dinsdag 2 november 2021

Derk Sauer, Julian Assange, en De Andere Krant 7

Karel Beckman, hoofdredacteur De Andere Krant: 'De economische en sociale problemen in onze maatschappij worden niet veroorzaakt door de vrije markt, maar door bemoeizucht van de Staat. Een welvarende, sociale en vredelievende wereld is alleen mogelijk als we het juk van de Staat van ons afschudden en kiezen voor vrijwillige samenwerking.'
 
Beste redactieleden van De Andere Krant:

Hoewel decennialang de opvattingen van Derk Sauer fundamenteel verschilden van de opinies van Karel Beckman, zijn beiden nu neoliberalen. En dat is opvallend, want de SP-multimiljonair begon als overtuigde marxist-leninist die niets van het grootkapitaal moest hebben, terwijl de huidige hoofdredacteur van de onwankelbaar anti-establishment-publicatie De Andere Krant, zes jaar lang redacteur was van Het Financieele Dagblad, de spreekbuis van de bancaire elite. Wat tegenwoordig het mens- en wereldbeeld van mijn oude vriend Derk S. is, weet ik niet, dat wil zeggen: ik vrees dat hij zich als opportunist blijft aanpassen aan het hedendaagse cynisme. In de praktijk komt dit neer op het verkondigen van zijn anti-Rusland propaganda, wat in zijn geval betekent een diepe haat tegen president Poetin die de praktijken van deze ‘robber-baron’ aan banden heeft gelegd, nadat Sauer tijdens president Jeltsin’s shock-therapie — met financiële steun van zijn linkse kameraden in Nederland die miljonair waren geworden, en via de onmisbare contacten met ex KGB-ers — binnen tien jaar meer dan 100 miljoen wist te vergaren in de chaos en het geweld van het destijds mafiose Rusland. 

Karel B. daarentegen is streng in de leer, en is daarom gebleven wie hij altijd al was, een onvervalste kapitalist die de staat en de democratie haat. Hij definieert deze houding als ‘libertarisch,’ hetgeen in de praktijk neerkomt op een politiek ‘that advocates only minimal state intervention in the free market and the private lives of citizens.’ Ook bij nadere beschouwing is er daarom geen verschil te bespeuren tussen een ‘libertariër’ en een ‘neoliberaal.’ Vandaar ook de vraag wat in een gedereguleerde en geprivatiseerde staat, waar de kloof tussen arm en rijk zich almaar verdiept, Karel B. nog meer wil? Samen met zijn ideologische kornuit Frank Karsten schreef hij het in 2013 verschenen boek Beyond Democracy, dat 100 pagina’s lang probeert aan te tonen dat ‘democratie niet leidt tot solidariteit, voorspoed, en vrijheid maar tot maatschappelijk conflict, uit de hand lopende uitgaven en een tiranniek bestuur,’ om tenslotte als uitsmijter president Thomas Jefferson te citeren die twee eeuwen geleden zou hebben beweerd dat ‘Democracy is nothing more than mob rule, where 51 percent of the people may take away the rights of the other 49,’ terwijl bekend is dat dit een verzonnen citaat is. 

https://www.bluestemprairie.com/bluestemprairie/2015/09/fake-jefferson-quote-alert-the-way-to-trash-a-higher-minimum-wage-is-to-crank-up-bogosity.html 

https://www.monticello.org/site/research-and-collections/democracy-nothing-more-mob-rulespurious-quotation 

Juni 2018 verscheen Karsten’s boek ‘De Discriminatiemythe,’ een, volgens  bol.com, ‘gewaagd en baanbrekend boek dat een welkom tegengeluid biedt voor iedereen die twijfels heeft bij het hedendaagse gelijkheidsideaal,’ en door extreem rechts de hemel in wordt geprezen.  In die tamelijk louche kringen worden Karsten en Beckman gezien als anti-gelijkheidsdenkers van wereldklasse. Zo stelt laatst genoemde dat ‘Werkgevers ook discrimineren omdat ze gewoon een culturele voorkeur hebben voor autochtonen. Daar kun je schande van spreken, maar een autochtone Nederlander die in Turkije of Marokko gaat solliciteren zal tegen diezelfde voorkeur aanlopen, maar dan omgekeerd,’ en omdat anderen het doen, mogen wij het ook, aldus de logica van de straat. In een recensie van het boek stelde de historicus Han van der Horst vast dat:

De taal- en de woordkeus van Karsten één ding duidelijk [maakt]: hij denkt in termen van kleur en van bloed. Hij vergelijkt personen met een Turks of een Marokkaans uiterlijk met Nederlanders die in Rabat of Istanboel gaan solliciteren, waar zij ook de voorkeur niet krijgen, zo weet Karsten heel stellig. Het gaat echter niet om immigranten maar om mensen die meestal in ons land geboren en getogen zijn. Ze zien er anders uit. Ze spreken behalve Nederlands één of meer andere talen waar Karsten geen sjoege van heeft. Zij gebruiken spreekwoorden die hij niet kent. Ze hebben toegang tot een populaire cultuur die voor hem gesloten bleef. Ze kennen niet alleen Corry Brokken maar ook Oum Khaltoum.

Dat zullen de Karstens van Nederland ze altijd blijven aanrekenen, hoezeer hun slachtoffers zich ook aanpassen en verbergen dat zij eventueel ‘De Ruïnes’ mee kunnen neuriën. Ze zíen het. Ze ruiken het. Althans, ze denken dat ze dat kunnen, de Karstens. Ze zullen hen nooit als landgenoten kunnen accepteren omdat zij er anders uitzien dan zij en van huis uit andere verhalen — meer verhalen vaak — hebben meegekregen dan zij.

Of om het anders te formuleren: er zijn in de staten op deze wereld in de grond twee manieren om het staatsburgerschap te verwerven, de etnische en wat ik maar de republikeinse noem. De etnische benadering houdt in dat je bloedlijn maatgevend is. Zo werkt het in Duitsland en Italië. In laatstgenoemd land krijg je meteen het staatsburgerschap als je kunt aantonen Italiaanse voorouders te hebben. De republikeinse is in Europa voor het eerst toegepast tijdens de Franse revolutie: iedereen die op het grondgebied van de staat geboren wordt, krijgt automatisch de nationaliteit. Wie de ouders zijn of waar ze vandaan komen, is daarbij niet relevant. Het is duidelijk dat Karsten daarvan geen aanhanger is. Met Tollens zingt hij: Wien Neêrlands bloed door d’ad’ren vloeit, van vreemde smetten vrij.

Van der Horst eindigt met het volgende:

Tenslotte dit: racisme en discriminatie zijn in Nederland aan de orde van de dag maar ze zijn nadrukkelijk niet de norm, wat kannengieters als Frank Karsten ook mogen beweren. Hij en zijn medestanders zijn hardnekkig maar ze voeren wel een achterhoedegevecht… Laat je niet ontmoedigen maar slecht de bolwerken die die het Karstensvolk opwerpt. Voer strijd. Doe dat gezamenlijk. Eis toepassing van artikel 1 in de Grondwet. Laat je niet de wet stellen door lui die achterstelling promoten.

https://joop.bnnvara.nl/opinies/hoe-frank-karsten-alle-vooroordelen-ten-opzichte-van-blanken-bevestigt 

De oproep van deze humanistische historicus verklaart tevens waarom Karsten en Beckman zo tegen de parlementaire democratie zijn. Zij voelen zich boven het volk verheven en weigeren zich neer te leggen bij publieke controle. Dat een ieder gelijk is voor de wet, is onacceptabel voor Karel Beckman, de huidige hoofdredacteur van De Andere Krant, waarvan, opmerkelijk genoeg, de redactieleden die ik ken wel degelijk democratisch zijn. Dat zij tegen de dictatuur van de staat zijn is prijzenswaardig, vooral ook omdat ook zij beseffen dat de staat in handen is gevallen van de neoliberale elite die elke controle van de staat afwijst. De Karel Beckman’s claimen echte ‘libertariërs’ te zijn die onvermoeibaar strijden voor de optimale vrijheid van het individu en daarom tegen de ‘democratie’ en de ‘staat’ zijn. Zelfs het laatste restje controle op de graaizucht van de neoliberale rijken moet ogenblikkelijk afgeschaft worden om deze parasieten, die in elke beschaving leven, vrij baan te geven. Het laatste beetje bescherming tegen het onverzadigbare egoïsme van de neoliberale uitvreters moet kalt gesteld worden. De armen en gediscrimineerden moeten het zelf maar uitzoeken. De wereld dient volledig overgeleverd te worden aan de millennia-oude natuurwet die luidt dat de sterkste wint. Deze mentaliteit demonstreert geen libertaire levenshouding, maar toont de dictatuur van de a-sociaal. De echte vrijheidsdenkers werden in het verleden niet door het kapitaal gefinancierd, maar verdwenen juist achter de tralies, zoals Emma Goldman; zij waren en zijn nog steeds niet te koop, ook al trachten geldschieters hen te corrumperen. En aldus ben ik precies aanbeland op het punt waar het hier om gaat. 

Vanmiddag werd ik opnieuw gebeld door een redactielid van De Andere Krant die mij verzocht om op mijn weblog te melden dat inmiddels de redactievergadering, die eerder door hoofdredacteur Beckman was afgeschaft, onder druk van de redactie, in ere is hersteld. Mij werd verzekerd dat Beckman en de redactie één gesloten front vormen tegen het dreigende ‘fascisme’ van de staat, wat bekend staat als ‘de totalitaire democratie,’ waarvoor progressieve Amerikaanse intellectuelen al sinds de jaren vijftig waarschuwen. Zo zette in 1958 de baanbrekende Amerikaanse socioloog C. Wright Mills uiteen dat:

We cannot today merely assume that in the last resort men must always be governed by their own consent. For among the means of power which now prevail is the power to manage and to manipulate the consent of men. That we do not know the limits of such power, and that we hope it does have limits, does not remove the fact that much power today is successfully employed without the sanction of the reason or the conscience of the obedient.

Surely nowadays we need not argue that, in the last resort, coercion is the ‘final’ form of power.


In zijn essay The Structure Of Power In American Society wees Mills erop dat:


Intellectual ‘conviction’ and moral ‘belief’ are not necessary, in either the rulers or the ruled, for a ruling power to persist and even to flourish. So far as the role of ideologies is concerned, their frequent absences and the prevalence of mass indifference are surely two of the major political facts about the western societies today… if men do not make history, they tend increasingly to become the utensils of history-makers as well as the mere objects of history.


The history of modern society may readily be understood as the story of the enlargement and the centralization of the means of power — in economic, in political, and in military institutions. The rise of industrial society has involved these developments in the means of economic production. The rise of the nation-state has involved similar developments in the means of violence and in those of political administration… The top of modern American society is increasingly unified, and often seems willfully coordinated: at the top there has emerged an elite whose power probably exceeds that of any small group of men in world history. The middle levels are often a drifting set stalemated forces: the middle does not link the bottom with the top. The bottom of this society is politically fragmented, and even as a passive fact, increasing powerless: at the bottom there is emerging a mass society,


voortgedreven door geconditioneerde reflexen van zowel de cynische elite, de angstige middenklasse als de onverschillige onderkaste. Het begrip vrijheid speelt hierbij in zowel het Westen als in Rusland en China geen enkele rol van betekenis. En dit is al decennialang het geval, zonder dat dit in kringen van de zogeheten polder-intelligentsia tot een serieuze gedachtenuitwisseling heeft geleid. Opmerkelijk is in dit verband dat in De Groene Amsterdammer van 20 maart 2009 de hoogbejaarde opiniemaker van het polder-establisment, H.J.A. Hofland, beweerde: 


De Volkskrant en NRC Handelsblad zijn elitaire kranten. Dat is geen nadeel. Een natie kan niet zonder een politiek-literaire elite, zoals ze ook niet kan zonder een medische elite, een juridische elite of een elite van ingenieurs.

https://www.groene.nl/artikel/de-toekomst-van-bedrukt-papier 


Dit kan allemaal wel waar zijn, maar tegelijkertijd heeft Nederland al sinds eind jaren zeventig het zonder een functionerende ‘politiek-literaire elite’ moeten stellen. Die elite van mijn generatiegenoten lieten zich maar al te graag corrumperen door de macht, in de overigens terechte verwachting dat zij een graantje zouden mogen meepikken. De lezers van mijn weblog weten wie ik hiermee bedoel, ik heb hun opportunisme maar al te vaak bekritiseerd. Nederland telt nog geen handjevol niet gecorrumpeerde kritische geesten, en allen zijn gemarginaliseerd. Ik heb dit de afgelopen halve eeuw van binnenuit kunnen constateren. Ik denk dan ook dat de joods Hongaarse auteur Imre Kertész, die ondermeer Auschwitz en Buchenwald overleefde, veel dichter bij de waarheid kwam toen hij in De verbannen taal (2004) schreef: 


Het is in ieder geval een twintigste-eeuws verschijnsel dat politiek en cultuur niet alleen elkaars tegenpolen maar ook elkaars vijanden zijn geworden. Dit is geen natuurlijke ontwikkeling, en de politiek die losgekomen is van de cultuur en die door haar macht een onbegrensde en gewetenloze alleenheerschappij verwerft, zorgt voor enorme verwoestingen — zo niet in mensenlevens en materieel goed, dan toch in de psyche van de mensen. Het instrument van de verwoesting heet ideologie. In de twintigste eeuw, dit verschrikkelijke tijdperk van verlies van waarden, werden alle waarden ideologie… Haat en leugen: dit waren waarschijnlijk de twee belangrijkste in de politieke opvoeding die de twintigste-eeuwse mens meekreeg.


Wat wist Henk Hofland, de stem van de Nederlandse gevestigde orde, hier tegenover te stellen? Wel, het zeven decennialang verspreiden van kleinburgerlijke 'haat' en ‘leugens,' die Hofland een status en een inkomen hebben verzekerd. Maar, zoals bekend, elk imago is slechts schijn. Zo bezit het vlaggenschip van de Nederlandse 'politiek-literaire elite' een 'oorlogszuchtige' inborst. Hij bewondert 'vaderlandslievende eerzucht' en 'strijdlust,' de 'aandrift' om bloedbaden te veroorzaken onder de burgerbevolking van landen die weigeren de neoliberale dictaten van Washington en Wall Street klakkeloos op te volgen. Met begrippen als de 'begeerte' naar 'eer' verhulde hij een ernstige psychische stoornis. Gezien de dodelijke consequenties van de hedendaagse 'eerzucht' is het gerechtvaardigd te stellen dat hier sprake was van een levensgevaarlijke pathologie. Daarentegen sprak Nobelprijswinnaar Kertész vanuit ervaring toen hij benadrukte dat 'de twintigste-eeuwse mens' was geschoold in 'haat en leugen.' Het resultaat van 'dit verschrikkelijke tijdperk van verlies van waarden,' had tot gevolg dat 'alle waarden ideologie' werden. Bovendien wees Kertész erop dat het ‘een twintigste-eeuws verschijnsel [is] dat politiek en cultuur niet alleen elkaars tegenpolen maar ook elkaars vijanden zijn geworden.’


Ook die constatering werpt een vernietigend licht op bewering van de in Nederland alom bewonderde Hofland dat geen enkele 'natie zonder een politiek-literaire elite [kan].' Allereerst bestaat de door hem verzonnen 'politiek-literaire elite' niet, omdat, zoals  Kertész vaststelde, 'politiek en cultuur niet alleen elkaars tegenpolen maar ook elkaars vijanden zijn geworden.' Alleen een politicus beseft niet dat 'de politiek [is] losgekomen van de cultuur' en dat de politiek 'door haar macht een onbegrensde en gewetenloze alleenheerschappij verwerft,' en op die manier 'zorgt voor enorme verwoestingen — zo niet in mensenlevens en materieel goed, dan toch in de psyche van de mensen.' En 'Het instrument van de verwoesting heet ideologie.' 


De literatuur staat daar haaks op, zij streeft niet naar macht, maar naar begrip, zij is niet uit op het mobiliseren van de massa middels simplistische slogans, maar juist op het tegenoverstelde; zij wil het individu een groter begrip van het complexe bestaan geven. De schrijver leert het individu zichzelf kennen, waardoor hij zich kan bezinnen voordat hij begint. De literatuur is gelaagd, de politiek ééndimensionaal, vandaar dat zij twee gescheiden werelden vormen, en ‘never the twain shall meet.’ De literator bereidt geen enkele oorlog voor, de politicus en zijn pleitbezorgers in de media wel. Hoflands 'politiek-literaire elite' bestaat net zo min als 'de democratie' in het neoliberale totalitarisme. 


Hoflands claim was kenmerkend voor zijn snobistische hunkering om niet te worden gezien als slechts een letterknecht van de mainstream-pers. Want zelfs de grijze eminentie besefte maar al te goed dat hij in werkelijkheid een propagandist van commerciële belangen was, en dat hij daarom gebruik moest maken van politieke aandriften, van cliché's en sentimenten om zijn boodschap in een kleinburgerlijk land zonder een kritische intelligentsia, rond te kunnen bazuinen. Opiniemakers die door een ideologische bril de wereld bekijken, zijn geen journalisten, maar propagandisten.


En op die manier keer ik terug naar de hoofdredacteur van De Andere Krant, en zijn redactie. Wat zij weigeren in te zien is dat Karel Beckman’s neoliberale ideologie, met zijn uitspraken als dat ‘in onze democratie het socialisme heeft gezegevierd over het liberalisme. De Broederschap heeft het gewonnen van De Vrijheid,’ haaks staan op de gedachten van de redactie. Vandaar mijn vraag aan de mensen die De Andere Krant hebben opgezet, en aan alle redactieleden: wat is jullie exacte reden  geweest om Karel Beckman hoofdredacteur te maken? Zijn ideologie? Geld? In afwachting van jullie antwoord:

vriendelijke groet

stan van houcke





https://childrenshealthdefense.org/defender/rich-getting-richer-poor-getting-poorer-new-data/





Geen opmerkingen:

US Jews and Non-Jews Working Together

  Husam Zomlot @hzomlot · 12 u Moving 12:07 a.m. · 25 apr. 2024 · 11,8K Weergaven https://twitter.com/ofercass/status/1783256489295052990