De waarheid omtrent de
wereld, zei hij, is dat alles mogelijk is… Het heelal is geen afgebakende
ruimte en de orde erin wordt niet begrensd door enige mogelijkheid in het
ontwerp om iets wat in één gedeelte bestaat in een ander gedeelte te herhalen.
Zelfs in onze eigen wereld bestaan er meer dingen buiten ons weten dan
erbinnen, en de orde die je in de schepping ziet is de orde die je er zelf in
hebt gestopt, als een touwtje in een doolhof, zodat je er niet in verdwaalt.
Want het bestaan kent zijn eigen orde, en geen menselijk verstand kan die orde
bevatten, omdat het verstand zelf ook maar een feit onder de feiten is.
Cormac McCarthy. Meridiaan
van Bloed. 1985
De Verlichting is bedacht in
Europa, maar Amerika heeft het uitgevoerd, als real life experiment.
Geert Mak in Vrij Nederland.
3 november 2012.
There's no such thing as life
without bloodshed… I think the notion that the species can be improved in some
way, that everyone could live in harmony, is a really dangerous idea. Those who
are afflicted with this notion are the first ones to give up their souls, their
freedom. Your desire that it be that way will enslave you and make your life
vacuous.
Cormac McCarthy. New York Times Magazine. 19 april 1992
For all his fascination with
science… he is no positivist, no vanguard supporter of eighteenth-century
Enlightenment notions of human perfectibility. Violence is a reality endemic
to the world’s existence; depravity and avarice are central to human nature;
and meaning, purpose, and value, if they are to be found, must be sought in
darkness. These themes pervade his work, and they are central to his unique
contribution to the development of the American novel, which is marked by his
distinctive integration of style, language, and a rich array of compelling
philosophical and religious perspectives… The forces of civilization are by no
means portrayed in a celebratory light, as industrial technology, American
business interests such as Texas oil, even the building of the interstate
highway system, often leave the hero displaced and bereft of purpose. Incidents
of greed and malevolence abound, as scalp hunting, drug running, even nuclear
apocalyps, all find their way into McCarthy’s epic vision. But het forces of
reaction – those players in the drama who stand against the new order – are by
no means ethically pure. The issue of morality stands in the foreground of
these novels, but the precise pathway to right action is never easily charted.
Professor Steven Frye in
Understanding Cormac McCarthy. 2009
Als je invloed en macht wilt
hebben, moet je groots zijn. Dat is iets wat we in Europa van ze kunnen leren.
Geert Mak over ‘Amerikanen’
op 22 augustus 2012 bij nu.nl
Our very virtues as a
pioneering people, the very genius of our industrial civilization, drove us to
act as we did. God and Manifest Destiny spoke with one voice urging us to
‘conquer’ or ‘win’ the West; and there was no voice of comparable authority to
remind us of Mary Austin’s quiet but profound truth, that the manner of the
country makes the usage of life there, and that the land will not be lived in
except in its own fashion.
Wallace Stegner. The American West as Living Space. 1987
De mateloosheid
van het Amerikaanse neoliberalisme kenmerkt de door de mainstream genegeerde
keerzijde van de vooruitgangsreligie. Het is dit rotsvaste geloof dat bij het Rockefeller Center in het financiele
centrum van de wereld, New York, wordt gesymboliseerd door een groot goudkleurig beeld van Prometheus die het vuur van de goden stal en dat aan de mens
gaf. Achter de door de lucht vallende titaan staat in gouden letters op rood graniet een
inscriptie van Aeschylus: ‘Prometheus, teacher in every art, brought the fire that
hath proved to mortals a means to mighty ends.’ In 1962 werd tegenover dit beeld een plaquette geplaatst
in opdracht van John D. Rockefeller, zoon van de stichter van de gelddynastie, die bekend stond vanwege zijn zogeheten ‘heavy-handed marketing tactics,’
hetgeen in de praktijk neerkwam op elke denkbare zo nodig illegale praktijk om
de concurrent te verpletteren. De
voorbijganger kan op de gedenkplaat het volgende lezen:
I
believe in the supreme worth of the individual and in his right to life,
liberty, and the pursuit of happiness.
I believe that every right implies a
responsibility; every opportunity, an obligation; every possession, a duty.
I
believe that the law was made for man and not man for the law; that government
is the servant of the people and not their master.
I believe in the Dignity of
labour, whether with head or hand; that the world owes no man a living but that
it owes every man an opportunity to make a living.
I believe that thrift is
essential to well ordered living and that economy is a prime requisite of a
sound financial structure, whether in government, business or personal
affairs.
I believe that truth and justice are fundamental to an enduring social
order.
I believe in the sacredness of a promise, that a man's word should be as
good as his bond; that character not wealth or power or position – is of
supreme worth.
I believe that the rendering of useful service is the common
duty of mankind and that only in the purifying fire of sacrifice is the dross
of selfishness consumed and the greatness of the human soul set free.
I believe
in an all-wise and all-loving God, named by whatever name, and that the
individuals highest fulfilment, greatest happiness, and widest usefulness are
to be found in living in harmony with His Will.
I believe that love is the
greatest thing in the world; that it alone can overcome hate; that right can
and will triumph over might.
Met de
puriteinse God aan hun kant overtraden de Rockefellers, om hun vermogen te
kunnen vergroten, alle morele
regels die op de plaquette staan.
En dat doet deze schatrijke familie nog steeds. Dat is niet wonderlijk want tegelijk met het vuur introduceerde Prometheus ook het kwaad van de mateloosheid. In het ééndimensionale mens- en wereldbeeld van de
Rockefeller’s cum suis bestaat geen plaats voor de keerzijde van de vooruitgang. Met geen woord wordt gerept over het bestraffen van Prometheus’ hybris door Zeus. In 2010 schreef de
Nederlandse filosoof Ton Lemaire daarover in zijn boek De val van Prometheus:
de
oppergod liet deze vermetele daad niet ongestraft: hij ketende Prometheus naakt
aan een rots in de Kaukasus en beval een gier (of een arend) elke dag diens
lever aan te vreten. ‘s Nachts groeide die weer aan zodat de vogel de volgende
dag zijn pijniging kon herhalen. Volgens sommige bronnen werd de geketende
held na dertigduizend jaar van zijn rots bevrijd doordat Herakles met een pijl
de kwelgeest doodde. Zeus greep niet in; wellicht vond hij de straf wel
voldoende.
Hoewel
de roof van het vuur in de Griekse mythen de meeste aandacht kreeg, werden nog
andere weldaden aan Prometheus toegeschreven die hij de mensen zou hebben
geschonken, zoals de kunst van het smeden, het pottenbakken, de bouwkunde en
nog enkele.
Prometheus en daarmee de mensheid werd ook op een andere wijze gestraft voor
zijn hoogmoed. Lemaire:
Onder de
vele verhalen die de Grieken over Prometheus vertelden, waren ook enkele waarin
zijn broer Epimetheus optrad. Terwijl de naam van de eerste ‘vooruit denkend’
betekent, betekent die van zijn broer ‘achteraf denkend’. Dit onderscheid
speelt een rol in de mythe die verhaalt over de wraak die Zeus op Prometheus
nam door hem een verraderlijk geschenk te sturen, namelijk Pandora, een mooie vrouw; zij had een doosje bij zich met een zekere inhoud. Hoewel Prometheus
zijn broer had gewaarschuwd om geen geschenken van Zeus aan te nemen, was deze
zo onverstandig om blij met Pandora te zijn, die daarna de doos opende waaruit
achtereenvolgens alle rampen ontsnapten die de mensheid sindsdien teisteren,
zoals oorlog, ziekte en dood. Maar het laatste wat erin bleek te zitten, was de
hoop om ten slotte de mensen toch een zekere tegenwicht te geven,
namelijk
de illusie dat het ooit allemaal beter zou worden. De Grieken beseften dus dat
vooruitgang ambivalent is, want ook al is de mens in staat door het vuur van alles te veranderen en daardoor zijn eigen cultuur ontwikkelt, nooit zal hij aan
onveranderlijke natuurwetten kunnen ontsnappen. Het lijden zal altijd de kern
van zijn bestaan blijven. Ton Lemaire:
In het
antieke wereldbeeld was ‘hybris’ een belangrijk begrip want het ergste wat
mensen konden doen was zich schuldig maken aan onmatigheid, de grens te
overschrijden die de goden aan de mensheid hadden gesteld,
waarbij
moet worden opgemerkt dat de goden de natuurkrachten vertegenwoordigden. En met de natuur kon niet gespot worden. Vandaar de spreuk Meden Agan, alles met mate. Maar ‘de moderne Prometheus is veeleer
de supermens,’ aldus Lemaire ‘die tegen de godheid opstaat en hem van
zijn plaats verdringt. Hij is een godmens geworden die geen “hybris” meer
vreest, niet meer bang is door de goden te worden terechtgewezen; de
moderniteit herkent zich alleen in een ontketende Prometheus.’ Kortom,
een soort Ubermensch zoals die ook Hitler voor ogen stond. In Mein Kampf schreeft de nazi-Furhrer ‘dat de Arier de Prometheus is van de mensheid; de goddelijke vonk van het genie is te
allen tijde aan zijn stralend voorhoofd ontsprongen.’ Deze overtuiging bleef niet beperkt tot het
nationaal-socialisme, maar is ook terug te vinden in de uitspraken van
Amerikaanse presidenten als bijvoorbeeld Theodore Roosevelt: ‘When men
fear work or fear righteous war, when women fear motherhood, they tremble on
the brink of doom,’ en ‘It is only the warlike power of a
civilized people that can give peace to the world ,’ en ‘We
cannot, if we would, play the part of China... in this world the nation that
has trained itself to a career of unwarlike and isolated ease is bound, in the
end, to go down before other nations which have not lost the manly and
adventurous qualities." http://www.weisbord.org/conquest32.htm
Gezien
zijn houding zal het niemand verbazen dat Theodore Roosevelt en de Duitse
Keizer Wilhelm II elkaar bewonderden. De moderne mens van de daad kan net zo
min als Epimetheus vooruit zien en de consequenties van zijn daden inschatten.
In plaats van dat het hem voorzichtiger maakt gaat hij nog doldriester te werk,
immers
In de
prometheische benadering bevindt zich de mens in oppositie tot de natuur, die
men tracht te domineren en ten nutte te maken. De natuur is voor de mens het
vijandige en vreemde, dat weerstand biedt die hij wil overwinnen door
inspanning, vernuft en eventueel list… de wil tot beheersing en exploitatie
maakt gebruik van machines en apparaten. […] Dichters, kunstenaars en musici
verzetten zich gewoonlijk tegen de al dan niet expliciete claim van een
technisch-natuurwetenschappelijk gezinde maatschappij om het monopolie te
bezitten van de adequate omgang met de wereld. Alsof de ware aard van de
werkelijkheid zou kunnen worden neergelegd in een getal, een berekening, een
formule – hoe geniaal ook bedacht; alsof de natuur eigenlijk een ingewikkelde
machinerie is en niet langer een gedicht,
een zang, een melodie,
zo schreef
Ton Lemaire, om daaraan toe te voegen:
Als mijn
diagnose juist is, moet veel van de ellende van de moderne tijd worden toegeschreven
aan de fatale samenhang tussen daadkracht en destructie en dus aan de
realisering van de prometheische ambities. Wat we nodig zouden hebben, is een
denken dat het idee van maat en begrenzing bij voorbaat in zijn systeem opneemt
en daardoor paal en perk stelt aan de verabsolutering van het subject en de
arrogantie van het humanisme, dus een niet-prometheische opvatting van de
vooruitgang.
Maar dat
inzicht stuit op de ideologie van de groei en het kapitalistische expansionisme,
altijd rusteloos op zoek naar meer, een geloof dat diep verankerd ligt in het westerse
bewustzijn. De Amerikaanse journalist/auteur Garry Wills schreef in John
Wayne’s America met betrekking tot dit onderwerp:
Why was
Wayne the Number One Movie Star, even as late as 1995? He embodies the American
myth. The archetypal American is a displaced person – arrived from a rejected
past, breaking into a glorious future, on the move, fearless himself, feared by
others, a killer but cleansing the world of things that ‘need killing,’ loving
but not bound down by love, rootless but carrying the Center in himself, a
gyroscopic direction-setter, a travelling norm.
Other
cultures begin with a fixed and social hearth, a temple, a holy city. American
life begins when that esclosure is escaped. One becomes American by going out.
We are a people of departures, not arival. To reach one place is simply to
catch sight of a new Beyond. Our basic myth is that of the frontier. Our hero
is the frontiersman. To become urban is to break the spirit of man. Freedom is
out on the plains, under endless sky. A pent-in American ceases to be American.
In his 1844 lecture on ‘The Young American,’ Emerson said that American need
the boundless West in order to become themselves.
Die houding verklaart de neoliberale vorm die het expansionistische
kapitalisme heeft aangenomen, en dat zich alleen optimaal kan verwezenlijken
door meedogenloos te zijn tegenover mens en natuur. Meer daarover maandag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten