vrijdag 4 september 2020

Chris Kijne en de Gesubsidieerde Onwetendheid 5

 

Wat drijft omroepjournalist Chris Kijne? Zelf zegt hij hierover:

Zet mij achter een microfoon en ik ben gelukkig. Het moet voortkomen uit een diepe behoefte om gehóórd te worden, die ik herken uit mijn vroegste jeugd: als iemand niet naar mijn kinderverhalen wilde luisteren, werd ik razend. Misschien komt het wel door mijn vader, die dominee was.

https://over.nos.nl/onze-mensen/47/chris-kijne 


Dit verklaart veel, zo niet alles. Kijne wil sinds zijn ‘vroegste jeugd’ hoe dan ook ‘gehóórd’ worden. Net als zijn ‘vader’ het judeo-christelijke geloof verspreidde, zo verspreidt Chris vandaag de dag de neoliberale geloof. Hij bezit een ‘diepe’ drang zich te manifesteren; juist dat maakt hem ‘gelukkig.’ Het is belangrijk dit niet te vergeten. Niet zozeer omdat er maar bitter weinig journalisten die dit publiekelijk toegeven, maar vooral omdat zijn journalistieke motief niet is om allereerst zijn publiek te informeren, maar om ‘gehóórd te worden.’ Een dergelijk iemand zal alles eraan doen om een zo groot mogelijke massa te bereiken. Daarvoor moet Kijne zijn ‘verhalen’ aanpassen aan de smaak en het intellectuele niveau van het luister- en kijkvolk. Hij dient namelijk coûte que coûte ‘gehóord’ te worden. Zo niet dan ‘werd’ hij al als kind ‘razend.’ Dit is misschien wel de belangrijkste reden dat voor Chris ‘de waarheid’ niet cruciaal is. Doorslaggevend is zijn geldingsdrang, hij moet door zijn publiek bevestigd worden.


Chris Kijne is een sprekend voorbeeld van wat Hannah Arendt de gedachteloosheid noemde, een houding die zo duidelijk maakt dat het blinde geloof in de Verlichting met zijn Vooruitgangsideologie zelfbedrog is. Degene die dit als eerste ontdekte was Gustave Flaubert. Al in de negentiende eeuw ontmaskerde de Franse auteur de veronderstelling dat door de Vooruitgang de domheid zou wijken, een illusie die volgens de van origine Tsjechische auteur Milan Kundera ‘de grootste ontdekking was van een eeuw die zo trots was op haar wetenschappelijke rede.’ In werkelijkheid vervaagt ’de dwaasheid niet ten overstaan van de wetenschap, de techniek, de vooruitgang of het moderne, integendeel, met de vooruitgang gaat ook zij vooruit!’ De ‘moderne dwaasheid betekent niet de onwetendheid, maar de gedachteloosheid van pasklare ideeën,’ waardoor de: 


flaubertiaanse ontdekking voor de toekomst van de wereld belangrijker [is] dan de meest schokkende gedachten van Marx of Freud. 


Zo'n tachtig jaar nadat Flaubert zijn Emma Bovary bedacht had, in de jaren dertig van de vorige eeuw (negentiende eeuw. svh), zal een ander groot romancier, Hermann Broch, spreken over de heroïsche inspanningen van de moderne roman die zich verzet tegen de golf van kitsch, maar er tenslotte door gevloerd zal worden. Het woord kitsch verwijst naar de houding van degene die tot elke prijs zoveel mogelijk mensen wil behagen. Om te behagen dien je je te conformeren aan wat iedereen wenst te horen, in dienst te staan van de pasklare ideeën, in de taal van de schoonheid en de emotie. Hij beweegt ons tot tranen van zelfvertedering over de banaliteiten die wij denken en voelen. Na meer dan vijftig jaar wordt de kernspreuk van Broch nu alleen nog maar meer waar. Op grond van de dwingende noodzaak te behagen en zo de aandacht van het grootst mogelijke publiek te trekken, is de esthetiek van de massamedia onvermijdelijk die van de kitsch en naarmate de massamedia ons gehele leven meer omsluiten en infiltreren, wordt de kitsch onze dagelijkse esthetiek en moraal. 


De hierboven beschreven context maakt duidelijk welke desastreuze rol de mainstream-media in het Westen spelen. Een voorbeeld: augustus 2020 schreef Chris Kijne dat zowel de Republikeinse- als Democratische Partij in de VS:


allebei de overwinning van de ander afschilderen als de apocalyps, armageddon, het einde van Amerika. Een totale patstelling, een volkomen vastgelopen politiek systeem, een situatie die alles in zich heeft een selffulfilling prophecy te worden. Want inderdaad: als de politiek zó functioneert, is er geen redden meer aan. 


Hoewel voor Kijne en de zijnen hier sprake is van een nieuw fenomeen, is deze ontwikkeling zeker sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw door talloze vooraanstaande westerse intellectuelen beschreven en geanalyseerd, zonder dat de ‘corporate media’hieraan structurele aandacht hebben besteed. Als domineeszoon mag hij dan wel ‘een diepe behoefte’ hebben ‘om gehóord te worden,’  maar de vraag is: wat heeft hij te vertellen, in dit geval over de VS? Wie laat hij aan het woord, en waarover? Wat weet hij over ‘Pax Americana,’ zoals opiniemaker Ian Buruma het Amerikaans imperium zo graag betitelt? Wat vooral opvalt is Kijne’s foutieve gebruik van het begrip ‘democratie,’ oftewel ‘volksheerschappij.’ Het dringt niet tot hem en de rest van de polderpers door dat de Verenigde Staten geen‘democratie’ is, maar een ‘oligachie,’ oftewel de heerschappij van een uiterst kleine elite die ‘behoort tot een bevoorrechte klasse of stand,’ dus juist precies het tegenovergestelde van wat Kijne beweert. Als outsider uit een klein land meent Kijne het beter te weten dan insiders zoals niet alleen voormalig president Jimmy Carter, maar tevens een aanzienlijk aantal Amerikaanse intellectuelen die ik de afgelopen vijftien jaar op mijn weblog uitgebreid heb geciteerd. Ondanks Kijne’s in het oog lopend gebrek aan kennis en inzicht als ‘Amerika-watcher’ is hij toch door de Hilversumse omroepbonzen wederom naar voren geschoven om het Nederlandse publiek te informeren over de Verenigde Staten, een land van bijna 330 miljoen inwoners. Een ander verzwegen aspect van ‘Amerika’ is dat de macht niet gecentreerd is in Washington, maar op Wall Street. Jaren geleden wees de bekende Amerikaanse stand-up comedian George Carlin zijn publiek op het volgende:


Forget the politicians. The politicians are put there to give you the idea you have freedom of choice. You don't. You have no choice. You have owners. They own you. They own everything. They own all the important land, they own and control the corporations that have long since been bought and paid for, the senate, the congress, the state houses, the city halls, they got the judges in their back pocket, and they own all the big media companies so they control just about all of the news and the information you get to hear. They got you by the balls! They spend billions of dollars every year lobbying to get what they want. Well, we know what they want. They want more for themselves and less for everybody else. But I'll tell you what they don't want. They don't want a population of citizens capable of critical thinking. They don't want well informed, well educated people capable of critical thinking. They're not interested in that. That doesn't help them. That is against their interest. 


You know what they want? They want obedient workers. Obedient workers, people who are just smart enough to run the machines and do the paperwork. And just dumb enough to passively accept all these increasingly shitty jobs with the lower pay, the longer hours, the reduced benefits, the end of overtime and vanishing pension that disappears the minute you go to collect it, and now they’re coming for your Social Security money. They want your retirement money. They want it back so they can give it to their criminal friends on Wall Street, and you know something? They’ll get it. They’ll get it all from you sooner or later because they own this fucking place! It's a big club, and you ain’t in it! You, and I, are not in the big club.


By the way, it's the same big club they use to beat you over the head with all day long when they tell you what to believe. All day long beating you over the head with their media telling you what to believe, what to think and what to buy. The table has tilted folks. The game is rigged and nobody seems to notice. Nobody seems to care! Good honest hard-working people; white collar, blue collar it doesn’t matter what color shirt you have on. Good honest hard-working people continue, these are people of modest means, continue to elect these rich cock suckers who don’t give a fuck about you… they don’t give a fuck about you… they don’t give a FUCK about you!


They don’t care about you at all… at all… AT ALL!  And nobody seems to notice. Nobody seems to care. Thats what the owners count on. The fact is that Americans will probably remain willfully ignorant of the big red, white and blue dick thats being jammed up their assholes, everyday, because the owners of this country know the truth: it's called the American Dream, because you have to be asleep to believe it.

https://www.youtube.com/watch?v=AtgfzzwoyK4 



Het zal Kijne allemaal te populistisch in de oren klinken, maar dat wil niet zeggen dat Carlin’s analyse onjuist is. Mijn oude collega zou er goed aan doen zich te verdiepen in de materie. Ik raad hem aan het in augustus 2020 verschenen, 418 pagina’s tellende boek, Understanding The War Industry te lezen, geschreven door de Amerikaanse militaire veteraan en onderzoeker Christian Sorensen. Het uitgebreid gedocumenteerde werk werd door Richard Falk, de prominente Amerikaanse emeritus hoogleraar internationaal recht aan de ivy league Princeton University, beoordeeld als een: 


devastating account of American militarism, brilliantly depicted, and exhaustively researched in an authoritative manner. Sorensen’s book is urgent, fascinating reading for anyone who wants to save the country and the world from political, economic, and ecological disaster. Its message is so convincingly delivered that it will change many open minds forever and for the better. 


Understanding The War Industry wordt als volgt aangekondigd:

 

HOW WAR CORPORATIONS’ DRIVE FOR PROFIT

DRIVES AMERICA’S ENDLESS WARS


The War Industry infests the American economy like a cancer, sapping its strength and distorting its creativity while devouring its treasure.


Stunning in the depth of its research, Understanding the War Industry documents how the war industry commands the other two sides of the military-industrial-congressional triangle. It lays bare the multiple levers enabling the vast and proliferating war industry to wield undue influence, exploiting financial and legal structures, while co-opting Congress, academia and the media. Spiked with insights into how corporate boardrooms view the troops, overseas bases, and warzones, it assiduously delineates how corporations reap enormous profits by providing a myriad of goods and services devoted to making war, which must be rationalized and used if the game is to go on:  advanced weaponry, drones and nukes; invasive information technology; space-based weapons; and special operations—with contracts stuffed with ongoing and proliferating developmental, tertiary and maintenance products for all of it.

https://www.claritypress.com/product/understanding-the-war-industry/ 


Onderzoeksjournalist Andrew Cockburn, auteur van Kill Chain: The Rise of the High Tech Assassins (2018) schreef: 


To an ever-increasing extent, the business of America is the business of war. But although Americans live in the shadow of a war economy, few understand the full extent of its power and influence. Thanks to Christian Sorensen’s deeply researched book into the military-industrial complex that envelops our society, such ignorance can no longer be an excuse.


In het Voorwoord maakt de academicus Sorensen meteen duidelijk waar het allemaal om draait:


President Dwight D. Eisenhower warned us about the military-industrial-congressional triangle (MIC) in his famous farewell address in January 1961. He referred to it as the military-industrial complex, omitting the congressional side, which had been present in earlier drafts of his address. Eisenhower warned: 


‘We must never let the weight of this combination [the military-industrial-congressional complex] endanger our liberties or democratic processes… Only an alert and knowledgeable citizenry can compel the proper meshing of the huge industrial and military machinery of defense with our peaceful methods and goals.’


Clearly, the warning has gone unheeded. Today, in the twenty-first century, the MIC (military-industrial-congressional complex. svh), rather than being curtailed, has demonstrably further penetrated the institutions of U.S. government. The MIC may be viewed as an insulated war-promoting configuration comprised of the Pentagon, the headquarters of the U.S. Armed Forces; industry, the corporations that develop and sell goods and services to the U.S. and allied governments; and the U.S. Congress, which implements policies and authorizes the funding for the Pentagon… 


war corporations — the industrial part of the MIC — now hold the most power in the trifecta (driespan. svh). The Pentagon no longer controls the U.S. war industry. Industry runs the show. Industry employs expansive, sometimes pernicious, operations in order to dominate political processes and military functions. 


What has happened in the Department of Defense has happened across the U.S. government. Corporatization of government functions is taking place everywhere. A few recent examples include the Environmental Protection Agency colluding with chemical corporations, the Food & Drug Administration aiding giant agri-businesses, and the Federal Communications Commission working to repeal net neutrality. Corporations that break the law are less and less likely to face punishment. The U.S. government serves corporate interests. And the raison d’être of corporations is to maximize profit. Nowhere is this more evident than in the Department of Defense, which will be referred to herein by its former, more accurate name: the Department of War. An honest acknowledgment of reality is the first step to understanding the war industry. 


This book proceeds on the basis of a few foundational facts: 


(1) The United States of America is no longer a republic, but an oligarchy. 

(2) Capital is concentrated in very few hands. 

(3) The Department of War is not the predominant decision-maker on matters of war and peace. The boardrooms of U.S. corporations are. This unelected bureaucracy has attained war-making authority without democratic debate, let alone democratic support. 


The information provided here regarding corporations comes from the Pentagon’s daily contract announcements, unless otherwise cited. Individually, these daily announcements seem of little import. But years of cataloguing and arranging the contracts have yielded significant details, patterns, and themes, documented here. As a hero of mine once said, ‘A lot of tape and a little patience make all the difference.’ The reporting of journalists, brochures and press releases issued by corporations, interviews, and my own independent experiences supplement my research. As this book confirms, the wars the U.S. government wages do not cater to the needs of the U.S. citizenry. Today’s wars are propelled by the need of corporate behemoths to accrue ever greater profits. U.S. public opinion has no effect on decisions of war and peace. The public may feel free to comment, but the path had already been chosen.


In tegenstelling tot de westerse commerciële pers schuwt Sorensen politiek taalgebruik, dat, aldus George Orwell, ‘is designed to make lies truthful and murder respectabel, and give an appearance of solidity to pure wind.’ Chris Kijne’s diepe geloof in wat hij de ‘Amerikaanse democratie’ noemt is daarvan een kenmerkend voorbeeld. Als outsider bekritiseerde hij Bruce Springsteen omdat de zanger ‘intens ontgoocheld’ is ‘over de manier waarop in zijn ogen dat land van gelijke kansen voor iedereen verkwanseld wordt. Hoe de belofte verdronken wordt in haat en verdeeldheid.’ Nog eind 2018 schreef Kijne na een Springsteen-concert: 


Wat had ik graag samen met Springsteen eindeloos gedraald in die menigte die nog lang na bleef zinderen op de hoek van 57th Street en Seventh Avenue. Kijk, had ik tegen hem gezegd: dit bestaat ook. En niemand kan het kapot krijgen, heus. Er is weer een nieuwe afslag, na de volgende bocht, gelóóf het.


Nu ben ik er in mijn eentje blijven staan tot het in al mijn vezels was doorgedrongen. Het is er nog, mijn Amerika, hun Amerika, zijn Amerika.

https://www.vpro.nl/lees/columns/chris-kijne/het-beloofde-land.html 



Het geloof in wat de domineeszoon Kijne ‘Het Beloofde Land’ noemt, is —  zoals bij elke gelovige — onverwoestbaar. En omdat geloof blind maakt, is hij voor Hilversum en de mainstream-media de aangewezen boodschapper om over ‘Amerika’ te berichten. Hij doet dit met politiek taalgebruik dat Christian Sorensen juiust zorgvuldig vermijdt. Hij schrijft daarover: 


A note on the terms I use. The war industry refers specifically to the corporations that design, market, and sell goods and services (including war and ‘intelligence' products) to the U.S. government and allied governments and regimes around the world. Calling themselves ‘defense contractors,’ war corporations do more than design and pitch products. They also plot, plan, fabricate, test, qualify, assemble, produce, inspect, package, deliver, sustain, maintain, upgrade, and redesign products. They are focused on maximizing profit. 


The headquarters of the U.S. Armed Forces is a building known as the Pentagon, which sits in Arlington, Virginia, overlooking the Potomac River. The word ‘Pentagon’ is used as a metonym (verandering van naam. svh) for the entire U.S. Department of War. Most soldiers, sailors, airmen, and Marines are not part of the MIC. Only the high-ranking generals and admirals are. Enlisted troops join the U.S. Armed Forces largely for economic reasons (though it can be comfortable for them to couch their participation in traditionally patriotic terms), as the uniform is one of the few well-paying jobs remaining in an economy that Wall Street and D.C. (District of Columbia, het federale district waar Washington in ligt. svh) have systematically gutted using neoliberal economic policies. 


I refer to neoliberal economic policies throughout this book. These policies decrease government monitoring and regulation of corporate activity; allow free movement of corporate goods and services across borders; cut spending on healthcare, education, and public infrastructure; export and automate jobs; and sell off such government assets and services as schools, transportation, and utilities. The U.S. war industry thrives in D.C.’s embrace of neoliberalism. 


Once in a while I use the term war machine. This term encompasses the entire beast: the war industry, the uniformed troops who fight the wars, the Pentagon officials (generals, admirals, and senior civilians), and Capitol Hill. 


References to ‘D.C.’ and the ‘D.C. regime’ are used as a metonym for the elites who have flocked to the greater metropolitan D.C. area. These terms reflect the bipartisan pro-war consensus that festers on Capitol Hill (waar het Congres is gevestigd. svh) and the surrounding municipal enclaves of the oligarchy. 


Once in a while I reference U.S. Empire or U.S. imperialism. I do so in accordance with the following definition: U.S. imperialism (noun) — the attempt of the major capitalist state (armed, aided, and abetted by the U.S. war industry) to impose its will on the world, particularly the global south. 


War profiteering is the primary motivator of D.C.’s wars. Other motivating factors — like the Zionist lobby and D.C.’s desire to control the world’s remaining oil reserves — align well with or overlap with U.S. war profiteering. 


The word mercenary (huurling. svh), as used here, refers to personnel who work for war corporations, nominally under the U.S. flag, while receiving greater financial pay than their uniformed peers. Therefore, a mercenary is not just someone who is paid well to pick up a weapon, but also those who are paid well to do tasks (e.g. logistics, IT, cyber, maintenance) that were traditionally carried out by uniformed U.S. Armed Forces personnel. The war industry prefers the term ‘contractor.’ I use mercenary. 


Finally, I often use the verb corporatize instead of ‘privatize,’ because I believe it best captures the visceral (diepgewortelde. svh) power grab associated with privatization of government activities.


Hoewel voor de Hilversumse omroepjournalist Chris Kijne de VS een ‘altijd inspirerende democratie,’ blijft -- een geloof dat 'in al mijn vezels' is 'doorgedrongen' -- is de drijfveer van de Amerikaanse oud-militair Christian Sorensen  om allereerst duidelijk te maken dat de VS juist geen ‘democratie’ meer is, laat staan een ‘inspirerende.’ Hij schrijft:


A people must be informed in order to keep their democracy healthy and functioning. It is my hope that this book contributes, even slightly, to the full awakening of the U.S. public — citizenry and residents together — so they can confront those who have turned the United States into a nation of permanent warfare at their expense. Peacefully, of course. We’re all in this together.


Maar dit verhaal zult u nooit van Chris Kijne horen, want die wil ‘gehóord’ worden door een zo groot mogelijk publiek. Zo werkt kitschnu eenmaal. Meer daarover de volgende keer.






Geen opmerkingen: