Farewell my
brethren,
Farewell O earth
and sky, farewell ye neighboring waters,
My time has ended
my term has come. […]
I see the genius of
the modern, child of the real and ideal,
Clearing the ground
for broad humanity, the true America, heir of the
past so grand,
To build a grander
future.
Walt Whitman. Leaves of Grass. 1855
Juli 2003 verbleven
mijn gezin en ik een dag in Torrington in de dun
bevolkte staat Wyoming, gelegen aan de fameuze Oregon- en California Trail,
waarover in de negentiende eeuw horden Europese kolonisten naar de Westkust
trokken. Een onbeduidend en lelijk stadje waar een spoorlijn doorheen liep. De
hele dag reden dieseltreinen traag voorbij met een sleep kolenwagons achter
zich, luid toeterend nabij de onbewaakte spoorovergang. In het locale Homesteaders Museum kregen we een
rondleiding van de toenmalige directeur, Larry Armstrong. Hij vertelde ons over hoe in de loop van de negentiende eeuw iedere nieuwkomer
160 acre land, bijna 69 hectare, voor niets kreeg, op voorwaarde dat binnen
vijf jaar een eigen bron was aangeboord en het land werd bewerkt, dat wil
zeggen, dat er aardappels of maïs werden verbouwd. Degenen die faalden trokken
door naar de Westkust. Omdat de grond relatief arm was, niet meer
dan een dunne laag prairiehumus boven op scherp zand uit de tijd
toen het midwesten nog een grote binnenzee was, mislukten velen. De
eerste jaren was de grond productief geweest, maar door het ontbreken van
kunstmest raakte de bodem snel uitgeput. Bovendien lag het gebied achter de bergen waardoor het er vanouds weinig regende. Degenen die bleven kochten de grond
van hun mislukte buren voor een habbekrats op. 'Het was wachten tot de anderen
faalden,' zei Armstrong. Hij vertelde:
Overleven
kon alleen door de ondergang van anderen, je buren, de kolonisten die onder
dezelfde erbarmelijke omstandigheden waren begonnen, op het falen dus van de
mensen met wie je een gemeenschap had horen op te bouwen. Alleen de
allersterkten, allersluwsten overleefden, de survival of the fittest. Dat creëerde geen gemeenschap van onderling solidaire burgers, maar een
maatschappij van elkaar beconcurrerende individualisten. Concurrentie en niet
samenwerking was en is nog steeds de drijfveer bij het overleven. De boeren
hier kampen met grote problemen, ze zitten diep in de schuld bij de banken, ze
hebben miljoenen geleend voor vaak overbodige landbouwmachines en dure auto's. Dat
wordt niet gezien als luxe, maar als levensstijl. Nu dreigen ze alles te
verliezen. Zonder werk hebben ze geen toekomst.
Ik vroeg
Armstrong of er geen schuldgevoel bestond over de wijze waarop de indianen waren afgeslacht of van hun land waren verdreven. Per slot van rekening voelen de Amerikanen zich de morele ordebewakers van de wereld.
Nee, er
bestaat hier geen enkele morele wroeging. Allereerst wordt de geschiedenis
van wat er echt gebeurd is niet op school onderwezen. Daarnaast zijn voor de meesten indianen
alleen maar typetjes uit cowboyfilms, voor de rest zijn ze grotendeels
onzichtbaar. Het verleden is ver weg.
Toen ik opmerkte
dat het bloedbad van Wounded Knee in 1892 plaatsvond, dus maar een eeuw geleden,
terwijl wij in Europa meer dan een halve eeuw later nog steeds de holocaust
herdenken, antwoordde hij:
In het
bewustzijn van de meeste mensen is het lang geleden gebeurd. Wij laten het niet
toe, de geschiedenis. Vergeet ook niet dat er voor de emigranten geen keuze
bestond, het was overleven of ten onder gaan. Ze hadden het te druk met zichzelf. Ze zochten de ‘fountain of youth,’ goud, rijkdom, de Amerikaanse droom en daar
moest alles voor wijken. En wij nazaten geloven nog steeds in die droom, dat
wil zeggen: wij doen alsof, we hebben niets anders, want als we accepteren dat die
droom niet meer was dan een illusie is alles vergeefs geworden, niet alleen ons eigen
bestaan, maar zeker ook die van onze voorouders, onze geschiedenis zou dan zinloos zijn geweest, snap
je? Dan zou net als destijds in de Sovjet Unie blijken dat alles een leugen is. De
meeste mensen kunnen een dergelijk waarheid niet verwerken, ze zouden gek van
verdriet en angst worden. Ook ik, denk ik. Niets zou meer zin en betekenis
hebben. De oude mythen zouden dan in rook opgaan, onze geschiedenis zou niets anders blijken te zijn geweest dan een
langdurige gewelddadige en bloedige strijd. Nieuwe mythen verzin je niet zo snel,
dat duurt generaties. En ondertussen gaat het leven door.
Het leven hier is zwaar, de meeste boeren in dit gebied zitten diep in de problemen. Ze zitten
met handen en voeten geketend aan het systeem van produceren en consumeren en weten net het hoofd boven water te houden. Paradoxaal genoeg klampen ze zich vast aan het patriottisme. Overal de Amerikaanse vlag en God Bless America, the land of the free, home of the brave.
Het besef dat het allemaal holle retoriek is, weigert men te accepteren. Hun enige filosofie is big is beautiful. In de VS is groot geen
kwantitatieve maatstaf, maar eerst en vooral een kwalitatieve. Bij Starbucks heet de
kleinste koffie ‘tall,’ medium is ‘grande.’
Net als een kind wil de consument niets dat klein is, klein telt niet mee, dus
wat klein is moet ‘tall’ genoemd worden. Hetzelfde gaat op voor een gewoon
gesprek, men drukt zich uit in termen van groot, groter, groots, de
overtreffende trap, great, superb, en alles moet een ervaring zijn, een kick. Die
levenshouding leidt logischerwijs tot uitwassen. Van blubber dikke mensen,
tot een alles verslindende permanente oorlogsretoriek, niet langer meer aangejaagd
door het communisme maar door wat tegenwoordig terrorisme heet. De ene oorlog is nog niet geeindigd of de
andere wordt al voorbereid. Een willekeurig voorbeeld van de dag waarop ik dit
schrijf, vrijdag 25 februari 2013, bericht de International Herald Tribune dat
A blunt
and explicit threat from North Korea that it would ‘target’ the United States
with a succession of planned long-range missles and a new and more
sophisticated nuclear test revives a challenge the White House had tried
unsuccesfully to contain for the past four years, as it focused on winding down
two wars and focusing on Iran.
De Amerikaanse
botanicus Stephen Sillett, hoogleraar aan de Humbolt State University,
bestudeert al decennialang de overlevingsintelligentie van de redwood (Sequoia sempervirens) en zegt over de boom:
It ‘s a
being. It’s a ‘person,’ from a plant’s point of view. A tree is not conscious,
the way we are, but it has a perfect memory. This is because the trunk of a
tree continually records everything that happens to it as it grows. Plants are
very different from us, but they begin life the same way we do, with a sperm
and an egg. People think of trees as objects, just something by the side of the
road, like a rock. Trees are responsive and alive. They react more slowly than
we do, but see how intricate they become.
Tegenover de Amerikaanse journalist Richard Preston, de auteur van de New York Times bestseller The Wild Trees,
verklaarde Sillett dat het lot van de redwoods een illustratie zijn van de wijze waarop de mens,
voor wie geld alles is, over het leven denkt.
There is an larger issue. The redwood
forests of California were the most beautiful forests on earth, and they’re almost
totally gone. They were reduced to scraps by us. Our society – and I don’t mean
just American society; I mean Chinese, Brazilian, European society, all of us
as humans – we are homogenizing the earth’s biosphere. We don’t know what will
happen to the biosphere or to the forests. I’m afraid that our work trying to
understand the redwood forest might just turn out to be documenting something
magnificent before it winks out. This forest gives us a glimpse of what the
world was like a very long time ago, before humans came into existence. We are
in one of the last great rain forests remaining in the temperate zone. The tiny
little pockets are all that’s left of it. We can talk about conserving
biodiversity, conserving species, but that isn’t enough. We could keep the
redwood species alive as a bunch of little redwood trees, but this forest and
all that it is shows us would be gone.
Op de vraag wat de Sequoia ons leert wees Stephen Sillett, staande in een
redwood bos, om zich heen en antwoordde:
Maybe these trees can teach us
something about ourselves… we’re nothing. We’re little snapshots in time, and
we’ll soon be gone. This grove had burned in huge fires during the past
millennia. Redwoods don’t die if they burn. A redwood can be burned to a
blackened spar, and afterward it goes, ‘Wooah.’ and just grows back… These
trees can teach us how we can live.
Te weten: in harmonie met de omgeving en niet als
mateloze uitbuiters van de natuur die zichzelf als de maat aller dingen
beschouwen. Maar het principe van matiging is
tegenstrijdig aan de Amerikaanse cultuur. Een voorbeeld van die mateloosheid is extatische ondertoon van de nationale
dichter Walt Whitman. De Amerikaanse cultuurhistorica Lori Vermaas schreef in
haar in 2003 verschenen boek The Heralded
Tree over hoe al in 1874 Whitman opschepte dat de
obliteration of the Coast redwoods
(Sequoia sempervirens) heralded the advancement of civilization. Whitman’s
redwoods accepted their destruction because their passing would allow Americans
to assume their role, he thought, as an anointed nation. ‘Murmering
out if its myriad leaved,’ these sequoias sang a song whereby they
rapturously concede defeat to their American conquerors.
Een betere beschrijving van pathologisch antropocentrisme is nauwelijks
denkbaar. In Whitman’s mens- en wereldbeeld kondigt de vernietiging van de
millennia-oude redwoods de vooruitgang van de beschaving aan. Nog dwazer is de voorstelling van zaken dat de verwoeste natuur zich met plezier overgeeft aan de Amerikaanse veroveraars. Hier is de krankzinnigheid totaal geworden, de
uitroeiing van leven wordt bejubeld. Whitman laat de bedreigde sequoia’s
zeggen:
Nor yield we mournfully majestic
brothers
We who have grandly fill’d our time;
With Nature’s calm content, with
tacit
huge delight,
We welcome what we wrought for
through the past,
And leave the field for them.
For them predicted long ago,
For a superber race, they too to
grandly fill
their time,
For them we abdicate, in them
ourselves ye forest kings!
Dit is het bewustzijn van de beroemdste Amerikaanse dichter die besefte dat alles bezield was, ook de sequoia’s (‘I too have
consciousness, identity, And all the rocks and mountains have, an all the
earth), maar desondanks vernietigd kon worden om de blanke mens te
kunnen dienen, want ‘I celebrate
myself,’ zoals Whitman’s beroemdste dichtregel in Leaves of Grass luidt. Het parasitaire antropocentrisme bezingt
zichzelf, ‘and what I assume you shall
assume.’ Lori Vermaas:
The Trees, so Whitman believed, embraced
their abdication because they were designed for that moment – they were ‘wrought
for’ it. As the ‘superber race’ Americans were the trees’
evolutionary superiors, and inevitable and improved generation of world
leaders. The loggers were giants too, according to Whitman, and heroes, because
they cleared ‘the ground for broad humanity, the true America, heir of the past
so grand, To build a grander future.’
Van belang is te weten dat ‘Whitman's poetry often
expresses the collective unconscious of 19th-century America,’ en het ‘superieure Amerikaanse ras’
was in zijn ogen de hoogste evolutionaire vorm van leven, dat wil zeggen: het blanke, christelijke ras, zoals
blijkt uit het feit dat ‘Whitman began wondering whether
blacks were innately inferior to whites and bound to disappear… To Horace
Traubel he said, "The
nigger, like the Injun, will be eliminated: it is the law of races, history,
what-not."' Dit racisme wordt vergoeilijkt met het excuus dat ‘Although
Whitman's attitude towards blacks may be offensive to modern audiences, it was
common in its day,’ aldus de Amerikaanse mainstream
media, waarbij men graag en passant meldt dat ‘Whitman's inclusive poetic
voice... has influenced generations of writers around the world,’ en
vooral ook dat ‘Part of Whitman's genius was his ability to construct a persona in
his poetry who spoke as the ideal democratic voice, a persona who projected an
equality that Whitman and his world — just like our world today — had yet to achieve.’ http://www.pbs.org/wgbh/amex/whitman/more/e_race.html
Volgens deze beschrijving is dit niet meer dan een ‘ideal democratic voice,’ de stem van het geidealiseerde Amerika. Dat kan waar zijn, maar desalniettemin hebben Whitman’s zinnen de ideologie van de parasitaire overheersing van de natuur
generatieslang tegelijkertijd zowel verwoord als gelegitimeerd. De natuur moest
zich naar de wil van de mens schikken. De Amerikaanse journalist/dichter
William Cullen Bryant illustreerde deze houding in de negentiende eeuw toen hij
de absurde stelling poneerde dat oude bomen ‘have no history’ en wel, zo schrijft Lori Vermaas,
because they cannot convey who
planted them or who may have spared them from the ax or other human danger;
they are impotent living beings unable to speak of their own past. Such wounded
silence rests ‘like a a presence, mid the long gray boughs/Of this old tree,’ the New England poet
exhorts, leaving it mute and unable to help or comfort humankind through any
pain or loss or even joy.
Alles dat niet in staat is om in zijn eigen taal met de mens te spreken
heeft voor de westerse mens geen stem. Beter gesteld: de moderne mens is niet
in staat de taal van de natuur te horen en heeft daardoor geen recht van
spreken gekregen in onze technologische cultuur. Lucebert heeft
gelijk: ‘Alles van waarde is
weerloos.’ Iedereen die in staat is als gelijke naar de
natuur te luisteren wordt in onze materialistische cultuur voor gek versleten. De
natuur is doofstom, en dus staat zij machteloos tegenover het geweld van de
economische macht. Spiritualiteit en metafysica bestaan in het ontzielde
bewustzijn niet, en daarmee werkt de mens aan zijn eigen ondergang. Charles
Alexander Eastman, die beschouwd wordt als de ‘first Native American author to
write American history from the Native point of view,’ half indiaan/half blanke stelde een
eeuw geleden: ‘I am for the development and progress along
social and spiritual lines, rather than those of commerce, nationalism, or
efficiency.’ En het grote
opperhoofd Seattle wees op zijn beurt de blanke kolonisten erop dat
What
is man without the beasts? If all the beasts were gone, men would die from
great loneliness of spirit, for whatever happens to the beasts also happens to
man. All things are connected. Whatever befalls the earth befalls the children
of the earth.
Deze wijsheid is evenwel aan dovemansoren gericht. De moderne westerling
kan alleen in zijn eigen taal spreken en luisteren, alles moet, desnoods met
geweld, onze taal spreken of anders ten onder gaan. Het wonderlijke is dat
wij nu ontdekken daardoor onze eigen ondergang te bewerkstelligen. De Franstalige dichter Aimé Césaire zei het zo:
de kolonisator, die om zijn
geweten te sussen de gewoonte heeft de andere mens als een beest te zien,
zichzelf eraan went om hem als een beest te behandelen, en de neiging heeft om
zichzelf in een beest te veranderen […] Ze dachten dat ze alleen maar indianen,
of Hindoes, of bewoners van Zuidzee eilanden of Afrikanen aan het afslachten
waren. Maar in feite hebben ze een voor een de verdedigingswallen vernietigd
waarachter de Europese beschaving vrij had kunnen ontwikkelen.
De
door onszelf zoveel geprezen vrijheid heeft ons onvrij gemaakt, de slaven van
de materie, die het grootste deel van onze tijd op aarde aan een werkgever verkopen. Al die tijd hebben de ‘slaven’ lijdzaam
een vernietigend systeem in stand gehouden. Dat systeem is het logische
resultaat van een kolonialistisch mensbeeld, kolonialistisch ten opzichte van
de natuur en ieder mens, zoals Césaire terecht opmerkte. Tegelijkertijd hadden ‘in the spiritual life of Europe, the
colonies an important function – as a safety vent, as an escape, a place to
misbehave,’ aldus de Zweedse auteur Sven Lindqvist in zijn boek Desert Divers. Hij voegt hieraan toe:
Like the dream, the colonies
offered a refuge away from the demands of their own society, an outlet for the
cruelty and self-importance not tolerated in Europe. Not yet tolerated.
In the colonies, while one
represented the highpoint of civilization, it was possible to escape much of
civilization’s unpleasantness: the banality of the bourgeoisie, the tristesse of
marriage, the inhibiting control of impulse – and become party to mass
murder, child abuse, sexual orgies and other expressions of urges which at
home largely found their outlets in dreams.
Let wel: ‘cruelty and self-importance…
not yet tolerated.’ De ironie is dat nu ook de
Amerikanen en de Europeanen het slachtoffer van die droom zijn. De natuur kent
een onverbiddellijke, meedogenloze logica. Daarover morgen meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten