Vandaag, donderdag 18 september 2014 bericht het mainstream-dagblad Trouw vijf kolommen breed op de voorpagina:
Nederland levert F-16's tegen IS...
VS stellen voorwaarde aan deelname strijd: Je doet volop mee, of je blijft thuis.
De VS en dus Nederland heeft geen mandaat van de Verenigde Naties om in Syrië te strijden, maar net als in Irak trekken Washington en Den Haag zich niets aan van het internationaal recht. Intussen blijft naast het parlement ook de academici in de polder, onder wie professor dr. Barbara Oomen, zwijgen.
De redenen om mij niet publiekelijk (wel in mijn omgeving) uit te spreken tegen de oorlogsmisdaden van Israël zijn praktisch van aard. Ik volg de misdaden, met afschuw en ontzetting, als krantenlezer, en niet als expert (for what it’s worth). Er zijn – zo denk ik – veel mensen die veel meer weten van, en beter geëigend zijn om de publieke opinie op dit gebied te voeden dan ik.
Barbara Oomen. Woensdag 3 september 2014
Het nieuws sterkt mijn in mijn mening dat het hier gaat om een zwaar ongelijke strijd, met afschuwelijke gevolgen voor de Palestijnen. Mijn standpunt hierover is natuurlijk openbaar: als burger volg ik de berichten over de oorlog met afschuw en ontzetting, en als jurist ben ik van mening dat het hier gaat om oorlogsmisdaden, en voortdurende schendingen van de rechten van de mens.
Barbara Oomen. Zaterdag 13 september 2014
http://stanvanhoucke.blogspot.nl/2014/09/barbara-oomen-en-de-mensenrechten-11.html
Ik citeer nogmaals professor dr. Barbara Oomen, dean van het University College Roosevelt in Middelburg en hoogleraar Sociologie van de Mensenrechten aan de Universiteit Utrecht: 'een zwaar ongelijke strijd, met afschuwelijke gevolgen… het gaat [hier] om oorlogsmisdaden, en voortdurende schendingen van de rechten van de mens.'
Na een dergelijke stellige uitspraak zou men mogen verwachten dat een Nederlandse mensenrechten-deskundige publiekelijk stelling neemt tegen de steun van de Nederlandse regering aan de zelfbenoemde 'Joodse staat,' die volgens Oomen zelf 'voortdurende schendingen van de rechten van de mens' pleegt. Dat doet zij evenwel niet en die houding is verwerpelijk, ondermeer omdat zij tegelijkertijd publiekelijk als volgt wordt aangekondigd:
Oomen heeft een gedegen wetenschappelijke reputatie en staat bekend om haar innoverende en bevlogen wijze van onderwijs geven en om haar onderzoek dat zich bevindt zich op het snijvlak van wetenschap en samenleving.
De academische mensenrechten-experts in het polderland zijn verdacht stil zodra het handelt om de door Nederlandse politici gesteunde massale mensenrechtenschendingen. Niet alleen wanneer het Palestijnen betreft, maar vooral ook wanneer het gekleurde volkeren zijn met een andere cultuur en godsdienst. Zo wees ik begin 2003 op het volgende in een artikel voor het tijdschrift De Humanist:
Acht jaar geleden zag ik in Irak de gevolgen van de vorige Golfoorlog, waarbij de totale infrastructuur van het land werd vernietigd. Op een middag liep ik zonder begeleiding het grote kinderziekenhuis van Bagdad binnen en liet me door een dienstdoende oncoloog rondleiden langs uitgemergelde kleuters die aan kanker stierven, als gevolg van de grootschalige inzet van Britse en Amerikaanse granaten en kogels. De punten ervan waren bekleed met verarmd uranium, een afvalproduct van de nucleaire industrie. Het voordeel van deze giftige en radioactieve munitie is dat ze tweeënhalf keer zo hard is als staal en daardoor elk vijandelijk object eenvoudig kan penetreren. Treft de munitie doel dan explodeert ze, waarbij zo'n grote hitte vrijkomt dat bijvoorbeeld een tank ogenblikkelijk in lichterlaaie staat. Tegelijkertijd ontsnappen er radioactieve stofdeeltjes, die indien ze worden ingeademd longkanker veroorzaken. Tijdens die Golfoorlog zijn 944.000 verarmd uraniumkogels en 4.000 verarmd uranium granaten afgeschoten, in totaal 320.000 kilo verarmt uranium. De inzet ervan was zo succesvol dat een expert het vergeleek met de introductie van het machinegeweer op de praktijk van de oorlogsvoering. Het Pentagon was al die tijd op de hoogte van het gevaar. Maar pas een week na het staakt-het-vuren waarschuwde het de Amerikaanse eenheden in het Golfgebied dat 'van elk object dat door een verarmd uranium kogel of granaat is geraakt, aangenomen kan worden dat het met verarmd uranium is besmet.' Die boodschap was evenwel niet gericht aan de Irakese kinderen die in besmet gebied speelden en de neergeslagen radioactieve stofdeeltjes inademden. Sinds 1990 is het aantal gevallen van kanker onder Irakese kinderen vervijfvoudigd. Geboorte-afwijkingen en leukemie zijn er verdrievoudigd. Ook onder Amerikaanse veteranen van de Golfoorlog zijn slachtoffers gevallen. Tenminste 50.000 militairen lijden aan ziektes die moeilijk te diagnosticeren zijn. Eén van hen die persoonlijke ervaring heeft gehad met verarmd uranium is Doug Rokke, die aan het hoofd stond van een opruimingsteam van het Amerikaanse leger, dat met verarmd uranium besmette tanks en pantserwagens opspoorde en schoonmaakte. De meeste van de honderd teamleden hebben ernstige gezondheidsklachten. Sommigen zijn gestorven. Doug Rokke was tot voor kort hoogleraar fysica en heeft volgens eigen zeggen '5000 keer het toegestane niveau van straling in mijn lichaam.' De gezondheidsproblemen onder de inwoners van zuidelijk Irak is 'het directe gevolg' van de blootstelling aan verarmd uranium. 'De controverse over de vraag of het al dan niet de oorzaak van deze problemen zijn, is een gefabriceerde. Mijn eigen gezondheid is een testament daarvan.' Bijna 60 procent van de Irakese doden zijn kinderen onder de zeven jaar.
Anno 2014 is het aantal slachtoffers sterk toegenomen door het massaal gebruik van verarmd uranium-wapens tijdens de illegale Amerikaanse inval in Irak. Het Nederlandse kabinet en de meerderheid van onze volksvertegenwoordigers steunt nog steeds het Amerikaanse geweld en is daardoor mede verantwoordelijk voor deze oorlogsmisdaden. Mensen-rechten-deskundigen als dr. Barbara Oomen zwijgen hierover, terwijl toch in Nederland al acht jaar geleden ondermeer het volgende bekend werd:
Vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de ministers van Defensie en van
Buitenlandse Zaken over munitie met verarmd uranium (ingezonden 6
september 2006).
1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat acht agenten van de Amerikaanse
militaire politie ernstig ziek zijn geworden en dat via urineonderzoek is
aangetoond dat zij allen zijn besmet met verarmd uranium, opgelopen in de
ruïne van het gebombardeerde treinstation van As Samawah?
Ja.
2
Is het waar dat dit terrein, beter bekend als Camp Smitty I, de plek is waar de
Nederlandse troepen de eerste drie weken van hun verblijf in Irak verbleven
voordat ze hun kampement in de woestijn opsloegen vanwege het
besmettingsgevaar van verarmd uranium op dat terrein?
Nederlands defensiepersoneel is inderdaad drie weken op genoemde locatie
aanwezig geweest.
3
Kunt u op grond van de huidige kennis over de gezondheidstoestand van de
teruggekeerde Nederlandse troepen uit Irak opnieuw bevestigen dat de
besmetting van het terrein geen aanleiding geeft tot zorg voor de Nederlandse
militairen die daar dienden?
Er zijn geen aanwijzingen dat er bij naar Irak uitgezonden militairen
gezondheidsklachten aanwezig zijn die wijzen op blootstelling aan verarmd uranium.
4
Deelt u de conclusies van recent onderzoek dat de bewijzen zich opstapelen
over de schade die deeltjes verarmd uranium in het lichaam kunnen
aanrichten?
Hebt u in het bijzonder kennisgenomen van het werk van het onderzoeksteam
van Dr. Alexandra Miller van het Amerikaanse Radiobiologische
Onderzoeksinstituut van de Gewapende Strijdkrachten (AFRRI) dat aantoont
dat blootstelling aan stofdeeltjes verarmd uranium ernstige schade toebrengt
aan het erfelijk materiaal en leidt tot kwaadaardige tumoren, en dat er
volgens dit onderzoeksteam een duidelijke samenhang bestaat tussen de
uraniumconcentratie in urine en een verhoogde kans op mutaties in het DNA
en kanker?
Uit onderzoek is inderdaad gebleken dat besmetting met verarmd uranium zowel door
de chemische als door de radiologische eigenschappen gezondheidsschade kan
aanrichten. Dergelijk onderzoek, dat wordt gedaan om de toxische eigenschappen
aan te tonen, wordt evenwel verricht in laboratoria waarbij van relatief hoge
uraniumconcentraties wordt uitgegaan en wordt gekeken naar de effecten van
incorporatie van fragmenten verarmd uranium. Tot nu toe is er geen enkele indicatie
dat bij Nederlandse militairen sprake zou zijn van opname van fragmenten verarmd
uranium dan wel inademing van concentraties of hoeveelheden verarmd uranium,
zoals die in het onderzoek van onder andere Alexandra Miller zijn gebruikt.
5
Acht u het aannemelijk dat op basis van deze literatuur gesteld kan worden dat
verarmd uranium blijvende schade veroorzaakt aan de gezondheid van burgers
en militairen? Kunt u uw antwoorden toelichten?
Besmetting met verarmd uranium kan gezondheidsschade aanrichten. Hierbij is
echter sprake van een dosis-effect-relatie. Hiermee wordt bedoeld dat het
gezondheidseffect afhankelijk is van de hoeveelheid (ingenomen of ingeademd)
verarmd uranium. Ter illustratie: middels drinkwater en voedsel wordt door elk mens
een bepaalde hoeveelheid natuurlijk uranium ingenomen. Het menselijk lichaam
bevat derhalve altijd uranium, dat evenwel geen blijvende schade veroorzaakt.
Uranium en verarmd uranium zijn in chemisch opzicht identiek, maar in radiologisch
opzicht is verarmd uranium een zwakkere stralingsbron dan natuurlijk uranium.
De dosis-effect-relatie met betrekking tot de radiologische effecten van verarmd
uranium is algemeen bekend en geaccepteerd. Wat precies de dosis-effect-relatie is
op basis van de chemisch toxische eigenschappen is onderwerp van onderzoek.
Epidemiologische studies tonen echter nog steeds aan dat de doses waaraan
Nederlandse militairen potentieel kunnen blootstaan niet resulteren in
gezondheidseffecten.
6
Acht u het in het licht van dit onderzoekswerk noodzakelijk een nulmeting
voor
uit te zenden militairen in te voeren? Zo ja, op welke wijze en op welke
termijn?
Zo neen, waarom niet?
Neen. In eerdere vragen van onder andere de kamerleden Van Velzen (2020310780
d.d. 24 april 2003, Karimi (2020315490, d.d. 31 juli 2003), Van Velzen (2020315570,
d.d. 1 augustus 2003) en Van Bommel en Kant (2030405480 d.d. 5 januari 2004) is
reeds ingegaan op de wenselijkheid van het doen van een zogenaamde nulmeting.
Er zijn geen redenen dit standpunt te wijzigen.
7
Wat is de stand van zaken van de onderzoeksmethoden naar vergiftiging van
burgers en militairen door verarmd uranium? Hebt u inmiddels de resultaten
van de methoden in Arkansas, Louisiana en Connecticut achterhaald? Wat
zijn
de resultaten? 5) Bent u van oordeel dat deze methoden beter zijn dan de
analyse van neussnuitsel?
Defensie past betrouwbare meetmethoden toe om vergiftiging door verarmd uranium
op te sporen. Het onderzoek dat in de VS wordt geïnitieerd betreft isotopen-analyse.
Wij achten dergelijk onderzoek pas zinvol als er sprake is van een aangetoonde
verhoogde concentratie van uranium in de urine. Bij deze verhoogde concentratie zou
een isotopenanalyse kunnen aantonen of de besmetting aan blootstelling door
verarmd uranium kan worden toegeschreven.
Defensie laat bij een vermoeden van een besmetting naast onderzoek van de urine in
sommige gevallen ook neussnuitsel analyseren. Dit laatste kan helpen bij het
beantwoorden van de vraag of een besmetting is opgetreden en van de vraag hoe
ernstig deze besmetting is. Analyse van het neussnuitsel is derhalve geen alternatief
voor urine onderzoek maar een aanvullende methode.
Wat hieraan opvalt is dat het de SP vooral gaat om het Nederlandse leger, niet om de miljoenen burgers die in voormalig Joegoslavië, Irak, Afghanistan, Libanon en Libië zijn blootgesteld aan buitensporig grote hoeveelheden verarmd uranium en waar de consequenties van de massale inzet van verarmd uranium verregaande consequenties heeft zoals ik bijna twintig jaar geleden al ontdekte in Irak. Zolang de Nederlandse militairen er geen last van hebben zwijgen onze politici van links en van rechts evenals de hoogleraren mensenrechten waardoor zij allen mede-verantwoordelijk voor de westerse terreur in die landen.
Iraq to sue U.S., Britain over depleted uranium bombs
Iraq's Ministry for Human Rights will file a lawsuit against Britain and the U.S. over their use of depleted uranium bombs in Iraq, an Iraqi minister says.
Iraq's Minister of Human Rights, Wijdan Mikhail Salim, told Assabah newspaper that the lawsuit will be launched based on reports from the Iraqi ministries of science and the environment.
According to the reports, during the first year of the U.S. and British invasion of Iraq, both countries had repeatedly used bombs containing depleted uranium.
According to Iraqi military experts, the U.S. and Britain bombed the country with nearly 2,000 tons of depleted uranium bombs during the early years of the Iraq war.
Atomic radiation has increased the number of babies born with defects in the southern provinces of Iraq.
Iraqi doctors say they' have been struggling to cope with the rise in the number of cancer cases -- especially in cities subjected to heavy U.S. and British bombardment.
The high rate of birth defects and cancer cases will move in the coming years to the central and northern provinces of Iraq since the radiation may penetrate the soil and water by air.
The ministry will seek compensation for the victims of these bombs.
(Source: Press TV)
A child born with defects attributable to exposure to depleted uranium.
According to the reports, during the first year of the U.S. and British invasion of Iraq, both countries had repeatedly used bombs containing depleted uranium.
According to Iraqi military experts, the U.S. and Britain bombed the country with nearly 2,000 tons of depleted uranium bombs during the early years of the Iraq war.
Atomic radiation has increased the number of babies born with defects in the southern provinces of Iraq.
Iraqi doctors say they' have been struggling to cope with the rise in the number of cancer cases -- especially in cities subjected to heavy U.S. and British bombardment.
The high rate of birth defects and cancer cases will move in the coming years to the central and northern provinces of Iraq since the radiation may penetrate the soil and water by air.
The ministry will seek compensation for the victims of these bombs.
(Source: Press TV)
A child born with defects attributable to exposure to depleted uranium.
Op 5 november 2007 voerde de vaste commissie voor Defensie overleg met staatssecretaris Van der Knaap van Defensie waarbij het voormalige SP-Tweede Kamerlid Remi Poppe het verarmd uranium vraagstuk ter sprake bracht:
De heer Poppe (SP): Er is net een discussie geweest in de Verenigde Naties, waarin 122 landen hebben ingestemd met een aantal punten rondom verarmd uranium en het onderzoek van de effecten en het gebruik van de bewapening. Waarom heeft Nederland daar tegen gestemd? U hebt dus kennelijk al een standpunt ingenomen.
Staatssecretaris Van der Knaap: Als het goed is, krijgt u daar ook schriftelijk antwoord op. Het gaat mij een beetje te snel om dit soort conclusies te trekken. Dat wil ik nog wel even bezien, ook op basis van een interne memo. Ik zal de Kamer daarover voor de begrotingsbehandeling schriftelijk informeren.
Ik heb nooit meer iets vernomen hierover. De politici zwijgen en zo ook de academisch geschoolde mensenrechten-experts. Hetzelfde geldt voor de 'vrije pers' in de polder. In 2010 gebeurde het volgende:
Subject: RE: Adviseurs EC verdoezelen risico's verarmd uranium
Date sent: Thu, 15 Apr 2010 14:37:11 +0200
From: opinie@nrc.nl>
To: info@laka.org>
Geachte heer Van der Keur,
Hartelijk dank voor toezending van uw brief. Wij moeten u echter berichten
dat wij deze niet zullen plaatsen. Onze ruimte voor brieven is beperkt en
door de grote hoeveelheid post die wij ontvangen moeten wij streng
selecteren. Onze voorkeur gaat (deze keer) uit naar andere bijdragen.
Het spijt ons u niet anders te kunnen berichten.
Met vriendelijke groet,
Redactie Opinie
NRC Handelsblad
-----Oorspronkelijk bericht-----
Van: Laka Foundation [mailto:info@laka.org]
Verzonden: dinsdag 13 april 2010 12:25
Aan: NRC Opinie
Onderwerp: Adviseurs EC verdoezelen risico's verarmd uranium
Geachte redactie,
Zeer recent heb ik een reactie ingediend op een voorlopig rapport over
verarmd uranium van een wetenschappelijke adviescommissie van de Europese
Commissie (SCHER). Dat rapport is hier te vinden:
Doordat ik het niveau van de inhoud van dit rapport zwaar tekort vind
schieten, heb ik er een kort opiniestuk over geschreven (bijgevoegd).
Desgewenst kan ik mijn reactie naar de adviescommissie u doen toekomen,
inclusief de reeks van wetenschappelijke publicaties die mijn zienswijze
onderbouwen.
Met vriendelijke groet,
Henk van der Keur
Stichting Laka
Adviseurs Europese Commissie verdoezelen doelbewust risico's verarmd
uranium
Afgelopen maand publiceerde de Wetenschappelijke Commissie voor
Gezondheids- en Milieurisico's (SCHER), die de Europese Commissie van
wetenschappelijk advies voorziet, een voorlopig rapport over de
gezondheidsrisico's van verarmd uranium. Het resultaat is ontluisterend.
Een hele reeks van publicaties over de gezondheidseffecten van verarmd
uranium, die onmogelijk kunnen worden genegeerd, staan niet in het rapport
vermeld. Sinds midden jaren negentig heeft Dr. Alexandra Miller en haar
radiobiologisch onderzoeksteam, dat rechtstreeks valt onder het Pentagon,
meer dan tien wetenschappelijke artikelen gepubliceerd waarin onder meer
wordt vastgesteld dat de stofdeeltjes verarmd-uraniumoxiden waaraan
Amerikaanse veteranen zijn blootgesteld tumoren opwekt en bevordert. Er is
geen ander wetenschappelijk team dat zo uitvoerig heeft gepubliceerd over
de effecten van verarmd uranium op celniveau. Het negeren van deze
publicaties kan niet anders dan er op duiden dat hier sprake is van
wetenschappelijke fraude. Het beeld dat er selectief gebruik wordt gemaakt
van wetenschappelijke bronnen wordt ook nog eens bevestigd door het
weglaten van het benoemen van het zogenaamde bystander effect: een
verschijnsel waarbij niet-bestraalde lichaamscellen sterven onder invloed
van naburige lichaamscellen die bestraald zijn met zwakke alfastraling. Het
mechanisme van dit verschijnsel is nog niet opgehelderd, maar sinds meer
dan tien jaar wordt het bestaan ervan onder betrokken wetenschappers
algemeen geaccepteerd. Het kan haast geen toeval zijn dat zowel het
belangrijke pionierswerk van Miller en consorten als het bystander effect
in het SCHER-rapport doelbewust buiten beeld wordt gehouden, omdat het
bystander-effect een prominente rol speelt in de hypothese van Miller over
het waarom van de sterk giftige uitwerking van verarmd uranium op
lichaamscellen, die op grond van de louter chemische effecten van het zware
metaal uranium niet geheel valt te verklaren.
Het is buitengewoon bizar dat nader onderzoek naar de bevindingen van Dr.
Alexandra Miller uitblijft. Miller poneert haar hypothese al sinds 1998 en
is na een lange reeks van onderzoeken stevig onderbouwd. Het zou niet meer
dan logisch zijn dat haar onderzoek op celniveau vervolg krijgt in de vorm
van epidemiologisch onderzoek, zodat er eindelijk statistische gegevens
beschikbaar komen over de impact van blootstelling aan stofdeeltjes
verarmd-uraniumoxiden bij veteranen en burgers in oorlogsgebieden.
Henk van der Keur
stichting Laka, Amsterdam
Henk van der Keur is al een kwart eeuw de expert bij uitstek in Nederland op het gebied van verarmd uranium en toch blijft zowel de pers, de politiek, als de academische wereld hierover zwijgen als het graf. Zondag 22 september 2013 publiceerde ik op mijn weblog het volgende:
Kernproliferatieblog bericht:
Verarmd Uranium
Media Lens bericht over een nieuw onderzoek over de hoge kindersterfte, kanker en leukemie in Fallujah, een Iraakse stad die in 2004 zwaar onder vuur werd genomen door Amerikaanse en Britse strijdkrachten:
Eind februari / begin maart 1992 – één jaar na de Golfoorlog – bezocht ik ook datzelfde ziekenhuis (het ziekenhuis in Bagdad dat ik in 1995 bezocht. svh) en toen al lag dat kinderziekenhuis vol met patiënten met kanker en leukemie, een ervaring die ik nooit zal vergeten. Als gevolg van de VN-sancties hadden de artsen een groot gebrek aan – zelfs de meest basale – geneesmiddelen en konden dus weinig uitrichten voor hun patiëntjes.
Ik maakte deel uit van een delegatie van Nederlandse en Belgische vredesactivisten en ingenieurs en mijn opdracht was het meten van straling in de omgeving van de onderzoeksreactor Al-Tuwaitha, die in de Golfoorlog door het Amerikaanse leger was gebombardeerd. Maar ik kreeg daarvoor geen toestemming van de Iraakse autoriteiten.
Het bezoek aan Irak was mijn eerste kennismaking met het gebruik van radioactieve munitie door de legers van de VS en Groot-Brittannië. Bij aankomst in Bagdad belandde onze delegatie in de lobby van Hotel Palestine – het verkeerde hotel zo bleek later, we moesten naar een ander hotel – waar we de arts Siegwart-Horst Günther tegenkwamen. Hij had kinderen gediagnostiseerd met ongewone gezondheidsklachten en vermoedde een relatie met de restanten van antitank-munitie waarmee de kinderen speelden. Dat bleek munitie te zijn van verarmd uranium.
Aanvankelijk kon ik mij niet voorstellen dat er een relatie zou kunnen zijn tussen het gebruik van uraniummunitie en de vele gevallen van kanker en leukemie die ik in het kinderziekenhuis van Bagdad heb gezien. Ik kon me niet voorstellen dat de incubatietijd voor kanker zo kort kon zijn.
Dat werd anders toen ik kennis nam van het werk van Dr. Alexandra Miller van het Armed Forces Radiobiology Research Institute. Uit haar onderzoek blijkt dat lichaamscellen die bloot worden gesteld aan stofdeeltjes uraniumoxide al na korte tijd de neiging hebben zich te transformeren tot tumor-gene cellen. Haar hypothese is dat er een samenspel plaatsvindt tussen de (chemisch) giftige eigenschappen en de radio-toxische eigenschappen van verarmd uranium, ook wel aangeduid als synergetisch effect. Al in de jaren negentig leverde haar onderzoeksteam bewijzen hiervoor en haar latere bevindingen maken die bewijzen nog veel steviger.
Epidemiologisch onderzoek naar de effecten van uraniummunitie wordt al sinds de Golfoorlog van 1991 stelselmatig gesaboteerd, en dus ook nu bij het epidemiologisch onderzoek in Fallujah. Onvoorstelbaar dat ze daar nog steeds mee wegkomen. Al tien jaar geleden werd een onderzoek gepubliceerd die stelt dat de chemische giftigheid van verarmd uranium vergelijkbaar is met die van nikkel, dat door de WHO is geclassificeerd als kankerverwekkend. Om onduidelijke redenen wordt verarmd uranium niet als zodanig geclassificeerd.
In 2006 maakte ik voor het laatst een overzicht over de risico’s van verarmd-uraniumstofdeeltjes op basis van tot die tijd was gepubliceerd in de vakbladen. Dat overzicht volgt hier:
De gezondheidsrisico’s van uraniumwapens
door Henk van der Keur, documentatie en onderzoekscentrum kernenergie (stichting Laka)
10 juli 2006
De risico’s van het gebruik van verarmd uranium (DU) in antitank-munitie schuilen in de verspreiding van grote hoeveelheden zeer fijne stofdeeltjes uraniumoxiden die ontstaan na inslag van deze munitie op een hard doel. Behalve chemisch giftig zijn de deeltjes ook radioactief. Via de longen, het maag-darmkanaal of open wonden komen de minuscule deeltjes in het lichaam terecht. In droge gebieden, zoals Irak, kunnen deze deeltjes tot vele jaren na de gevechtshandelingen door verstoring opdwarrelen en alsnog tot besmetting leiden. De besmette plekken in Irak van de Golfoorlog in 1991 vormen nog altijd een potentieel risico voor de lokale bevolking en de buitenlandse troepen die daar zijn gestationeerd.
Anno 2006 kunnen we vaststellen dat er in de afgelopen jaren baanbrekend onderzoek is verricht naar de gezondheidseffecten van interne besmetting met verarmd uranium (DU). Behalve de longen, de nieren en het bot, is aangetoond dat ook de hersenen een doelorgaan is van DU. Naast de chemische giftigheid wordt steeds vaker ook de radiologische component van DU genoemd als oorzaak voor aantasting van het centrale zenuwstelsel. Het is bewezen dat DU onomkeerbare schade aan het erfelijk materiaal veroorzaakt en daardoor tumoren kan opwekken. Bij het mannelijk geslacht kan DU zich ophopen in de testes; bij zwangere vrouwen kan DU de placenta passeren en zich ophopen in de foetus / het embryo. Naast de gezondheidseffecten van de chemische giftigheid van DU in het algemeen neemt de aandacht voor de radiologische effecten van DU toe. Steeds meer wetenschappers uit diverse disciplines menen dat de radiotoxiciteit van DU ten onrechte onderbelicht is gebleven. Ofschoon in het algemeen nog geen harde conclusies zijn te trekken, daarvoor is meer onderzoek nodig, stapelen de bewijzen over de schade die DU-stofdeeltjes in het lichaam kunnen aanrichten zich in hoog tempo op.
uranium en verarmd uranium
Ten onrechte worden de DU-stofdeeltjes vaak vergeleken met het uraniumstof dat vrijkomt bij uraniummijnbouw of met uraniummineralen die van nature overal om ons heen voorkomen. Dat komt neer op appels met peren vergelijken. Er bestaan geen analoge verbindingen van DU-oxiden in de natuur. De DU-oxiden die ontstaan zijn overwegend slecht oplosbaar. Dat betekent dat de stofdeeltjes die in de longen terechtkomen veel langer in het lichaam blijven dan de oplosbare vormen van uraniumoxiden. Het deel dat in het lichaam achterblijft en na een aantal jaren de long-bloed barrière passeert, hoopt zich uiteindelijk voor tientallen jaren op in de botten, hersenen, nieren en andere lichaamsweefsels of organen.
Naast de te onderscheiden chemisch giftige (chemo-toxische) en radiologische (radio-toxische) effecten van DU is er ook sprake van het zogenaamde 'bystander effect.' Het effect werd niet ontdekt, maar blootgelegd. Terugkijkend in de literatuur kan men al vroege bewijzen vinden. Het bystander effect paste tot voor kort niet in de dogma’s van de meeste stralingsdeskundigen, waardoor het lang heeft geduurd voordat de theorie algemeen werd geaccepteerd. Lange tijd werd aangenomen dat alleen de cellen die met alfa-deeltjes (uranium-238, de belangrijkste component van DU is een alfa-straler) werden bestraald schade van deze ioniserende straling zouden ondervinden. Het bystander effect toont aan dat ook naburige niet-bestraalde cellen toch dezelfde soort schade ondervinden als de bestraalde cellen (mutaties of breuken in het erfelijk materiaal). Het mechanisme dat hieraan ten grondslag ligt is nog niet helemaal opgehelderd.
limieten
De Amerikaanse waakhond van de kernindustrie NRC stelt vast dat inademing van 10 mg DU-oxiden gezondheidsproblemen kan veroorzaken en automatisch moet leiden tot testen. Het Verenigd Koninkrijk zegt dat 8 mg schadelijk is voor werknemers in de kernindustrie, en dat meer dan 2 mg onaanvaardbaar is voor het algemene publiek. De WHO acht een dagelijkse inname van 0,6 microgram per kg lichaamsgewicht aanvaardbaar voor ingeslikt uranium (een persoon van 68 kg heeft dus een dagelijkse limiet van 40 microgram). Ter vergelijking: een 120mm DU antitank-granaat creëert na inslag op een hard doel gemiddeld 950 gram DU-oxiden, en bij een 30mm granaat van een A-10 is dat 960 gram.
De giftigheid van DU-oxiden wordt vooral in verband wordt gebracht met aantasting van de nieren. Dat is echter gebaseerd op onderzoek naar de effecten van oplosbare vormen van DU-oxiden, terwijl de onoplosbare vormen – zoals de stofdeeltjes die hier besproken worden – in de eerste plaats een gevaar opleveren voor de longen en op de langere termijn ook voor andere weefsels/organen. De slechtst oplosbare deeltjes, de keramische deeltjes, met een halve micrometer in doorsnede accumuleren in de longen en zenden per deeltje een stralingsdosis uit die overeenkomt met 10 maal de achtergrondstraling.
DU-oxiden veroorzaken schade aan de genen, mutaties en tumoren
Het Armed Forces Radiobiology Research Institute (AFRRI), een onderzoeksinstituut dat is gelieerd aan het Pentagon, heeft onder leiding van Dr. Alexandra Miller een substantiële bijdrage geleverd in het begrijpen van de effecten van DU op celniveau. Haar onderzoeken hebben het bewijs geleverd dat DU-oxiden schade aan het DNA kunnen veroorzaken, kankerverwekkend zijn, en dat ze zich ophopen in de lymfeknopen en de testes.
De relatieve rol van de radiologische en de chemische componenten van de genetische schade die wordt veroorzaakt door DU-oxiden is een belangrijk vraagstuk, omdat er vrijwel uitsluitend wordt gefocust op de chemische gevaren en dat het radiologische gevaar kan worden afgedaan als van secundair belang. In drie opeenvolgende publicaties in 2002 konden Miller en haar collega’s meer opheldering verschaffen over de chemische en radiologische eigenschappen van DU-oxiden en hoe die in relatie staan tot de waargenomen genetische schade. Uit die onderzoeken rijst het beeld op dat straling een rol kan spelen bij de genetische effecten. In combinatie met de uitkomsten van eerder onderzoek speculeert het team van Miller dat DU-oxiden zowel tumoren kan initiëren als bevorderen. De initiatie zou worden veroorzaakt door de alfa-straling van uranium-238 (de belangrijkste component van DU) en de verspreiding van de kanker zou het gevolg zijn van chemisch-geïnduceerde schade aan het DNA. Een beperkte hoeveelheid studies wijst uit dat er sprake kan zijn van synergetische effecten, i.c. effecten waarbij de radiologische en chemische componenten elkaar versterken. Het is echter te vroeg om daar duidelijke conclusies aan te kunnen verbinden.
Kinderen in het bijzonder lopen hoge risico’s in relatie tot de mutagene en carcinogene aard van uranium. De Internationale Commissie voor Stralingsbescherming (ICRP) verklaart dat ioniserende straling interfereert met een hoge graad van celdelingen. Weefsels van de hersenen, schildklier en borst blijken meer gevoelig te zijn voor straling wanneer ze worden blootgesteld tijdens normale periodes van snelle groei (dat is in de vroege kinderjaren of tijdens de puberteit)
Italiaanse wetenschappers konden geen relatie vinden tussen blootstelling aan DU-oxiden en gevallen van kanker onder Kosovo-veteranen. Wel vonden ze een significant toename van de ziekte van Hodgkin (Hodgkin-Lymfoom) onder de veteranen, waarvan de oorzaak niet duidelijk is.
erfelijke afwijkingen
Onderzoek naar de effecten van blootstelling aan uraniumoxiden op het nageslacht werden voor het eerst tijdens de Tweede Wereldoorlog als onderdeel van het Manhattan Project uitgevoerd en eind jaren 40, begin jaren 50 gepubliceerd. Deze experimenten toonden aan dat zowel voortdurende als eenmalige toediening van de uranium aan ratten nadelige gevolgen heeft voor het nageslacht. Ook werd gevonden dat de voortplantingsfuncties onherstelbaar werden aangetast in combinatie met een gebrek aan voeding. Het is opmerkelijk dat deze studies decennialang geen vervolg kregen. Pas vrij recent heeft dit onderzoek vervolg gekregen.
Het onderzoek onderscheidt twee gebieden. Het eerste gebied heeft betrekking op de risico’s van blootstellingen aan DU-oxiden bij mannen en het tweede heeft betrekking op de risico’s van blootstellingen bij vrouwen. In het eerste geval is gevonden dat uranium zich concentreert in de testes (zaadballen) en dat er in het sperma van mannelijke Golfoorlogveteranen verhoogde concentraties DU werden gevonden. Het onderzoek bij vrouwen is minder ver gevorderd. In elk geval staat vast dat DU de placenta kan passeren en zich ophoopt in foetaal en embryonaal weefsel. Foetussen en embryo’s zijn nog weer een stap gevoeliger voor ioniserende straling dan kinderen.
Ofschoon epidemiologische gegevens die voorhanden zijn geen nadelige invloed aantonen op het voortplantingssucces van de veteranen die zijn blootgesteld, merken onderzoekers van de Royal Society op dat de concentratie van DU in de testes reden tot zorg geven in verband met de mogelijk synergetische effecten van DU.
effecten op de hersenen en het zenuwgestel
De veronderstelling van een link tussen uranium en neurologische schade voert terug tot tenminste midden jaren tachtig van de vorige eeuw. Vrij recent is vastgesteld dat DU de bloedhersen-barrière kan passeren en accumuleert in de hersenen. Deze route is nog niet verwerkt in het huidige bio-kinetische model van de Internationale Commissie voor Stralingsbescherming (ICRP).
De neurotoxische effecten van uranium zijn vergelijkbaar met die van lood. Vooral kinderen zijn daar gevoelig voor. Pellmar (AFRRI) toonde aan dat DU fragmenten, die in het lichaam terecht zijn gekomen, de hersenen kunnen aantasten. De hersenregio die betrokken is bij het geheugen en het vermogen om te leren wordt nadelig beïnvloed. Ook wordt in vrijwel alle neurologische onderzoeken chronische blootstelling in verband gebracht met gedragsverandering bij mannen. Behalve de (chemisch) neurotoxische rol naar analogie met lood, is bekend dat straling ook een nadelig effect heeft op het zenuwgestel van de foetus en het embryo. Op basis van onderzoek onder overlevenden van een atoombom concludeerde de ICRP dat er een duidelijke constellatie van effecten van prenatale bestraling op de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel; met als gevolg: mentale vertraging, verlaagde intelligentie scores en schoolprestaties en vormen van epilepsie.
Franse onderzoekers stelden op basis van dierproeven vast dat er een duidelijke correlatie bestaat tussen chronische blootstelling aan uranium en een forse toename van de hoeveelheid REM-slaap. Deze verstoring van de slaap-ontwaak cyclus veroorzaakt een depressie-achtige toestand. Er wordt gesuggereerd dat er een direct verband bestaat tussen chronische blootstelling aan DU en aantasting van het centrale zenuwstelsel en dat het aannemelijk is dat niet de chemo-toxiciteit, maar de radiotoxiciteit van DU daarvoor verantwoordelijk is.
Lees verder voor bronnen:
http://stanvanhoucke.blogspot.nl/2013/09/verarmd-uranium-24.html
Ik citeer nogmaals professor dr. Barbara Oomen, mensenrechten-specialist:
'een zwaar ongelijke strijd, met afschuwelijke gevolgen… het gaat [hier] om oorlogsmisdaden, en voortdurende schendingen van de rechten van de mens.'
Zij heeft gelijk. Dit geldt evenwel niet alleen voor de Palestijnse bevolking, maar voor alle volkeren die een hoge prijs moeten betalen als gevolg van de gewelddadige westerse politiek om de westerse elite-belangen te beschermen. En toch blijft zij publiekelijk zwijgen hierover, en voelt ze zich benadeelt zodra een journalist haar aanspreekt op haar persoonlijke verantwoordelijkheid als academicus. Nu we aan de vooravond staan van nieuwe ronde grootscheepse NAVO-terreur met verarmd uranium wapens, blijft zij en haar gecorrumpeerde kleinburgerlijk wereldje zwijgen, omdat ze haar status en inkomen niet in gevaar wil brengen. 'De redenen om mij niet publiekelijk (wel in mijn omgeving) uit te spreken tegen de oorlogsmisdaden van Israël zijn praktisch van aard.' Vandaag, donderdag 18 september 2014 bericht Trouw vijf kolommen breed op de voorpagina:
Nederland levert F-16's tegen IS...
VS stellen voorwaarde aan deelname strijd: Je doet volop mee, of je blijft thuis.
Victim of the US government’s depleted uranium.
Victim of the US government’s depleted uranium.
Victim of the US government’s depleted uranium.
Victim of the US government’s depleted uranium.
Victim of the US government’s depleted uranium.
http://www.youtube.com/watch?v=4B8DvRgUOAQ
Victim of the US government’s depleted uranium.
Victim of the US government’s depleted uranium.
Victim of the US government’s depleted uranium.
Victim of the US government’s depleted uranium.
http://www.youtube.com/watch?v=4B8DvRgUOAQ
Geen opmerkingen:
Een reactie posten