donderdag 6 december 2012

'Deskundigen' 50


Chalmers Johnson; With a New Introduction on Blowback in the Post-9/11 World Blowback, Second Edition
Wanneer Geert Mak in zijn reisboek met grote stelligheid beweert dat 'de Amerikaanse diplomaten tot de beste ter wereld [horen], het leger geen grenzen [kent], het land beschikt over voortreffelijke informatiesystemen' en 'de universiteiten en het State Department over briljante strategen en politieke analisten [beschikken],' dan is de vraag waar hij zijn mening op baseert. Mak geeft daar geen antwoord op. In elk geval fundeert hij zijn bewering niet op de werkelijkheid. Laat ik daarvan een tamelijk willekeurig voorbeeld geven. Vandaag, woensdag 5 december 2012, bericht de International Herald Tribune, zoals bekend 'The Global Edition of the New York Times,' de krant die mainstream visie bepaalt van de westerse journalistiek, dat 'Al Qaeda tightens its grip in Mali, U.S. general says.'  Onder deze kop staat:


Al Qaeda's affiliate in North Africa is operating terrorist training camps in northern Mali and providing arms, explosives and financing to a militant Islamist organization in northern Nigeria, the top U.S. military commander in Africa has said... General Ham, a former Iraq war commander who oversaw the initial U.S.-led air campaign against Libya last year, identified hurdles that an African force would face in evicting the extremists... The Fall of Col. Muammer el-Qaddafi in Libya prompted Tuareg fighters from northern Mali, who had been fighting alongside Colonel Qaddafi's forces, to return home with weapons from Libyan arsenals. They joined with Qaeda-affiliated Islamist militants who had moved to the lightly policed region from Algeria, and the two groups easily drove out the weakened Malian Army in late March and early April. The Islamists then turned on the Tuaregs, routing them and consolidating control in the region in May and June.

Let wel, dit is het resultaat van 'voortreffelijke informatiesystemen' van de VS en 'de briljante strategen en politieke analisten' waarover het 'State Department' beschikt, althans volgens Mak. Als deze onwetenden al 'briljant' zijn, hoe 'briljant' moet dan iemand zijn die niet over 'voortreffelijke informatiesystemen' beschikt maar wel deze ontwikkeling voorzag? In 2001 reisde ik voor de VPRO door het buurland Mauretanie, waar verschillende gesprekspartners mij vertelden over de grote sociale onrust in dit deel van de Sahara, waar bewapende Tuaregs en Berbers rondtrekken. Het evenwicht tussen de partijen was zo wankel dat het elk moment in een gewapende strijd kon omslaan. Vorig jaar besefte ik dan ook onmiddellijk dat het verdrijven van het Gaddafi regime zijn invloed in Mali zou teniet doen en het gebied zou destabiliseren, wat nu dan ook is gebeurd. Het verdrijven van Gaddafi heeft niet geleid tot wat Mak 'orde' noemt, maar tot een chaos van elkaar vermoordende groeperingen, onder wie 'Al Qaeda... extremists.' Alleen vanuit de optiek van het westerse militair-industrieel complex kan dit door de VS en de NAVO veroorzaakte geweld worden toegejuichd, en beschouwd worden als de gewenste uitkomst van de 'briljante strategen en politieke analisten,' en hun 'voortreffelijke informatiesystemen,' want de enige die hiervan profiteren natuurlijk allereerst het militair-industrieel complex dat alleen dankzij oorlogen kan blijven bestaan en de moordenaars ter plaatse die de macht kunnen grijpen. Maar dat nu legt Mak de lezers van zijn reisboek niet uit, omdat het niet voldoet aan de 'optimistische' boodschap die hij wil verspreiden. Mak bedriegt zijn lezers, hoewel... zijn lezers willen bedrogen worden. Daarom zullen zowel Mak als zijn lezers niet de moeite nemen om het werk van goed geinformeerde Amerikaanse intellectuelen te lezen, zoals de gerenommeerde Amerikaanse geleerde Chalmers Johnson, of de de voormalige bureauchef in Istaboel van de New York Times, professor Stephen Kinzer, of de vooraanstaande Amerikaanse onderzoeksjournalist Robert Dreyfuss. Ik noem ditmaal met name deze drie Amerikaanse auteurs omdat ze alle drie de negatieve gevolgen van de failliete Amerikaanse buitenlandse politiek in de islamitische wereld diepgaand hebben geanalyseerd. Als men werkelijk wil weten hoe rampzalig deze politiek wereldwijd heeft gewerkt zou men zowel Latijns-Amerika  als het Midden-Oosten tot onderwerp moeten nemen. Chalmers Johnson is, als oud 'CIA-consultant' in zijn beroemde Blowback Trilogy over de financiele kosten en onvoorziene gevolgen van het Amerikaanse geweld uitgebreid ingegaan op de zogeheten 'blowback,' een CIA-term dat

refers to the unintended consequences of policies that were kept secret from the American people. What the daily press reports as the malign acts of 'terrorists' or 'drug lords' or 'rogue states' of 'illegal arms merchants' often turn out to be blowback from earlier American operations.

Johnson schrijft kort maar krachtig over de oorzaken van 'Blowback':

Terrorists attack innocent and undefended American targets precisely because American soldiers and sailors firing cruise missiles from ships at sea or sitting in B-52 bombers at extremely high altitudes or supporting brutal and repressive regimes from Washington seem invulnerable.

In het begin van Blowback. The Costs and Consequences of American Empire schrijft Chalmers Johnson dat de Verenigde Staten na de Koude Oorlog in plaats van te demobiliseren zijn wereldwijd imperium in stand hield en zelfs uitbreidde. Toen ik hem in 2006, vier jaar voor zijn dood, over de oorzaken van deze ontwikkeling interviewde, gaf hij de volgende verklaring:

Ik denk dat de belangrijkste reden is wat men met een technische term noemt: 'Militair Keynesianisme,' waarmee aangegeven wordt dat het militair-industrieel complex, de wapenindustrie, een integraal onderdeel is geworden van de Amerikaanse economie. In toenemende mate fabriceren wij in de Verenigde Staten niet zoveel. We hebben gezien hoe in de afgelopen decennia onze economie ernstig is uitgehold. Daarentegen produceren we wel massaal wapens, een buitengewoon lucratieve zaak, we verkopen ze wereldwijd. Het heeft nagenoeg niets te maken met de defensie van ons land maar alles met de commerciële belangen van de wapenindustrie. Die industrie is buitengewoon wonderlijk, het heeft maar één klant, er bestaat nauwelijks enige concurrentie en het is geen kapitalisme, maar staatssocialisme. Ik ben van mening dat het belangrijkste punt is dat de beleidsbepalers in de Verenigde Staten zich in 1991, ten tijde van de ineenstorting van de Sovjet Unie, zich simpelweg niet konden voorstellen dat hun economie zou groeien zonder door te gaan met het militair-industrieel complex en dus met de wapenindustrie. Meer algemeen gesproken was de Verenigde Staten eraan gewend geraakt een imperium te bezitten en om op elk continent de dienst uit te maken, te geloven dat het praktisch overal bij elk besluit betrokken moest zijn. Tegelijkertijd was het al in 1991 niet langer meer in een economische positie om zijn wereldwijd imperium te handhaven. Desondanks zocht het onmiddellijk na de val van de Sovjet Unie naar en vervangende vijand terwijl het zich dat niet kon permitteren. Eén van kwalijkste aspecten van het besluit om als het ware de Koude Oorlog voort te zetten was het feit dat de Verenigde Staten geen rekening hield met de mogelijkheid dat het dezelfde weg zou opgaan als de Sovjet Unie. Ook wij zijn in steeds grotere problemen geraakt door 'imperial overstretch' (dat wil zeggen: het rijk kost meer dan het opbrengt), door een toenemend economisch verval en door de overmatige afhankelijkheid van de wapenindustrie. Daarnaast krijgen we steeds meer te maken met wat de CIA noemt 'blowback,' een term daterend uit 1953 toen de Amerikaanse overheid in het geheim betrokken was bij de omverwerping van een democratisch gekozen buitenlandse regering, te weten de Iraanse premier Mohammed Mossadeq die de oliebronnen had genationaliseerd. Blowback betekent de onbedoelde consequenties van geheime buitenlandse operaties. Het is daarbij belangrijk te benadrukken dat het wraakneming betreft voor buitenlandse operaties die volstrekt geheim gehouden werden voor het Amerikaanse publiek, natuurlijk niet voor de slachtoffers ervan. Het resultaat is dat zodra er represailles volgen de Amerikaanse burger volstrekt onvoorbereid is en de gebeurtenissen niet kan zien in termen van oorzaak en gevolg. De aanslagen van 11 september 2001 zijn het duidelijkste voorbeeld daarvan. In plaats van te vragen waarom ze ons haten, had president Bush zich beter kunnen afvragen wie op aarde ons niet haat, en ons haat met goede redenen.

Het 'militair Keynesianisme,' het economische model om het militair-industrieel complex met biljoenen dollars aan belastinggeld draaiende te houden en de rijken nog rijker te maken, wordt in Reizen zonder John niet geanalyseerd. Wel meldt Mak dat de huidige

ontwikkelingen niet het einde van de Amerikaanse macht en invloed [hoeven] te betekenen... Grote aantallen wereldleiders, huidige en toekomstige, hebben er een opleiding genoten, hebben er eindeloos in werkgroepen en gediscussieerd, en zijn diep beinvloed door de Amerikaanse normen en waarden.

Alleen vertelt Mak zijn lezers niet over welke 'Amerikaanse normen en waarden' hij het heeft. Veel concreter is de alom gerespecteerde deskundige Chalmers Johnson die in zijn boeken en tegenover mij de ontwikkelingen in zijn land in een breder perspectief plaatste:

Waar mijn huidige boeken in feite over gaan is de mate waarin de Verenigde Staten een bepaalde macht heeft ontwikkeld die niet toegestaan is in onze bestuursvorm. Het Pentagon, de geheime diensten, de wapenindustrie die totaal verweven is met het Pentagon, zijn machtige instituten die niet meer democratisch gecontroleerd worden. Nagenoeg alles dat ze doen is geheim en ze vergroten de macht van de president enorm. Feiten waarvoor Eisenhower al 45 jaar geleden in zijn presidentiele afscheidstoespraak waarschuwde. Wat we nu zien is vergelijkbaar met de ontwikkeling van het oude Rome. De democratische republiek verandert stap voor stap in een militair imperium. Er is nu sprake van militarisme en niet in de allereerste plaats defensie. Militarisme is een manier van leven, waarbij de strijdkrachten worden verheerlijkt en de natie wordt verheven boven vrijheid en de democratische instituten die de vrijheid moeten garanderen. Bovendien is het gevaar van militarisme dat het instabiel is en net als bij andere imperia bevat het de zaden van zijn eigen vernietiging. Die radicale omslag is door de Koude Oorlog veroorzaakt. Het feit dat de Verenigde Staten na de val van de Sovjet Unie niet demobiliseerde, niet terugkeerde naar een burgerlijke, op vrede gerichte economie toont aan dat het een dekmantel was voor iets fundamentelers, namelijk de poging van Washington om na de Tweede Oorlog een imperium te scheppen dat het Britse rijk zou vervangen. En momenteel hebben we een president en een regering die voor altijd onbeheerste ambitieuze projecten nastreven. President George W. Bush verklaarde zelfs eens dat het zijn taak was om de wereld van boosdoeners te ontdoen, een absurde onderneming die alleen kan eindigen in het definitieve bankroet van de Verenigde Staten. Als grote vijand wordt vandaag de dag nog het islamitisch fundamentalisme gezien, maar geleidelijk aan wordt een nieuwe vijand gecreëerd, te weten China. Tegelijkertijd fabriceert China met zijn lage lonen in toenemende mate onze producten. Zowel de Republikeinse als de Democratische partij zijn volslagen schizofreen over dit onderwerp. De neoconservatieven, de militaristen, waarschuwen voor de opkomst van China, de nieuwe belangrijke macht in Oost Azië met de snelst groeiende economie op aarde, en het bevolkingrijkste land ter wereld. Het moet zonodig militair in bedwang worden gehouden, er worden al militaire oefeningen daarvoor gehouden. Aan de andere kant staan de Fortune500, de belangrijkste Amerikaanse industriële concerns, die bijna volkomen afhankelijk zijn van de Chinese productie. Zo is het grootste handelstekort ontstaan dat ooit door een natie is gemaakt. Bovendien zijn we tot op zekere hoogte ook anderszins volledig afhankelijk van China, het behoort tot de belangrijkste financiers van onze ontzagwekkende staatsschuld. Dit soort zaken hebben de Verenigde Staten in een buitengewoon kwetsbare positie gedrongen. Het is wonderlijk om te claimen een nieuwe Rome te zijn en tegelijkertijd de natie te zijn met de grootste buitenlandse schuld. Onze regering beledigt China regelmatig of provoceert het door bijvoorbeeld het voor de Chinese kust militaire oefeningen te houden met vliegtuigschepen en speciale eenheden, of door het steunen van het Indiase kernwapenprogramma. Het is extreem dwaas van ’s werelds grootste schuldenaar om door te gaan met het beledigen van zijn bankier. Onze bankier mag dan wel op dit moment belang hebben bij het drijvende houden van Amerika, maar dat belang kan snel veranderen. Het feitelijke probleem is dit: in de twintigste eeuw was het fundamentele vraagstuk in de internationale politiek of de gevestigde machten, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, zich konden aanpassen aan de nieuwe machten Rusland, Duitsland en Japan. Zoals we weten konden ze dat niet, en dit leidde tot twee desastreuze wereldoorlogen. De vraag voor de 21ste eeuw is nu of de gevestigde machten daartoe wel in staat zijn, en tot nu toe ziet het er niet goed uit. Onze taak ten opzichte van China is aanpassing, niet omsingeling, niet oorlog. Een oorlog met China zou de machthebbers in Beijing, die zich nu bijna totaal wijden aan de uitbreiding van de commercie, militariseren. En het zou een oorlog zijn die de Verenigde Staten, net als in Vietnam, verliest. Daarom is het speculeren over een oorlog met ’s werelds oudste en bevolkingrijkste samenleving het toppunt van dwaasheid.

Desondanks bereidt de VS zich militair en psychologisch voor op een confrontatie met China. Vooruitlopend daarop wordt de Amerikaanse bevolking via de commerciele massamedia rijp gemaakt voor een grootschalig treffen. Een willekeurig voorbeeld daarvan was de voorpagina van de International Herald Tribune van vrijdag 1 juni 2012. Onder de kop 'U.S.-China tensions grow at sea' bericht de spreekbuis van de Amerikaanse gevestigde orde dat 'Naval test of strength revolves around control of potential of energy source.' Na de context duidelijk te hebben gemaakt, namelijk energiebronnen, vervolgt de Herald Tribune:

Superficially, a recent squabble in the South China Sea was over rare corals, clams and sharks that Philippine Navy seamen were trying to seize from a half-dozen Chinese fishing boats -- until two Chinese Marine craft intervened. After tense hours in the tropical waters of the Scarborough Shoal, the Philippine Navy Ship -- a refitted U.S. Coast Guard cutter -- withdrew. But the real stakes were far larger, as the insistent claims of sovereignity over the shoal by the Philippine and Chinese governments since the standoff in April have made clear. The clash intensified longstanding disputes over the strategic and potentially energy-rich area that have become more urgent as the United States and China expand their naval power in the region. 'We're just pawns,' said Roberto Romulo, a former Philippine foreign secretary who argues that China is flexing its muscles to gain unimpeded access to vast reserves of natural gas and oil believed to be buried under the South China Sea. 'China is testing the United States, that's all it is. And China is eating America's lunch in Southeast Asia.' A senior Chinese military officer dismissed any legitimate role for the United States in the South China Sea.

Om een goed beeld te krijgen van de omvang van de Stille Oceaan is het belangrijk te weten dat de Pacific bijna 20.000 kilometer breed is, ongeveer de helft van de omvang van de aarde. De Verenigde Staten ligt dus, gerekend vanuit China, aan de andere kant van de wereldbol, en desondanks meent de de invloedrijke 'Global Edition Of The New York Times' dat de stelling als zou 'China de Amerikaanse lunch opeten in Zuidoost Azie' een juiste is, relevant genoeg voor de lezers om te vermelden. Om de absurditeit van de Amerikaanse claim duidelijk te maken moet men een parallel trekken. Stel dat een Nederlandse voormalige minister van Buitenlandse Zaken tegenover een Chinese krant, die de spreekbuis is van het Chinese regime, zou verklaren dat Nederland in een geschil met Duitsland over de gasvoorraden in de Waddenzee slechts 'een stroman' is, aangezien onze rijkdommen in feite de 'lunch' zijn van China, dan zou onmiddellijk voor iedereen duidelijk zijn dat niet alleen deze Nederlandse autoriteit krankzinnig is, maar ook het Chinese regime. Het omgekeerde evenwel wordt als normaal beschouwd en juist die reactie tekent hoe diep de expansionistische, kolonialistische en vaak racistische mentaliteit in het westerse bewustzijn verankerd ligt. Het wordt hier als normaal beschouwd dat de VS de rijkdommen in de rest van de wereld clait aangezien die de 'lunch' vormen van 'Amerika,' terwijl de rest van de wereld zich aan de eisen van Washington moet onderwerpen. Om een indruk te krijgen van hoe de toekomstige oorlogen alvast 'gelegitimeerd' worden is het verstandig even deze willekeurige greep in Google na te lopen.

