zaterdag 20 september 2014

Max van Weezel. Exit 2

De aandacht van de media [wordt] natuurlijk voor een belangrijk deel gestuurd… door de politieke machten… Dat geldt voor de nationale politiek, maar natuurlijk ook voor de internationale politiek... Reflexen zijn het, je bent daar geconditioneerd in.

Frits van Exter. Hoofdredacteur Vrij Nederland, voormalig hoofdredacteur Trouw.


Zoals ik eind vorige week schreef kon dinsdag 9 september 2014 de Volkskrant-consument één van de meest ontluisterende interviews lezen die de afgelopen tien jaar in een Nederlandse mainstream-krant werden gepubliceerd. Onder de kop:

Het tijdperk Van Weezel is voorbij. Journalist Max van Weezel blikt terug op bijna veertig jaar Den Haag,

luidt de inleiding:

Parlementair journalist Max van Weezel deed veertig jaar lang verslag van de vierkante centimeters op het Binnenhof. Nu dat tijdperk ten einde is, beschouwt hij opnieuw de journalistiek,

waarna de zelf-ontmaskering van Van Weezel onmiddellijk van start gaat met de zelf-ontmaskering van het 'icoon binnen de Haagse journalistiek.' Omdat dit demasqué  onthullend is voor de mainstream-journalistiek in Nederland zal ik de komende tijd met enkele 'hoogtepunten' behandelen. Daar gaan we. Na eerst te hebben verteld dat zijn activiteiten rond dat pleintje in het dorp dat nooit stadsrechten kreeg, voortdurende vergezeld ging met 'een borrel na — alles in Den Haag heeft een borrel na. Het draait om socializen,'  merkt de interviewster op: 

'Op safari' noemen sommige Haagse journalisten dat.

Max van Weezel antwoordt met:

Inderdaad. Of even langs 'de bontkragen': de voorlichters, de bontkraag om politici heen. Die vraag je of er nog nieuws is.

Et voila: Max van Weezel, die 'veertig jaar lang verslag [deed] van de vierkante centimeters op het Binnenhof,' meldt zelf dat hij jarenlang bij 'de bontkragen' vroeg 'of er nog nieuws' was. Met andere woorden, niet de parlementair journalist bepaalt wat van politiek belang is in een democratie, maar de 'voorlichters,' die door Max van Weezel worden getypeerd als 'ambitieuze jongetjes die de boel overnamen,' en die, ik citeer opnieuw: 'in hun relatie met politici de regie naar zich' lijken te 'hebben toegetrokken.' En waarom zouden wij als buitenstaanders moeten twijfelen aan de woorden van iemand die bijna vier decennia lang borrelend door de wandelgangen trok om te vragen 'of er nog nieuws' was, waardoor niet hij als journalist, maar de betaalde spindokters al vele jaren lang de politieke agenda in Nederland bepalen. Dit systeem hadden de volksvertegenwoordigers, met sociaal-democraten van de PVDA voorop, op hun beurt weer  'van de Amerikaanse en Britse politiek.' Zoals bekend mag worden geacht in welingelichte kringen stemt als gevolg van dit corrupte systeem bijna de helft van de Amerikaanse kiesgerechtigden al meer dan een halve eeuw niet. Maar dit heeft geen enkele invloed op het toneelstukje dat de parlementaire journalistiek elke dag weer opvoert.

Duidelijk is dat het onder politici en journalisten een kwestie van geven en nemen is, de zogeheten 'vrije pers' laat zich gebruiken en doet net alsof dat journalistiek is. Over de praktijk van het cliëntelisme vertelde Max van Weezel, hoogst waarschijnlijk geïnspireerd door een paar 'borrels' op rekening van de Volkskrant, zonder enige schroom het volgende: 

Politici en voorlichters proberen ook weer via journalisten informatie over andere partijen te weten te komen. 'Zullen we even een kopje koffie drinken, Max?', luidt het verzoek dan — vaak wordt er bier bedoeld. 'Wij hebben het gevoel dat Diederik (Samson, red) niet zo goed ligt bij zijn fractie, denk jij dat ook?', zegt iemand van D'66 vervolgens. 

Op de vraag: 'Wat zijn ze dan aan het doen?' antwoordt het Haagse 'icoon,' zonder ook maar een greintje gêne:

Bedrijfsspionage, via jou. En daar doe je als Haags journalist weleens aan mee in de hoop er iets voor terug te krijgen. Een exclusief interview met Pechtold, bijvoorbeeld. Je moet investeren in je contacten en daarbij hoort dat journalisten ook veel vertellen.

Alsof het de gewoonste zaak ter wereld is dat parlementaire journalisten tot op het bot corrupt zijn. Dat wil dus zeggen: het plegen van 'bedrijfsspionage,' zodat hij als poortwachter van het establishment tijdens zijn 'socializen' weer een aantal 'borrels' achterover kan slaan. Want laat duidelijk zijn dat deze hoerige vorm van journalistiek niets oplevert. Wie kan, anno 20 september 2014, ook maar één voorbeeld geven van hoe de berichtgeving van Max van Weezel enig dieper inzicht heeft verschaft in het neoliberale machtsspel sinds de loop van de jaren zeventig, zowel hier als in zijn geliefde Israel? Zijn journalistiek was die van de waan van de dag, verslagen over het belabberde politieke toneelstukje dat jaar in jaar uit in de polder wordt opgevoerd, voor een almaar afnemend publiek. Het gevolg is geweest dat de geloofwaardigheid van zowel de Nederlandse politici als hun spreekbuizen, de mainstream-journalisten onder het publiek minimaal is, zoals blijkt uit peilingen. Hoe kan het ook anders als het 'icoon binnen de Haagse journalistiek' zijn werkzaam leven lang heeft gecollaboreerd met degenen die op dat moment politiek belangrijk leken? Van nabij heb ik gezien hoever Max van Weezel gecorrumpeerd was geraakt. Het volgende schreef ik in 2007 over de pro-Israel lobbyist Max van Weezel:

Hun pro-Israel berichtgeving brengt hen ook wel eens in moeilijkheden, zo bleek in juni 2002, toen Amira Hass, de joods-Israëlische correspondente op de Westbank van de Israelische kwaliteitskrant Haaretz, in de Amsterdamse Balie sprak. De bijeenkomst vond plaats onder voorzitterschap van Max van Weezel, die in Nederland wonderlijk genoeg wordt gezien als de deskundige bij uitstek op het gebied van de Israelische politiek. Amira Hass, wier werk door de Israëlische auteur David Grossman is geprezen als ‘een van de zeldzame tekenen van gezond verstand, moed en menselijke waardigheid,’ leeft al jarenlang tussen de Palestijnen in bezet gebied. Dit in tegenstelling tot de Nederlandse correspondenten. De meesten van hen spreken geen Arabisch en gaan zelden of nooit naar de bezette gebieden, met als excuus dat ze zich daar als joodse journalisten niet welkom voelen. 

Nadat Amira Hass ruim een uur lang voor een volle zaal over de Israëlische terreur tegen de Palestijnse burgerbevolking had verteld, stelde Van Weezel de vraag: 

‘Waarom hebben wij in Holland niet enkele van de ontwikkelingen gezien waarover Amira Hass schreef en zag in Gaza en Ramallah? Waarom hebben wij daar nooit over gediscussieerd?’ 

Een luid gejoel steeg op. Een jonge vrouw in het publiek reageerde met de opmerking: 

‘Spreek voor je zelf. Je moest je schamen dat je dit vraagt. Als je het had willen zien dan had je het makkelijk kunnen zien. Veel buitenlandse journalisten hebben daarover geschreven, veel mensen hier zijn in Israël geweest en zagen zelf wat daar gebeurde. Als journalist zou je hebben moeten spreken met de mensen die daarheen gingen en terug kwamen en verhalen te vertellen hadden,’ 

daarbij verwijzend naar onder andere joodse Nederlanders in de zaal die spontaan applaudisseerden. In tegenstelling tot de Nederlandse commerciële massamedia weten degenen die zich in het conflict hebben verdiept, maar al te goed aan welke kant Max van Weezel staat.

De pro-Israel lobbyist doet al het mogelijk om moslims in een verdacht daglicht te plaatsen. Dat is soms zelfs komisch. Zo sprak Van Weezel in 2006 als presentator van het Radio I Journaal over 'Niet Marokkaanse Nederlanders.' De voor de hand liggende impliciete vraag is nu of een fatsoenlijke burger zich bij een 'Niet Marokkaanse Nederlander' veilig kan voelen? En bij een 'Marokkaanse Nederlander,' wat dat dan ook wezen mag? En bij een 'Niet Nederlandse Nederlander,' zoals ik mij begin te voelen? Enige tijd geleden verklaarde Max van Weezel: 

'De belangrijkste levensles die ik heb geleerd gaat over vertrouwen in mensen. Dat kreeg je vroeger mee van je ouders als je net na de Tweede Wereldoorlog werd geboren en joods was. Als ik iemand leer kennen vraag ik me af of ik in tijden van nood bij hem of haar zou durven onderduiken, zou ik me bij deze persoon veilig en geborgen voelen?' 

Dit eeuwig kwalificeren van iedereen. Zou de pro-Israel lobby er nooit moe van worden, ik bedoel van die levenslessen die bijvoorbeeld Max als kind kreeg? 

Een collega van me attendeerde me op een commentaar van de gerenommeerde journaliste Elma Verhey: 

'Islambashing door Vrij Nederland De zogenaamde kwaliteitspers wil wel vaker een loopje nemen met de waarheid, zeker als het om de islam gaat. Maar Vrij Nederland maakte er een marathon van. 'Dit weekend had ik een feestje waar ook veel Turken en Irakezen waren,' schreef politiek commentator Max van Weezel in Vrij Nederland van 10 juni. 'Zelfs daar werd een glas ouzo geheven op Rita Verdonk. Die had Ayaan Hirsi Ali, die de profeet had belasterd, toch maar over de grens gezet! Het is een merkwaardig monsterverbond dat Verdonk steunt.' Heidi Zandbergen, radiojournalist, wees me op het stuk in VN; het was dan ook háár feestje. En ik, net als Max van Weezel en andere (ex)collega’s van VN, waren uitgenodigd. Er waren helemaal geen Turken en slechts één Irakees: het vriendje van Heidi, een Koerd, die kok is in een van de beste specialiteitenwinkels in de Amsterdamse binnenstad. Hij heeft niets met religie en beslist geen glas ouzo geheven op Ayaan/Verdonk, omdat Ayaan 'de profeet had belasterd.' 

Bovenstaande geeft een waarheidsgetrouw beeld van de volstrekt onbetrouwbare wijze waarop Max van Weezel te werk gaat. Het is ook niet overdreven om te stellen dat iemand als ik nooit bij Van Weezel zal 'onderduiken,' en wel omdat ik me bij deze journalistieke collaborateur nooit 'veilig en geborgen' zou voelen. Iemand die voor anderen 'spionage' bedrijft is per definitie omkoopbaar, men dient alleen te weten wat zijn prijs op een bepaald moment is. Dat heet in zijn jargon het 'investeren in je contacten.'  Op de vraag: 'Is het niet te knus' daar rond het Haagse pleintje antwoordde hij sans gêne: 'Jazeker, het is heel knus.' Wellicht het toppunt van deze weerzinwekkende mentaliteit is zijn gecultiveerd slachtofferschap dat tot uiting komt in opmerkingen als '[de] belangrijkste levensles die ik heb geleerd gaat over vertrouwen in mensen.' Van Weezel's verraad blijft binnen de context van het poldermodel onweersproken. In Nederland kan Hoflands 'politiek-literaire elite' openlijk corrupt zijn. In de woorden van het doorgewinterde Haagse vertrekkende boegbeeld van de parlementaire pers zelf:

Je zit dicht op elkaar en dat is niet bevorderlijk voor een gezonde afstand tussen politici, voorlichters en journalisten.


Maar waarom Van Weezel dan bijna vier decennia hieraan heeft meegedaan, blijft verzwegen. Daarom zal ik het maar 'duiden': in het poldermodel dient de kleinburger samen met alle anderen te collaboreren, anders wordt men gemarginaliseerd, en in een klein land is niets ergers denkbaar. Nooit zal hier het besef doordringen dat in 1969 zo treffend werd geformuleerd door de Amerikaanse kritische journalist I.F. Stone:

Lifelong dissent has more than acclimated me cheerfully to defeat. It has made me suspicious of victory. I feel uneasy at the very idea of a Movement. I see every insight degenerating into a dogma, and fresh thoughts freezing into lifeless party line.

Die moed, die grootsheid kent Max van Weezel en de Nederlandse parlementaire pers niet. Iedereen waakt hier over de eigen positie in de hiërarchie, en weet dat als hij/zij een centimeter verschuift alle anderen onmiddellijk opnieuw hun plaats moeten bepalen, en dus blijft alles bij het oude en wordt de status quo gezien als vrijheid. Na vier decennia dit systeem te hebben gediend verklaarde Van Weezel tegenover de Volkskrant:

Veel loopt via voorlichters die dingen zeggen als: je moet mijn minister eens ontmoeten, hij   is veel aardiger dan je denkt. Die gesprekken gaan zelden over de inhoud van het beleid. De parlementaire journalistiek is een veredelde vorm van sportjournalistiek geworden: wie is de winnaar van de dag? Wie is de verliezer?

De verliezer is allereerst en vooral de democratie. Hoe dan ook: de enige echte vraag die voor een politieke buitenstaander als ik overblijft is: hoe kan een redelijk ontwikkeld mens zonder enige waardigheid en zelfrespect leven? Misschien zou u deze vraag eens aan Max van Weezel moeten stellen. Meer later.



5 opmerkingen:

Sonja zei

Mooie fotoreportage bij Reuters: Amazon warriors fight off loggers. Alleen... zouden dat Palestijnen zijn geweest, die "matters into their own hands" namen, en deze "warriors" zouden "terugvechten" tegen de illegale kolonisten, dan zou Reuters niet schrijven dat Palestijnen "feel it is necessary to teach the exploiters a lesson to prevent their return."

Ron zei

Zo doken afgelopen week alle serieuze media als jakhalzen op misser van Roemer , voorpagina Volkakrant, belangrijkste nieuws volgens Idioot Ron Freeser , 8 uur journaal etc etc geen woord over de inhoud ......... het spel ! ........de inhoud ? ach.............

Ron zei

Ron Fresen....

AdR zei

Het lijkt mij dat het grote inleveren al begon toen Van Weezel met vele anderen met vergelijkbare achtergrond lid wilden worden van de CPN, want daar waren de arrebeiers hadden ze begrepen. Dat is veertig of meer jaren geleden.
Het bracht uitventen van De Waarheid bij de pont met zich mee, en een cursus pllat lere praote. Nooit helemaal gelukt bij hem, of snel weer ongedaan gemaakt na de overstap naar de PvdA. Maar corrupt was het van begin af aan.

Anoniem zei

Dank Sonja. Het wachten is op Sinterklaas die via zwarte piet cadeautjes uitdeelt als munitie met verarmd uranium aan de geïntegreerde postkoloniale survivors van Surinaamse, Molukse, Ambonese of Antilliaanse herkomst. Onze culturele verdienste blootleggend. Dat alle kinderen zich geen zorgen hoeven te maken. Zoet houden. Waar is het feestje? Het nageslacht van ex woningcorporatie directeur Eric Staal die hecht aan tradities en het is puur genieten zelfs als hij klapsigaren uitdeelt aan zijn kleinkinderen. Participatie ten voete uit. Genen gewaarborgd. Die genen? Van sociopaten en technocraten?
Wie het laatst lacht in een villa op een tropisch eiland waar corruptie geïncorporeerd is heeft verstand van zaken. Dat heet slim zijn en het is maar een voorbeeldfunctie waardoor de Nederlander een prijs betaalt om te kunnen wonen waarmee wij wereldkampioen werden. Geld dat niet terugvloeit in de harde economie. Sprookjes bestaan, doe gewoon je best er in te willlen geloven. Het is leuker dan je denkt. God wat hebben wij als kind genoten van het op ons mouw spelden. We gaan er ons voordeel mee doen. En moslimjongeren? Hadden ze maar niet naar onze cultuur hun heenkomen moeten zoeken. suikerfeest of niet. Nee, kerstmis dat is pas leuk! Elk jaar opnieuw voortschrijdend inzicht in sprookjes en de selectieve superoriteit het te kunnen doen, dat vorm te kunnen geven, geloven, en de uitdrukking ervan. Daar worden kinderen wakker van. Kinderen van Indianen moesten zich schamen over hun barbaarsheid.