Verschil?
'Als ergens blijkt dat de islam kwaadaardige trekken heeft,
is het wel in het Midden-Oosten.'
is het wel in het Midden-Oosten.'
November 2009 verklaarde de joods-Israelische filmmaker Eyal Sivan het volgende tegenover mij:
het moderne antisemitisme in Europa is het filosemitisme. De jood is heilig verklaard. We zien een liefde voor joden, louter en alleen omdat ze joden zijn. Voor de filosemiet blijft een jood De Ander, de buitenstaander, net als voor de antisemiet. Als we het over Israel hebben dan hebben we het in feite over Europa, over het Europese onvermogen om met De Ander te leven, over de continuïteit van het Europese antisemitisme dat zich nu tegen de Arabier richt, daarbij aangemoedigd door de zionistische propaganda. Opvallend is dat nu de joden in Europa worden geaccepteerd, zij grotendeels uit Europa zijn verdwenen. Het is als het ware alsof de wandelende jood eindelijk naar huis is gegaan, een gedachte die je zowel bij christenen als zionisten aantreft. Het Europees racisme heeft geleid tot de geboorte van Israel. Het filosemitisme komt tevens voort uit het Europees besef gefaald te hebben in de geschiedenis. Maar waar het in feite allemaal om draait is niet de liefde voor de jood, maar de liefde voor het slachtoffer. Die geeft de filosemiet, dus niet het slachtoffer, maar de filosemiet zelf het gevoel een goed mens te zijn.
Eerst enige achtergrond-informatie die duidelijk maakt hoe pathologisch het zogeheten Judeo-Christelijke geloof in de praktijk kan zijn. Ik citeer:
De Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) is de oudste Nederlandse politieke partij die in het parlement vertegenwoordigd is. De partij is van bevindelijk-gereformeerde signatuur en staat in de protestants-politieke traditie.
In haar statuten heeft de SGP haar grondslag als volgt geformuleerd:
‘De partij stelt zich op de grondslag van Gods Woord, zoals daarvan belijdenis gedaan wordt in de artikelen 2 tot en met 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Zij onderschrijft geheel en onvoorwaardelijk de Drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld in de Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren zestienhonderd achttien en zestienhonderd negentien.
Zij belijdt mitsdien het absoluut gezag van Gods Woord (naar de zuivere Statenvertaling) over alle terreinen van het leven en derhalve mede over het terrein van het staatkundige en maatschappelijke leven zoals nader uitgewerkt in het Program van Beginselen…
De SGP houdt vast aan de oude tekst van artikel 36 van de Nederlandse geloofsbelijdenis. Daarin wordt het streven genoemd:
‘En hun (van de overheid) ambt is, niet alleen acht te nemen en te waken over de politie, maar ook de hand te houden aan den heiligen kerkendienst; om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valsen godsdienst, om het rijk van den antichrist te gronde te werpen, en het Koninkrijk van Jezus Christus te doen vorderen, het woord des Evangelies overal te doen prediken.’
De ’21 woorden’ (om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valsen godsdienst, om het rijk van den antichrist te gronde te werpen) waren met name tegen de rooms-katholieken gericht. De synode van de Gereformeerde Kerk heeft ze in 1905 geschrapt. Ze werden toen ook niet meer gehanteerd door de gereformeerde Anti-Revolutionaire Partij (ARP). De SGP wilde ze echter handhaven en vond daarin de reden voor haar bestaan.
Dit artikel van de Nederlandse geloofsbelijdenis is als volgt terug te vinden in artikel 4 van het Program van beginselen van de SGP:
‘Wetgeving en bestuur mogen de prediking van het Evangelie niet hinderen, maar moeten deze bevorderen. De Kerk van Christus dient wel onderscheiden te worden van elke vereniging en moet naar eigen rechten beschermd worden. Dientengevolge behoren ongeloofspropaganda, valse religies en anti-christelijke ideologieën door de overheid uit het openbare leven te worden geweerd.’ […]
De SGP vormde bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2004 een kartel met de ChristenUnie. Verder was er voor het eerst een lijstverbinding met het CDA. Beide partijen maakten deel uit van de fractie Onafhankelijkheid en Democratie. De SGP had één lid in het Europees Parlement: Bas Belder.
Wie is deze Bas Belder? De Britse voormalige correspondent in Brussel van het internationaal persbureau Inter Press Service, David Cronin, schreef over hem:
Bas Belder, a Dutch politician, is among those Christian Zionists; hailing from a Calvinist background, he views Israel’s activities as the fulfilment of a biblical prophecy. Belder has said that ‘no day passes’ without him thinking of Israel, his ‘second homeland.’
Belder may have flouted the European Parliament’s rules.
Press reports indicate that he has taken part in a number of trips hosted by pro-Israel organizations over the past few years.
Under a code of conduct, the parliament’s members are required to declare all trips paid for by pressure groups. No declarations have been uploaded to the parliament’s website for Belder since September 2014. I asked Belder why he has not published details of how his visits to the Middle East were financed; he did not reply.
Belder has bragged of how right-wing members of parliament have used their ‘political weight’ to insist that policy documents criticizing Israel be watered down. In 2015, he wrote an article for The Jerusalem Post about his role in thwarting an attempt to have the European Parliament formally call for the release of all Palestinian political prisoners and for the labeling of goods from Israel’s settlements in the occupied West Bank.
Verder werd bekend dat uit:
onderzoek van onder meer de NOS blijkt dat onduidelijk is waaraan Belder zijn vergoeding van 4300 euro netto per maand besteedt. De parlementsleden krijgen de onkostenvergoeding netto boven op hun salaris.
Belder, die sinds 1999 in het parlement zit, heeft begin deze eeuw met de partij afgesproken om zijn uitgaven te verantwoorden. ‘Aanvankelijk kreeg het partijbestuur een accountantsverklaring, maar in latere jaren zijn geen verslagen meer ontvangen,’ aldus het partijbestuur in een verklaring.
Volgens berekeningen van de NOS heeft Belder sinds het begin van zijn mandaat als parlementslid minimaal 790.000 euro ontvangen aan onkostenvergoedingen.
Hoewel deze ‘Christen Zionistische’ volksvertegenwoordiger in 2019 het Europees Parlement zal verlaten, heeft hij nog steeds geen opheldering gegeven waaraan hij al dit gemeenschapsgeld besteed heeft. Hij is kennelijk van mening dat dit een zaak tussen hem en zijn ‘Judeo-Christelijke God’ is, de enige macht die dit slag burgers onvoorwaardelijk zegt te gehoorzamen. Hier doet zich iets opmerkelijks voor, want wat precies vertelt deze luchtgod allemaal aan de SGP-ers? Ik stel die vraag met nadruk vanwege het volgende:
‘De oprichter van de SGP en voorman van de Gereformeerde Gemeenten ds. G.H. Kersten handelde in politiek, economisch en godsdienstig gebied niet positief naar de Joden. Anders gezegd: hij handelde hierin antisemitisch.' Die conclusie trekt Herman M. van Beek in zijn masterscriptie ter afronding van zijn studie 'Geschiedenis van het christendom' aan de Leidse Universiteit. Van Beek onderzocht specifiek de houding van Kersten als SGP-leider tegenover de Joden. Daarvoor bestudeerde hij preken, artikelen en partijredes van Kersten... Kersten blijkt een aanhanger te zijn van de ‘vervangingstheologie.' De Joden kruisigden Jezus Christus en riepen daarmee het oordeel over zichzelf af. Kersten hield aan deze theologische opvatting vast, vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Van grote invloed op zijn denken was het leerbesluit van de synode van de Gereformeerde Gemeenten uit 1931. Het genadeverbond staat onder het eeuwige besluit van Gods verkiezing. Omdat de Joden niet meer de uitverkorenen van God waren, had Israël als volk en land voor Kersten afgedaan. Van Beek merkt op dat deze theologische visie destijds door veel meer gereformeerden werd beleden. Opmerkelijk is dat Kersten hierin meer op de lijn zat van de neocalvinist Abraham Kuyper... Vanuit deze uitgesproken afstandelijke houding én op basis van zijn theologische opvatting nam hij tegenover de Duitse bezetter een zeer lijdelijke houding aan. Van Beek noemt die houding tragisch. Als voorbeeld van die houding noemt hij de oproep aan de Vereniging van Gereformeerde Scholen (VGS), de scholen van de Gereformeerde Gemeenten, om Joodse kinderen bij de bezetter te melden. ‘Deze antisemitische maatregel werd zonder commentaar uitgevoerd.’
Ik kan u niet meer naar dit artikel verwijzen, aangezien het van internet is verdwenen. Wel kunt u elders het volgende lezen:
Scriptie over houding eerste SGP-leider tegenover Joden
BARENDRECHT - ‘Het optreden van ds. G. H. Kersten kenmerkt zich in economisch, politiek en theologisch opzicht door antisemitisme.’ Deze pijnlijke conclusie trekt Herman van Beek MA uit Barendrecht in zijn afstudeerscriptie over de houding van de eerste SGP-leider tegenover de Joden… ‘Op cruciale momenten, zoals bij Jodendeportaties, zweeg hij. Hij moet het hebben gezien hoe de Joden in Rotterdam vanuit Loods 24 werden gedeporteerd naar Westerbork. Hij liet geen protest horen.’
Ook op andere momenten liet hij zich niet positief uit over de Joden. ‘Gezien de grote hoeveelheid werklozen die Nederland net voor de oorlog telde, wilde Kersten liever geen Joodse vluchtelingen uit Duitsland opnemen. In de Tweede Kamer zei hij:
“Zij hebben niet alleen de macht, maar de Joden eigenen zich ook het kapitaal toe, dat zij beheersen; () doch de vrijmetselarij () en het communisme, dat in de Joden ontzaglijke macht heeft, noopt meermalen om tegen hen positie te kiezen.”’ […]
Pijnlijk is… de kwestie van een Joods meisje in Veenendaal, Mirjam de Groot. ‘Ds. R. Kok, die vond dat Nederland zich wel moest verzetten tegen de overheersing van de Duitsers, wilde haar beschermen. Kersten was het daar niet mee eens en zette de Veenendaalse school uit de scholenbond.’
Hoe ds. Kersten de kwestie van het Joodse meisje afwikkelde, is volgens Van Beek typerend voor de manier waarop de predikant omging met minderheden of mensen die een andere visie hadden…
Als verzachtende omstandigheid voert de godsdienstleraar (Van Beek. svh) aan dat de gedachten van Kersten breed leefden in de christelijke wereld. ‘Ook binnen hervormd-gereformeerde en christelijk gereformeerde kring (prof. H. Visscher en prof. G. Wisse) waren zijn gedachten gemeengoed. Zelfs gereformeerde volgelingen van Abraham Kuyper (H. H. Kuyper, H. Diemer en K. Dijk) en sommige rooms-katholieken waren er mee behept.’
De scriptiescribent concludeert na uitvoerig bronnenonderzoek dat ds. Kersten zijn handtekening niet heeft gezet onder een protesttelegram uit juli 1942 tegen Jodendeportaties. De SGP-jongeren en het deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten suggereerden dat wel in een advertentie die in 2002 tot tweemaal toe in deze krant verscheen. ‘De naam van de Gereformeerde Gemeenten stond er wel onder, maar dat was ten onrechte gebeurd. Iemand van het Interkerkelijk Overleg had dat zonder toestemming gedaan. Van een handtekening van Kersten was dus geen sprake.’ […]
Van Beek wil daar niet alleen Kersten op aankijken. ‘Het gebrek aan tegenspel en transparantie had ook te maken met het feit dat de achterban hem tot leider had gemáákt. Dat riekt naar heiligenverering. Er waren mensen die alles goed vonden als het maar uit de mond van Kersten kwam.’
Die gesloten cultuur is er volgens van Beek nog steeds. Zo wacht hij al lang op een officieel antwoord vanuit de Gereformeerde Gemeenten op de kwestie van de ondertekening van het protesttelegram uit 1942. Dezelfde geslotenheid ziet hij ook in de SGP. Van Beek adviseert de partij meer transparantie te betrachten: ‘Het zou de partij sieren als er meer openheid zou komen. Een mooi begin zou de vorming van een onafhankelijke commissie kunnen zijn die de rol van de SGP in de Tweede Wereldoorlog onderzoekt.’
Ik ben hier wat langer bij blijven stilstaan, niet zozeer om nog eens in herinnering te brengen dat ‘Gods wegen duister [zijn] en zelden aangenaam,’ zoals de onvolprezen auteur Bob den Uyl ooit eens schreef, maar vooral om te beklemtonen hoe ziekelijk de ‘Judeo-Christelijke God’ en zijn volgelingen zijn. Het ene moment fluistert Hij de gelovigen in dat ‘kinderen’ van zijn ‘uitverkoren volk’ moeten worden verraden aan de nazi’s en het volgende moment laat Hij een ‘Christen-Zionist’ van dezelfde Staatkundig Gereformeerde Partij weer weten dat ‘Israel’s activiteiten’ gezien moeten worden ‘als de vervulling van een bijbelse profetie,’ inclusief de grootschalige terreur tegen de Palestijnse bevolking. Vandaar ook dat de SGP van oordeel is dat ‘Jeruzalem de ongedeelde hoofdstad van Israël [moet] blijven, en de Nederlandse ambassade naar Jeruzalem [moet].’ De Palestijnen daarentegen dienen door het Westen scherp in de gaten te worden gehouden, en wat betreft ‘de organisatie voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA)’ die kan ‘gerust verdwijnen.’ Dat ook hier sprake is van een extremistische houding waarbij geen respect wordt getoond voor het internationaal recht, is niet verwonderlijk, aangezien ook de ‘Christen Zionisten’ in dezelfde sociopathische ‘God’ geloven, de tribale god van de Joden die ‘uit liefde voor de mens’ de mensheid (met voorop de Palestijnen) straft met hel en verdoemenis. Deze waanzin beïnvloedt een aanzienlijk deel van de Nederlandse christenen, niet alleen de SGP-ers, zo valt op te maken uit de houding van de christelijke politieke partijen ten opzichte van ‘het beloofde land.’ Het ontbreekt hen aan empathie voor de Ander, wat dit betreft zouden zij een voorbeeld kunnen nemen aan de humanistische visie van de Joodse advocate Felicia Langer. De ‘history correspondent’ van Haaretz, Ofer Aderet, schreef in zijn krant van 6 november 2018 over haar:
Holocaust survivor and Palestinians' rights lawyer Felicia Langer dies in exile at 87.
After the Six-Day War, attorney Felicia Langer opened an office near the Old City in Jerusalem and began representing Arabs. Langer was a strange type in the local topography: a Jewish Holocaust survivor with a Polish accent who adhered to European manners and believed in the ideology of communism.
‘Her engagement with Palestinians from the West Bank and Gaza Strip was perhaps the strangest thing in the Middle East,’ wrote attorney Michael Sfard. Her acquaintances saw in her a pathfinder in legal battles that advanced the human rights of Palestinians. Her enemies saw in her a traitor and accessory of terrorists.
Archival documents attest to the tense relationships between her and the Israeli establishment. In 1968 an intelligence officer in the military government in Hebron testified before the Legal Attaché of the West Bank that she ‘held extreme left-wing opinions.’ In 1975, the Foreign Ministry reported that the Shin Bet security service viewed her legal activities as being guided by political motivations to harm ‘the state and the image of the state.’ She faced threats to her life throughout her career. Occasionally, she felt compelled to hire a bodyguard.
Langer fought the expulsion of Palestinian leaders, housing demolitions of terror suspects, administrative detentions (imprisonment without charges), and torture. ‘She never hesitated to accuse the establishment of crimes and to represent her clients as victims of an evil regime,’ wrote Sfard.
When they called her ‘the defense attorney of terrorists,’ she replied that her clients were not terrorists, but ‘resistance fighters.’ ‘A people under occupation has the right to wage violent struggle,’ she said…
In 1990, she immigrated to Germany, after handling what she estimated to have been 3,000 cases. ‘I could no longer help the Palestinian victims in the framework of the existing legal system and its flouting of international law, which is supposed to protect the people that I defended,’ she said in an interview with Eran Torbiner. ‘It is forbidden to be silent; silence also can kill,’ she said, in explaining her call for the boycott of Israeli goods. As a German citizen, she called on Germany to fight the occupation.
Langer lived in Tübingen, teaching and writing books. Critics were angered by her comparison of Israel to the Nazis, and accused her of hypocrisy for ignoring the crimes of communist regimes. When she was asked once to describe her ‘love of homeland,’ she answered: ‘Hatred of occupation.’
She was born Felicia Veitt in the Polish town of Tarnow, close to the German border, a city with a large Jewish population. Seven days after the outbreak of the second world war, the Nazis occupied Tarnow and the Veitt family fled to Russia. There, Felicia’s father, a lawyer, was arrested because he refused to take a Soviet passport, for fear that he would not be allowed back into Poland when the war ended.
The family spent the rest of the war in one of Stalin’s gulags. Felicia’s father died in 1945, and she and her mother returned to Poland, where they found that many family members had perished. Despite these experiences, Felicia was an avid communist for the rest of her life.
En:
By 1990, Langer had decided she could no longer work within the Israeli legal system, and told the Washington Post: ‘I want my quitting to be a sort of demonstration and expression of my despair and disgust with the system.’
She added, articulating a dilemma that faces many human rights activists in Israel: ‘I realized that all this time, by bringing Palestinians to the courts, I had been legitimizing the system, but the system had not brought the Palestinians any justice. And I decided I couldn’t be a fig leaf for this system anymore.’
Geen van de Nederlandse mainstream-media besteedde enige aandacht aan de dood van deze dappere Joodse vrouw, een toonbeeld van humaniteit en respect voor het internationaal recht. Het spreekt voor zich dat Hannah Luden van het CIDI, en haar voorzitter van de jongerenorganisatie, Hidde J. van Koningsveld, geen enkel woord hebben gewijd aan Felicia Langer’s moed en waardigheid. Hun tribalisme belemmert dit. Zowel Luden als Van Koningsveld zijn een schoolvoorbeeld van een ernstige psychische stoornis, waarover Laurent Guyénot aan het eind van zijn boek From Yahweh To Zion (2018) schrijft:
We must hope that Jewish revolt against the divine sociopath will one day take on a collective character. The Jewish community has always been torn between an assimilationist tendency and a separatist tendency, between genuine thirst for universality and tribal particularism. All the tragedies it has experienced stem from the maneuvers of its elites opposing majoritarian (meerderheid. svh) aspirations to integration. These elites endlessly revive the tribal spirit from which they derive their power. It is under the double banner of the Holocaust and Israel that Jews are today called upon to strengthen their communal solidarity.
Only when the biblical Yahweh is correctly diagnosed and publicly exposed as a sociopathic myth will the Jews have a chance to collectively break away from his psychopathic bond, renounce the curse of being the chosen people, and learn to empathize with the rest of humankind. Until then, courageous Jews, from Jesus and Paul to Shlomo Sand and Gilad Atzmon, will continue to pave the way in solitude, vilified as self-hating Jews by those they wish to liberate.
Meer over de twee laatst genoemden de volgend keer.
CIDI heeft geretweet
Morgenavond organiseert CIJO een seminar met de bekende pro-Israël ster Chloé Valdary uit de VS. Valdary zal, aan de hand van haar 'Theory of Enchantment', (Joodse) studenten handvatten geven om het vijandige klimaat op campussen te counteren: https://www.facebook.com/events/1954797844638885/ … (1/2)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten