De opkomst van de Aziatische reuzen China en India
door JONATHAN VAN TONGEREN op
De opkomst van de Aziatische reuzen China en India
door JONATHAN VAN TONGEREN op 18 DECEMBER 2018
In een onlangs verschenen bundel over China en India in hun regionale en mondiale context, onder redactie van Michael Staack en David Groten van de Universiteit van de Bundeswehr in Hamburg, wordt de steeds belangrijker rol van deze twee landen in de wereldpolitiek geanalyseerd.
Dit jaar had, mede door de nieuwe Amerikaanse importheffingen op Chinese producten, India voor het eerst sterkere economische groei dan China. De op twee na grootste economie van Azië had in het eerste kwartaal een groei van 7,7 procent, China ‘slechts’ 6,8 procent. Met een bevolking van 1,382 miljard ligt de Volksrepubliek weliswaar nog voor op India met 1,31 miljard inwoners. Maar in de komende vijf tot tien jaar zal India China in dit opzicht inhalen.
Het Chinese model
Beide regeringsleiders, Narendra Modi en Xi Jinping willen de uitstraling en macht van hun landen in vroeger eeuwen herstellen. De Indiër zet daarbij bewust in op het Chinese model en niet op het westerse, hoewel India een parlementaire democratie is en China een eenpartijstaat. Sinds de verkiezingszege van India’s premier Modi en zijn hindoeïstisch-nationalistische partij heeft het economische en buitenlandse beleid van India zich – internationaal weinig opgemerkt – radicaal gewijzigd.
Beide reuzen bevinden zich in opkomst en in concurrentie met elkaar. Maar terwijl Modi nog met de modernisering van zijn land worstelt, heeft de Chinese leiding onder Xi Jinping reeds een mondiale leiderschapsrol in het vizier. De wereld bevindt zich niet pas sinds de verkiezingsoverwinning van Donald Trump in ingrijpende politieke en economische machtsverschuivingen. China wordt in politiek en economisch opzicht steeds sterker en ook de militaire capaciteiten van het land worden steeds kritischer bezien.
Shanghai-samenwerking
Dit mag echter niet leiden tot onderschatting van India, dat ook in zijn krijgsmacht investeert, onder andere vanwege de moeizame verhoudingen met buurlanden als Bangladesh en met name Pakistan. Talrijke grensgeschillen op het Indisch subcontinent blijven onopgelost. Defensiesamenwerking, die eventuele spanningen zou kunnen dempen, is volgens de auteurs niet in zicht. Wie zijn informatie uit de mainstream media betrekt, zou het zomaar kunnen aannemen, maar in werkelijkheid werken India en China wel degelijk samen binnen de Shanghai Samenwerkingsorganisatie (SSO), waarvan verder ook Pakistan lid is en Bangladesh lid wil worden. Ook Rusland is lid van deze organisatie en werkt op Defensiegebied zowel met India als Pakistan samen qua wapenleveranties, instructie en militaire oefeningen. Op deze manier wordt er wel degelijk het nodige gedaan om te voorkomen dat conflicten opnieuw oplaaien, zij het langs indirecte weg.
Met zijn uiteenzettingen wil het boek bijdragen aan een zakelijk en op feiten gebaseerd debat over de geopolitieke problemen in de regio, schrijft de redactie in de inleiding. Dat feiten als hierboven beschreven veronachtzaamd worden, maakt wel duidelijk dat de bundel hierin niet geheel overtuigend is.
Nieuwe Zijderoutes
Tot de 100e verjaardag van de Volksrepubliek China in 2049 stelt Peking zich ten doel de Chinese natie weer op de kaart te zetten als Rijk van het Midden, niet van Azië, maar van de wereld wel te verstaan. Sinds enkele decennia timmert China zodoende aan de weg om zich te vestigen als economische macht in Azië, Afrika, Europa, Australië, Latijns-Amerika en zelfs Noord-Amerika. China heeft de Verenigde Staten inmiddels ingehaald als grootste exportmacht ter wereld. Met het transcontinentale infrastructuurproject van de Nieuwe Zijderoutes heeft China een ambitieus meerjarenproject voorgenomen. Langs nieuwe routes over land en zee moeten nieuwe afzetmarkten en grondstoffen ontsloten worden.
Modinomics
In de laatste bijdrage aan de bundel poogt Heinz Nissel de vraag te beantwoorden of India tot nieuwe Aziatische groeimotor uit zal groeien. Modi’s hervormingsprogramma, ‘Modinomics’ genoemd, is het grootste sinds India onafhankelijk werd. Het heeft de potentie India ver naar voren te slingeren op de weg naar de modernisering. Nissel noemt Modi dan ook, na Gandhi en Nehru, een van de belangrijkste leiders van India. Dat India een parlementaire democratie is, is daarbij eerder een nadeel ten opzichte van China. Want een volgende Indiase regering kan weer een hele andere koers inzetten, terwijl Peking zich op de lange termijn richt.
Hoe dan ook zullen China en India in belangrijke mate mede vormgeven aan de toekomst van de wereld. China is daarbij veel verder dan India, maar India heeft een beduidende inhaalslag ingezet. Jammer genoeg ontbreekt het in het boek aan een analyse van de complexe verhoudingen tussen de twee landen zelf.
Michael Staack/David Groten.(red.), China und Indien im regionalen und globalen Umfeld (Verlag Barbara Budrich: Opladen 2018), gebonden, 196 pagina’s.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten