vrijdag 13 juni 2014

De Mainstream Pers 232



Zaterdag 24 mei sprak opiniemaker Geert Mak in het Televisieprogramma Nieuwsuur de gedenkwaardige woorden:

Het Europese Project houdt een héél groot, laat ik zeggen, legitimatieprobleem, hè. De steun onder de Europese burgers is niet sterk, en daar moet iets aan gebeuren. 

Afgezien van de holle retoriek was het ook taalkundig niet erg sterk voor iemand die als 'schrijver' was aangekondigd. Een legitimatieprobleem is wezenlijk anders dan een legitimiteitsprobleem. Het eerste is wanneer men op straat niet met een officieel document kan bewijzen wie men is. Mak bedoelde evenwel het recht van de heerser om te regeren, en had dus moeten zeggen: legitimiteitsprobleem. Ik meld dit omdat het aantoont dat een 'schrijver' in Nederland zowel taalkundig als inhoudelijk erop los kan zwetsen zonder dat het een journalist opvalt. Men kletst er maar op los. Mak werd door de presentatrice ook nog aangekondigd als 'historicus,' maar ook dat was fout, want hij is een jurist. Maar goed, Mak begon met te stellen dat wat betreft de Europese Verkiezingen 'er héél veel op het spel' stond. Als journalist zijnde zou ik hem onmiddellijk hebben gevraagd: 

Meneer Mak, wat moet er nu eerst gebeuren, gezien het feit dat er 'héél veel op het spel staat,' terwijl zelfs u constateert dat het 'Europese Project' lijdt aan een 'héél groot legitimiteitsprobleem'

Maar kennelijk vond de presentatrice van het programma dat zich afficheert als een 'dagelijkse onafhankelijke, onpartijdige en ongebonden actualiteitenrubriek van de taakomroepen NTR en NOS,' deze twee feiten niet meer dan te verwaarlozen détails waar zij als 'onafhankelijke, onpartijdige en ongebonden' vakvrouw niet verder op in hoefde te gaan. En toch zijn het mijns inziens geen verwaarloosbare feiten, immers de gemiddelde opkomst in de aangesloten landen tijdens de EU-Verkiezing van 2014 was rond de 43 procent, dat wil zeggen: de meerderheid van de kiesgerechtigden kwam niet opdagen, ondanks het feit dat er 'héél veel op het spel staat' en de mainstream media 'héél veel' pro-Europa propaganda hadden verspreid. Opmerkelijk daarbij is ook dat het Nederlandse opkomstcijfer nog lager was, iets meer dan 37 procent. En wanneer in een democratie bijna tweederde van de kiezers niet meer verschijnt is dit een signaal dat niet genegeerd kan worden door een journaliste die werkelijk meent dat het democratische gehalte van Europa een zaak van groot belang is. Maar, zoals al opgemerkt, daar wilde de presentatrice het niet over hebben, en dus kon Mak moeiteloos overschakelen naar Oekraïne, waar ondermeer door het 'stoken' van 'meneer Poetin' een 'héél gevaarlijke situatie' is ontstaan, aldus Mak. Had ik daarentegen op de plaats gezeten van de presentatrice van Nieuwuur dan had ik de 'Chroniqueur van Europa' de volgende vraag gesteld:

Meneer Mak, uit verschillende peilingen blijkt de enorme teleurstelling en zelfs woede over het EU-beleid onder de bevolkingen van vooral de voormalige Oostbloklanden. De kiezers daar menen dat ze sinds de val van de Sovjet-Unie er zeker niet op vooruit zijn gegaan, maar drastisch hebben moeten inleveren, en dat dus kennelijk het neoliberale beleid van 'Brussel,' waar volgens u 'Jorwert' niet zonder kan, voor een aanzienlijk deel van de bevolking aldaar een totale achteruitgang  heeft betekend.

Dat deze vraag actueel zou zijn geweest, bleek na de verkiezingen toen bekend werd dat zes voormalige Oostbloklanden de laagste opkomstpercentages hadden. Met andere woorden: op grond waarvan meent Mak dat Oekraïne hierop in de toekomst een uitzondering zal zijn? Die vraag was relevant omdat de bestseller-auteur op televisie had opgeroepen de defensie-uitgaven in de EU te verhogen nu de Russische bevolking op de Krim zich via verkiezingen had aansloten bij Rusland, en de NAVO daar geen marinebasis kan vestigen. Maar ook in geopolitiek en logica waren zowel Mak als de vragenstelster niet geïnteresseerd. Mak vatte 'meneer Poetin's' ernstige bedreiging van wat de mainstream 'de vrije wereld' noemt kort samen met de gevleugelde woorden:

Dit gaat echt om een cultuurconflict tussen Europa en het Oosten, zeg maar, Rusland. 


Mak keek met een zelfgenoegzame blik naar de interviewster en de kijkers thuis zullen   ongetwijfeld de oren hebben gespitst, want het kon niet anders dan dat er een intellectueel betoog zou volgen over de diepe cultuurbreuk tussen Byzantium en Rome, of in het geval van de antipapist Mak, tussen Byzantium en, 'zeg maar,' Lutherstadt Wittenberg. Een dergelijke verhandeling zou kunnen lopen via de lijn van Tibor Szamuely's werk The Russian Tradition (1974), met een inleiding van de grote Brits-Amerikaanse historicus Robert Conquest, die er meteen op wijst dat de Russische geschiedenis 

at least since the time of the Mongols, had been of a type totally unlike that of any other country. And century-long habits are not to be changed by fiat. It is Dr Szamuely's theme, which he develops so effectively, that the circumstances of the past seven centuries in Russia had produced an order in which society as a whole had become totally dependent upon the state, and moved according to the subjective decisions taken by the state leadership. Moreover, the most complete lack of any autonomous social and civic phenomena led to the absence of ideas of political adjustment and give-and-take among the state's opponents as well: so that these central peculiarities of Russian history produced the practice and principle of absolutism, of rule by decree, not only in the established order, but equally in the revolutionary tradition which opposed it. 

Western revolutionaries recognized this. As Rosa Luxemburg put it in a curious passage, long before the Revolution:

'In Lenin's over-anxious desire to establish the guardianship of an omniscient and omnipotent Central Committee… we recognize the symptoms of the same subjectivism that has already played more than one trick on socialist thinking in Russia…

Knocked to the ground, almost reduced to dust, by Russian absolutism, the 'ego' takes revenge by turning to revolutionary activity. In the shape of a committee of conspirators, in the name of the non-existent Will of the People, it seats itself on a kind of throne and proclaims it is all-powerful. But the 'object' proves to be stronger. The knout is triumphant, for tsarist might seems  to be the 'legitimate' expression of history.

In time we see appear on the scene an even more 'legitimate' child of history — the Russian labor movement. For the first time, bases for the formation of a real 'people's will' are laid in Russian soil.

But here is the 'ego' of the Russian revolutionary again! Pirouetting on its head, it once more proclaims itself to be the all-powerful director of history — this time with the title of His Excellency the Central Committee of the Social Democratic Party of Russia. 

De van origine Hongaarse historicus Szamuely zelf stelt met betrekking tot de 'Mongoolse Erfenis' dat 

Russia had no frontiers: for many centuries she was herself THE frontier, the great open, defenseless dividing-line between the settled civilized communities of Europe and the nomadic barbarian invaders of the Asian steppes. One of the keys to the understanding of Russian history is the fact that for a thousand years, until the end of the eighteenth century, she was always a frontier country…

To quote S.M. Solovyov, the great nineteenth-century Russians historian: 'Russia is a border state; it is the European frontier with Asia. This frontier position of Russia has naturally had a decisive influence on her history.'  […] Migration, the colonization of the country,' wrote Kliuchevsky (vooraanstaande Russische historicus. svh), 'was the central fact of our history, which was more or less closely connected with every other fact.' […]

'The Tartars were unlike the Moors; having conquered Russia, they gave her neither algebra nor Aristotle,' wrote Pushkin. The great poet was right: culturally the effect of the Mongol conquest, together with that of the changed physical environment of Russian society, was to putt Russia back several centuries — during precisely that crucial period when the European New Learning flowers into the Renaissance. But the Mongols, though ignorant of algebra, Aristotle and the finer things of life, were able to give Russia something of more lasting importance: a political and administrative system, a concept of society, quite unlike anything that was to be learned in the West. 

Vervolgens wijst Szamuely op een universeel en nog altijd actueel aspect van het Mongoolse imperium waaruit Rusland ontstond:

The Mongol empire was, in fact, a state grounded on an ideology, an early example of a phenomenon to which the world has since become accustomed; it was not just a state among other states, but, to use an apt description, an imperium mundi in statu nascendi, a World-Empire-in-the-Making. It's object was the establishment, by means of a series of wars, of a system of universal peace and of a worldwide social order based on justice and equality. After having achieved this, writes Vernadsky (vooraanstaande Russische historicus. svh), 'The price for the security of mankind would be permanent service to the state on the part of each and all; this would establish an orderly way of life and social equality.'

Deze doctrine, waarbij 'by means of a series of wars' een elite, die zich als exceptionalistisch beschouwd, claimt 'a system of universal peace and of a worldwide social order based on justice and equality,'  af te dwingen, is geenszins uniek voor Rusland, maar is juist kenmerkend voor elk imperium. Pax Romana Revisited. Zo omvat het 'Amerikaans Exceptionalisme de idee dat de Verenigde Staten en het uitverkoren Amerikaanse volk een speciale plaats innemen in de wereld, in hoofdzaak omdat de V.S. bij uitstek het land zou zijn dat kansen en hoop aan de mensheid geeft.' Het gewelddadige facet van deze aanmatigende houding leidt onder Angelsaksische intellectuelen tot de volgende kritiek:

MORAL HYPOCRISY AND U.S. EXCEPTIONALISM

The only thing Exceptional about the U.S. is its Moral Hypocrisy. An African American Perspective

In his recent op-ed in the New York Times, Vladimir Putin raised hackles among the talking-heads across the U.S. when he questioned the wisdom of President Obama’s evocation of the narcissistic idea of 'American exceptionalism.' After all, the exceptionalism of the U.S. has never been a subject for reasoned discussion or debate in the media or elsewhere. Everyone knows that the U.S. is the greatest nation in the world and, therefore, has special privileges and responsibilities! Those privileges and responsibilities include not bothering with international law or processes when the government decides that the 'world' (meaning itself and a few European nations and a couple of their client states) will take responsibility to enforce global order according to its own interpretations, values and needs.

The fact that many in the U.S. believe that those interpretations, values and needs are neutral, impartial representations of the global community at large is on full display every night on cable news channels, where state propagandists posing as journalists and the coterie of paid ex-military and U.S. intelligence consultants make impassioned arguments in favor of the U.S. waging war on Syria as a 'punishment' for its alleged use of chemical weapons.

But for many of us, the story of American exceptionalism is an alien story, a children’s fairy tale spun from the fertile imagination of revisionist historians, a tale wherein indigenous people were sidekicks to lone rangers, the African slave trade was an unfortunate aberration that was corrected by Lincoln, children did not work in factories, women were not slaves to men, socialists and communists were not harassed and jailed, U.S. citizens of Japanese descent were not placed in concentration camps and Dr. King would have approved of Barack Obama’s warmongering.
It is that story which informs the thinking of President Obama when he declares that 'for nearly seven decades, the United States has been the anchor of global security' i.e. the provider of an indispensable safety net without which transcontinental chaos would have ensued. In his version of exceptionalism, there was no CIA overthrow of the democratically elected government in Iran in 1953; the brutal war in Vietnam was a war to free the Vietnamese people from communism; there is an explanation for why the U.S. gave its support to the Apartheid government in South Africa; the coup in Chile was an internal event that did not involve the CIA, and the millions of people who died in Iraq were worth the price to get rid of Saddam Hussein.


Het is dit hypocriete, gewelddadige geloof in het 'Amerikaanse exceptionalisme' dat door westerse mainstream journalisten als Geert Mak wordt verkocht met ondermeer de bewering dat de VS 'decennialang als ordebewaker en politieagent' van de wereld heeft gefungeerd, 'om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde.' De vele miljoenen slachtoffers van dit geloof zijn in de optiek van de 'vrije pers' niet meer dan 'collateral damage,' de prijs die degenen die niet meetellen nu eenmaal moeten betalen voor datgene wat door de bevoorrechten gepropageerd wordt als 'Vooruitgang.' Wat dit betreft is de ondergang van miljoenen koelakken in de Sovjet-Unie te vergelijken met de genocide van Indianen in de VS. De geschiedenis moet in de exceptionalistisch doctrine wijken voor het blanke, christelijke 'communistische' dan wel 'kapitalistische' Vooruitgangsgeloof. Ook de historicus Szamuely wees op deze overeenkomst toen hij in The Russian Tradition stelde:

The concept of the frontier as a decisive factor in the shaping of a specific civilization is of comparatively recent standing, and has justifiably gained wide acceptance in connection with the history of the United States of America. Frederick Jackson Turner (invloedrijke Amerikaanse historicus. svh), who, practically single-handed, created the idea of the frontier as a force of history, has written of America (and, curiously, his remarks are, in a certain sense, apposite (toepasbaar svh) to the history of Russia as well): 

'The larger part of what has been distinctive and valuable in America's contribution to the history of the human spirit has been due to this nation's peculiar experience in extending its type of frontier into new regions… The frontier is the outer edge of the wave — the meetings point between savagery and civilization… The American frontier is sharply distinguished from the European frontier — a fortified boundary line running through dense populations. The most significant thing about the American frontier is that it lies at the hither edge of free land.'

De 'ever-retreating frontier' is de belangrijkste factor die de geschiedenis van Rusland heeft bepaald, en nog steeds de geschiedenis van de VS bepaalt. Nadat het Amerikaanse U.S. Census Bureau in 1890 had verkondigd dat de interne grenzen op het Noord-Amerikaanse continent bereikt waren, en dat er dus een einde was gekomen aan de eeuwenlange 'westward movement' van de blanke, christelijke uit Europa afkomstige kolonisten, begon het overzeese Amerikaanse kolonialisme. Dat was ook niet vreemd. In zijn Frontier Thesis uit 1893 zette Turner op een wetenschappelijk verantwoorde manier uiteen dat 

the spirit and success of the United States was directly tied to the country's westward expansion. Turner expounded an evolutionary model; he had been influenced by work with geologists at Wisconsin. The West, not the East, was where distinctively American characteristics emerged. The forging of the unique and rugged American identity occurred at the juncture between the civilization of settlement and the savagery of wilderness. This produced a new type of citizen - one with the power to tame the wild and one upon whom the wild had conferred strength and individuality. As each generation of pioneers moved 50 to 100 miles west, they abandoned useless European practices, institutions and ideas, and instead found new solutions to new problems created by their new environment. Over multiple generations, the frontier produced characteristics of informality, violence, crudeness, democracy and initiative that the world recognized as 'American.' 

Turner ignored gender and race, downplayed class, and left no room for victims. Historians of the 1960s and later stressed that race, class and gender were powerful explanatory tools. The new generation stressed gender, ethnicity, professional categorization, and the contrasting victor and victim legacies of manifest destiny and imperialist expansion. Some criticized Turner's frontier thesis and the theme of American exceptionalism. The disunity of the concept of the West, the similarity of American expansion to European colonialism and imperialism in the 19th century, and the realities of minority group oppression revealed the limits of Turnerian and exceptionalist paradigms.


Turner saw the land frontier was ending, since the U.S. Census of 1890 had officially stated that the American frontier had broken up. He sounded an alarming note, speculating as to what this meant for the continued dynamism of American society as the source of America's innovation and democratic ideals was disappearing…
Other historians in the 1890s had begun to explore the meaning of the frontier, such as Theodore Roosevelt, who had a different theory. Roosevelt argued that the battles between the trans-Appalachian pioneers and the Indians in the 'Winning of the West' had forged a new people, the American race. It was the Turner version that became standard.
Turner's thesis quickly became popular among intellectuals. It explained why the American people and American government were so different from their European counterparts. It was popular among New Dealers—Franklin Roosevelt and his top aides thought in terms of finding new frontiers. FDR, in celebrating the third anniversary of Social Security in 1938, advised, 'There is still today a frontier that remains unconquered — an America unreclaimed. This is the great, the nation-wide frontier of insecurity, of human want and fear. This is the frontier — the America — we have set ourselves to reclaim.' Historians adopted it, especially in studies of the West, but also in other areas, such as the influential work of Alfred D. Chandler, Jr. (1918-2007) in business history.


Ik blijf bij dit onderwerp langer stilstaan omdat het de context geeft van hetgeen zich nu voor onze ogen voltrekt, maar niet gezien kan worden door de mainstream opiniemakers. Dit is de voornaamste reden waarom Geert Mak Rusland, vanwege de geweldloze inlijving van de Krim, beschuldigt van expansionisme, terwijl hij de uiterst gewelddadige Amerikaanse inval in Vietnam en Irak kwalificeert als 'ordehandhaving.' Een propagandist kan domweg de werkelijkheid niet registreren. Bovendien geldt in het geval van Mak dat hij zich onvoldoende in de materie heeft verdiept. Hij bezit te weinig kennis, en fantaseert van alles bij elkaar, hij schrijft op zijn gevoel. Het ontbreekt hem aan rationele argumenten, daarentegen zit hij vol ressentimenten die een groot publiek aanspreken. Mak doet zich voor als intellectueel, maar is het niet. Zijn gedachten zijn even oppervlakkig als zijn betoogtrant. Hij heeft geen enkel werk van de hier genoemde Russische en Amerikaanse historici en auteurs gelezen. Van Frederick  Jackson Turner had hij nog nooit gehoord toen ik hem eens naar diens werk verwees. Uit de literatuurlijst van zijn 576 pagina's tellende Reizen zonder John, waarin hij claimt Op zoek naar Amerika te zijn, staat Frederick Jackson Turner's standaardwerk The significance of the frontier in American history (1921) niet vermeld. Hij wijdt wel zeven zinnetjes aan het feit dat volgens

de historicus Frederick Jackson Turner the end of the frontier een omslagpunt [was] in de Amerikaanse geschiedenis. De frontier-ervaring had individualisme en democratie gebracht, en immigranten uit alle delen van Europa hadden gemeenschappelijk lief en leed gedeeld. Nu deze fase voorbij was zou, zo vreesde hij, democratie vervangen worden door privilege en hiërarchie, individualisme door conformisme, etnische harmonie door een toren van Babel. Zijn theorie vond veel weerklank, tot op de dag van vandaag.

Met andere woorden: we hebben hier te maken met een uiterst belangrijke, algemeen aanvaarde, zienswijze over de loop van de 'Amerikaanse geschiedenis.' En desondanks heeft Mak, die zich op televisie laat aankondigen als 'historicus,' Turner's werk niet bestudeerd. Hij heeft zich beperkt tot het overschrijven van een 7 zinnen lange samenvatting van een 'theorie' die 'tot op de dag van vandaag [veel weerklank]' vindt. Dit feit illustreert de werkwijze van de bestseller-auteur Mak. Het is allemaal niet doordachte kennis, onverteerd doorgegeven aan een grote publiek dat vervolgens meent te zijn geïnformeerd. Mak kan in Reizen zonder John (2012) met grote stelligheid beweren dat 'de Amerikaanse politiek sterk anti-kolonialistisch [bleef],' totdat het anticommunisme de overhand kreeg,' om vervolgens terloops te vermelden 

dat de Verenigde Staten tussen 1798 en 1895 maar liefst 103 maal intervenieerden in de aangelegenheden van andere landen, van een militaire interventie in 1852 in Argentinië om tijdens een revolutie Amerikaanse belangden te beschermen tot het aan de macht brengen van een vazallen-regime op Hawaii in 1893.
En omdat hij gedachteloos overschrijft beseft hij niet dat zijn beweringen worden weersproken door de feiten. Hoe kan een land dat door kolonisten veroverd werd op de oorspronkelijke bewoners, de Indianen, 'anti-kolonialistisch' blijven? Hoe kan de VS met zijn negentiende eeuwse Monroe-leer, gericht op het veilig stellen van de expansiedrift van de VS, 'anti-kolonialistisch' zijn? De dwaasheid ten top, onweersproken geslikt door een groot publiek. Wat Mak verzwijgt is dat

Many believed that the end of the frontier represented the beginning of a new stage in American life and that the United States must expand overseas. However, others viewed this interpretation as the impetus for a new wave in the history of United States imperialism. William Appleman Williams led the 'Wisconsin School' of diplomatic historians by arguing that the frontier thesis encouraged American overseas expansion, especially in Asia, during the 20th century.

Maar ook het werk van William Appleman Williams, een van de prominentste Amerikaanse historici van de twintigste eeuw, heeft Mak niet gelezen. In The Tragedy of American Diplomacy (1959) schreef Williams:

On the one hand, the United States relies, in its own thinking as well in practice upon a great imbalance in its economic relations with poorer and weaker countries to achieve that standard of living. Even then, moreover, there are great extremes of wealth and power within American society. And, on the other hand, American foreign policy has not produced either the kind or the degree of military security that policy-makers have asserted to be desirable and necessary. The basic question raised by these failures is not, as so often asserted, one of how to implement the existing policy more efficiently, but is instead whether or not the policy can – because of its inherent nature – ever produce its avowed objectives. The evidence indicates it cannot.

The Open Door Policy has failed because, while it has built an American empire, it has not initiated and sustained the balanced and equitable development of the areas into which America expanded. When it increased the gross national product of an area, for example, it did so under conditions which immediately removed much of the added wealth… Little of what remained was invested in the development of the political economy, let alone distributed among the population. Finally, the basic change that occurred over the period of American penetration was an intensification of the tensions and conflicts within the other society.

De ‘Open Door Policy,’ die tegenwoordig ‘het globalisme’ wordt genoemd waarbij zo nodig met geweld soevereine staten gedwongen worden de zogeheten ‘vrije markt,’ te accepteren, voert William Appleman Williams tot de conclusie dat

It is time to stop defining trade as the control of markets for our surplus products and control of raw materials for our factories. It is time to stop depending so narrowly – in our thinking as well as in our practice – upon an informal empire for our wellbeing and welfare.

It is time to ask ourselves if we are really so unimaginative that we have to have a frontier in the form of an informal empire in order to have democracy and prosperity at home. It is time to say that we can make American society function even better on the basis of equitable relationships with other people.

It is time to stop defining trade as a weapon against other people with whom we have disagreements. It is time to start thinking of trade as a means to moderate and alleviate those tensions – and to improve the life of the other people.

It is time to stop trying to expand our exports on the grounds that such a campaign will make foreigners foot the bill for our military security. It is time instead to concern  ourselves with a concerted effort to halt and then cancel the armaments race.

Deze profetische woorden werden vijftig jaar geleden geschreven door een vooraanstaande Amerikaanse intellectueel, en onderstrepen nog eens hoe expansionistisch de elite in de VS, inclusief de Founding Fathers, altijd geweest zijn. De veronderstelling van opiniemakers als Mak dat de VS 'decennialang ordebewaker en politieagent' van de wereld is geweest berust op een mengeling van onwetendheid en kwaadaardigheid, want hij zou beter kunnen weten. Ik heb het hem aan de hand van grote Amerikaanse denkers vaak genoeg duidelijk proberen te maken. Zijn bewering dat de VS moet terugkeren naar het ‘gewone land… dat het tot 1940' zou zijn geweest, getuigt van een verbijsterende onnozelheid, en is gebaseerd op zijn rotsvaste geloof in de volledige maakbaarheid de samenleving, én de veronderstelling dat een historisch gegroeide consumentistische cultuur in een relatief korte termijn te veranderen is. Nog afgezien van het feit dat de gevestigde orde alles zal doen om een dergelijke omslag onmogelijk te maken, begrijpen naïeve mensen niet hoe ingrijpend en langdurig een dergelijke omschakeling psychologisch en cultureel is. Een civilisatie verzint niet in een handomdraai een nieuwe mythe, een nieuwe zingeving, een nieuwe orde. Bovendien zal er daarover allereerst een fundamentele kritiek in de publieke discussie mogelijk moeten zijn, en kritiek wordt nu juist in elk totalitair systeem, en dus ook in het consumentistische massacultuur, onmiddellijk gemarginaliseerd. In het geval van de VS zouden de inwoners van dat imperium zich moeten realiseren dat hun eeuwenoud expansionisme en daarmee de massale vernietiging van de Indianen en alle anderen die in de weg staan, de rode draad in hun geschiedenis is. Het Amerikaanse volk zou eerst moeten beseffen wie het werkelijk is. William Appleman Williams:

Having structured a creative response to the issue of democracy and prosperity at home, the United States could again devote a greater share of its attention an energy to the world scene. Its revamped foreign policy would be geared to helping other peoples achieve their own aspirations in their own way. The essence of such a foreign policy would be an open door for revolutions. Having come to terms with themselves – having achieved maturity – Americans could exhibit the self-discipline necessary to let other peoples come to terms with themselves. Having realized that ‘self-righteousness is the hallmark of inner guilt,’ Americans would no longer find it necessary to embark upon crusades to save others.

Zolang Amerikaanse presidenten als Obama blijven denken ‘that America must play its role in ushering in a new era of peace,’ terwijl onder zijn eerste termijn als president de militaire uitgaven en de drone-aanvallen bleven toenemen, is niet te verwachten dat er iets wezenlijks zal veranderen aan het superioriteitsgevoel van de Amerikaanse elite.


Al in 1966 uitte senator William Fulbright, de langst zittende voorzitter van de Senate Foreign Relations Committee scherpe kritiek op het Amerikaanse gewelddadig streven naar hegemonie in de wereld door op te merken dat ‘we cannot face up to this arrogant sense of our own superiority, this assumption that it is our God-given role to be the dominant power in the world.’ Verwijzend naar het almaar uitdijende militair industrieel complex, waar president Eisenhower vijf jaar eerder al voor had gewaarschuwd, constateerde Fulbright dat ‘violence had become the nation’s leading industry.’ Hij drong erop aan de Amerikaanse retoriek over ‘a city on the hill,’ en ‘beacon light,’ en ‘the self-evident truths of man’ achterwege te laten, omdat ze slechts getuigen van ‘a superiority complex.’  Vergeefs, zoals we nu weten. De dynamiek van dit systeem is te krachtig geworden om te kunnen worden beheerst en om een nieuwe koers mogelijk te maken. Het was en is slechts een enkeling in de Amerikaanse politiek die ’Verlichtingsidealen’ in de praktijk nastreeft. De rest verdedigt de economische belangen van de elite. 

Op dit punt aangekomen kunnen de opvallende overeenkomsten tussen Rusland en de VS niet langer worden ontkend. In de terminologie van Mak, zou ik willen stellen dat er een 'héél gevaarlijke situatie' is ontstaan, aangezien het hier 'echt [gaat] om een cultuurconflict tussen Europa en het Westen, zeg maar, Amerika.' De expansionistische politiek van de VS dwingt de EU van 'Geen Jorwert zonder Brussel' in NAVO-verband deel te nemen aan de toenemende  confrontatie met de opkomende wereldmacht China en met Rusland, waarmee de EU-landen nauwe economische banden hebben. Zoals Rusland eeuwenlang oostwaarts trok, zo trok de VS eeuwenlang westwaarts. Aan het expansionisme van Rusland kwam na de val van de Sovjet-Unie noodgedwongen een eind, aan het expansionisme van de VS komt nu noodgedwongen een eind. De wereld is vandaag de dag tegelijkertijd te klein en te groot voor een imperium om langere tijd de hegemonie succesvol af te dwingen. Er zijn teveel mensen op aarde, tien keer meer dan rond 1750 toen de elites in Europa en de VS afhankelijk werden van de grondstoffen en markten in de rest van de wereld. Zoals nu fundamentalistische rebellen naar Baghdad oprukken, zullen in de toekomst steeds meer 'non-state actors' de geschiedenis gaan bepalen. Alleen massavernietigingswapens zouden deze opmars van de 'have-nots' kunnen stoppen. Tijdelijk wel te verstaan. De hele wereld zal dan in een hel veranderen, een even grote hel als de werkelijkheid nu is voor de meerderheid, die van twee dollar per dag moet zien te overleven, terwijl dankzij het gewelddadige neoliberale kapitalisme 85 miljardairs evenveel bezitten als de helft van de mensheid. Maar dit is een feit dat nooit tot het bewustzijn van de miljonair Geert Mak kan doordringen. Hij komt niet verder dan het geloof 

in een genadige God. Dat is heel belangrijk: een milde, liefdevolle God. En dat je die genade overbrengt op je medemensen, dat je deel uitmaakt van een gemeenschap die de hele wereld omvat, dat er lijnen lopen tussen andere mensen en jou en tussen jou en God. Dat geeft soms troost, soms ordening, soms een gevoel van verantwoording. Het geeft lijn aan je handel en wandel. Als je vraagt wat mijn godsbeeld is: een vriendelijke, vaderlijke God, een milde man, die mensen doorziet in hun zwakheid.




1 opmerking:

Anoniem zei

de Nieuwsuur-"vakvrouw" is niets dan een stoeipoes met bravoure,daar neer gezet om meer kijkers te trekken........

Zionist Jews Enjoy Their Own Private Holocaust

  https://x.com/sahouraxo/status/1870922862150009026 sarah @sahouraxo BREAKING : Israel is dropping bombs on tents full of civilians in so...