge Israelische soldaten zijn bereid te sterven voor het nog meer etnisch zuiveren van Groot Israel? David Ben-Goerion verklaarde in 1956 tegenover Nahum Goldmann, president van de World Zionist Organization:
‘Als ik een Arabische leider was, zou ik nooit een overeenkomst sluiten met Israël. Dat is logisch: wij hebben hun land ingenomen. Zeker, God heeft het ons beloofd, maar wat maakt dat voor hen uit? Onze God is niet de hunne. Wij komen uit Israël, dat is waar, maar dat was tweeduizend jaar geleden, en wat gaat hen dat aan? Er is antisemitisme geweest, de nazi's, Hitler, Auschwitz, maar was dat hun schuld? Ze zien maar één ding: wij zijn hierheen gekomen en hebben hun land gestolen. Waarom zouden ze dat accepteren?’
Waarom zou iemand in een geglobaliseerde wereld zich bekeren tot het tribalisme? Dr. Goldmann zei hierover:
‘Ben Goerion verweet mij ooit dat ik een rondzwervende Jood was. Ik antwoordde dat sommige mensen hun wortels in zichzelf hebben gevonden, en geen behoefte bezitten om ze te beperken tot een bepaald stuk grond. Ik vertelde Ben-Goerion dat hij problemen bekeek vanuit het standpunt van Sde Boker, zijn kleine kibboets, terwijl ik ze zag vanuit een vliegtuig dat twaalfduizend meter hoog vloog. Het is een andere aanpak,’
die, belangrijker nog, een fundamenteel andere mentaliteit schept. Veelzeggend is in dit verband dat één van de oprichters van de kibboets Sde Boker de zionist Yehoshua Cohen (1922 – 1986) was, ‘een vooraanstaand lid van Lehi, een zionistische terroristische groepering, die op 17 september 1948 de gezanten van de Verenigde Naties, Folke Bernadotte en André Sérot, vermoordde. Cohen werd nooit aangeklaagd voor zijn rol bij de moord. Terwijl Ben-Gurion in Sde Boker woonde, werden hij en Cohen goede vrienden.’ Belangrijk is te weten dat:
‘Tijdens de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948 de bemiddelaar van de Verenigde Naties, Folke Bernadotte, pleitte voor een plan waarbij grote herzieningen van het territoriale bezit zouden worden doorgevoerd in overeenstemming met het Verdelingsplan van de Verenigde Naties voor Palestina van november 1947, inclusief het plaatsen van Jeruzalem onder VN-controle. Veel Israëli's waren tegen deze voorstellen en de leiders van Lehi besloten dat de moord op Bernadotte het meest effectieve middel zou zijn om de uitvoering ervan te voorkomen. Lehi zag Bernadotte als een Britse en Arabische marionet, en dus een ernstige bedreiging voor de opkomende staat Israël,’ die veel groter moest worden dan de VN had toegezegd aan de Joden, zoals al snel bleek door de etnische zuivering van Palestina, waarbij slechts ongeveer 22 procent overbleef van de ongeveer 42 procent dat door de VN aan de Palestijnse bevolking was toegewezen. Vandaag de dag is door het excessieve geweld van Joodse kolonisten slechts zo’n 10 procent overgebleven, dus slechts een kwart van het land waarop de Palestijnse bevolking volgens de wereldgemeenschap recht op heeft. Maar door de genocidale etnische zuivering van Gaza is daar nog minder van over. De overgrote meerderheid van de zionisten zowel in de ‘diaspora’ als in Israel zijn hier al driekwart eeuw akkoord mee gegaan door er angstvallig over te zwijgen. Critici van de Joods zionistische terreur worden beschuldigd van 'antisemitisme,' terwijl alle Palestijnse verzetsstrijders als ‘terroristen’ worden gecriminaliseerd. De enige recente positieve ontwikkeling is dat door de massale zionistische terreur nu ook in het Westen sprake is van een collectieve ontmaskering van Israel, een politiek probleem voor de zionisten waarvan zelfs de contouren nog niet zichtbaar zijn.
Algemeen bekend is nu wel dat het Westen hier te maken heeft met een zwaar getraumatiseerd volkje dat zich telkens weer uiterst agressief manifesteert in een regio dat het best omschreven kan worden als een gigantisch kruitvat dat elk moment kan exploderen. Dit is een existentieel probleem voor het ondergaande Amerikaanse rijk dat met zijn NAVO-satellieten er niet in is geslaagd sinds begin jaren vijftig ook maar één oorlog te winnen. En nu stevent dit militair bondgenootschap af op een oorlog met Azie waar 70 procent van alle grondstoffen liggen, en inmiddels de wereldmarkten beheerst. Met het oog op de komende confrontatie blijft het virtuele bewustzijn van de westerse massa gemanipuleerd door wat militaire strategen ‘perception-management’ betitelen, een media-techniek die door het onafhankelijke Wikipedia als volgt wordt toegelicht:
Perception management is a term originated by the US military. The US Department of Defense (DOD) gives this definition:
‘Actions to convey and/or deny selected information and indicators to foreign audiences to influence their emotions, motives, and objective reasoning as well as to intelligence systems and leaders at all levels to influence official estimates, ultimately resulting in foreign behaviors and official actions favorable to the originator's objectives. In various ways, perception management combines truth projection, operations security, cover and deception, and psychological operations.’
'Perception’ is defined as the ‘process by which individuals select, organize, and interpret the input from their senses to give meaning and order to the world around them.’
Veelzeggend is dat de ‘phrase “perception management” has often functioned as a euphemism for “an aspect of information warfare.”’ Bovendien geldt dat de ‘phrase "perception management" is filtering into common use as a synonym for "persuasion." Public relations firms now offer "perception management" as one of their services. Similarly, public officials who are being accused of shading the truth are now frequently charged with engaging in "perception management" when disseminating information to media or to the general public.’
Typerend is ook het volgende:
Beginning in the 1950s, news media and public information organizations and individuals carried out assignments to manage the public's perception of the CIA, according to the New York Times. Carl Bernstein wrote in 1977 that ‘The CIA in the 1950s, '60s, and even early 70s had concentrated its relationships with journalists in the most prominent sectors of the American press corps, including four or five of the largest newspaper in the country, the broadcast networks, and the two major weekly news magazines.’ David Atlee Phillips, a former CIA station chief in Mexico City, described the method of recruitment years later to Bernstein: ‘Somebody from the Agency says, “I want you to sign a piece of paper before I tell you what it's about.” I didn't hesitate to sign, and a lot of newsmen didn't hesitate over the next twenty years.’
Dat het begrip ‘perception management’ van doorslaggevend belang is voor de westerse beleidsbepalende elite, blijkt onder andere uit het feit dat ‘For years the FBI has listed foreign perception management as one of eight "key issue threats" to national security,’ en dat: ‘The FBI clearly recognizes perception management as a threat when it is directed at the US by foreign governments.’
https://en.wikipedia.org/wiki/Perception_management
De bekende reactionaire Amerikaanse ‘television-host’ Bill O’Reilly wees er eens op: ‘U weet dat in showbusiness, politiek en al het andere, perceptie de werkelijkheid is.’ In de huidige collectieve westerse ‘perceptie’ moeten Oekraïners en hun corrupte regime in Kiev worden gezien als het slachtoffer van slechts één man, ‘Poetin’ of ‘Poedler,’ zoals de opgewonden Volkskrant de Russische president tracht te demoniseren, als onderdeel van een bellicose propaganda-campagne waaruit elke nuance en elke context is verdwenen. Deze ‘perceptie’ is momenteel zo succesvol dat de werkelijkheid in dit conflict geen rol van betekenis meer speelt. Waren er in het verleden hier en daar nog mainstream-journalisten die niet ‘embedded’ waren, en de politieke en militaire propaganda met feiten onderuit haalden, vandaag de dag is hier geen enkele sprake meer van. Dit is de eerste oorlog waarbij het Westen is betrokken, die geen tegenstem aan het woord laat, geen dissidente visie toelaat, geen zinvolle wederhoor pleegt, geen bredere context duldt. Er is op alle kanalen slechts één officiële 'waarheid' te vernemen, en die luidt dat ‘Poetin’ een ‘duivel’ is, en dat de Russen ‘een kwaad’ in de wereld vormen ‘dat geen grenzen kent,’ aldus de voorpagina van de Volkskrant van zaterdag 9 april 2022.
Kenmerkend voor de huidige propaganda is eveneens ‘WNL Op Zondag,’ een, volgens eigen zeggen, ‘rechts georiënteerd opinieprogramma. Volgens vaste formule worden hier elke zondagochtend politiek, ondernemerschap, media en cultuur besproken met prominente gasten,’ waarbij dissidente stemmen zelfs niet worden getolereerd, laat staan geaccepteerd. Hoe beperkt de Nederlandse presentatoren zijn bleek toen in het gespreksprogramma WNL Op Zondag de oud generaal-majoor Frank van Kappen tegen de verbluft reagerende journalist Rick Nieman opmerkte dat ‘We midden in een periode [zitten] waarin we te maken hebben met een informatieoperatie, een informatieoorlog,’ en dit voor het lekenpubliek nog eens toelichtte met de woorden ‘Dat is het manipuleren van feiten en gebeurtenissen zodat je een preferente werkelijkheid bij je eigen bevolking, bij je tegenstander en bij het internationaal publiek neerlegt.’ Van Kappen, die uit ervaring spreekt, wees er met nadruk op dat ‘alle partijen’ dit ‘doen.’ Bekend is dat de oud-generaal-majoor en voormalig VVD-Senator Van Kappen ‘een grote staat van dienst heeft op het gebied van defensie en veiligheid. Hij werd in de Eerste Kamer, waarvan hij voor de VVD 12 jaar deel uitmaakte, dan ook algemeen als autoriteit op dat gebied erkend.’ Daarnaast was hij onder meer ‘adviseur van de secretaris-generaal van de VN op het gebied van vredesoperaties en verbonden aan het Haagse Centrum voor Strategische Studies. Van 2011 tot 2015 was hij voorzitter van de vaste commissie voor buitenlandse zaken, defensie en ontwikkelingssamenwerking en daarnaast maakte hij deel uit van onder meer de parlementaire vergaderingen van NAVO en OVSE.’ Het spreekt
voor zich dat een mainstream-journalist als Rick Nieman, bovenstaande nooit zelf zou stellen, omdat deze journalistieke lichtgewicht pretendeert de waarheid te spreken, en onmogelijk publiekelijk kan toegeven dat ook hij zijn werkzame leven lang al druk doende is met ‘het manipuleren van feiten en gebeurtenissen zodat je een preferente werkelijkheid bij je eigen bevolking, bij je tegenstander en bij het internationaal publiek neerlegt.’ Vandaar ook dat Rick Nieman niet verder inging op de belangrijke informatie van deze deskundige. En zo moddert de Nederlandse journalistiek jaar in jaar uit maar door. Tot voor kort ging deze politieke en militaire propaganda ook op voor de westerse berichtgeving over de Joodse staat, maar voor het eerst in 75 jaar is in het Westen nu sprake van een omslag. Daarover de volgende keer meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten