woensdag 18 februari 2015

Henk Hofland en de Massa 4


Plaats de leugen tegenover de waarheid. Plaats de columns van een Nederlandse opiniemaker tegenover de artikelen van een Amerikaanse onderzoeksjournalist. Plaats de polder tegenover de grote-mensen-wereld. Plaats De Groene Amsterdammer tegenover The//Intercept. Plaats een praatjesmaker tegenover een serieuze publicist. Plaats Henk Hofland tegenover Glenn Greenwald, en het grote verschil is meteen duidelijk, zelfs voor een half-geïnformeerde. 

In De Groene Amsterdammer van 4 april 2012 schreef Hofland over 'De Libische manier.' Als verklaring voor het feit dat de NAVO niet ogenblikkelijk met grootscheeps geweld een regime-change in Syrië afdwong, geeft de woordvoerder van het neoliberale establishment:

Ten eerste is het Westen na de slepende deconfitures in Irak en Afghanistan niet meer bereid zich in het volgende overzeese avontuur te storten. De publieke opinie zal zich heftig tegen zo’n onderneming verzetten, en zeker in dit verkiezingsjaar kan Obama zich dit niet veroorloven. Ten tweede hebben Rusland, China en Iran zich steeds tegen interventie verzet, een extra complicatie. En ten slotte vormden de opstandelingen geen duidelijke eenheid; het was een onoverzichtelijk conglomeraat van stammen, belangengroepen en misschien godsdienstige fracties. Deze algemene situatie zal Assad de overtuiging hebben gegeven dat hij de langste adem had. 

Met het oog op het fysiek uitschakelen van Assad (dus het vermoorden van een politiek leider, net als Saddam en Gaddafi) toonde Hofland zich enthousiast voor wat hij de 'Libische manier' noemde, waarbij de NAVO het Libische leger bombardeerde, waardoor de  naar 'democratie' strevende 'vrijheidsstrijders' de macht konden overnemen. Althans, dat was de officiële propagandistische versie. Met betrekking tot Syrië schreef de opiniemaker van De Groene hoopvol over de mogelijkheid van 

een nieuwe fase in de trage ontwikkeling naar solidariteit door gewapende interventie. Maar wapenleveranties blijven nog altijd taboe, al tonen Saoedi-Arabië en Qatar nu tekenen van bereidheid. Tekenen, daar schiet je in Homs nog niets mee op. 

Daarom was het wenselijk een nieuw NAVO-'avontuur' te beginnen, dat net als in 2011 in Libië de beweerde verlossing zou brengen. Hofland was dan ook voorjaar 2012 ingenomen met het feit dat 'Saoedi-Arabië en Qatar nu tekenen van bereidheid' toonden om rebellen in Syrië zwaar te bewapenen, met het oog op de vestiging aldaar van een neoliberale 'democratie,' dat spreekt voor zich. Niemand van wat Hofland de 'politiek-literaire elite,' in de polder heeft genoemd, vroeg zich echter af waarom beide Arabische landen zich zouden inspannen voor een democratie in Syrië? Qatar is een absolute monarchie, waar volgens Amnesty gemarteld wordt, terwijl Saoedi-Arabië wordt gerund door een corrupte wahabitische familie die bekend staat vanwege haar grootschalige mensenrechtenschendingen en haar steun aan fundamentalistische extremisten. 

Typerend voor het niveau van de polder-intelligentsia, is het feit dat Hofland, volgens de gepensioneerde socioloog Abram de Swaan, 'de krant van gisteren is ontstegen,' en  tot 'de onsterfelijken' behoort. De door de lilliputters in de polder tot 'grootste journalist van de twintigste eeuw,' uitgeroepen H.J.A. gaf een staaltje van zijn 'onsterfelijke' inzichten door in 2012 in De Groene te voorspellen dat:

De internationale gemeenschap wordt boos, zint op betere maat­regelen en dan herinnert iemand zich hoe in Libië kolonel Kadhafi ten val is gebracht. Met consequente luchtsteun aan de rebellen, en zonder dat ook maar één vreemde soldaat daar voet aan de grond heeft gezet. Onze luchtmacht heeft er ook nog aan meegedaan. President Obama vond er een naam voor: leading from behind. Het is redelijk goed afgelopen. Libië zien we niet meer op de televisie.

Hofland is inmiddels 'de krant van gisteren' zover 'ontstegen' dat hij in geestelijk opzicht inderdaad niet meer tot de sterfelijken gerekend kan worden. Dit blijkt ondermeer uit zijn conclusie dat aangezien hij Libië 'niet meer op de televisie' zag, het bewijs was geleverd dat het geweld 'redelijk goed' was 'afgelopen.' Daarentegen hanteren betrouwbare Angelsaksische correspondenten het televisienieuws niet als een serieus journalistiek criterium. Die checken de informatie. Zo berichtte zondag 16 maart 2014 de goed geïnformeerde Midden-Osten-correspondent Patrick Cockburn in The Independent

Without a central government with any real power, Libya is falling apart. And this is happening almost three years after 19 March 2011 when the French air force stopped Mu'ammer Gaddafi's counter-offensive to crush the uprising in Benghazi. Months later, his burnt-out tanks still lay by the road to the city. With the United States keeping its involvement as low-profile as possible, Nato launched a war in which rebel militiamen played a secondary, supportive role and ended with the overthrow and killing of Gaddafi.

A striking feature of events in Libya in the past week is how little interest is being shown by leaders and countries which enthusiastically went to war in 2011 in the supposed interests of the Libyan people. President Obama has since spoken proudly of his role in preventing a 'massacre' in Benghazi at that time. But when the militiamen, whose victory Nato had assured, opened fire on a demonstration against their presence in Tripoli in November last year, killing at least 42 protesters and firing at children with anti-aircraft machine guns, there was scarcely a squeak of protest from Washington, London or Paris.

Een andere eenvoudige sterveling, de Amerikaanse onderzoeksjournalist Glenn Greenwald, gaf op maandag 16 februari 2015 nog eens een korte samenvatting van de recente westerse 'avonturen':

When Saddam Hussein was captured in 2003 by U.S. forces, Iraq War advocates boastfully celebrated the event as proof that they were right and used it to mock war opponents (Joe Lieberman and John Kerry, for instance, gleefully exploited the event to demand that Howard Dean admit his war opposition was wrong). When Muammar Gaddafi was forced by NATO bombing in August 2011 to flee Tripoli, advocates of U.S. intervention played the same game (ThinkProgress gleefully exploited the occasion to try to shame those who objected to the illegality of Obama’s waging the war even after Congress voted against its authorization: as though Gadaffi’s fleeing could render legal Obama’s plainly illegal intervention).

Once Gadaffi was brutally killed by a mob, advocates of intervention threw a giddy party for themselves, celebrating their own rightness and righteousness and declaring Libya a model for future Western interventions. Upon Gadaffi’s fleeing, The New York Times, which editorially supported the war, published a front-page article declaring: 'U.S. Tactics in Libya May be a Model for Other Efforts.' While acknowledging that 'it would be premature to call the war in Libya a complete success for United States interests,' the paper noted that events had given 'Obama’s senior advisers a chance to claim a key victory for an Obama doctrine for the Middle East that had been roundly criticized in recent months as leading from behind.'

Kortom, een maand of zeven voordat Henk Hofland beweerde dat Obama's 'leading from behind' zonder meer 'redelijk goed'was 'afgelopen' had de New York Times precies hetzelfde beweerd, en als 'de beste krant van de wereld' dit beweert, neemt Henk Hofland, en trouwens ook de rest van de polderpers, die bewering letterlijk over, in  dezelfde verpolitiekte jargon en met dezelfde verpolitiekte conclusies. Dit weet ik omdat ik de internationale versie van de New York Times dagelijks inkijk. De auteur Milan Kundera stelde terecht vast dat de westerse mainstream-journalisten als 'termieten van de reductie' over

de hele wereld dezelfde simplificaties en cliché's uit[strooien] waarvan mag worden aangenomen dat ze door de meerderheid zullen worden aanvaard, door allen, door de hele mensheid. En het is niet zo belangrijk dat in de verschillende organen van de media de verschillende politieke belangen tot uiting komen. Achter het uiterlijke verschil heerst een en dezelfde geest. Je hoeft de Amerikaanse en Europese opiniebladen maar door te kijken, van rechts zowel als links, van Time tot Der Spiegel: in al die bladen tref je dezelfde kijk op het leven aan, die zich in dezelfde volgorde waarin hun inhoudsopgave is opgebouwd weerspiegelt, in dezelfde rubrieken, dezelfde journalistieke aanpak, dezelfde woordkeus en stijl, in dezelfde artistieke voorkeuren en in dezelfde hiërarchie van wat ze belangrijk en onbeduidend achten. De gemeenschappelijke geestesgesteldheid van de massamedia, die schuilgaat achter hun politieke verscheidenheid is de geest van de tijd.

Henk Hofland mag dan wel in de polder beschouwd worden als een opiniemaker die tot het pantheon der 'onsterfelijken' behoort, maar vergeleken met de werkelijk grote journalisten is hij niet meer dan een provinciale propagandist, die keurig overschrijft wat de macht van hem verwacht en vereist. Als zodanig functioneert hij als een geleid projectiel waarvan de lading vernietigend werkt. Op dit moment werkt hij mee aan het rijp van maken van de geesten voor een nieuwe oorlog, ditmaal tegen het nucleaire Rusland. Hij bedrijft 'hufterige' propaganda met zijn obsolete bangmakerij dat 'De Russen Komen!' Zo beweert hij in De Groene Amsterdammer van 11 februari 2015:

Volgens de laatste berichten zijn er weer vijftien­honderd Russische soldaten aan het front gearriveerd… President Poetin wil geen compromis, zoals de praktijk van deze oorlog aantoont. Economische tegenmaatregelen van het Westen hebben tot vermindering van de Russische levens­standaard en een grote daling van de roebel geleid, maar ze hebben geen effect gehad op de oorlogs­politiek van Moskou.

Het is dus noodzaak voor het Westen om grenzen aan de Russische expansie te stellen. We naderen het stadium waarin van Poetin alles te verwachten valt.

Volgens wiens 'laatste berichten'? Wel, in elk geval van de zionistische online krant The Times of Israel, die een bewering overnam van het regelmatig valse berichten verspreidende regime in Kiev, dat Russische 'soldaten' over de grens met Oekraïne 'stromen,' alsof er sprake zou zijn van een Russisch equivalent van de in 2003 door het Westen gesteunde illegale Amerikaanse inval in Irak. '1,500 Russian troops, military equipment enter Ukraine.' Terwijl de NAVO de omsingeling van Rusland bijna heeft voltooid met militaire bases, en het bondgenootschap, dat elf keer meer spendeert aan bewapening, verder oostwaarts oprukt, spreekt Hofland van 'de Russische expansie.'  Meer over deze oorlogszuchtige dwaas later. 


Henk Hofland over de 'Libische manier,' want 'Libië zien we niet meer op de televisie.'




Geen opmerkingen:

Israel, Not the ‘Liberators,’ Will Decide Syria’s Fate

Israel, Not the ‘Liberators,’ Will Decide Syria’s Fate December 21, 2024 Syria’s future under al-Qaeda spin-off HTS will come in two flavour...