Wanneer Geert Mak in zijn reisboek met grote stelligheid
beweert dat 'de Amerikaanse diplomaten tot de
beste ter wereld [horen], het leger geen grenzen [kent], het land beschikt over
voortreffelijke informatiesystemen' en 'de universiteiten en het State Department over briljante
strategen en politieke analisten [beschikken],' dan is de vraag waar
hij zijn mening op baseert. Mak geeft daar geen antwoord op. In elk geval
fundeert hij zijn bewering niet op de werkelijkheid. Laat ik daarvan een tamelijk
willekeurig voorbeeld geven. Vandaag, woensdag 5 december 2012, bericht de International
Herald Tribune, zoals bekend 'The Global Edition of the New York Times,'
de krant die mainstream visie bepaalt van de westerse journalistiek, dat 'Al
Qaeda tightens its grip in Mali, U.S. general says.' Onder deze kop staat:
Al
Qaeda's affiliate in North Africa is operating terrorist training camps in
northern Mali and providing arms, explosives and financing to a militant
Islamist organization in northern Nigeria, the top U.S. military commander in
Africa has said... General Ham, a former Iraq war commander who oversaw the
initial U.S.-led air campaign against Libya last year, identified hurdles that
an African force would face in evicting the extremists... The Fall of Col.
Muammer el-Qaddafi in Libya prompted Tuareg fighters from northern Mali, who
had been fighting alongside Colonel Qaddafi's forces, to return home with
weapons from Libyan arsenals. They joined with Qaeda-affiliated Islamist
militants who had moved to the lightly policed region from Algeria, and the two
groups easily drove out the weakened Malian Army in late March and early April.
The Islamists then turned on the Tuaregs, routing them and consolidating
control in the region in May and June.
Let wel, dit is het resultaat van 'voortreffelijke
informatiesystemen' van de VS en 'de briljante strategen en
politieke analisten' waarover het 'State Department'
beschikt, althans volgens Mak. Als deze onwetenden al 'briljant' zijn,
hoe 'briljant' moet dan iemand zijn die niet over
'voortreffelijke informatiesystemen' beschikt maar wel deze
ontwikkeling voorzag? In 2001 reisde ik voor de VPRO door het buurland
Mauretanie, waar verschillende gesprekspartners mij vertelden over de grote
sociale onrust in dit deel van de Sahara, waar bewapende Tuaregs en Berbers rondtrekken.
Het evenwicht tussen de partijen was zo wankel dat het elk moment in een
gewapende strijd kon omslaan. Vorig jaar besefte ik dan ook onmiddellijk dat
het verdrijven van het Gaddafi regime zijn invloed in Mali zou teniet doen en
het gebied zou destabiliseren, wat nu dan ook is gebeurd. Het verdrijven van
Gaddafi heeft niet geleid tot wat Mak 'orde' noemt, maar tot een
chaos van elkaar vermoordende groeperingen, onder wie 'Al Qaeda...
extremists.' Alleen vanuit de optiek van het westerse militair-industrieel
complex kan dit door de VS en de NAVO veroorzaakte geweld worden toegejuichd,
en beschouwd worden als de gewenste uitkomst van de 'briljante strategen
en politieke analisten,' en hun 'voortreffelijke
informatiesystemen,' want de enige die hiervan profiteren natuurlijk
allereerst het militair-industrieel complex dat alleen dankzij oorlogen kan
blijven bestaan en de moordenaars ter plaatse die de macht kunnen grijpen. Maar
dat nu legt Mak de lezers van zijn reisboek niet uit, omdat het niet voldoet
aan de 'optimistische' boodschap die hij wil verspreiden. Mak bedriegt zijn
lezers, hoewel... zijn lezers willen bedrogen worden. Daarom zullen zowel Mak
als zijn lezers niet de moeite nemen om het werk van goed geinformeerde
Amerikaanse intellectuelen te lezen, zoals de gerenommeerde Amerikaanse
geleerde Chalmers Johnson, of de de voormalige bureauchef in Istaboel van de New
York Times, professor Stephen Kinzer, of de vooraanstaande Amerikaanse
onderzoeksjournalist Robert Dreyfuss. Ik noem ditmaal met name deze drie
Amerikaanse auteurs omdat ze alle drie de negatieve gevolgen van de failliete
Amerikaanse buitenlandse politiek in de islamitische wereld diepgaand hebben
geanalyseerd. Als men werkelijk wil weten hoe rampzalig deze politiek
wereldwijd heeft gewerkt zou men zowel Latijns-Amerika als het Midden-Oosten tot onderwerp moeten
nemen. Chalmers Johnson is, als oud 'CIA-consultant' in zijn
beroemde Blowback Trilogy over de financiele kosten en onvoorziene gevolgen
van het Amerikaanse geweld uitgebreid ingegaan op de zogeheten 'blowback,'
een CIA-term dat
refers
to the unintended consequences of policies that were kept secret from the
American people. What the daily press reports as the malign acts of
'terrorists' or 'drug lords' or 'rogue states' of 'illegal arms merchants'
often turn out to be blowback from earlier American operations.
Johnson schrijft kort maar krachtig over de
oorzaken van 'Blowback':
Terrorists
attack innocent and undefended American targets precisely because American
soldiers and sailors firing cruise missiles from ships at sea or sitting in
B-52 bombers at extremely high altitudes or supporting brutal and repressive
regimes from Washington seem invulnerable.
In het begin
van Blowback. The Costs and Consequences
of American Empire schrijft Chalmers Johnson dat de Verenigde Staten na de Koude Oorlog in plaats van te
demobiliseren zijn wereldwijd imperium in stand hield en zelfs uitbreidde. Toen
ik hem in 2006, vier jaar voor zijn dood, over de oorzaken van deze
ontwikkeling interviewde, gaf hij de volgende verklaring:
Ik denk dat de
belangrijkste reden is wat men met een technische term noemt: 'Militair Keynesianisme,' waarmee
aangegeven wordt dat het militair-industrieel complex, de wapenindustrie, een
integraal onderdeel is geworden van de Amerikaanse economie. In toenemende mate
fabriceren wij in de Verenigde Staten niet zoveel. We hebben gezien hoe in de
afgelopen decennia onze economie ernstig is uitgehold. Daarentegen produceren
we wel massaal wapens, een buitengewoon lucratieve zaak, we verkopen ze
wereldwijd. Het heeft nagenoeg niets te maken met de defensie van ons land maar
alles met de commerciële belangen van de wapenindustrie. Die industrie is
buitengewoon wonderlijk, het heeft maar één klant, er bestaat nauwelijks enige
concurrentie en het is geen kapitalisme, maar staatssocialisme. Ik ben van
mening dat het belangrijkste punt is dat de beleidsbepalers in de Verenigde
Staten zich in 1991, ten tijde van de ineenstorting van de Sovjet Unie, zich
simpelweg niet konden voorstellen dat hun economie zou groeien zonder door te
gaan met het militair-industrieel complex en dus met de wapenindustrie. Meer
algemeen gesproken was de Verenigde Staten eraan gewend geraakt een imperium te
bezitten en om op elk continent de dienst uit te maken, te geloven dat het
praktisch overal bij elk besluit betrokken moest zijn. Tegelijkertijd was het al
in 1991 niet langer meer in een economische positie om zijn wereldwijd imperium
te handhaven. Desondanks zocht het onmiddellijk na de val van de Sovjet Unie
naar en vervangende vijand terwijl het zich dat niet kon permitteren. Eén van
kwalijkste aspecten van het besluit om als het ware de Koude Oorlog voort te
zetten was het feit dat de Verenigde Staten geen rekening hield met de
mogelijkheid dat het dezelfde weg zou opgaan als de Sovjet Unie. Ook wij zijn
in steeds grotere problemen geraakt door 'imperial overstretch' (dat wil
zeggen: het rijk kost meer dan het opbrengt), door een toenemend economisch
verval en door de overmatige afhankelijkheid van de wapenindustrie. Daarnaast
krijgen we steeds meer te maken met wat de CIA noemt 'blowback,' een term daterend uit 1953 toen de
Amerikaanse overheid in het geheim betrokken was bij de omverwerping van een
democratisch gekozen buitenlandse regering, te weten de Iraanse premier
Mohammed Mossadeq die de oliebronnen had genationaliseerd. Blowback betekent de
onbedoelde consequenties van geheime buitenlandse operaties. Het is daarbij
belangrijk te benadrukken dat het wraakneming betreft voor buitenlandse
operaties die volstrekt geheim gehouden werden voor het Amerikaanse publiek,
natuurlijk niet voor de slachtoffers ervan. Het resultaat is dat zodra er
represailles volgen de Amerikaanse burger volstrekt onvoorbereid is en de
gebeurtenissen niet kan zien in termen van oorzaak en gevolg. De aanslagen van
11 september 2001 zijn het duidelijkste voorbeeld daarvan. In plaats van te
vragen waarom ze ons haten, had president Bush zich beter kunnen afvragen wie
op aarde ons niet haat, en ons haat met goede redenen.
Het 'militair
Keynesianisme,' het
economische model om het militair-industrieel complex met biljoenen dollars aan
belastinggeld draaiende te houden en de rijken nog rijker te maken, wordt in Reizen zonder John niet geanalyseerd. Wel
meldt Mak dat de huidige
ontwikkelingen niet
het einde van de Amerikaanse macht en invloed [hoeven] te betekenen... Grote
aantallen wereldleiders, huidige en toekomstige, hebben er een opleiding
genoten, hebben er eindeloos in werkgroepen en gediscussieerd, en zijn diep
beinvloed door de Amerikaanse normen en waarden.
Alleen
vertelt Mak zijn lezers niet over welke 'Amerikaanse normen en waarden' hij
het heeft. Veel concreter is de alom gerespecteerde deskundige Chalmers Johnson
die in zijn boeken en tegenover mij de ontwikkelingen in zijn land in een
breder perspectief plaatste:
Waar mijn huidige
boeken in feite over gaan is de mate waarin de Verenigde Staten een bepaalde
macht heeft ontwikkeld die niet toegestaan is in onze bestuursvorm. Het
Pentagon, de geheime diensten, de wapenindustrie die totaal verweven is met het
Pentagon, zijn machtige instituten die niet meer democratisch gecontroleerd
worden. Nagenoeg alles dat ze doen is geheim en ze vergroten de macht van de
president enorm. Feiten waarvoor Eisenhower al 45 jaar geleden in zijn
presidentiele afscheidstoespraak waarschuwde. Wat we nu zien is vergelijkbaar met
de ontwikkeling van het oude Rome. De democratische republiek verandert stap
voor stap in een militair imperium. Er is nu sprake van militarisme en niet in
de allereerste plaats defensie. Militarisme is een manier van leven, waarbij de
strijdkrachten worden verheerlijkt en de natie wordt verheven boven vrijheid en
de democratische instituten die de vrijheid moeten garanderen. Bovendien is het
gevaar van militarisme dat het instabiel is en net als bij andere imperia bevat
het de zaden van zijn eigen vernietiging. Die radicale omslag is door de Koude
Oorlog veroorzaakt. Het feit dat de Verenigde Staten na de val van de Sovjet
Unie niet demobiliseerde, niet terugkeerde naar een burgerlijke, op vrede
gerichte economie toont aan dat het een dekmantel was voor iets fundamentelers,
namelijk de poging van Washington om na de Tweede Oorlog een imperium te
scheppen dat het Britse rijk zou vervangen. En momenteel hebben we een
president en een regering die voor altijd onbeheerste ambitieuze projecten
nastreven. President George W. Bush verklaarde zelfs eens dat het zijn taak was
om de wereld van boosdoeners te ontdoen, een absurde onderneming die alleen kan
eindigen in het definitieve bankroet van de Verenigde Staten. Als grote vijand
wordt vandaag de dag nog het islamitisch fundamentalisme gezien, maar
geleidelijk aan wordt een nieuwe vijand gecreëerd, te weten China.
Tegelijkertijd fabriceert China met zijn lage lonen in toenemende mate onze
producten. Zowel de Republikeinse als de Democratische partij zijn volslagen schizofreen
over dit onderwerp. De neoconservatieven, de militaristen, waarschuwen voor de
opkomst van China, de nieuwe belangrijke macht in Oost Azië met de snelst
groeiende economie op aarde, en het bevolkingrijkste land ter wereld. Het moet
zonodig militair in bedwang worden gehouden, er worden al militaire oefeningen
daarvoor gehouden. Aan de andere kant staan de Fortune500, de belangrijkste
Amerikaanse industriële concerns, die bijna volkomen afhankelijk zijn van de
Chinese productie. Zo is het grootste handelstekort ontstaan dat ooit door een
natie is gemaakt. Bovendien zijn we tot op zekere hoogte ook anderszins
volledig afhankelijk van China, het behoort tot de belangrijkste financiers van
onze ontzagwekkende staatsschuld. Dit soort zaken hebben de Verenigde Staten in
een buitengewoon kwetsbare positie gedrongen. Het is wonderlijk om te claimen
een nieuwe Rome te zijn en tegelijkertijd de natie te zijn met de grootste
buitenlandse schuld. Onze regering beledigt China regelmatig of provoceert het
door bijvoorbeeld het voor de Chinese kust militaire oefeningen te houden met
vliegtuigschepen en speciale eenheden, of door het steunen van het Indiase
kernwapenprogramma. Het is extreem dwaas van ’s werelds grootste schuldenaar om
door te gaan met het beledigen van zijn bankier. Onze bankier mag dan wel op
dit moment belang hebben bij het drijvende houden van Amerika, maar dat belang
kan snel veranderen. Het feitelijke probleem is dit: in de twintigste eeuw was
het fundamentele vraagstuk in de internationale politiek of de gevestigde
machten, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, zich konden aanpassen aan de
nieuwe machten Rusland, Duitsland en Japan. Zoals we weten konden ze dat niet,
en dit leidde tot twee desastreuze wereldoorlogen. De vraag voor de 21ste eeuw
is nu of de gevestigde machten daartoe wel in staat zijn, en tot nu toe ziet
het er niet goed uit. Onze taak ten opzichte van China is aanpassing, niet
omsingeling, niet oorlog. Een oorlog met China zou de machthebbers in Beijing,
die zich nu bijna totaal wijden aan de uitbreiding van de commercie,
militariseren. En het zou een oorlog zijn die de Verenigde Staten, net als in
Vietnam, verliest. Daarom is het speculeren over een oorlog met ’s werelds
oudste en bevolkingrijkste samenleving het toppunt van dwaasheid.
Desondanks bereidt de VS
zich militair en psychologisch voor op een confrontatie met China. Vooruitlopend
daarop wordt de Amerikaanse bevolking via de commerciele massamedia rijp
gemaakt voor een grootschalig treffen. Een willekeurig voorbeeld daarvan was de
voorpagina van de International Herald Tribune van vrijdag 1 juni 2012. Onder de kop 'U.S.-China tensions
grow at sea' bericht de spreekbuis van de Amerikaanse gevestigde orde
dat 'Naval test of strength revolves around control of potential of
energy source.' Na de context duidelijk te hebben gemaakt, namelijk
energiebronnen, vervolgt de Herald
Tribune:
Superficially, a
recent squabble in the South China Sea was over rare corals, clams and sharks
that Philippine Navy seamen were trying to seize from a half-dozen Chinese
fishing boats -- until two Chinese Marine craft intervened. After tense hours
in the tropical waters of the Scarborough Shoal, the Philippine Navy Ship -- a
refitted U.S. Coast Guard cutter -- withdrew. But the real stakes were far
larger, as the insistent claims of sovereignity over the shoal by the
Philippine and Chinese governments since the standoff in April have made clear.
The clash intensified longstanding disputes over the strategic and potentially
energy-rich area that have become more urgent as the United States and China
expand their naval power in the region. 'We're just pawns,'
said Roberto Romulo, a former Philippine foreign secretary who argues that
China is flexing its muscles to gain unimpeded access to vast reserves of
natural gas and oil believed to be buried under the South China Sea. 'China
is testing the United States, that's all it is. And China is eating America's
lunch in Southeast Asia.' A senior Chinese military officer dismissed any
legitimate role for the United States in the South China Sea.
Om een goed beeld te
krijgen van de omvang van de Stille Oceaan is het belangrijk te weten dat de
Pacific bijna 20.000 kilometer breed is, ongeveer de helft van de omvang van de
aarde. De Verenigde Staten ligt dus, gerekend vanuit China, aan de andere kant
van de wereldbol, en desondanks meent de de invloedrijke 'Global Edition Of The New York Times' dat de stelling als
zou 'China de Amerikaanse lunch opeten in Zuidoost Azie'
een juiste is, relevant genoeg voor de lezers om te vermelden. Om de
absurditeit van de Amerikaanse claim duidelijk te maken moet men een parallel
trekken. Stel dat een Nederlandse voormalige minister van Buitenlandse Zaken
tegenover een Chinese krant, die de spreekbuis is van het Chinese regime, zou
verklaren dat Nederland in een geschil met Duitsland over de gasvoorraden in de
Waddenzee slechts 'een stroman' is, aangezien onze rijkdommen in
feite de 'lunch' zijn van China, dan zou
onmiddellijk voor iedereen duidelijk zijn dat niet alleen deze Nederlandse
autoriteit krankzinnig is, maar ook het Chinese regime. Het omgekeerde evenwel wordt
als normaal beschouwd en juist die reactie tekent hoe diep de
expansionistische, kolonialistische en vaak racistische mentaliteit in het westerse
bewustzijn verankerd ligt. Het wordt hier als normaal beschouwd dat de VS de rijkdommen in de rest van de
wereld clait aangezien die de 'lunch' vormen van 'Amerika,'
terwijl de rest van de wereld zich aan de eisen van Washington moet
onderwerpen. Om een indruk te krijgen van hoe de toekomstige oorlogen alvast 'gelegitimeerd' worden is het verstandig
even deze willekeurige greep in Google na te lopen.
1.
'The Oil Age | Peak Oil | LATOC • US-China tensions in SE Asia ...
www.theoilage.com/us-senators-escalate-tension-... - Vertaal deze pagina
10 berichten - 3
auteurs - 25 jan
US Senators
Escalate Tensions in Southeast
Asia, Joseph Santolan. .... SouthChina Sea Tensions Mount as Manila Prepares to Drill for Oil,
Joseph .... when there
is a growing gap
between China's rising military
expenditures ...
2.
U.S.-China tension spills
over into Asia summit | Reuters
www.reuters.com/.../us-asia-summit-idUSTRE7A... - Vertaal deze pagina
18 Nov 2011 – The United States wants the dispute over the South China Seadiscussed ... is
now "grown up" and
should act that way in international affairs.
3.
U.S.-China tensions risk
spilling over into Asia summit | Reuters
www.reuters.com/.../us-asia-summit-idUSTRE7A... - Vertaal deze pagina
17 Nov 2011 – NUSA DUA, Indonesia
(Reuters) - Tensions between
the United States and China threaten to ... Clinton warns against intimidation in SouthChina Sea ... Nervous
about China's growing clout, U.S. allies such as Japan and ...
4.
US China
tensions - The
Times of India
timesofindia.indiatimes.com/.../US-China-tensions... - Vertaal deze pagina
17 May 2012 – Watch US China tensions Latest Videos, Video Clips on Times of
India ... Tensions grow between China and USBBC News ... South China Sea...
5.
|
6.
The Scope Of Growing
US-China Tensions |
vantage-point-analysis
politact.com/.../the-scope-of-growing-us-china-te... - Vertaal deze pagina
23 Jan 2012 – Two major events are
weighing in on the status of US-Chinarelations: the ... control over these waterways,” referring to the
South China Sea.
7.
BBC News - US 'stands
by Philippines' amid South China
Sea tension
www.bbc.co.uk/news/world-asia-pacific-13899465 - Vertaal deze pagina
24 Jun 2011 – Washington is
committed to the defence of the Philippines amid rising tensions in the South China Sea, US Secretary of
State Hillary Clinton ...
8.
China - The New York Times
topics.nytimes.com/top/news/.../china/index.html - Vertaal deze pagina
U.S. Imposes Duties on Chinese Wind Towers .... Educators say that the academic rift between boys and
girls in China is apparent, and
statistics indicate that it is quickly growing wider. ... Law of the Sea Treaty Is Found
on Capitol Hill, Again ... to
Japan scheduled for this week after a rise in political tensionsbetween the two ...
9.
Will China's Rise
Lead to War? | Foreign Affairs
www.foreignaffairs.com/.../will-chinas-rise-lead-t... - Vertaal deze pagina
Will an era of U.S.-Chinese tension be as dangerous
as the Cold War? ...China's growing strength, most realists argue, will lead it to
pursue its interests... the
East China and South China seas and to the
increasingly close relations between ...
10.
US Marines begin operations in northern Australia
www.wsws.org/articles/2012/.../darw-a14.shtml - Vertaal deze pagina
14 Apr 2012 – The first unit of
American marines to be stationed in the city of Darwin has ... A key US objective is to
control the sea lanes between
the Indian and Pacific ... political
establishment in the face of growing US-China tensions.'
Ondanks de waarschuwingen
van Eisenhower is inmiddels het Amerikaanse militair-industrieel complex zo
oppermachtig geworden dat het zoeken naar conflicten niet kan worden gestopt.
Chalmers Johnson:
Ik heb in Hong Kong
gewoond en de standaardgrap daar was dat China alleen maar een paar slechte
eeuwen had doorgemaakt en dat het nu weer helemaal terug is. En inderdaad,
China is terug en we zullen ons daaraan moeten aanpassen. Het Amerikaanse
beleid van het sturen van troepenschepen, vliegdekschepen en kruisraketten naar
het westelijk deel van de Stille Oceaan is een anachronisme. Het echte
vraagstuk is hoe we ons aanpassen aan China als commerciële supermacht en aan
de daaruit vloeiende enorme sociale en milieu schade. In plaats van een
confrontatiepolitiek te voeren zouden we juist China moeten helpen met zaken
die internationale consequenties hebben. Elke economische verandering heeft
tegenwoordig wereldwijde gevolgen. Het verplaatsen van banen naar lage lonen
landen heeft een ingrijpend effect op de Westerse wereld, want als hier een
structurele werkloosheid ontstaat wie kan dan nog de producten kopen die daar
worden geproduceerd? Juist dit soort fundamentele problemen leidt tot de
ineenstorting van de wereldeconomie. Wie kan zich straks de enorme
productiecapaciteit permitteren? Tegenwoordig lenen Amerikaanse burgers geld om
auto’s te kunnen kopen die in Mexico zijn gemaakt en waarvoor de Mexicaanse
arbeiders geen geld hebben. Het tragische is dat dit onderwerp door onze
massamedia wordt behandeld alsof het een technisch economisch vraagstuk is,
waarover in een esoterisch jargon wordt bericht. Zo is volgens de Amerikaanse
pers ons probleem met China er één van wisselkoersen. De yuan zou ten opzichte
van de dollar bewust door Beijing worden ondergewaardeerd waardoor de Chinese
arbeid en dus hun producten te goedkoop zijn. Maar die beschuldiging is absurd,
want ook al zou de Chinese munteenheid worden opgewaardeerd dan zal dit geen
merkbaar effect hebben op de handelsstromen, de Westerse concerns zullen altijd
naar de laagste lonen blijven zoeken. Het heeft dus allereerst te maken met
onze irrationele economische politiek. Deze merkwaardige handelsstromen die
volledig uit balans zijn, het onvermogen van de Amerikanen om zich hieraan aan
te passen, hun overconsumptie, die kunnen allemaal niet blijven doorgaan en dat
zal ook niet gebeuren. De vraag is alleen welke gebeurtenis dit proces zal
veranderen. Het zou kunnen zijn dat de Chinezen en Japanners, die voornamelijk
de Amerikaanse schuld financieren, op een bepaald moment besluiten hiermee te
stoppen. Het zou de olie kunnen zijn. Sinds Nixon in 1971 de goudstandaard
afschafte wordt de waarde van de dollar niet langer meer door goud maar
voornamelijk door olie bepaald. Dat komt door de overeenkomst uit 1945 met
Saoedi Arabië waarbij Washington de veiligheid van de koninklijke familie
garandeerde in ruil voor de toezegging van het regime dat het de olie in
dollars liet betalen. Daardoor moeten naties dollars kopen, terwijl ze weten
dat het economisch niet verstandig is. Maar dit kan natuurlijk razendsnel
veranderen en zou een genadeklap zijn voor de Verenigde Staten.
Hoewel de
Amerikaanse massamedia door de gevestigde orde steeds meer zijn ingebed in de
propagandastrijd tegen 'de vijanden van
Amerika' beweert Geert Mak in zijn reisboek dat 'grote netwerken als CNN en
kranten als The New York Times nog steeds in de traditie [werken]' van
vroeger met 'analyses en dieptereportages,' die aan andere media in de
wereld worden 'doorverkocht.' Over welke dieptereportages van CNN hij het heeft, wordt niet verteld.
En ook verzuimt Mak de niet aflatende propaganda van bijvoorbeeld CNN of de New York Times te ontleden. Een
illustrerend voorbeeld van de wijze waarop de NYT zich liet
gebruiken, is de zaak Judith Miller, waarvoor de krant naderhand haar excuses moest
aanbieden:
Judith
Miller (born January 2, 1948) is a Pulitzer Prize winning American journalist,
formerly of the New York Times in Washington D.C. Her coverage of Iraq's
alleged Weapons of Mass Destruction (WMD) program both before and after the
2003 invasion garnered much controversy. A number of stories she wrote while
working for the New York Times later turned out to be inaccurate or completely
false. Miller was later involved in disclosing Valerie Plame's
identity as a CIA agent. She spent three months in jail for claiming reporter's
privilege and refusing to reveal her sources in the CIA leak. Miller retired
from her job at the New York Times in November 2005. As of October, 2008 she is
a contributor to the Fox News Channel and a fellow at the conservative
Manhattan Institute think-tank.
On
May 26, 2004, a week after the U.S. government apparently severed ties with
Ahmed Chalabi, a Times editorial acknowledged that some of that newspaper's
coverage in the run-up to the war had relied too heavily on Chalabi and other
Iraqi exiles bent on regime change. It also regretted that 'information that was controversial allowed to stand unchallenged.' While
the editorial rejected 'blame on individual reporters,' others noted
that ten of the twelve flawed stories discussed had been written or co-written
by Miller. http://nytimes.com/critique
May
27, 2004 | When the full history of the Iraq war is written, one of its most
scandalous chapters will be about how American journalists, in particular those
at the New York Times, so easily allowed themselves to be manipulated by both
dubious sources and untrustworthy White House officials into running stories
that misled the nation about Saddam Hussein's weapons of mass destruction. The
Times finally acknowledged its grave errors in an extraordinary and lengthy
editors note published Wednesday. The editors wrote:
We have found ... instances of coverage that was not
as rigorous as it should have been ... In some cases, the information that was
controversial then, and seems questionable now, was insufficiently qualified or
allowed to stand unchallenged. Looking back, we wish we had been more
aggressive in re-examining the claims as new evidence emerged -- or failed to
emerge ... We consider the story of Iraq's weapons, and of the pattern of
misinformation, to be unfinished business. And we fully intend to continue
aggressive reporting aimed at setting the record straight. http://dir.salon.com/news/feature/2004/05/27/times/
Chalmers
Johnson merkt dan ook terecht op:
We moeten ons afvragen
of de Verenigde Staten niet zelf een zogeheten schurkenstaat is geworden. We
zijn namelijk veranderd in een militaristische natie die leeft van de
exploitatie van de rest van de wereld. Kijk naar de ontelbare militaire
interventies die de Amerikaanse regeringen in de tweede helft van de twintigste
eeuw hebben laten uitvoeren. Eisenhower mag dan wel voor het militair
industrieel complex hebben gewaarschuwd, tegelijkertijd was hij de slachter van
Guatemala toen hij in 1954 de democratische regering van Guatemala liet
omverwerpen. Overal ter wereld bestaat een geweldige wrok tegen de Verenigde
Staten, van Latijns Amerika tot Indonesië waar de CIA in 1965 Soeharto aan de
macht hielp tijdens een militaire staatsgreep waarbij vele honderdduizenden
mensen werden vermoord. De Amerikaanse bevolking is van dit alles nauwelijks op
de hoogte. Ze weten nagenoeg niets van wat de CIA allemaal uitspookt en ook
niets van de geheime activiteiten van de dertien of veertien andere officiële
inlichtingendiensten, die in dienst staan van de president en niet van het
publiek en zelfs niet van het Congres. En in toenemende mate zullen we in deze
eeuw worden afgerekend op onze buitenlandse misdaden en zal de internationale
politiek beheerst worden door de blowback ervan. In mijn boek ‘The Sorrows of
Empire’ laat ik zien hoe het militarisme, en de toenemende geheimhouding het
einde inluiden van onze democratische republiek. De Verenigde Staten heeft
tenminste 725 Amerikaanse militaire bases buiten het eigen grondgebied. In 2001
waren meer dan 250.000 Amerikaanse militairen in 153 landen gestationeerd,
verspreid over de gehele wereld, en als we het burgerpersoneel erbij tellen dan
was dat aantal meer dan een half miljoen. Dit militarisme is een manier van
leven, waaraan we gewend zijn geraakt en dat gevestigde belangen heeft. Het
schept banen en dat is ook één van de kenmerkende eigenschappen van het
Militair Keynesianisme. Bekend is dat de werkgelegenheid één van de belangrijke
aspecten was in de planning na de Tweede Wereldoorlog. Een belangrijke ideoloog
van de Koude Oorlog Paul Nitze, directeur van de afdeling Policy Planning van
het ministerie van Buitenlandse Zaken, vreesde net als veel toenmalige
beleidsbepalers in het begin van de jaren vijftig dat de grote depressie van de
jaren dertig zou terugkeren als de Verenigde Staten volledig demobiliseerde. Ze
gingen ervan uit dat de economische depressie alleen dankzij de
oorlogsproductie was overwonnen en dat op een andere manier volledige
werkgelegenheid buitengewoon moeilijk zo niet onmogelijk zou zijn. En dus werd
er op gigantische schaal in bewapening geïnvesteerd. Tussen het begin van de
Koude Oorlog en het einde van de jaren negentig werd meer dan vijf biljoen
dollar uitgegeven aan alleen al nucleaire wapens. Geen enkele daarvan werd ooit
gebruikt. Het is een schoolvoorbeeld van de gedachte van de econoom John
Maynard Keynes dat regeringen werk moeten schappen, zonodig door het begraven
van geld in oude mijnschachten en vervolgens het weer te laten opgraven. Bewapening
is een moderne equivalent hiervan. Ondertussen is het vreselijk moeilijk de
Amerikaanse bevolking hiertegen te mobiliseren, doordat de massamedia volledig
in handen zijn van belangrijke conglomeraten met enorme gevestigde belangen.
Mijn vrouw zegt altijd tegen me: verzin nu eens iets optimistisch. Welnu, het
enige optimistische dat ik kan zeggen is dat we waarschijnlijk gered worden
door een faillissement. En ook in dat opzicht zal het erg veel lijken op de
ineenstorting van de Sovjet Unie.
65 minuten van het interview met Chalmers
Johnson kunt u hier beluisteren: http://stanvanhoucke.net/audioblog/pivot/entry.php?id=16 - body
Meer over Mak en zijn 'Amerika'
morgen. Dan ook meer over zijn stelling dat de 'Verenigde Staten' het
avondland 'verlosten' van de 'Sovjetmacht,' een
terminologie die doet denken aan de christelijke mythe over Jezus die de
mensheid verloste. In werkelijkheid waren de Sovjets volgens George Kennan 'merely
exercising the same foreign policy objectives as the Tsars had before them,'
en vormde de politiek van wat Ronald Reagan het 'evil empire' noemde geen echte bedreiging
voor het kapitalistische deel van Europa. Het enige werkelijke Rode Gevaar
was dat de Sovjet-Unie de wapenwedloop zou staken en dat daardoor de westerse
legitimering van de gigantische militaire uitgaven zou wegvallen. En wat
betreft de angst dat de Russen zouden komen, die werd -- ten tijde van de
uitwijzing van Russische dissidenten door Moskou -- treffend gerelativeerd door
Wim Kan, toen die opmerkte dat de Russen inderdaad kwamen, maar dan één voor één.
Toch meent Mak ook nu nog dat 'de Verenigde Staten' ons 'verlosten'
van 'de Sovjetmacht.' Sommige waandenkbeelden verdwijnen
nooit en wel omdat die niets te maken hebben met de werkelijkheid, maar alles
met pathologie.
In his own words Chalmers explains:
'In Blowback, I set out to explain why we are hated around the world.The concept “blowback” does not just mean retaliation for things our government has done to and in foreign countries. It refers to retaliation for the numerous illegal operations we have carried out abroad that were kept totally secret from the American public. This means that when the retaliation comes — as it did so spectacularly on September 11, 2001 — the American public is unable to put the events in context. So they tend to support acts intended to lash out against the perpetrators, thereby most commonly preparing the ground for yet another cycle of blowback. In the first book in this trilogy, I tried to provide some of the historical background for understanding the dilemmas we as a nation confront today, although I focused more on Asia — the area of my academic training — than on the Middle East.
The Sorrows of Empire was written during the American preparations for and launching of the invasions and occupations of Afghanistan and Iraq. I began to study our continuous military buildup since World War II and the 737 military bases we currently maintain in other people’s countries. This empire of bases is the concrete manifestation of our ghlobal hegemony, and many of the blowback-inducing wars we have conducted had as their true purpose the sustaining and expanding of this network. We do not think of these overseas deployments as a form of empire; in fact, most Americans do not give them any thought at all until something truly shocking, such as the treatment of prisoners at Guantánamo Bay, brings them to our attention. But the people living next door to these bases and dealing with the swaggering soldiers who brawl and sometimes rape their women certainly think of them as imperial enclaves, just as the peoples of ancient Iberia or nineteenth-century India knew that they were victims of foreign colonization.
In Nemesis, I have tried to present historical, political, economic, and philosophical evidence of where our current behavior is likely to lead. Specifically, I believe that to maintain our empir eabroad requires resources and commitments that will inevitably undercut our domestic democracy and in the end produce a military dictatorship or its civilian equivalent. The founders of our nation understood this well and tried to create a form of government — a republic — that would prevent this from occurring. But the combination of huge standing armies, almost continuous wars, military Keynesianism, and ruinous military expenses have destroyed our republican structure in favor of an imperial presidency. We are on the cusp of losing our democracy for the sake of keeping our empire. Once a nation is started down that path, the dynamic sthat apply to all empirse come into play — isolation, overstretch, the uniting of forces opposed toimperialism, and bankruptcy. Nemesis stalks our life as a free nation.'
Read Chalmers Wake Up! Washington’s alarming foreign policy at inthesetimes.com<
Geen opmerkingen:
Een reactie posten