Verdrijving in slow motion
De documentaire ‘Sumoud’ laat zien hoe Israël het bestaan van een bedoeïenenfamilie in de Palestijnse Jordaanvallei ondermijnt, met de bedoeling dat zij vroeg of laat vertrekt.
De Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Haq heeft een korte documentaire uitgebracht over een Palestijnse bedoeïenenfamilie in Al-Hadidya, een dorp in de noordelijke Jordaanvallei. Dit gebied is een van de plaatsen op de bezette Westelijke Jordaanoever waar Israël probeert de lokale bedoeïenengemeenschappen het leven dermate onmogelijk te maken dat ze vertrekken.
Standvastig
De documentaire laat zien wat de dagelijkse gevolgen van die politiek zijn voor de familie Bisharet, die al generaties in het gebied woont en leeft van de landbouw en het hoeden van vee. De film is genoemd naar Sumoud, de jongste dochter van de familie. Sumoud (gewoonlijk geschreven als Sumud) is het Arabische woord voor ‘standvastigheid’. Het is een begrip dat grote betekenis heeft voor de Palestijnen, ook voor Sumoud en haar familieleden: hoewel Israëlische kolonisten steeds meer land van hen en andere families inpikken en het Israëlische leger regelmatig hun bezittingen vernietigt, weigeren zij te vertrekken. ‘We zullen nooit opgeven’, zegt Sumouds vader Abd al-Rahim in de documentaire. ‘Onze wortels zijn hier.’
Het levendige jonge meisje Sumoud staat centraal in de documentaire. Ze vertelt hoeveel zij van het leven in Al-Hadidya houdt: de rust, de schone lucht, de bomen, de mensen, de dieren waar ze mee speelt en voor zorgt. Ze vertelt ook over de lange stoffige zandweg waarover zij en andere kinderen uit de gemeenschap elke dag lopen om bij de halte te komen van de bus die hen naar school brengt. Vaak is haar schooluniform vies als ze op school aankomt. Vooral in de winter en als het geregend heeft is de zandweg een modderpoel. De Israëlische kolonisten uit de omgeving hebben de enige geasfalteerde weg afgesloten voor de bedoeïenen.
Sumouds vader vertelt hoe hij en andere bewoners van Al-Hadidya in reactie daarop de zandweg verhardden met grind dat zij uit de bergen haalden. Kort nadat de klus was geklaard verschenen Israëlische militairen met bulldozers om het grind weg te halen en de weg weer onbegaanbaar te maken.
Dorp al zeven maal vernietigd
In de documentaire is op archiefbeeld te zien hoe Israëlische militairen de hutten, tenten, schuren en andere bezittingen van de familie vernietigen. In de loop der jaren is dat al zeven maal gebeurd. Steeds weer bouwt de familie de onderkomens op en steeds weer verschijnen militairen om de boel te slopen. Sumoud vertelt dat haar jonge duiven tijdens zo’n operatie werden gedood en dat de jonge kat die ze verzorgde verdween. Sumouds moeder beschrijft hoe de militairen de tabun, de traditionele broodoven, vernietigden terwijl ze brood stond te bakken.
Vóór de Israëlische bezetting van de Westoever woonde de bevolking van Al-Hadidya een paar kilometer verderop. De bezettingsautoriteiten verklaarden hun woonplaats in 1997 tot militair terrein en de dorpsbewoners moesten in 2003 vertrekken nadat hun protest door de Israëlische Hoge Raad was verworpen. Het tot militair terrein verklaren van gebieden is een veelgebruikte methode om bedoeïenen van hun land weg te krijgen.
Prompt kreeg de bevolking van de bezettingsautoriteiten te horen dat zij ook uit hun nieuwe woonplaats diende te vertrekken. Die zou een ‘agrarische bestemming’ hebben. Ook worden andere excuses aangevoerd om de bewoners weg te krijgen. Zo zou hun nabijheid bij de illegale Israëlische kolonie Ro’i voor ‘veiligheidsproblemen’ zorgen. En in 2011 werden de woningen vernietigd onder het voorwendsel dat ook deze lokatie militair terrein is, hoewel dat volgens de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem nergens is gedocumenteerd.
De politiek van verdrijving in slow motion werkt. Sumouds vader vertelt dat er vóór 1967 meer dan driehonderd families in Al-Hadidya leefden. In 1997 waren dat er nog maar 54. Daarvan zijn er anno 2018 twaalf over. Zij kregen versterking van vier families uit de omgeving van Al-Khalil (Hebron), die uit hun leefgebied waren verdreven. Aan vertrekken denkt niemand. Het traditionele leven in Al-Hadidya is prachtig, zegt de vader. Het boerenleven is niet moeilijk, het is de bezetting die het moeilijk maakt.
Rapporten
Tegelijk met de documentaire heeft Al-Haq twee rapporten over de Jordaanvallei uitgebracht. In een overzichtsrapport documenteert de organisatie hoe Israël daar een onleefbare omgeving creëert en steeds meer Palestijnen tot vertrek dwingt. Vóór de Israëlische bezetting van 1967 leefden er een kwart miljoen Palestijnen in de vallei. Nu zijn dat er nog 53 duizend. Een deel van de oorspronkelijke bewoners werd tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967 op de vlucht gejaagd en wordt sindsdien door Israël weerhouden van terugkeer naar hun land. De resterende bevolking kreeg te maken met de Israëlische dwangmaatregelen en pesterijen zoals die in de documentaire te zien zijn.
Het tweede rapport gaat specifiek in op de gevolgen van het Israëlische optreden voor Palestijnse vrouwen en meisjes. Zij worden extra hard getroffen, onder meer door agressie van de illegale kolonisten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten