zaterdag 11 februari 2023

Europa Vernietigt Zichzelf (31)

De grote Britse historicus Edward Gibbon schreef tijdens de tweede helft van de achttiende eeuw in The History of the Decline & Fall of the Roman Empire: 

The decline of Rome was the natural and inevitable effect of immoderate greatness. Prosperity ripened the principle of decay; the cause of the destruction multiplied with the extent of conquest; and, as soon as time or accident and removed the artificial supports, the stupendous fabric yielded to the pressure of its own weight. The story of the ruin is simple and obvious: and instead of inquiring why the Roman Empire was destroyed we should rather be surprised that it has subsisted for so long.


De scherpzinnige Duitse historicus Joachim Fest schreef in zijn, ook in het Nederlands vertaalde boek, Im Gegenlicht: Eine italienische Reise (2004):  


Voor de eerste maal zijn wij getuige van een decadentieproces dat niet begeleid wordt door verfijningen, dat grootsheid noch stijl afleidt uit het bewustzijn van de eigen vergankelijkheid, en waarbij de instellingen samen met de goede smaak in verval raken. Geen feestelijk vuurwerk in elk geval, geen apotheose, maar een dood zonder verheerlijking. Dat blijkt op allerlei punten, uit het brutalisme van de architectuur en van de kunsten in het algemeen, uit het steeds primitiever worden van de taal en de expressie, en ook uit de ordinaire vreugde in alles wat massaal is. 


Bij het beeld van cultureel late tijdperken, van het hellenisme tot in het begin van deze eeuw, hoort de cultus van het individuele en wat daar voor doorgaat: scepsis en ironie, het gevoel voor maskerade, spel met ideeën en citaten, en de algemene transformatie van al het reële tot literatuur. In plaats daarvan overheersen nu de overtuigingen. In het koor van als oerkreet uitgestoten opvattingen, waarvan de straten weergalmen, verdrinkt elke mogelijkheid tot intelligente omgang met de tegenstellingen, het geluk van de radeloosheid, zonder dat het gehoord wordt. En een alternatieve cultuur, die alles loochent wat bij het begrip cultuur hoort, namelijk het streven naar vorm in alle opzichten, vindt ontelbare aanhangers. Men kan jammeren over dergelijke verschijnselen. Opvallend is hierin dat de geschiedenis dergelijke regressieprocessen steeds verbindt met de beelden van geestelijke ondermijning of van geweld dat van buiten komt, terwijl de verwoesters in dit geval uit de coulissen van de verouderde cultuur zelf te voorschijn komen: een avant-garde van de verveling, vol verachting voor het traditionele en open voor elke afbrekende neiging; zonder ware kracht echter, ondanks alle voorkeur voor het vulgaire en haveloze.


Op zijn beurt had de prominente Duitse intellectueel Hans Magnus Enzensberger al in 1984 gesteld:


De illusie dat, wanneer het over Bild gaat men het enkel over Bild heeft, behoort tot de lievelingsfantasieën van zijn critici.  Zulke pogingen om het denken in hokjes onder te brengen, bewijzen slechts dat farizeïsme en zelfgenoegzaamheid geen voorrechten zijn van het ene of het andere medium. Meer bepaald is het van een levensgrote schijnheiligheid dat de ‘betere’ pers, Bild met de vinger nawijst en roept: houdt de dief! Maar zo gemakkelijke komt niemand, die zijn stem verheft in de media van dit land, ervan af. Want Bild is alleen zo buitengewoon interessant, omdat het de journalistiek als onderneming veel ruimer ziet dan alle andere kranten, tijdschriften en zenders. Met Bild heeft de journalistiek zich bevrijd van zijn burgerlijke oorsprong en maskerades: hij heeft categorieën als informatie, verantwoordelijkheid, fatsoen en cultuur van zich afgeworpen en is zichzelf geworden. 


Elk ander medium echter, dat op deze markt met andere concurreert, heeft met Bild fundamenteel dezelfde doeleinden gemeen, waaraan elke georganiseerde vorm van openbaarheid tegenwoordig is onderworpen; deze doeleinden kunnen door geen enkele ‘goede’ (burgerlijke of ‘linkse’) intentie worden opgeheven,’ en wel omdat ‘ze allemaal gehoorzamen aan dezelfde wet: het objectieve cynisme. Wie dat ontkent is een hypocriet. 


Het begint al bij de vaststelling dat kranten, magazines en televisieprogramma’s ondenkbaar zijn wanneer ze zich niet blindelings onderwerpen aan de eisen van de actualiteit. Dit heeft tot gevolg dat we dag in dag uit geconfronteerd worden door met volstrekt onbelangrijke gebeurtenissen,’ oftewel ‘fake news,’ want ‘ook de zogenaamde serieuze bladen verstrekken ons meestal informatie over absoluut niet ter zake doende feiten en toestanden. Olympische Spelen, bezoeken van de paus, moordprocessen: het behoort allemaal tot dezelfde futiele nieuwsbrij. Politicus X ijvert voor de vrede of voor ‘de menselijke waardigheid’ (hij is niet voor een onmiddellijke kernoorlog en wil niet dat iedereen aan folterstraffen onderworpen wordt) en componist Y wordt door critici unisono gewaardeerd en gehuldigd op de honderste verjaardag van zijn overlijden: dit soort berichten verschilt in niets van de steeds gelijkaardige nietszeggendheid van Bild en wordt gebracht op een zo mogelijk nóg vervelender manier. 


Maar de structurele gelijkenis tussen alle journalistieke media wordt pas echt duidelijk wanneer de blik van de lezer over de pagina’s glijdt zonder dat iemand hem de vrome illusie heeft ingeblazen dat het redactionele gedeelte en de advertentiekolommen twee aparte zaken zijn, dus wanneer hij Der Spiegel, de Frankfurter Allgemeine Zeitung en Bild als één doorlopende tekst leest. Dan blijkt op de meest vanzelfsprekend manier dat slavernij en herencosmetica, het opruien tot oorlog en de nieuwste okselspray, de atoombom en de zachtste luier, massamoord en kattenvoer aan elkaar gewaagd zijn, hetzelfde betekenen, dat wil zeggen: niets. 


Terwijl Nederland sinds betrekkelijk kort de term ‘menstruatie-armoede’ kent, hetgeen ‘betekent dat je geen geld hebt voor tampons of maandverband,’ een probleem dat almaar toeneemt, evenals het aantal burgers dat vanwege armoede is aangewezen op een voedselbank, liet D’66 minister van Defensie, Kajsa Ollongren verheugd weten dat Nederland de oorlog in Oekraïne al met meer dan één miljard euro had gefinancierd, terwijl VVD-minister president Mark Rutte via de Amerikaanse zender CNN desgevraagd antwoordde dat er geen limiet bestaat aan hoeveel Nederland kan bijdragen, want ‘wij blijven helpen.’ Dat wil zeggen: de Nederlandse regering, blindelings gesteund door het merendeel van zowel links als rechts in het parlement. Het moment dat de Nederlandse premier zijn uitspraak deed wisten zowel de Amerikaanse militaire top als NAVO-deskundigen  dat Oekraïne in feite de oorlog al had verloren, en dat het leveren van nog meer wapens aan Kiev alleen zou leiden tot nog meer Oekraïense doden en verminkten, terwijl de verliezen al in de honderduizenden liepen.  Desondanks gingen zowel de polderpers als de overgrote meerderheid van het polderparlement  akkoord. Geen van hen heeft ooit een oorlog van nabij meegemaakt, en zij allen ook niet de ‘zeker honderd Leopard 1-tanks,’ die Nederland samen met Duitsland en Denemarken hadden toegezegd, uit eigen portemonnaie hoeven te betalen. Op het moment van dit besluit waren Russische troepen druk doende de laatste weerstand te breken rond de strategisch gelegen stad Bahmut. Enkele dagen eerder had president Zelensky via Fox News deze hele charade nog eens kort samengevat voor de onwetenden in de NAVO-lidstaten door te stellen dat 'what I like to underline: if we fall this would be the start of the Third World War, or…’ hij wachtte even om zijn woorden goed te laten bezinken en de spanning op te bouwen: ‘or the recognition’ betekenen ‘of the fact that NATO-member-nations are standing by themselves, on their own.' Dat was de genadeklap voor alle Europese politici en de westerse opiniemakers die hun bevolking hadden verzekerd dat Rusland de oorlog in Oekraïne zou verliezen en daarvoor een hoge prijs zou moeten betalen. Zodra Oekraïne, naar verwachting van westerse militaire deskundigen, verliest dan betekent dit inderdaad geen Derde Wereldoorlog, want daar is het Pentagon niet op voorbereid. Het betekent wel een onvoorstelbare afgang van de NAVO, die in tegenstelling tot alle westerse verwachtingen, zelf een lesje heeft gekregen. Het westerse militaire en politieke verlies zal de loop van de geschiedenis in de 21ste eeuw ingrijpend veranderen. De macht in Washington en op Wall Street wordt nu geconfronteerd met het onvermijdelijke: het einde van de Amerikaanse hegemonie, en het ontstaan van een multipolaire wereld, waaraan de witte westerling zich zal moeten aanpassen na vijf eeuwen nagenoeg de alleenheerschappij op aarde te hebben uitgeoefend. Hoewel het in Nederland allemaal heel stoer klonk dat premier Rutte de Amerikaanse president garandeerde dat ‘we nooit kunnen accepteren dat Poetin en Rusland hier mee wegkomen,’ betekende dit in feite slechts dat Nederlandse politici dwaas genoeg zijn om het risico te accepteren van een Derde Wereldoorlog, uitgevochten met wapens die geen onderscheid kunnen maken tussen burgers en militairen. Met andere woorden: dat de meeste Nederlandse parlementsleden en het voltallige kabinet bereid zijn de Nederlandse bevolking op te offeren. Veelzeggend was dat president Biden de polderpremier liet raaskallen, maar zich van commentaar onthield, zonder dat dit mijn collega’s van de polderpers opviel. Maar die zitten dan ook tot over hun oren in de propaganda, en weten al lang niet meer waarheid van leugen te onderscheiden.  


In de vorige aflevering van deze serie heb ik uitgebreid gebruik gemaakt van de uitspraken in een schitterend interview van Nathalie Huigsloot in HP/DE TIJD met drie vooraanstaande polderjournalisten die alledrie beaamden nietszeggende berichten te hebben verspreid. Bovendien gaven ze toe dat alle mainstream-media vandaag de dag gelijkgeschakeld zijn, en dat die het publiek bestoken met dezelfde betekenisloze nonsens. De huidige ‘berichtgeving’ van de bellicose ‘vrije pers’ over het conflict in Oekraïne, is een schoolvoorbeeld van propaganda voor het machtige militair-industrieel complex, waarvoor president Eisenhower al in 1961 waarschuwde. De propaganda is zo schaamteloos dat de meeste Nederlanders niet beseffen dat het Zelensky-regime in Kiev, de oorlog in werkelijkheid al heeft verloren. Eén van de geïnterviewden in HP/DeTIJD concludeerde na 30 jaar journalist te zijn geweest, ‘dat de journalistiek onderdeel is geworden van iets wat ze eigenlijk moet controleren, namelijk de elite,’ terwijl een ander opmerkte dat ‘heel veel journalisten die ik door de jaren heen heb leren kennen, helemaal niet nieuwsgierig zijn. Dat verbaast me altijd zo. Het kon ze allemaal geen reet schelen hoe de wereld in elkaar zit, want dat wisten ze al. En dus deden ze lekker dat doorgeef-werk.’ Zo zijn de verslaggeving en opinies eenvoudigweg betekenisloos geworden, ze getuigen niet van informatieverschaffing maar van een verregaand cynisme, waarbij alles een prijs heeft, maar niets een waarde. Dit allemaal op het moment dat het risico van een gewelddadige krachtmeting met Azië toeneemt. Een opiniemaker als Bert Wagendorp van de Volkskrant zag zich intussen gedwongen te erkennen dat westerse mainstream journalisten niet meer in staat zijn om de realiteit te beschrijven, want dat ‘kunnen wij ook helemaal niet. Wij zijn gewend om een vrij oppervlakkige vorm van journalistiek te bedrijven.’ In 2007 vroeg de in Nederland zo geprezen ‘journalist’ Joris Luyendijk zich verbijsterd af ‘waar de Europese Seymour Hershes toch zijn? Waarom zijn er in Israel en Amerika wel zulke scherpe onderzoeksjournalisten, en in Europa niet?’ Daarmee verraadde Luyendijk meteen het feit dat hij, net als de overgrote meerderheid van de polderpers, provinciaals georiënteerd is, want een beetje kosmopolitisch ingestelde journalist weet maar al te goed dat Europa genoeg uitstekende journalisten kent, zoals de lezers van mijn weblog weten, aangezien ik al vele jaren lang uit hun werk citeer, collega’s als onder andere Jonathan Cook, Thierry Meyssan, Robert Fisk, Joachim Fest, Patrick Cockburn, Richard Norton-Taylor, Fintan O’Toole, etcetera. 

Ko Colijn in actie voor Hilversum.


Het is waar dat er in de polderpers opvallend veel praatjesmakers rondlopen die over werkelijk van alles en nog wat meteen een mening weten op te hoesten, maar dat is alleen in Nederland een maatstaf voor kwaliteit, elders wordt zo iemand als een windbuil afgeserveerd. Een sprekend voorbeeld is Ko Colijn die zichzelf afficheert als wetenschappelijk onderzoeker bij het Clingendael Instituut een, volgens eigen zeggen, ‘onafhankelijke denk tank en diplomatieke academie.’ Als ‘expertise’ geeft de journalist Colijn op: ‘Security and Defence. Strategic Foresight,’ wat betreft de regio’s ‘Middle East & North Africa, The Netherlands.’ Verder meldt het Haagse Clingendael dat ‘Ko Colijn a generalist [is] with knowledge on a broad spectrum of topics related to international affairs, but specialized on international security. His research focus is on multilateral governance in the international security domain. He is also a journalist and much requested commentator on diplomacy and security issues for both Dutch and foreign public news services.’ Kortom, een expert die weet waarover hij het heeft. Maar zoals zo vaak in Nederland geldt ook hier weer dat schijn bedriegt, want voorafgaand aan de illegale aanval op Irak verklaarde Colijn op de Nederlandse televisie dat ‘het niet meer gaat om de vraag of Saddam Hoessein massavernietigingswapens verbergt,’ want ‘niemand twijfelt daar nog aan.’ Twee misvattingen in één zin is toch een hoge score voor een ‘much requested commentator on diplomacy and security issues.’ Niet alleen waren er toen talloze deskundigen die sterk twijfelden aan het bestaan van massavernietigingswapens, maar al snel bleek dat het Hoessein-regime deze wapens helemaal niet bezat, waardoor zelfs het legitimiteitsargument van de bezetting onmiddellijk teniet werd gedaan. Voor iedere zichzelf respecterende deskundige was duidelijk dat ook Nederland had deelgenomen aan de ergste oorlogsmisdaad denkbaar, namelijk een ‘agressieoorlog,’ zoals tijdens het Neurenberg Tribunaal werd bepaald. Vanzelfsprekend liep Ko’s imago geen enkel deukje op in Nederland, waar vriendjespolitiek de smeerolie van het poldermodel is. Juist daarom is hij ‘bestuurslid van het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken en juryvoorzitter van de Prix de Roef van het NOS-Journaal, de jaarlijkse prijs voor de beste buitenlandreportage.’ Dat ook Ko Colijn geen belemmering zag om te adviseren deel te nemen aan de agressieoorlog tegen Irak leidde bij hem niet tot enig inzicht. Integendeel zelfs. Het probleem met dit slag ‘experts’ is dat mede als gevolg van hun misinformatie ruim 1,3 miljoen Iraakse burgers om het leven kwamen, meer dan 2,5 miljoen Iraakse burgers naar het buitenland moesten vluchtten, Irak veranderde in etnisch gezuiverde regio's, en de chaos er sindsdien totaal is. 


De pedanterie waarmee journalist/adviseur/schnabbelaar/professor Ko Colijn bleef schrijven is stuitend. De NRC wees in januari 2010 terecht op de merkwaardigheid dat Colijn in zijn Vrij Nederland-column 'suggereert alle 550 pagina's van het (Davids) rapport te hebben kunnen lezen.' En het kan natuurlijk niet dat hij in een uur of twaalf al die pagina's had gelezen en er ook nog eens een oordeel over kon schrijven, laat staan een bezonken oordeel, ingebed in een relevante context. Leest u de pedanterie van Ko zoals hij die op 12 januari 2010 wereldkundig maakte  :


In een keurig land moet het in parlement verantwoording worden afgelegd over alles, en zeker over oorlog en vrede. Artikel 100 van de Grondwet zegt dat een buitenlandse operatie aan het parlement gemeld moet worden. Niet allemaal: als het gaat om pure zelfverdediging niet, nood breekt wet, maar als het gaat om inzet van de krijgsmacht ter bevordering van de internationale rechtsorde wel. Desnoods achteraf, maar het moet. Als iets jammerlijk fout is gegaan is het onderzoek ook nuttig om zondebokken aan te wijzen, want een democratie bestaat niet zonder verantwoordelijke politici… 


Atlantische reflex


De commissie-Davids velt ongemeen harde conclusies. Lees zelf de 550 pagina’s, en kom dan zelf uit op het verdict dat het doel de middelen moest heiligen. De informatiepositie van de inlichtingendiensten, het volkenrecht, de informatieplicht aan de Tweede Kamer, de woordkeus en timing van (niet-)gegeven informatie en argumenten, de selectieve omgang met de rapporten van de UNMOVIC-wapeninspecteurs (waarin werd gesteld dat Irak niet over massavernietigingswapens beschikte. svh), alles was ondergeschikt aan de keus die door de commissie wordt toegeschreven aan de vroege ‘Atlantische reflex’ (overigens nogal tendentieus gecontrasteerd met ‘een op Europa gerichte houding’).


Sommigen kwalificeerden dat achteraf als tunnel-denken. Fout, als dat woord blikvernauwing inhoudt. Er was sprake van doeldenken, en de rest was consequent instrumenteel. Als er al sprake was van een tunnel, dan van een open tunnel waar allerlei vreemde argumenten mochten binnendringen om de rit te eindigen waar hij moest eindigen. Parlement verzakt, volkenrecht scheef gevijzeld. De switch, halverwege van de massavernietigingswapens naar de volkenrechtelijke constructie, is daarvan het sprekendste voorbeeld.


En is er, ten slotte, nu één grote vraag die blijft liggen (en die naar mijn mening niet door de parlementaire enquête kan worden opgelost)? Ja, dat is, met de allesreiniger achter de hand, de klassieke vraag of de buitenlandse politiek inderdaad het eerste en laatste woord mag hebben. Ook over de val van de premier.


Dit commentaar verraadt ironisch genoeg hoe slecht Ko Colijn zelf was geïnformeerd toen hij beweerde dat ‘het niet meer gaat om de vraag of Saddam Hoessein massavernietigingswapens verbergt,’ want ‘niemand twijfelt daar nog aan,’ en dat hij bovendien de informatie van deskundigen als Scott Ritter, 'United States Marine Corps intelligence officer, former United Nations Special Commission (UNSCOM) weapons inspector' niet serieus had genomen.  Met bedrog kan een opiniemaker in Nederland het héél ver schoppen. Hoogste tijd daarom om Chris Hedges, de Amerikaanse oud correspondent van The New York Times, aan het woord te laten. Op 29 januari 2023 gaf hij de volgende, door de ‘vrije pers’ verzwegen context, bij de mislukte NAVO ‘proxy war’ tegen Rusland:


Empires in terminal decline leap from one military fiasco to the next. The war in Ukraine, another bungled attempt to reassert U.S. global hegemony, fits this pattern. The danger is that the more dire things look, the more the U.S. will escalate the conflict, potentially provoking open confrontation with Russia. If Russia carries out retaliatory attacks on supply and training bases in neighboring NATO countries, or uses tactical nuclear weapons, NATO will almost certainly respond by attacking Russian forces. We will have ignited World War III, which could result in a nuclear holocaust.


U.S. military support for Ukraine began with the basics — ammunition and assault weapons. The Biden administration, however, soon crossed several self-imposed red lines to provide a tidal wave of lethal war machinery: Stinger anti-aircraft systems; Javelin anti-armor systems; M777 towed Howitzers; 122mm GRAD rockets; M142 multiple rocket launchers, or HIMARS; Tube-Launched, Optically-Tracked, Wire-Guided (TOW) missiles; Patriot air defense batteries; National Advanced Surface-to-Air Missile Systems (NASAMS); M113 Armored Personnel Carriers; and now 31 M1 Abrams, as part of a new $400 million package. These tanks will be supplemented by 14 German Leopard 2A6 tanks, 14 British Challenger 2 tanks, as well as tanks from other NATO members, including Poland. Next on the list are armor-piercing depleted uranium (DU) ammunition and F-15 and F-16 fighter jets.


Since Russia invaded on February 24, 2022, Congress has approved more than $113 billion in aid to Ukraine and allied nations supporting the war in Ukraine. Three-fifths of this aid, $67 billion, has been allocated for military expenditures. There are 28 countries transferring weapons to Ukraine. All of them, with the exception of Australia, Canada and the U.S., are in Europe. 


The rapid upgrade of sophisticated military hardware and aid provided to Ukraine is not a good sign for the NATO alliance. It takes many months, if not years, of training to operate and coordinate these weapons systems. Tank battles — I was in the last major tank battle outside Kuwait City during the first Gulf war as a reporter — are highly choreographed and complex operations. Armor must work in close concert with air power, warships, infantry and artillery batteries. It will be many, many months, if not years, before Ukrainian forces receive adequate training to operate this equipment and coordinate the diverse components of a modern battlefield. Indeed, the U.S. never succeeded in training the Iraqi and Afghan armies in combined arms maneuver warfare, despite two decades of occupation.


I was with Marine Corps units in February 1991 that pushed Iraqi forces out of the Saudi Arabian town of Khafji. Supplied with superior military equipment, the Saudi soldiers that held Khafji offered ineffectual resistance. As we entered the city, we saw Saudi troops in commandeered fire trucks, hightailing it south to escape the fighting. All the fancy military hardware, which the Saudis had purchased from the U.S., proved worthless because they did not know how to use it.


Inmiddels is de ‘corporate press’ zo diep ‘embedded’ dat zij geen wederhoor meer kan publiceren, uit angst voor ‘Poetin Trol’ te worden uitgemaakt, of zelfs ontslagen te worden. De onafhankelijkheid van de commerciële journalist bleef altijd al beperkt tot enkele hardwerkende vakgenoten, die het tegen de macht durfden op te nemen, inclusief hun eigen hoofdredactie en de eigenaren van de krant, of omroep. Maar nu de Nederlandse kranten in handen zijn van twee Belgische media-magnaten, en de NOS in een staatsomroep is veranderd, afhankelijk van belastinggeld dat door Haagse ambtenaren en politici aan de Hilversumse Omroepen wordt toegekend, is de ‘vrije pers’ gereduceerd tot een gezagsgetrouwe spreekbuis van de elite. Iedereen weet dit, inclusief het journaille en de omroep-medewerkers, zoals ze desgevraagd beamen. Dat is de belangrijkste reden dat geen van hen bereid is om door dissidenten als ik te worden geïnterviewd. Daarom opnieuw de bewonderenswaardige Hedges:


The purchase of these weapons systems — one M1 Abrams tank costs $10 million when training and sustainment are included — increases the profits of the arms manufacturers. The use of these weapons in Ukraine allows them to be tested in battlefield conditions, making the war a laboratory for weapons manufacturers such as Lockheed Martin. All this is useful to NATO and to the arms industry. But it is not very useful to Ukraine.


So why all this infusion of high-tech weaponry? We can sum it up in one word: panic.


Having declared a de facto war on Russia and openly calling for the removal of Vladimir Putin, the neoconservative pimps of war watch with dread as Ukraine is being pummeled by a relentless Russian war of attrition.


Maar intussen beginnen zelfs de meest succesvol gehersenspoelde westerse politici en journalisten/opiniemakers te twijfelen aan hun voortdurende beweringen dat de door de NAVO getrainde en met geavanceerde wapens uitgeruste Oekraïense troepen in Oekraïne zullen winnen van de Russische strijdkrachten. Hedges:


‘My feeling is we are at a crucial moment in the conflict when the momentum could shift in favor of Russia if we don’t act decisively and quickly,’ former U.S. Senator Rob Portman was quoted as saying at the World Economic Forum in a post by The Atlantic Council. ‘A surge is needed’ (een plotselinge omvangrijke toename in geavanceerde wapens. svh).


Turning logic on its head, the shills (zwendelaars. svh) for war argue that ‘the greatest nuclear threat we face is a Russian victory.’ The cavalier attitude to a potential nuclear confrontation with Russia by the cheerleaders for the war in Ukraine is very, very frightening, especially given the fiascos they oversaw for twenty years in the Middle East.


The near hysterical calls to support Ukraine as a bulwark of liberty and democracy by the mandarins in Washington are a response to the palpable rot and decline of the U.S. empire. America’s global authority has been decimated by well-publicized war crimes, torture, economic decline, social disintegration — including the assault on the capital on January 6, the botched response to the pandemic, declining life expectancies and the plague of mass shootings — and a series of military debacles from Vietnam to Afghanistan. The coups, political assassinations, election fraud, black propaganda, blackmail, kidnapping, brutal counter-insurgency campaigns, U.S. sanctioned massacres, torture in global black sites, proxy wars and military interventions carried out by the United States around the globe since the end of World War II have never resulted in the establishment of a democratic government. Instead, these interventions have led to over 20 million killed and spawned a global revulsion for U.S. imperialism. 


In desperation, the empire pumps ever greater sums into its war machine. The most recent $1.7 trillion spending bill included $847 billion for the military;  the total is boosted to $858 billion when factoring in accounts that don’t fall under the Armed Services committees’ jurisdiction, such as the Department of Energy, which oversees nuclear weapons maintenance and the infrastructure that develops them. In 2021, when the U.S. had a military budget of $801 billion, it constituted nearly 40 percent of all global military expenditures, more than the next nine countries, including Russia and China, spent on their militaries combined.


As Edward Gibbon observed about the Roman Empire’s own fatal lust for endless war: ‘[T]he decline of Rome was the natural and inevitable effect of immoderate greatness. Prosperity ripened the principle of decay; the cause of the destruction multiplied with the extent of conquest; and, as soon as time or accident had removed the artificial supports, the stupendous fabric yielded to the pressure of its own weight. The story of the ruin is simple and obvious; and instead of inquiring why the Roman Empire was destroyed, we should rather be surprised that it had subsisted for so long.’


A state of permanent war creates complex bureaucracies, sustained by compliant politicians, journalists, scientists, technocrats and academics, who obsequiously serve the war machine. This militarism needs mortal enemies — the latest are Russia and China — even when those demonized have no intention or capability, as was the case with Iraq, of harming the U.S. We are hostage to these incestuous institutional structures. 


Earlier this month, the House and Senate Armed Services Committees, for example, appointed eight commissioners to review Biden’s National Defense Strategy (NDS) to ‘examine the assumptions, objectives, defense investments, force posture and structure, operational concepts, and military risks of the NDS.’ The commission, as Eli Clifton writes at the Quincy Institute for Responsible Statecraft, is ‘largely comprised of individuals with financial ties to the weapons industry and U.S. government contractors, raising questions about whether the commission will take a critical eye to contractors who receive $400 billion of the $858 billion FY2023 defense budget.’ The chair of the commission, Clifton notes, is former Rep. Jane Harman (D-CA), who ‘sits on the board of Iridium Communications, a satellite communications firm that was awarded a seven-year $738.5 million contract with the Department of Defense in 2019.’


Reports about Russian interference in the elections and Russia bots manipulating public opinion — which Matt Taibbi’s recent reporting on the ‘Twitter Files’ exposes as an elaborate piece of black propaganda — was uncritically amplified by the press. It seduced Democrats and their liberal supporters into seeing Russia as a mortal enemy. The near universal support for a prolonged war with Ukraine would not be possible without this con (oplichterij. svh).


America’s two ruling parties depend on campaign funds from the war industry and are pressured by weapons manufacturers in their state or districts, who employ constituents, to pass gargantuan military budgets. Politicians are acutely aware that to challenge the permanent war economy is to be attacked as unpatriotic and is usually an act of political suicide. 


‘The soul that is enslaved to war cries out for deliverance (verlossing. svh),’ writes Simone Weil in her essay The Iliad or the Poem of Force, ‘but deliverance itself appears to it an extreme and tragic aspect, the aspect of destruction.’


Historians refer to the quixotic attempt by empires in decline to regain a lost hegemony through military adventurism as ‘micro-militarism.’ During the Peloponnesian War (431–404 B.C.) the Athenians invaded Sicily, losing 200 ships and thousands of soldiers. The defeat ignited a series of successful revolts throughout the Athenian empire. The Roman Empire, which at its height lasted for two centuries, became captive to its one military man army that, similar to the U.S. war industry, was a state within a state. Rome’s once mighty legions in the late stage of empire suffered defeat after defeat while extracting ever more resources from a crumbling and impoverished state. In the end, the elite Praetorian Guard auctioned off the emperorship to the highest bidder. The  British Empire, already decimated by the suicidal military folly of World War I, breathed its last gasp in 1956 when it attacked Egypt in a dispute over the nationalization of the Suez Canal. Britain withdrew in humiliation and became an appendage of the United States. A decade-long war in Afghanistan sealed the fate of a decrepit Soviet Union.


‘While rising empires are often judicious, even rational in their application of armed force for conquest and control of overseas dominions, fading empires are inclined to ill-considered displays of power, dreaming of bold military masterstrokes that would somehow recoup lost prestige and power,’ historian Alfred W. McCoy writes in his book, ‘In the Shadows of the American Century: The Rise and Decline of US Global Power.’ ‘Often irrational even from an imperial point of view, these micro-military operations can yield hemorrhaging expenditures or humiliating defeats that only accelerate the process already under way.’

The plan to reshape Europe and the global balance of power by degrading Russia is turning out to resemble the failed plan to reshape the Middle East. It is fueling a global food crisis and devastating Europe with near double-digit inflation. It is exposing the impotency, once again, of the United States, and the bankruptcy of its ruling oligarchs. As a counterweight to the United States, nations such as China, Russia, India, Brazil and Iran are severing themselves from the tyranny of the dollar as the world’s reserve currency, a move that will trigger economic and social catastrophe in the United States. Washington is giving Ukraine ever more sophisticated weapons systems and billions upon billions in aid in a futile bid to save Ukraine but, more importantly, to save itself. 

https://scheerpost.com/2023/01/29/chris-hedges-ukraine-the-war-that-went-wrong/ 

https://theanarchistlibrary.org/library/simone-weil-the-iliad






Geen opmerkingen: