Obama belooft een omwenteling in de binnenlandse politiek door een rechtvaardiger inkomensverdeling, herstel van de middenklasse en een radicale bestrijding van de recessie. Hij heeft vergelijkenderwijs niet minder revolutionaire plannen voor het buitenlands beleid. Dat klinkt allemaal hoopvol en het is bovendien de hoogste tijd… Rest de vraag of het Amerika van Obama zich weer tot de patriottische eenheid, de benign nation zal hervormen die hij zich voorstelt… Zeker, Amerika heeft in menig opzicht een historische dag achter de rug,
aldus schreef de 'hoopvol' gestemde H.J.A. Hofland op woensdag 5 november 2008 in zijn NRC-column. Daarentegen schreef ik, een week eerder, op donderdag 30 oktober 2008, dus nog vóór Obama gekozen was, op deze weblog:
Obama is een hype, een bijzonder knappe hype. Hij verkoopt geen boodschap, maar een beeld. Niemand weet precies wat zijn programma is, wat hij politiek gaat doen, maar velen denken toch dat zodra deze man aan de macht is alles beter zal gaan, dat hij de hoop op een goede toekomst is. Obama is op een geweldig slimme manier aan de man gebracht. Hij heeft ook de financiële macht aan zijn kant, hij beschikt over twee keer zoveel geld om reclame voor zichzelf te maken als McCain. Het feit dat iemand als Obama door de werkelijke macht naar voren is geschoven is tekenend voor de ernst van de crisis waarin het kapitalistische systeem verkeert.
Ik wees erop dat Obama niets wezenlijks in het Amerikaanse binnenlandse en buitenlandse politieke beleid zou kunnen veranderen omdat hij een stroman is van de plutocratie die zijn verkiezing financierde. Bovendien geldt in een westerse parlementaire democratie de volgende regel die de grondlegger van de public relations-industrie, Edward Bernays, aldus formuleerde:
The conscious and intelligent manipulation of the organized habits and opinions of the masses is an important element in democratic society. Those who manipulate this unseen mechanism of society constitute an invisible government which is the true ruling power of our country… In almost every act of our daily lives, whether in the sphere of politics or business, in our social conduct or our ethical thinking, we are dominated by the relatively small number of persons, who understand the mental processes and social patterns of the masses. It is they who pull the wires which control the public mind.
Zonder ook maar een greintje hoogmoed durf ik te stellen dat mijn scepsis en die van kritische Amerikanen, waarop ik mijn kennis baseerde, de waarheid dichter benadert dan de 'hoopvolle' verwachtingen van de opiniemaker van de 'kwaliteitskrant,' en de rest van Hoflands 'politiek-literaire elite' in de polder. De verklaring hiervoor is dat de Nederlandse 'intelligentsia' politici op hun woord geloven, hetgeen demonstreert dat zij geen benul heeft van de werkelijke drijfveren van degenen die naar macht streven. Hoe is op zijn beurt dit laatste te verklaren? Ik zal via een omweg een poging doen een verklaring hiervoor te geven. In Milan Kundera's essaybundel The Curtain (2007) schreef deze vooraanstaande Europese auteur met betrekking tot 'The provincialism of Small Nations' het volgende:
How to define 'provincialism'? As the inability (or the refusal) to see one's own culture in the large context.
Deze zienswijze gaat zeker op voor het kleine provinciaalse Nederland. Kundera heeft gelijk wanneer hij stelt dat 'Small nations are reticent toward the large context,' en dat
they hold world culture in high esteem but feel it to be something alien, a sky above their heads, distant, inaccessible, an ideal reality with little connection to their national literature,
en, zo voeg ik eraan toe, 'with little connection' met het naar binnen gekeerde geestelijk leven van de intelligentsia in Nederland. Kundera citeert in het verband met het provincialisme Franz Kafka's 'startling observation' dat:
What in large literature goes on at a lower level and constitutes a non-indispensable basement of the structure, here takes place in bright light; what there provokes a brief flurry of interest, here brings down nothing less than a life-or-death decree.
Dit is de reden waarom vanuit het oogpunt van de wereldliteratuur een middelmatige roman als De Avonden van Gerard Reve in Nederland als een meesterwerk wordt gezien. Het verklaart tevens waarom de Nederlandse 'politiek-literaire elite' op wereldniveau niets voorstelt. Met haar provinciaalse blik is zij niet in staat de grotere geopolitieke context te doorzien. De werkelijkheid staat te ver van haar af, maar weerhoudt haar niet om met zelfgenoegzame betweterigheid de publieke ruimte te bezetten. Het leidt onvermijdelijk tot kleinburgerlijke nonsens als Henk Hoflands bewering: 'De massa in de openbare ruimte is een onvermijdelijk bijverschijnsel van onze samenleving geworden.' Hier spreekt een totaal onbegrip en haat uit van de gevestigde orde voor de zelf gecreëerde realiteit. En 'Hoe kan het anders?' zo stelde Johan Huizinga
Een staat, opgebouwd uit welvarende burgerijen van matig grote steden en uit tamelijk tevreden boerengemeenten, is geen kweekbodem voor hetgeen men het heroïsche noemt.
Om elk misverstand uit de weg te helpen, dit 'heroïsche' hoeft niet te worden opgevat in louter en alleen krijgshaftige zin. Ik zal een voorbeeld geven van hoe breed het 'heroïsche' kan zijn. De klassieker Il Gattopardo (1958) van Giuseppe Tomasi, de laatste prins van Lampedusa, beschrijft de ondergang in de negentiende eeuw van de Siciliaanse adel en de opkomst van de nieuwe rijken, de bourgeoisie, waarbij ook de protagonist, Don Fabrizio, prins van Salina, uiteindelijk beseft dat 'alles moet veranderen opdat alles hetzelfde blijft,' de bazen blijven de bazen, de ondergeschikten blijven de ondergeschikten. Ik citeer een fragment uit de schitterende vertaling van Anthonie Kee. De prins kijkt naar een feest in de balzaal van zijn paleis:
Don Fabrizio voelde zijn verharde hart week worden; zijn weerzin maakte plaats voor medelijden met deze vergankelijke wezens die hun best deden wat te genieten van het onaanzienlijke straaltje licht dat hun vergund werd tussen twee duisternissen in, die van voor de wieg, die van na de laatste stuiptrekkingen. Kon je mensen soms hard vallen als je zeker wist dat ze gingen sterven? Dat was net zoiets als het gemene gedrag van de viswijven die zestig jaar geleden tekeergingen tegen de veroordeelden op het marktplein. Ook de wijfjesaapjes op hun poefs, ook die onnozele oude vrienden van hem waren maar arme donders, verloren en aandoenlijk als het vee dat 's nachts, klaaglijk loeiend, door de stad gaat, op weg naar het slachthuis. In de oren van elk van hen zou ooit het belletje klinken dat hij drie uur geleden achter de San Domenico had gehoord. Men mocht niet haten, of het moest de eeuwigheid zijn.
En dan al die mensen die deze salons vulden, al die onaantrekkelijke vrouwen, al die domme mannen, deze beide snoeverige seksen, ze waren bloed van zijn bloed, een deel van hemzelf: alleen met hen kon hij zich verstaan, alleen bij hen voelde hij zich op zijn gemak. 'Ik ben misschien intelligenter, ik ben beslist meer ontwikkeld dan zij, maar we zijn van dezelfde soort, bij hen hoor ik.
Het knappe van de auteur Giuseppe Tomasi is dat hij zich boven de materie wist te verheffen en vanuit de hoogte het intens vergeefse van al het menselijk handelen bezag. Het verschaft hem mededogen, hij, en daarmee zijn lezers, kunnen zich identificeren met de hoofdrolspelers van de roman. Tomasi bezit de empathie die noodzakelijk is voor een waar begrip van de wereld. Zijn hoofdpersoon beseft dat hij de werkelijkheid niet kan stoppen, dat hij het verleden niet kan terugbrengen, dat alles altijd in beweging is. Vanuit dit meta-standpunt beschrijft de aristocratische auteur de weerzin van prins don Fabrizio tegen de nieuwe rijke Calegero Sedàra:
'Mooi, prins, mooi! Zulke dingen maken ze niet meer vandaag de dag, bij de huidige goudprijs!' Sedàra was naast hem komen staan, zijn wakkere oogjes inspecteerden de hele zaal, ongevoelig voor de elegantie ervan, allen gericht op de geldswaarde.
Opeens voelde don Fabrizio dat hij hem haatte. Aan de opkomst van deze man en van nog vele anderen zoals hij, aan hun duistere intriges, aan hun hardnekkige gierigheid en hebzucht was het doodsgevoel te wijten dat nu als een schaduw over deze paleizen hing. Aan hem en zijn kornuiten, aan hun rancunes en minderwaardigheidsgevoelens, aan het feit dat zij zich niet hadden weten te ontplooien, was het te wijten dat nu ook hij, don Fabrizio, bij de zwarte kleding van de dansende heren meteen moest denken aan kraaien die boven eenzame dalen zweefden, op zoek naar een rottende prooi. Hij kreeg zin hem op zijn nummer te zetten, hem te verzoeken op te krassen. Maar dat kon hij niet doen, de man was een gast.
Het fundamentele probleem van de huidige gevestigde orde dat een wanorde heeft geschapen waar niemand meer een eigen plaats bezit, is dat zij 'niet gehinderd door de honderden belemmeringen die eerlijkheid, betamelijkheid en zelfs een goede opvoeding voor de meeste anderen vormen, zich door de jungle van het leven' beweegt 'met de zekerheid van een olifant die in rechte lijn voort-walst, bomen ontwortelend en hutten vertrappend, zonder ook maar iets te merken van de schrammende doornen en de jammerende slachtoffers.'
Deze, door Hofland en zijn 'politiek-literaire elite' gesteunde, verwoestende 'orde' is zelfs bereid om ter genoegdoening van zichzelf de mensheid met nucleaire wapens uit te roeien. Het betreft hier een gevaarlijke pathologie, die al meer dan een halve eeuw geleden zo duidelijk werd verwoord in een minderheidsrapport voor de Amerikaanse president over de wenselijkheid dan wel onwenselijkheid van de ontwikkeling van de waterstofbom. Daarover schreven op 30 oktober 1949 twee fysici die hadden deelgenomen aan de ontwikkeling van de Amerikaanse atoombom, de van origine Italiaanse natuurkundige Enrico Fermi en de van origine Poolse natuurkundige Isidor Rabi, beiden Nobelprijswinnaars, het volgende:
Necessarily such a weapon goes far beyond any military objective and enters the range of very great natural catastrophes. By its very nature it cannot be confined to a military objective but becomes a weapon which in practical effect is almost one of genocide.
It is clear that the use of such a weapon cannot be justified on any ethical ground which gives a human being a certain individuality and dignity even if he happens to be a resident of an enemy country. It is evident to us that this would be the view of peoples in other countries. Its use would put the United States in a bad moral position relative to the peoples of the world.
Any postwar situation resulting from such a weapon would leave unresolvable enmities for generations. A desirable peace cannot come from such an inhuman application of force. The postwar problems would dwarf the problems which confront us at present.
The application of this weapon with the consequent great release of radioactivity would have results unforeseeable at present, but would certainly render large areas unfit for habitation for long periods of time.
The fact that no limits exist to the destructiveness of this weapon makes its very existence and the knowledge of its construction a danger to humanity as a whole. It is necessarily an evil thing considered in any light.
For these reasons we believe it important for the President of the United States to tell the American public, and the world, that we think it wrong on fundamental ethical principles to initiate a program of development of such a weapon. At the same time it would be appropriate to invite the nations of the world to join us in a solemn pledge not to proceed in the development or construction of weapons of this category. If such a pledge were accepted even without control machinery, it appears highly probable that an advanced stage of development leading to a test by another power could be detected by available physical means. Furthermore, we have our possession, in our stockpile of atomic bombs, the means for adequate 'military' retaliation for the production or use of a 'super.'
Maar aangezien de macht bereid blijft de mensenwereld te vernietigen om maar aan de macht te kunnen blijven, spelen 'fundamental ethical principles' geen enkele rol van betekenis in de westerse politiek. Dit is de wereld die Henk Hofland en zijn polder 'intelligentsia' nalaten. Het illustreert de diepe immoraliteit van de heersende 'orde.' Het is dezelfde 'orde' die niet bereid is wezenlijke besluiten te nemen om de klimaatverandering te vertragen, en die 85 miljardairs zo rijk heeft gemaakt dat ze evenveel bezitten als de helft van de mensheid tezamen. In de context van deze waanzin schreef mainstream-opiniemaker Henk Hofland in De Groene Amsterdammer van 11 februari 2015 dat 'President Poetin geen compromis [wil],' waardoor 'We het stadium [naderen] waarin van Poetin alles te verwachten valt.' Met ouderwetse Koude Oorlogsretoriek slaat deze 87-jarige de oorlogstrom. Zijn hele werkzame leven lang is hij er als betaalde letterknecht niet is geslaagd een meta-standpunt in te nemen. De nestor van de polderpers heeft nooit de positie in kunnen nemen van een beschouwer, een chroniqueur die met een bird's-eye view boven de partijen staat en beschrijft zonder onderdeel te worden van de propaganda. Met al zijn vermeende 'sprezzatura' is hij als praatjesmaker onderdeel geworden van het probleem. Zijn beweringen zijn misdadig. Het zijn altijd oude mannen die willen dat anderen worden opgeofferd aan het geweld, waarnaar zij in hun impotentie zo intens verlangen. Naar de hel met deze misdadigers.
Henk Hofland, een hoogbejaarde praatjes makende poseur, nestor van de polderpers, door zijn provinciaals georiënteerde collega's uitgeroepen tot grootste journalist van de hele twintigste eeuw, in de polder, dat wel.
Any Coup Attempts Should be Punished
Sanctions Imposed on the U.S.?
Another year, another set of coups that we can expect to be administered by the West.
This year, it is all beginning in February. First the onslaught against Argentina and following that comes yet another coup against Venezuela, and its democratically elected, progressive government.
The coup has been thwarted. Venezuela prevailed!
“Nicolas Maduro announced Thursday that the government had thwarted a coup attempt which was being coordinated by Venezuela’s right-wing opposition with the support of the U.S. government.Just the day before the revelations, opposition leaders Leopoldo Lopez, Maria Corina Machado and Antonio Ledezma released a “transition plan” which involved privatization of the country’s oil, deregulation of the economy and accords with “international financial institutions” including the International Monetary Fund.”
The army stood firmly by the government of President Maduro. Most of Latin America, including UNASUR, expressed both their solidarity and support.
But all over the world, life goes on, as if nothing significant really took place!
How much longer can such banditry by the Empire be tolerated?
***
I don’t feel like writing my usual long philosophical essays, today.
I am simply pissed off; outraged. This time I really am! Not by what those sadistic imperialist control-junkies in Washington have managed to do again. I have no positive expectations when it comes to them, as they are clearly a bunch of mass murderers of the greatest caliber, not unlike their European colonialist and crusader predecessors.
What shocks me, suddenly, is this silence, this calm, all over the world! As if nothing really taken place. As if nothing is going on!
Are we going to eat the lowest grade of shit from the Empire forever? Is the monstrous fascist and market-fundamentalist system going to get away with absolutely everything? It has already murdered some 60 million people since the end of the WWII, as I explained in my recent book with Noam Chomsky.
The Empire overthrew every decent government in Africa, in the Middle East, Asia and until recently, in Latin America. It liquidated peaceful and secular Muslim governments and replaced them with thugs or extremists.
Many of us know about it. It is no secret! But then, when the same banditry takes place again and again, everybody stays seated on his or her bum, silent like a buffalo!
Where at least are there any substantial protests in Western capitals and major cities? Where is that multi-million crowd yelling “Je suis Chavez”?
Did those morons in Europe and the United States enter a complete, final, terminal state of amnesia and indoctrination? Don’t they see and care what their governments and corporations are doing all over the world?
It seems that all that can still lift them up from the couch is either that bloody football or regime-sponsored events like “Je suis Charlie”.
So this is their famous “democracy” – the one that the West wants to ‘export’ and sticks down the throat of the Chinese people, of Russians, of Latin Americans: the establishment can butcher millions of people in the Democratic Republic of Congo, in Somalia, in Libya, Afghanistan, Iraq, Palestine, Papua, Kashmir, Syria and Ukraine, it can attempt to overthrow any democratically elected government in Latin America, but the citizens of the Empire are so ‘pacified’, so fucked, really, that they don’t even recognize what is happening in front of their eyes, or what is done in their name. And if they recognize it, they don’t care.
It must remind one of those Germans who were living next to concentration camps, during the war, looking at the smoke coming up from the chimneys, and then claiming that ‘they did not know’.
***
Have they – Europeans and North Americans – lost their marbles? Their Christian fundamentalist/corporatist states are imposing sanctions on Russia – for nothing. Actually, Russia is being punished for the successful Western act of overthrowing the Ukrainian government! It is all totally bizarre, grotesque, comical. It makes a person with at least a few intact pieces of brain want to puke.
They first create ISIS in those NATO sponsored ‘refugee camps’ in Southern Turkey and Jordan, in order to overthrow the legitimate government in Damascus. Then when ISIS goes gaga, they use it as justification to redeploy troops in Iraq, and to bomb Syria! And European and North Americans still immobilized on their asses and still getting stoned and pissed, instead of at least building a few good, old-fashioned barricades!
And now Venezuela!
I believe that Latin America should, immediately, impose sanctions on the United States.
This is not a joke; it can and should be done. This is the only way to deal with the Empire! Merely exposing its acts only, does not obviously help. It just laughs back and continues murdering people and destroying countries that do not want to lick its boots and to sacrifice its people. It does it all in broad daylight.
Venezuela should approach the UN Security Council, and then the ICC (although states like the US or Israel do not recognize it, as they are ‘above the law’).
Then sanctions should be imposed against the U.S., first by Venezuela, then by most of other Latin American countries. China and Russia should offer their mighty shoulders, and protect Latin America against further attacks, militarily.
Enough of fear; enough of this horror! The world cannot count on the Europeans and North Americans. They cannot and are unwilling to control their governments and corporate bandits. Their countries are forming, in fact, a bunch of failed states, processing materials that are plundered abroad.
What happened in Venezuela on Feb 12th should never be accepted as the norm. Not anymore.
The world is not a chessboard, Mr. Obama. But what you are playing is not even chess. It is dirty; an extremely dirty game, which should be stopped by all means.
Andre Vltchek is a novelist, filmmaker and investigative journalist. He covered wars and conflicts in dozens of countries. His critically acclaimed political revolutionary novel Point of No Return is now re-edited and available. Oceania is his book on Western imperialism in South Pacific. His provocative book about post-Suharto Indonesia and market-fundamentalist model is called “Indonesia – The Archipelago of Fear” (Pluto). He just completed feature documentary “Rwanda Gambit” about Rwandan history and the plunder of DR Congo. After living for many years in Latin America and Oceania, Vltchek presently resides and works in East Asia and Africa. He can be reached through his website.
List of authoritarian regimes supported by the United States
From Wikipedia, the free encyclopedia
(Redirected from United States support of authoritarian regimes)
Over the last century, the United States government has often provided, and continues to provide today, financial assistance, arms, and technical support to numerous authoritarian regimes across the world. A variety of reasons have been provided to justify the apparent contradictions between support for dictators and the democratic ideals expressed in the American constitution.[1]
Prior to the Russian Revolution, support for dictators was often based on furthering American economic and political priorities, such as opening foreign markets to American manufacturers. Following the rise of communism, the United States government also began to support authoritarian regimes that it felt were combating movements aligned with communism, including socialist and democratic socialist movements, especially in Latin America.[2][3] Such assistance continued despite the belief expressed by many that this contradicted the political ideals espoused by the U.S. during the Cold War.[4] Support was also geared toward ensuring a conducive environment for American corporate interests abroad, such as the United Fruit Company or Standard Oil, especially when these interests came under threat from democratic regimes.[1][4][5]Support for authoritarian regimes has been justified under various ideological frameworks as well: the Truman Doctrine, for example, or the "War on Drugs".[1]
From the 1980s onwards, the United States government began to fear that its interests would be threatened by the increasingly popular Islamist movements in the Middle East, and began to work to secure friendly authoritarian regimes in the region, while isolating and weakening, but not removing, unfriendly ones.[6] In recent years, many policy analysts and commentators have expressed support for this type of policy, with some believing that regional stability is more important than democracy.[7][8] The United States continues to support authoritarian regimes today. However, international relations scholar David Skidmore believes that increased public pressure is motivating a shift away from supporting authoritarian regimes, and towards supporting more consensual regimes instead.[9]
Authoritarian regimes supported[edit]
- This list is incomplete; you can help by expanding it.
Latin America[edit]
- Porfirio Díaz (Mexico) (1876–1911)[11][12]
- Institutional Revolutionary Party (Mexico) (1929–2000)[13]
- Juan Vicente Gómez (Venezuela) (1908–35)[14]
- Manuel Estrada Cabrera (Guatemala) (1898–1920)[15]
- Jorge Ubico (Guatemala) (1931–44)[15]
- Fulgencio Batista (Cuba) (1952–59)[16]
- Rafael Trujillo (Dominican Republic) (1930–61)[17]
- Efraín Ríos Montt and the rest of the military junta in Guatemala (1954–86)[18][19]
- Revolutionary Government Junta of El Salvador (1979–82)[20]
- Hugo Banzer (Bolivia) (1971–78)[21]
- National Reorganization Process (Argentina) (1976–83)[22]
- Brazilian military government (1964–85)[10][23]
- Somoza family (Nicaragua) (1936–79)[24]
- François Duvalier (Haiti) (1957–71)[25]
- Jean-Claude Duvalier (Haiti) (1971–86)[25]
- Omar Torrijos (Panama) (1968–81)[26]
- Manuel Noriega (Panama) (1983–89)[26]
- Alfredo Stroessner (Paraguay) (1954–89)[27]
- Augusto Pinochet (Chile) (1973–90)[28]
Asia[edit]
- Syngman Rhee (South Korea) (1948–60)[31]
- Park Chung-hee (South Korea) (1961–79)[32]
- Chun Doo-Hwan (South Korea) (1979–88)[33]
- Ngo Dinh Diem (South Vietnam) (1955–63)[34]
- Lon Nol (Cambodia) (1970–75)[35]
- Yahya Khan (Pakistan) (1969-71)[36][37]
- Mohammad Reza Pahlavi (Iran) (1941–79)[38][39]
- Ferdinand Marcos (Philippines) (1965–86)[40][41]
- Muhammad Zia-ul-Haq (Pakistan) (1978–88)[42]
- Saddam Hussein (Iraq) (1982–90)[43]
- Suharto (Indonesia) (1967–98)[44]
- Truong Tan Sang (Vietnam) (2011–present)[45]
- Islam Karimov (Uzbekistan) (1990–present)[45]
- Pervez Musharraf (Pakistan) (1999–2008)[46]
- Ali Abdullah Saleh (Yemen) (1990–2012)[47]
- Emomalii Rahmon (Tajikistan) (1994–present)[45]
- Gurbanguly Berdimuhamedow (Turkmenistan) (2006–present)[45]
- House of Saud (Saudi Arabia) (1945–present)[48][49][50]
- Hamad bin Isa Al Khalifa (Bahrain) (1999–present)[51]
- Hamad bin Khalifa Al Thani (Qatar) (1995-2013)[52]
- Qaboos bin Said al Said (Oman) (1970–present)[50]
Africa[edit]
- King Hassan II, predecessors and successors (Morocco) (1777–present)[53]
- Gaafar Nimeiry (Sudan) (1969–85)[54]
- Samuel Doe (Liberia) (1980–90)[55]
- Apartheid South Africa (1948–94)[56]
- Meles Zenawi (Ethiopia) (1991–2012)[45]
- Teodoro Obiang Nguema Mbasogo (Equatorial Guinea) (1979–present)[45]
- Mobutu Sese Seko (Democratic Republic of the Congo) (1965–97)[57][58]
- Hissène Habré (Chad) (1982–90)[59]
- Hosni Mubarak (Egypt) (1981–2011)[60]
- Idriss Déby (Chad) (1990–present)[61]
- Yoweri Museveni (Uganda) (1986–present)[62]
- Zine El Abidine Ben Ali (Tunisia) (1987–2011) [63]
- Paul Kagame (Rwanda) (2000–present)[64]
Europe[edit]
- Francisco Franco (Francoist Spain) (1936–75).[65]
- Greek military junta (1967–74)[66]
- António de Oliveira Salazar (Portugal) (1932-74)[67]
- Turkish military junta (Turkey) (1980-91)[68]
See also[edit]
- Dictatorships and Double Standards
- Covert United States foreign regime change actions
- United States and state-sponsored terrorism
- United States and state terrorism
- United States foreign policy
Geen opmerkingen:
Een reactie posten