Minder dan 30 procent Nederlanders heeft veel vertrouwen in overheid
In anderhalf jaar is het percentage Nederlanders dat veel vertrouwen heeft in de overheid drastisch gedaald: van 70 procent in april vorig jaar tot minder dan 30 procent in september 2021. Dat blijkt uit onderzoek van drie universiteiten en meerdere gemeenten.
Ook het vertrouwen in mensen onderling is licht afgenomen. Mensen vertrouwen vooral vrienden en familie (87 procent) en personen met wie ze een persoonlijke relatie kunnen onderhouden, zoals de huisarts. Nederland heeft daarmee anno 2021 het karakter van een ‘laag-vertrouwensamenleving’, schrijven de onderzoekers, terwijl dit vertrouwen historisch gezien juist heel hoog lag in Nederland.
In Amsterdam ligt het vertrouwen in de landelijke overheid iets hoger (34 procent) dan het nationale gemiddelde (29 procent), maar daalde het nog steeds hard: vorig jaar vertrouwde bijna twee derde van de Amsterdammers de overheid nog. In de drie grote steden Rotterdam, Den Haag en Amsterdam ligt het vertrouwen in de buren daarbij iets lager dan het landelijk gemiddelde (58 procent).
Wantrouwen ten opzichte van de overheid is daarbij een belangrijk motief van ongevaccineerden om geen prik te halen, aldus de onderzoekers. Landelijk is 12 procent van de Nederlanders niet bereid om een vaccinatie te nemen of twijfelt nog. Van deze groep vertrouwt zo’n 38 procent het eigen lichaam en immuunsysteem, 23 procent wil geen prik omdat zij de overheid en betrokken instanties niet vertrouwen en 16 procent vreest de bijwerkingen.
Aan het onderzoek deden onder meer de Erasmus Universiteit Rotterdam, de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Den Haag en het Kieskompas mee. Zij houden sinds het uitbreken van de coronapandemie bij wat de crisis doet met het vertrouwen in ‘De maatschappelijke impact van Covid-19 in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam & Nederland’.
Toeslagenaffaire
Het kelderen van het vertrouwen in de overheid gaat overigens niet direct gepaard met een toenemende kritiek op het coronabeleid, zeggen de onderzoekers. Hoewel een groot deel nog wel kritisch is, is deze groep in vergelijking met maart 2021 kleiner geworden.
“Mogelijk heeft de afname van het vertrouwen te maken met politieke ontwikkelingen die losstaan van het gevoerde coronabeleid, waaronder de lange kabinetsformatie en de gebrekkige en trage afhandeling van de toeslagenaffaire,” aldus de onderzoekers.
Het is de vijfde keer dat de onderzoekers verslag uitbrengen van het vertrouwen en welzijn van Nederlanders tijdens de coronacrisis. In maart 2021 wezen de onderzoekers nog op een verlangen naar een nieuw toekomstperspectief. Bijna de helft van de Nederlanders had het gevoel niets te hebben om naar uit te kijken. In 2021 is dat gedaald naar een kwart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten