Op donderdag 19 april sprak de Tweede Kamer met minister van Buitenlandse Zaken Blok over Israël/Palestina. Aan bod kwam onder andere de handel in producten uit de illegale kolonies (‘nederzettingen’) die Israël heeft gesticht op de Palestijnse Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem.
(Not) Made in Israel
In de Tweede Kamer wordt al zo’n twintig jaar gesproken over de onwenselijkheid dat dergelijke producten – waaronder groenten, fruit, aardappelen, wijn, plastics en cosmetica – onder de noemer ‘Made in Israel’ worden ingevoerd. Niet alleen wordt op die manier een illegale praktijk witgewassen, daarnaast kwalificeren de betreffende producten zich ten onrechte voor handelsvoordelen onder het EU-Israël Associatieverdrag.
Naast de Palestijnse bevolking is de Nederlandse consument slachtoffer van deze praktijk. Zonder het te beseffen dragen Nederlanders al jaren bij aan de economie van de illegale Israëlische kolonies, en daarmee aan schendingen van de mensenrechten. Hoewel cijfers ontbreken zijn op deze manier vermoedelijk tientallen miljoenen euro’s aan Nederlands huishoudgeld naar Israëls illegale kolonies gesluisd.
Het postcodespel
Op dit bedrog is door de Tweede Kamer nooit adequaat gereageerd. Na eindeloos overleg werd in 2015 een EU-richtlijn ingevoerd die voorschrijft dat producten uit de Israëlische kolonies moeten worden voorzien van een speciale sticker die hun illegale herkomst markeert. Daar is echter nog nooit een voorbeeld van gesignaleerd.
In het Tweede Kameroverleg vroeg Bram van Ojik (GroenLinks) minister Blok hoe dat komt. Functioneert het sticker-systeem al jaren niet, of is de aanvoer van producten uit de Israëlische kolonies plotseling opgedroogd? De minister vermoedt het laatste. Hem waren door de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA), verantwoordelijk voor de controle op de Israëlische import, namelijk ‘geen onregelmatigheden’ gemeld.
Die onregelmatigheden zijn er echter volop. De NVWA is in de loop der jaren van veel kanten gewezen op de aanwezigheid van producten uit de illegale Israëlische kolonies in Nederlandse supermarkten. Al die producten droegen het opschrift ‘Made in Israel’.
In antwoord op klachten wijst de NVWA op haar taak: het steekproefsgewijs controleren van de postcodes op producten uit Israël. Die blijken allemaal in Israël te liggen, en nooit in de illegale kolonies in Palestina. De herkomstaanduiding ‘Made in Israel’ wordt door de NVWA dus in orde bevonden, en de minister krijgt te horen dat er geen onregelmatigheden zijn te melden.
Gedocumenteerd bedrog
Wijn uit bezet Palestijns gebied wordt ‘omgekat’ tot Israëlisch product.
Hoe het Israëlische bedrog in zijn werk gaat, werd in januari nog eens in detail gedocumenteerd door twee Europeanen die zich lieten rondleiden door de Hebron Heights Winery. Die wijnmakerij is gevestigd in de illegale Israëlische kolonie Kiryat Arba, ten oosten van de Palestijnse stad Al-Khalil (Hebron). Ook de wijngaarden van Hebron Heights liggen in bezet Palestijns gebied, en worden bevloeid met water dat wordt onttrokken aan Palestijnse reservoirs.
In Kiryat Arba wordt de wijn geproduceerd en gebotteld, en worden de flessen voorzien van hun labels. De producent die daarop wordt vermeld is echter niet de Hebron Heights Winery, maar een heel ander bedrijf. De flessen wijn vermelden de Jerusalem Winery, gevestigd in Israël, met postcode 42820 Geulim. De dozen waarin de wijn wereldwijd wordt geëxporteerd, dragen dezelfde opdruk. De NVWA zou bij inspectie geen onregelmatigheden aantreffen.
Dadels uit Nederland
Op deze manier komen producten uit de Israëlische nederzettingen in onze winkels. En inmiddels heeft het bedrog zich verdiept. Al in mei 2017 waarschuwde The Rights Forum dat producten uit Israëlische kolonies waren opgedoken met uiteenlopende herkomst-aanduidingen, waaronder ‘Made in Holland’.
Wij schreven hierover naar aanleiding van het ‘Wonder van Dirk’, de supermarktketen die medjoul-dadels uit illegale Israëlische kolonies in Palestina aan de man bracht als Nederlands product. Tegelijkertijd verkocht collega Albert Heijn medjoul-dadels uit dezelfde kolonies als ‘Made in South Africa’; wie dat etiketje verwijderde, zag nog ‘Made in Israel’ staan – een herkomst die kennelijk niet meer voldeed.
Het bedrog met medjoul-dadels is, net als dat met wijn, goed gedocumenteerd. Het bovenstaande voorbeeld – één product, drie herkomstlanden, geen van alle correct – toont aan dat sprake is van grootschalige fraude. Desondanks slaat de NVWA er niet op aan en liggen de dadels in oneindig veel varianten in onze winkels. De minister is tevreden: er zijn geen onregelmatigheden te melden.
Om te huilen
Het is tegen deze achtergrond dat Van Ojik in de Tweede Kamer zijn vragen stelde. Hij zette uiteen hoe hij in supermarkten vergeefs had gezocht naar producten met stickers waarop de Israëlische nederzettingen als herkomst worden vermeld. Zijn collega-Kamerleden moesten er hartelijk om lachen.
De stickers waarnaar Van Ojik op zoek is, bestaan namelijk niet. Producten waarop ze van toepassing zijn, zullen door de NVWA nooit worden aangetroffen. En iedereen weet het. Vandaar het plezier bij Van Ojiks collega’s.
Daarmee wordt vooral het eigen onvermogen weggelachen. Vastgesteld moet worden dat de Tweede Kamer op de hoogte is van ernstige feiten: fraude door Israëlische producenten, misbruik van het EU-Israël Associatieverdrag, misleiding van de Nederlandse consument, en betrokkenheid van Nederlandse retailers. Desondanks is niet ingegrepen.
Dat is niet om te lachen, maar om te huilen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten