Sinds het einde van Koude Oorlog is het Westen niet zo vol van onzekerheden geweest.
Dat heeft gevolgen voor de strijdbaarheid van de massa’s. Behalve als het om het jihadisme gaat is onze publieke opinie zelden zo afkerig van oorlog geweest… Sinds 1989, de val van de Berlijnse Muur en het feitelijke einde van de Koude Oorlog, heeft het Westen een radicale gedaanteverwisseling ondergaan. Er is een publieke afkeer van de buitenlandse politiek gegroeid, en wat daar onverbrekelijk bij hoort: de uitoefening van macht.
Henk Hofland. Machtsstrijd. 4 maart 2015
Zowel in West-Europa als in Amerika zijn bij een zeer groot deel van het publiek de vaderlandslievende eerzucht en de strijdlust verloren gegaan.
Henk Hofland. Mondiale krachtmeting. 12 maart 2014
De bezetting van de Krim en de militaire ingreep in Kiev zijn pure oorlogsdaden, daarover kan geen misverstand bestaan… Is het eerste schot gelost, dan is er een nieuw hoofdstuk begonnen: dat van de wederzijdse vernietiging.
Henk Hofland. Escalatie in de Duisternis. 5 maart 2014
Een indirect resultaat van de voortdurende crisis in het Midden-Oosten is dat in West-Europa een populistisch alarmisme wortel heeft geschoten. Het zaait angst, maar het heeft geen uitvoerbare oplossing. Die ligt in het Midden-Oosten, in de landen die voor het vredestichtende Westen onbereikbaar zijn geworden, zoals de praktijk heeft bewezen.
Henk Hofland. Het machteloze Westen. 17 juli 2013
Al jarenlang maakt de bekendste Nederlandse opiniemaker H.J.A. Hofland zich in De Groene Amsterdammer ernstige zorgen over het verlies 'bij een zeer groot deel van het publiek' in het Westen van wat hij in vooroorlogs jargon 'vaderlandslievende eerzucht en de strijdlust' noemt. Zoals bekend zijn koloniale oorlogen altijd geprezen als tekenen van vaderlandschen 'eerzucht en strijdlust.' Maar aangezien in moderne oorlogen de meeste slachtoffers de eigen ongewapende burgers zijn, is de 'strijdbaarheid van de massa’s' en het enthousiasme voor massamoord en totale vernietiging aanzienlijk afgenomen. Sinds 'we' via de televisie kunnen zien wat voor een massale bloedbaden al die 'vaderlandslievende eerzucht' oplevert, is er 'een populistisch alarmisme' ontstaan dat de 'beste journalist van de twintigste eeuw,' die als jongeling Auschwitz en Hiroshima meemaakte, niet lekker zit. En de reden is duidelijk: zonder 'cannon-fodder,' een term die voor het eerst in 1891 werd gebruikt, en een 'vaderlandslievende' opoffering van het thuisfront kan ‘oorlog' niet langer meer 'de voortzetting' zijn 'van de politiek met andere middelen,’ en moet Hofland zich in De Groene van 29 januari 2010 angstig afvragen of 'die wijsheid nog van toepassing [is]?' Vijf jaar later gaf de nestor van de polderpers zelf als antwoord hierop dat 'Er een publieke afkeer van de buitenlandse politiek [is] gegroeid, en wat daar onverbrekelijk bij hoort: de uitoefening van macht.'
Kortom, in het nucleaire tijdperk blijft hij aanhanger van de leer van de negentiende eeuwse Duitse generaal Von Clausewitz dat als een machtig land zijn zin niet krijgt het er dan op los moet meppen. Het is de logica van de straat, vandaag de dag gepropageerd door het neoconservatieve tuig in vooraanstaande posities, daarbij gesteund door de 'vrije pers.' Inderdaad, 'we' hebben hier te maken met een levensgevaarlijke 87-jarige dwaas die zonder enige persoonlijke consequenties zijn extreem-rechtse propaganda wekelijks kan verspreiden in het tijdschrift van de al even dwaze 'politiek-literaire elite' in de polder. Wiens belangen verdedigt Hofland? In elk geval niet die van de burgerbevolking die op alle niveau's de dupe van massaal geweld wordt, maar die van de financiële elite, door de geschiedenis heen de enigen die aan oorlog verdienen. Haar belangen moeten worden verdedigd dan wel uitgebreid om een neoliberaal systeem in stand te houden, waarbij 85 miljardairs momenteel evenveel bezitten als de helft van de mensheid tezamen. 'The war,' zo stelde George Orwell vast,
is not meant to be won, it is meant to be continuous. Hierarchical society is only possible on the basis of poverty and ignorance. This new version is the past and no different past can ever have existed. In principle the war effort is always planned to keep society on the brink of starvation. The war is waged by the ruling group against its own subjects and its object is not the victory over either Eurasia or East Asia, but to keep the very structure of society intact.
Met andere woorden: degene die dit systeem in stand houdt, door er propaganda voor te maken, gedraagt zich als een misdadiger, die al dan niet met achterhaalde begrippen als 'vaderlandsliefde, eerzucht' en 'strijdlust' tracht zichzelf te portretteren als een nobel mens. Het uitroeien van grote groepen burgers met geavanceerde wapens is geen teken van 'eerzucht,' maar van genocidale criminaliteit. Het vanaf veilige afstand bombarderen van burgers met fragmentatiebommen is geen teken van 'strijdlust,' maar van moordzucht. Het vernederen, opsluiten, op de vlucht drijven van vrouwen, kinderen en bejaarden is geen teken van 'vaderlandsliefde,' maar van wreedheid en onverschilligheid. Het zich kunnen verplaatsen in het lot van de ander is geen teken van 'populistisch alarmisme,' maar van menselijkheid. Degene die deze empathie niet kent, is een pathologisch geval, gedraagt zich als een sociopaat of psychopaat.
Wanneer Henk Hofland stelt dat 'Er een publieke afkeer van de buitenlandse politiek [is] gegroeid, en wat daar onverbrekelijk bij hoort: de uitoefening van macht,' dan is dit een symptoom van een stoornis. Allereerst de formulering: er is volstrekt geen 'publieke afkeer van de buitenlandse politiek gegroeid,' maar een normale weerzin tegen oorlogen en hun gruwelijke bloedbaden en tegen de mogelijkheid van wat Hofland zelf 'wederzijdse vernietiging' noemt. Hoe abnormaal de opiniemaker van De Groene reageert, blijkt ondermeer uit het feit dat er volgens hem sprake is van 'een populistisch alarmisme,' terwijl hij acht maanden later met evenveel stelligheid erop wijzen dat zodra 'het eerste schot [is] gelost, dan is er een nieuw hoofdstuk begonnen: dat van de wederzijdse vernietiging,' om tenslotte precies een jaar later in hetzelfde weekblad weer te beweren dat 'Er een publieke afkeer van de buitenlandse politiek [is] gegroeid, en wat daar onverbrekelijk bij hoort: de uitoefening van macht.'
Kort samengevat, omdat er een verwerpelijk défaitisme onder het volk in Europa en de VS is ontstaan, is het westers militair-industrieel complex niet meer in staat om oorlogen te voeren, die sinds 2001 een bloedige chaos hebben veroorzaakt in Afghanistan, Irak, Libië, en Syrië. Daarentegen is, in Hoflands visie, het geweldloze referendum waarbij de bevolking van 'de Krim' zich uitsprak voor aansluiting bij de Russische federatie een schoolvoorbeeld van 'pure oorlogsmisdaden, daarover kan geen misverstand bestaan.'
Propaganda werkt alleen zolang de burger niet weet dat het propaganda is, zodra hij dit wel weet is het geen propaganda meer, maar dat wat het altijd al was: een leugen. En godzijdank weet 'een zeer groot deel van het publiek' inmiddels dat de westerse mainstream-journalisten propaganda bedrijven. Voor wie schrijft Hofland dan? Het antwoord: voor zijn peergroup, de 'politiek-literaire elite' en haar opdrachtgevers, de financiële en economische macht en de daarvan afhankelijke 'democratische' politici. Voor hen allen geldt dat 'Sinds het einde van Koude Oorlog het Westen niet zo vol van onzekerheden [is] geweest.' En hoe onzekerder de 'elite' is, hoe angstiger zij wordt voor de gevolgen van de almaar afnemende 'strijdbaarheid van de massa’s.' Het 'publiek' is in toenemende mate zeker van één ding: de bevolking wil absoluut geen desastreuze oorlogen meer om alleen de belangen van de 'elite' te dienen. In pl;aast van dit te betreuren zou het moeten worden toegejuicht. Nu de 'vrije pers' het monopolie op de berichtgeving heeft verloren door de komst van internet, kan iedere westerling zich door meerdere bronnen laten informeren, zonder de tussenkomst van de mainstream-journalisten, en is daardoor de 'vaderlandse eerzucht' en de maniakale 'strijdlust' drastisch verminderd, zeer tot het ongenoegen van ondermeer Henk Hofland. Hoewel hijzelf in zijn NRC-column De risico's van de openbaarheid op 1 december 2010 moest constateren dat
Hoe langer hoe meer zijn dag- en weekbladen zich gaan bezighouden met minder moeilijke zaken, entertainment, roddel, sport, in plaats van het ‘hinderlijk volgen’ van de gezagsdragers. Daarbij is het principe dat die mensen nu eenmaal nooit te vertrouwen zijn. De gedrukte pers, in het gedrang geraakt door de nieuwe media, heeft een lange periode van opleuking achter de rug. Maar het publieke wantrouwen is gebleven, misschien zelfs gegroeid. Stel je voor dat we acht jaar geleden een WikiLeaks hadden gehad, terwijl met leugens en vergissingen de aanval op Irak werd voorbereid (en onze medeplichtigheid daaraan). Had de wereldgeschiedenis dan een andere wending genomen?,
voegde hij hier onmiddellijk aan toe dat:
het grote publiek minder dan ooit geneigd [is] om de gezagsdragers op hun woord te geloven. De nieuwe, geëmancipeerde internetgebruiker is ervan overtuigd dat hij, ongeacht zijn kennis van zaken, in staat is om zijn eigen conclusies te trekken. En dan komt WikiLeaks met een overstelpende hoeveelheid onthullingen en daarna nog zo’n stortvloed. Valt zo’n chaos van feiten nog te beoordelen, kan er een steekhoudend oordeel over de verantwoordelijken worden uitgesproken? Bestuurders voelen zich in het nauw gedreven, aan de ene kant doordat het onvermijdelijke internet ook een middel tot voorbarige openbaarheid kan zijn, aan de andere kant doordat ze daarmee worden uitgeleverd aan het onmiddellijke oordeel van de dan plotseling goedgelovige massa. De verborgen zwakte van internet is dat het oorzaak kan zijn van een laaiende volkswoede. Hoe dat in zijn werk zou gaan, weten we nog niet. Het risico is er.
Met andere woorden: volgens de veel geprezen opiniemaker draagt de 'openbaarheid' van internet een groot gevaar in zich, aangezien autoriteiten 'zich in het nauw gedreven [voelen]' door 'voorbarige' onthullingen over de corrupte politiek. Door bijvoorbeeld WikiLeaks, worden de volksvertegenwoordigers 'uitgeleverd aan het onmiddellijke oordeel van de dan plotseling goedgelovige massa.' Wie behoort nu eigenlijk tot die 'goedgelovige massa'? Voorafgaand aan de westerse invasie in Irak demonstreerde wereldwijd diezelfde 'goedgelovige massa' om te protesteren tegen deze grove schending van het internationaal recht en de onvermijdelijke bloedbaden en andere oorlogsmisdaden die daaruit zouden voortvloeien. Tegelijkertijd waren de westerse mainstream-media druk doende, zoals Hofland zelf gedwongen was vast te stellen, 'met leugens en vergissingen de aanval op Irak' aan het voorbereiden. Om als het ware zijn eigen absurditeit nog eens te benadrukken, beweerde dezelfde all-round opiniefabrikant, ditmaal in De Groene Amsterdammer van 20 maart 2009, dat
Een natie niet zonder een politiek-literaire elite [kan], zoals ze ook niet kan zonder een medische elite, een juridische elite of een elite van ingenieurs,'
en dat
Redacties van de serieuze media instituten [zijn] waar honderden specialisten werken. Met onverbiddelijke regelmaat leveren ze het product op basis waarvan de burgerij tot een gefundeerd politiek oordeel komt.
Wanneer internet het publiek informeert dan is er dus sprake van een 'plotseling goedgelovige massa,' en kan 'internet' de 'oorzaak zijn van een laaiende volkswoede.' Wanneer daarentegen de mainstream-media met 'leugens en vergissingen de aanval op Irak' legitimeren dan wordt de 'burgerij' in staat gesteld met 'onverbiddelijke regelmaat' tot 'een gefundeerd politiek oordeel' te komen. 'Hoe dat in zijn werk' gaat 'weten we' uit ervaring maar al te goed. De macht indoctrineert de opiniemakers net zolang tot ze braaf de officiële versie van de werkelijkheid doorgeven. Ik heb dit proces decennialang van nabij mogen aanschouwen. Niet voor niets kregen fervente Atlantici als Volkskrant-opiniemaker Paul Brill en NRC-opiniemaker Hubert Smeets in 2012 een 'studiereis' naar de VS aangeboden, georganiseerd door de Atlantische Commissie, bekend vanwege zijn NAVO-propaganda. Snoepreisjes en andere beloningen, inclusief 'prestigieuze' prijzen, maken de 'vrije pers' verrassend plooibaar. Maar ook al verspreiden mainstream-journalisten geen leugens, dan nog maken ze zich regelmatig schuldig aan een 'conspiracy of silence' door essentiële informatie te verzwijgen. Om nog een schijn van geloofwaardigheid te claimen probeert Henk Hofland internet in een kwaad daglicht te stellen door te beweren dat de 'verborgen zwakte van internet is dat het oorzaak kan zijn van een laaiende volkswoede.' Internet is in zijn ogen de 'oorzaak' van de 'volkswoede,' en dus niet 'onze medeplichtigheid' aan het klakkeloos verspreiden van 'leugens en vergissingen' waardoor 'de aanval op Irak werd voorbereid' met 'onze medeplichtigheid daaraan,' waardoor voor Hofland zelf de volgende retorische vraag gerechtvaardigd was: 'Had de wereldgeschiedenis dan een andere wending genomen?'
Kunt u het gebrek aan enige logica nog volgen? En toch schuilt er een verklaring achter Hoflands waanzin, en die is simpelweg gesteld: als het systeem stagneert dient het een bedreiging van buitenaf te verzinnen om daarmee de aandacht van het publiek en van de interne onoplosbare problemen af te leiden. De commerciële massamedia zijn in bezit van de elite en weerspiegelen dan ook de belangen van de elite, mijn mainstream collega's kunnen in hun meningen gradueel van elkaar verschillen, maar nooit essentieel. In The Cancer Stage of Capitalism (2013) signaleert de Britse emeritus hoogleraar John McMurtry hoe blind de kapitalistische media, politici en zelfs managers zijn voor de desastreuze gevolgen van het neoliberalisme:
The fatal consequences were unanticipated. They were mere 'externalities' to the private money-sequence and commodity value code and circuits still running and multiplying on automatic pilot as 'more freedom and democracy.' Freedom and democracy come to mean what the system requires. The private transnational money-sequence over nations had, however, been envisaged by planners in more precise terms,
en aan de man gebracht met begrippen als 'a new world order.' Zo gebruikten
During the 20th century, many politicians, such as Woodrow Wilson and Winston Churchill, used the term 'new world order' to refer to a new period of history characterized by a dramatic change in world political thought and the balance of power after World War I and World War II. They all saw the period as an opportunity to implement idealistic proposals for global governance in the sense of new collective efforts to address worldwide problems that go beyond the capacity of individual nation-states to solve, while always respecting the right of nations to self-determination. These proposals led to the creation of international organizations (such as the UN and NATO), and international regimes (such as the Bretton Woods system and the General Agreement on Tariffs and Trade (GATT), which were calculated both to maintain a balance of power in favor of the United States and to regularize cooperation between nations, in order to achieve a peaceful phase of capitalism.
Dat de zelfbeschikking, democratie en de mensenrechten evenwel geen enkele rol van betekenis spelen, bleek al in het begin van de jaren vijftig toen de VS, net als voorheen de voormalige koloniale mogendheden, de hegemonie opeiste en elke democratische of nationalistische regering die de Amerikaanse economische belangen in de weg zaten, ten val werden gebracht, van Iran tot Vietnam, van Congo tot Guatemala en Chili, om slechts vijf voorbeelden te geven. Hoe dan ook, in 1990 beschreef
during a joint session of the US Congress, President George H. W. Bush his objectives for post-Cold War global governance in cooperation with post-Soviet states. He stated:
Until now, the world we've known has been a world divided — a world of barbed wire and concrete block, conflict and cold war. Now, we can see a new world coming into view. A world in which there is the very real prospect of a new world order. In the words of Winston Churchill, a 'world order' in which 'the principles of justice and fair play... protect the weak against the strong…' A world where the United Nations, freed from cold war stalemate, is poised to fulfill the historic vision of its founders. A world in which freedom and respect for human rights find a home among all nations.
Maar opnieuw bleek al spoedig dat president Bush senior's inspirerende betoog niet meer was dan een pakket mooie woorden, en probeerde ondermeer zijn zoon met uiterst gewelddadige interventies zijn hegemonie veilig te stellen. Grondstoffen en markten zijn door de hele geschiedenis heen veel belangrijkere motieven voor naties geweest dan altruïsme. Bovendien kan het neoliberale kapitalisme eenvoudigweg niet zonder groei, het zou anders in korte tijd volledig ineenstorten. John McMurtry constateert derhalve dat:
While tirelessly proclaimed as a global liberation from the state with eager press and academic collaboration, the plan was in fact imposed one-way by supranational treaties in vast all-or-nothing tranches of 'investor' rights undebated by legislatures and according all rights only to transnational corporations. In these semi-secret bureaucratic rule monoliths of endless corporate legalese (juridisch jargon. svh) that almost no-one has read, the inner logic is not discerned. Workers have no rights, nor do citizens, nor do environments, nor do democratic legislatures themselves. All disappear from sight in these monumental transnational treaty edicts with only protection of the rights of supranational 'investors' protected. Their rights are spelled out in every detail in binding international law which had been long claimed in all covenants and treaties by law which protect life — a much older, developed and internationally participatory body of law including international covenants against war crimes and crimes against humanity and the civil International Covenant of Economic, Political and Cultural Rights which were all ignored. It is in this detailed and sweeping enforcement of private transnational money-sequence rights alone and exclusion of all evolved life-protective rights and law that we may detect the carcinogenic code in unseen mutating action.
Het parasitaire neoliberalisme met zijn permanente staat van oorlog met mens en natuur is vandaag de dag gecodificeerd, ten koste van de overgrote meerderheid van de wereldbevolking. De Amerikaanse onafhankelijke senator Bernie Sanders merkte in dit verband op:
One family in this country--the Walton family, the owners of Walmart--are now worth as a family $148 billion. This is more wealth than the bottom 40 percent of American society. Today the richest 400 Americans own more wealth than the bottom half of America, 150 million people. This is distribution of wealth--what we own… The top 25 hedge fund managers made last year over $24 billion. This is enough to pay the salaries of more than 425,000 public schoolteachers. Over the past decade, the net worth of the top 400 billionaires in this country has doubled by an astronomical $1 trillion in the last 10 years.
Terwijl de kloof tussen arm en rijk wereldwijd blijft toenemen, werd in 2014 bovendien bekend dat:
For the second year in a row, America’s richest 14 individuals made morefrom their annual investments than the $80 billion provided for people in need of food. Nearly half of the food-deprived are children. Perversely, the food stamp program was CUT because of a lack of federal funding.
In a testament to the inability — or unwillingness — of Congress to do anything about the incessant upward re-distribution of America’s wealth, the richest 14 Americans increased their wealth from $507 billion to $589 billion in ONE YEAR from their investment earnings. As stated by Forbes, 'All together the 400 wealthiest Americans are worth a staggering $2.29 trillion, up $270 billion from a year ago.'
The Richest 14 Made Enough Money to Hire Two Million Pre-School Teachers or Emergency Medical Technicians
Billions of dollars of wealth, derived from years of American productivity, have been transferred to a few financially savvy and well-connected individuals who have spent a generation shaping trading rules and tax laws to their own advantage. It’s so inexplicably one-sided that the 2013 investment earnings of the richest 1% of Americans ($1.8 trillion) was more than the entire budget for Social Security ($860 billion), Medicare ($524 billion), and Medicaid ($304 billion).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten