We krijgen ze ongenadig binnen, de verschrikkelijke beelden uit Aleppo. Wat eens een prachtige stad was waar geschiedenis en moderniteit elkaar ontmoetten in met mondaine boulevards omzoomde paleizen en bruisende bazars, resten er enkel nog rottende lijken tussen grind en puin. De verwoestende oorlogslogica verkoopt ons andermaal een flinke uppercut. Knock out en verlamd van het zien hoe opgekropte wraakgevoelens en het jarenlang opstapelen van lijken zich vertalen in nietsontziende haat en genadeloze massaexecuties. Laat het, voor de zevenendertigste keer, opnieuw een les zijn.
Vijf jaar geleden groeide er een fris groen blaadje aan een twijgje van de Arabische lenteboom. In het zog van de Tunesiërs en Egyptenaren, stond een deel van de Syrische bevolking op tegen een autoritaire president en eiste meer inspraak en democratie. Het regime hakte er toen al ongenadig op in. Westerse machten zagen hun kans schoon om het protest te kapen en begonnen -soms openlijk- allerhande verzetsorganisaties te bewapenen. Dat meer dan de helft van die organisaties in meer of mindere mate banden hadden met islamitische terroristen, maakte de zaak niet. Bin Laden werd nog niet zo heel lang geleden gesponsord om het toemalige democratische regime in Afganistan uit het zadel te lichten. De VS is er altijd heel duidelijk over geweest: Assad moet en zal verdwijnen. En dat daarbij het doel de middelen heiligt, is allang geen nieuws meer. Het resultaat is een verwoestende oorlog waarbij het geweld van vijf jaar geleden een akkefietje lijkt. Van een civiele maatschappij, laat staan haar burgerprotesten, is al lang geen sprake meer. Die evolutie enkel in de schoenen van Assad schuiven zou afbreuk doen aan de waarheid.
Wat er in Aleppo gebeurt, ligt ver voorbij de grenzen van enige menselijkheid. Onze maag krimpt, een drukkend gevoel op onze borstkas en een krop in de keel. Gevoelens van machteloosheid en degout nemen de overhand. Dat is normaal. De mensheid zou er maar magertjes voor staan, moest de getoonde gruwel geen emoties losweken. Laat het duidelijk zijn: de legers van Assad en Poetin begaan oorlogsmisdaden en moeten verantwoording afleggen voor een internationaal oorlogstribunaal. Dat dit rechtstreeks in de kaart speelt van de Amerikaanse belangen in Syrië, is zeker waar, maar verandert geen jota aan gebombardeerde ziekenhuizen of kleuterklasjes.
Heftige emoties dringen andere gewaarwordingen soms op de achtergrond. Vergelijk het, misschien wat ongelukkig, met liefdesverdriet. Het verdriet en de pijn zijn zo overweldigend, dat er weinig ruimte rest voor andere gevoelens, laat staan het denken. Na een tijd verzacht het verdriet en komt er plaats vrij om de liefdesrelatie, die al een tijdje in het slop zat, anders te aanschouwen. Deze dynamiek maakt mensen menselijk. Bij het zien van de schandalige oorlogsmisdaden ten opzichte van een weerloze bevolking, verhogen onze empatie en ons rechtvaardigheidsgevoel exponentieel. Misschien is het dus nog te vroeg om ruimte geven aan iets anders. Onze darmen zijn immers toegespitst op Aleppo. Onze -en laat het even een eufemisme zijn- verontwaardiging ten opzichte van de Russen en het Syrische regeringsleger drukt op de maag. En dat is goed zo. Maar we moeten ons wel van deze gevoelsdynamieken bewust zijn. Net zo zeer dat we goed moeten beseffen dat er politieke en economische belangengroepen zijn die van deze gevoelsdynamieken handig gebruik maken om zaken naar hun hand te zetten. Propaganda noemt zoiets.
Zodra de media op ons gevoel speelt, beginnen er bij mij automatisch knipperlichten te branden. Ik moet dan denken aan het fantastische boekje van professor Anne Morelli die “De tien geboden van oorlogspropaganda” op een rijtje zet:
1. Wij willen geen oorlog
2. Het andere kamp is de enige verantwoordelijke voor de oorlog
3. De vijandelijke leider lijkt op de duivel (of de ‘griezel van dienst’)
4. Wij verdedigen een nobele zaak, geen particuliere belangen
5. De vijand begaat bewust wreedheden; wij onopzettelijke blunders
6. De vijand gebruikt illegale wapens
7. Wij lijden zeer weinig verliezen; de verliezen van de vijand zijn enorm
8. Kunstenaars en intellectuelen steunen onze zaak
9. Onze zaak is heilig
10. Wie aan onze propaganda twijfelt, is een verrader
Het zijn universele principes, die de politieke en economische elite telkens gebruikt om een bevolking kant te laten kiezen in een confict, of in het slechtste geval, ons te laten meehuilen met de oorlogswolven. Uiteraard dat de media de nachtmerrie in Aleppo moet tonen. Gruwel, van welke kant dan ook moet worden veroordeeld en de verantwoordelijken gestraft. Een ander verhaal wordt het als het ene geweld wél en het andere niet wordt belicht. Waarom krijgen we soortgelijke beelden niet te zien uit Mosul of Sanaa? Mag ons rechtvaardigheidsgevoel en onze empatie niet aangewakkerd worden bij de massaslachtingen die de Amerikanen en hun bondgenoten aanrichten? Mogen we niet besluiten dat oorlogsmisdaden berecht moeten worden, ongeacht wie ze uitvoert?
Vergeef me deze rationele vragen. Misschien komen ze te vroeg. Gelijkaardige situaties uit het verleden hebben me ietwat achterdochtig gemaakt. Want telkens komen de grootste schurken ermee weg. Zij die al jarenlang hele regio’s in lichterlaaie zetten door te wedden op de paarden die hen het meeste opbrengen en de anderen naar de slachtbank te leiden.
Wereldoorlog I ging niet over het beschermen van de kleine Belgen tegenover de stoute Duitser. Wel over de herverdeling van grondstoffen en kolonies. De groten kwamen ermee weg. Het tromgeroffel tijdens Golfoorlog I klonk niet omwille van couveuzebaby’s, maar galmden voor de olie. Halliburton verscheept vandaag de barils richting VS. De Turken voeren geen oorlog tegen de Koerden om zich te beschermen tegen terroristische aanslagen. Het gaat over territoriale expansie in het licht van het Syrische debacle. En ook in dit Syrië-verhaal trachten de VS en haar bondgenoten een mistgordijn te spuien, door de aandacht van de eigen gruwelen even af te leiden naar die van de vijand. In casu de Russen en Assad. Telkens wordt de tegenstander weggezet als de duivel in persoon, klaar om tegen elke prijs oorlog te voeren en met wie onderhandelen onmogelijk is. De eigen motieven daarentegen, zijn verhuld in nobele doelstellingen zoals democratie, vrede of mensenrechten. Het is een terugkerend stramien. Ook nu.
Oorlog is geen Hollywoodfilm waarin de goeden de slechten een pak rammel geven en dan wegrijden op hun witte schimmel. We vergeten dat wel eens. Vooral als onze maag krimpt bij het zien van een verloren teddybeer, ergens onder het puin van een ineengestort appartementsgebouw. Verlamd door het besef dat de mensheid tot zoiets gruwelijk in staat is. Laat ons hopen dat ze snel met de heropbouw kunnen beginnen. Dan heb ik het niet over die hoop stenen, maar vooral over het vertrouwen tussen de mensen in die eens zo bruisende stad.