zaterdag 2 februari 2013

'Deskundigen' 98



De waarheid omtrent de wereld, zei hij, is dat alles mogelijk is… Het heelal is geen afgebakende ruimte en de orde erin wordt niet begrensd door enige mogelijkheid in het ontwerp om iets wat in één gedeelte bestaat in een ander gedeelte te herhalen. Zelfs in onze eigen wereld bestaan er meer dingen buiten ons weten dan erbinnen, en de orde die je in de schepping ziet is de orde die je er zelf in hebt gestopt, als een touwtje in een doolhof, zodat je er niet in verdwaalt. Want het bestaan kent zijn eigen orde, en geen menselijk verstand kan die orde bevatten, omdat het verstand zelf ook maar een feit onder de feiten is.
Cormac McCarthy. Meridiaan van Bloed. 1985


De Verlichting is bedacht in Europa, maar Amerika heeft het uitgevoerd, als real life experiment.
Geert Mak in Vrij Nederland. 3 november 2012.

There's no such thing as life without bloodshed… I think the notion that the species can be improved in some way, that everyone could live in harmony, is a really dangerous idea. Those who are afflicted with this notion are the first ones to give up their souls, their freedom. Your desire that it be that way will enslave you and make your life vacuous.
Cormac McCarthy. New York Times Magazine. 19 april 1992

For all his fascination with science… he is no positivist, no vanguard supporter of eighteenth-century Enlightenment notions of human perfectibility. Violence is a reality endemic to the world’s existence; depravity and avarice are central to human nature; and meaning, purpose, and value, if they are to be found, must be sought in darkness. These themes pervade his work, and they are central to his unique contribution to the development of the American novel, which is marked by his distinctive integration of style, language, and a rich array of compelling philosophical and religious perspectives… The forces of civilization are by no means portrayed in a celebratory light, as industrial technology, American business interests such as Texas oil, even the building of the interstate highway system, often leave the hero displaced and bereft of purpose. Incidents of greed and malevolence abound, as scalp hunting, drug running, even nuclear apocalyps, all find their way into McCarthy’s epic vision. But het forces of reaction – those players in the drama who stand against the new order – are by no means ethically pure. The issue of morality stands in the foreground of these novels, but the precise pathway to right action is never easily charted.
Professor Steven Frye in Understanding Cormac McCarthy. 2009
  
Als je invloed en macht wilt hebben, moet je groots zijn. Dat is iets wat we in Europa van ze kunnen leren.
Geert Mak over ‘Amerikanen’ op 22 augustus 2012 bij nu.nl

Our very virtues as a pioneering people, the very genius of our industrial civilization, drove us to act as we did. God and Manifest Destiny spoke with one voice urging us to ‘conquer’ or ‘win’ the West; and there was no voice of comparable authority to remind us of Mary Austin’s quiet but profound truth, that the manner of the country makes the usage of life there, and that the land will not be lived in except in its own fashion.
Wallace Stegner. The American West as Living Space. 1987 
The American West as Living Space


De mateloosheid van het Amerikaanse neoliberalisme kenmerkt de door de mainstream genegeerde keerzijde van de vooruitgangsreligie. Het is dit rotsvaste geloof dat bij het Rockefeller Center in het financiele centrum van de wereld, New York, wordt gesymboliseerd door een groot goudkleurig beeld van Prometheus die het vuur van de goden stal en dat aan de mens gaf. Achter de door de lucht vallende titaan staat in gouden letters op rood graniet een inscriptie van Aeschylus: Prometheus, teacher in every art, brought the fire that hath proved to mortals a means to mighty ends.’ In 1962 werd tegenover dit beeld een plaquette geplaatst in opdracht van John D. Rockefeller, zoon van de stichter van de gelddynastie, die bekend stond vanwege zijn zogeheten ‘heavy-handed marketing tactics,’ hetgeen in de praktijk neerkwam op elke denkbare zo nodig illegale praktijk om de concurrent te verpletteren.  De voorbijganger kan op de gedenkplaat het volgende lezen:

I believe in the supreme worth of the individual and in his right to life, liberty, and the pursuit of happiness.
I believe that every right implies a responsibility; every opportunity, an obligation; every possession, a duty.
I believe that the law was made for man and not man for the law; that government is the servant of the people and not their master.
I believe in the Dignity of labour, whether with head or hand; that the world owes no man a living but that it owes every man an opportunity to make a living.
I believe that thrift is essential to well ordered living and that economy is a prime requisite of a sound financial structure, whether in government, business or personal affairs.
I believe that truth and justice are fundamental to an enduring social order.
I believe in the sacredness of a promise, that a man's word should be as good as his bond; that character not wealth or power or position – is of supreme worth.
I believe that the rendering of useful service is the common duty of mankind and that only in the purifying fire of sacrifice is the dross of selfishness consumed and the greatness of the human soul set free.
I believe in an all-wise and all-loving God, named by whatever name, and that the individuals highest fulfilment, greatest happiness, and widest usefulness are to be found in living in harmony with His Will.
I believe that love is the greatest thing in the world; that it alone can overcome hate; that right can and will triumph over might.


Met de puriteinse God aan hun kant overtraden de Rockefellers, om hun vermogen te kunnen vergroten, alle morele regels die op de plaquette staan. En dat doet deze schatrijke familie nog steeds. Dat is niet wonderlijk want tegelijk met het vuur introduceerde Prometheus ook het kwaad van de mateloosheid. In het ééndimensionale mens- en wereldbeeld van de Rockefeller’s cum suis bestaat geen plaats voor de keerzijde van de vooruitgang. Met geen woord wordt gerept over het bestraffen van Prometheus’ hybris door Zeus. In 2010 schreef de Nederlandse filosoof Ton Lemaire daarover in zijn boek De val van Prometheus:

de oppergod liet deze vermetele daad niet ongestraft: hij ketende Prometheus naakt aan een rots in de Kaukasus en beval een gier (of een arend) elke dag diens lever aan te vreten. ‘s Nachts groeide die weer aan zodat de vogel de volgende dag zijn pijniging kon herhalen. Volgens sommige bronnen werd de geketende held na dertigduizend jaar van zijn rots bevrijd doordat Herakles met een pijl de kwelgeest doodde. Zeus greep niet in; wellicht vond hij de straf wel voldoende.
Hoewel de roof van het vuur in de Griekse mythen de meeste aandacht kreeg, werden nog andere weldaden aan Prometheus toegeschreven die hij de mensen zou hebben geschonken, zoals de kunst van het smeden, het pottenbakken, de bouwkunde en nog enkele.

Prometheus en daarmee de mensheid werd ook op een andere wijze gestraft voor zijn hoogmoed. Lemaire:

Onder de vele verhalen die de Grieken over Prometheus vertelden, waren ook enkele waarin zijn broer Epimetheus optrad. Terwijl de naam van de eerste ‘vooruit denkend’ betekent, betekent die van zijn broer ‘achteraf denkend’. Dit onderscheid speelt een rol in de mythe die verhaalt over de wraak die Zeus op Prometheus nam door hem een verraderlijk geschenk te sturen, namelijk Pandora, een mooie vrouw; zij had een doosje bij zich met een zekere inhoud. Hoewel Prometheus zijn broer had gewaarschuwd om geen geschenken van Zeus aan te nemen, was deze zo onverstandig om blij met Pandora te zijn, die daarna de doos opende waaruit achtereenvolgens alle rampen ontsnapten die de mensheid sindsdien teisteren, zoals oorlog, ziekte en dood. Maar het laatste wat erin bleek te zitten, was de hoop om ten slotte de mensen toch een zekere tegenwicht te geven,

namelijk de illusie dat het ooit allemaal beter zou worden. De Grieken beseften dus dat vooruitgang ambivalent is, want ook al is de mens in staat door het vuur van alles te veranderen en daardoor zijn eigen cultuur ontwikkelt, nooit zal hij aan onveranderlijke natuurwetten kunnen ontsnappen. Het lijden zal altijd de kern van zijn bestaan blijven. Ton Lemaire:

In het antieke wereldbeeld was ‘hybris’ een belangrijk begrip want het ergste wat mensen konden doen was zich schuldig maken aan onmatigheid, de grens te overschrijden die de goden aan de mensheid hadden gesteld,

waarbij moet worden opgemerkt dat de goden de natuurkrachten vertegenwoordigden. En met de natuur kon niet gespot worden. Vandaar de spreuk Meden Agan, alles met mate. Maar ‘de moderne Prometheus is veeleer de supermens,’ aldus Lemaire ‘die tegen de godheid opstaat en hem van zijn plaats verdringt. Hij is een godmens geworden die geen “hybris” meer vreest, niet meer bang is door de goden te worden terechtgewezen; de moderniteit herkent zich alleen in een ontketende Prometheus.’ Kortom, een soort Ubermensch zoals die ook Hitler voor ogen stond. In Mein Kampf schreeft de nazi-Furhrer ‘dat de Arier de Prometheus is van de mensheid; de goddelijke vonk van het genie is te allen tijde aan zijn stralend voorhoofd ontsprongen.’ Deze overtuiging bleef niet beperkt tot het nationaal-socialisme, maar is ook terug te vinden in de uitspraken van Amerikaanse presidenten als bijvoorbeeld Theodore Roosevelt: When men fear work or fear righteous war, when women fear motherhood, they tremble on the brink of doom,’ en ‘It is only the warlike power of a civilized people that can give peace to the world ,’ en ‘We cannot, if we would, play the part of China... in this world the nation that has trained itself to a career of unwarlike and isolated ease is bound, in the end, to go down before other nations which have not lost the manly and adventurous qualities." http://www.weisbord.org/conquest32.htm

Gezien zijn houding zal het niemand verbazen dat Theodore Roosevelt en de Duitse Keizer Wilhelm II elkaar bewonderden. De moderne mens van de daad kan net zo min als Epimetheus vooruit zien en de consequenties van zijn daden inschatten. In plaats van dat het hem voorzichtiger maakt gaat hij nog doldriester te werk, immers

In de prometheische benadering bevindt zich de mens in oppositie tot de natuur, die men tracht te domineren en ten nutte te maken. De natuur is voor de mens het vijandige en vreemde, dat weerstand biedt die hij wil overwinnen door inspanning, vernuft en eventueel list… de wil tot beheersing en exploitatie maakt gebruik van machines en apparaten. […] Dichters, kunstenaars en musici verzetten zich gewoonlijk tegen de al dan niet expliciete claim van een technisch-natuurwetenschappelijk gezinde maatschappij om het monopolie te bezitten van de adequate omgang met de wereld. Alsof de ware aard van de werkelijkheid zou kunnen worden neergelegd in een getal, een berekening, een formule – hoe geniaal ook bedacht; alsof de natuur eigenlijk een ingewikkelde machinerie is en niet langer een gedicht, een zang, een melodie,

zo schreef Ton Lemaire, om daaraan toe te voegen:

Als mijn diagnose juist is, moet veel van de ellende van de moderne tijd worden toegeschreven aan de fatale samenhang tussen daadkracht en destructie en dus aan de realisering van de prometheische ambities. Wat we nodig zouden hebben, is een denken dat het idee van maat en begrenzing bij voorbaat in zijn systeem opneemt en daardoor paal en perk stelt aan de verabsolutering van het subject en de arrogantie van het humanisme, dus een niet-prometheische opvatting van de vooruitgang.

Maar dat inzicht stuit op de ideologie van de groei en het kapitalistische expansionisme, altijd rusteloos op zoek naar meer, een geloof dat diep verankerd ligt in het westerse bewustzijn. De Amerikaanse journalist/auteur Garry Wills schreef in John Wayne’s America met betrekking tot dit onderwerp:

Why was Wayne the Number One Movie Star, even as late as 1995? He embodies the American myth. The archetypal American is a displaced person – arrived from a rejected past, breaking into a glorious future, on the move, fearless himself, feared by others, a killer but cleansing the world of things that ‘need killing,’ loving but not bound down by love, rootless but carrying the Center in himself, a gyroscopic direction-setter, a travelling norm.
Other cultures begin with a fixed and social hearth, a temple, a holy city. American life begins when that esclosure is escaped. One becomes American by going out. We are a people of departures, not arival. To reach one place is simply to catch sight of a new Beyond. Our basic myth is that of the frontier. Our hero is the frontiersman. To become urban is to break the spirit of man. Freedom is out on the plains, under endless sky. A pent-in American ceases to be American. In his 1844 lecture on ‘The Young American,’ Emerson said that American need the boundless West in order to become themselves.

Die houding verklaart de neoliberale vorm die het expansionistische kapitalisme heeft aangenomen, en dat zich alleen optimaal kan verwezenlijken door meedogenloos te zijn tegenover mens en natuur. Meer daarover maandag.




Geen opmerkingen:

“We Just Do What the Israelis Want Us to Do”

  “We Just Do What the Israelis Want Us to Do” The Scourging of Gaza: Diary of a Genocidal War Jeffrey St. Clair December 21, 2024 + On Dece...