1.          'The Oil Age | Peak Oil | LATOC • US-China tensions in SE Asia ...



www.theoilage.com/us-senators-escalate-tension-... - Vertaal deze pagina
10 berichten - 3 auteurs - 25 jan
US Senators Escalate Tensions in Southeast Asia, Joseph Santolan. .... SouthChina Sea Tensions Mount as Manila Prepares to Drill for Oil, Joseph .... when there is a growing gap between China's rising military expenditures ...
2.          U.S.-China tension spills over into Asia summit | Reuters



www.reuters.com/.../us-asia-summit-idUSTRE7A... - Vertaal deze pagina
18 Nov 2011 – The United States wants the dispute over the South China Seadiscussed ... is now "grown up" and should act that way in international affairs.
3.          U.S.-China tensions risk spilling over into Asia summit | Reuters



www.reuters.com/.../us-asia-summit-idUSTRE7A... - Vertaal deze pagina
17 Nov 2011 – NUSA DUA, Indonesia (Reuters) - Tensions between the United States and China threaten to ... Clinton warns against intimidation in SouthChina Sea ... Nervous about China's growing clout, U.S. allies such as Japan and ...

4.          US China tensions - The Times of India



timesofindia.indiatimes.com/.../US-China-tensions... - Vertaal deze pagina
17 May 2012 – Watch US China tensions Latest Videos, Video Clips on Times of India ... Tensions grow between China and USBBC News ... South China Sea...
5.           
6.          The Scope Of Growing US-China Tensions | vantage-point-analysis



politact.com/.../the-scope-of-growing-us-china-te... - Vertaal deze pagina
23 Jan 2012 – Two major events are weighing in on the status of US-Chinarelations: the ... control over these waterways,” referring to the South China Sea.
7.          BBC News - US 'stands by Philippines' amid South China Sea tension



www.bbc.co.uk/news/world-asia-pacific-13899465 - Vertaal deze pagina
24 Jun 2011 – Washington is committed to the defence of the Philippines amid rising tensions in the South China SeaUS Secretary of State Hillary Clinton ...
8.          China - The New York Times



topics.nytimes.com/top/news/.../china/index.html - Vertaal deze paginaU.S. Imposes Duties on Chinese Wind Towers .... Educators say that the academic rift between boys and girls in China is apparent, and statistics indicate that it is quickly growing wider. ... Law of the Sea Treaty Is Found on Capitol Hill, Again ... to Japan scheduled for this week after a rise in political tensionsbetween the two ...
9.          Will China's Rise Lead to War? | Foreign Affairs



www.foreignaffairs.com/.../will-chinas-rise-lead-t... - Vertaal deze paginaWill an era of U.S.-Chinese tension be as dangerous as the Cold War? ...China's growing strength, most realists argue, will lead it to pursue its interests... the East China and South China seas and to the increasingly close relations between ...
10.       US Marines begin operations in northern Australia



www.wsws.org/articles/2012/.../darw-a14.shtml - Vertaal deze pagina
14 Apr 2012 – The first unit of American marines to be stationed in the city of Darwin has ... A key US objective is to control the sea lanes between the Indian and Pacific ... political establishment in the face of growing US-China tensions.'



Ondanks de waarschuwingen van Eisenhower is inmiddels het Amerikaanse militair-industrieel complex zo oppermachtig geworden dat het zoeken naar conflicten niet kan worden gestopt. Chalmers Johnson:

Ik heb in Hong Kong gewoond en de standaardgrap daar was dat China alleen maar een paar slechte eeuwen had doorgemaakt en dat het nu weer helemaal terug is. En inderdaad, China is terug en we zullen ons daaraan moeten aanpassen. Het Amerikaanse beleid van het sturen van troepenschepen, vliegdekschepen en kruisraketten naar het westelijk deel van de Stille Oceaan is een anachronisme. Het echte vraagstuk is hoe we ons aanpassen aan China als commerciële supermacht en aan de daaruit vloeiende enorme sociale en milieu schade. In plaats van een confrontatiepolitiek te voeren zouden we juist China moeten helpen met zaken die internationale consequenties hebben. Elke economische verandering heeft tegenwoordig wereldwijde gevolgen. Het verplaatsen van banen naar lage lonen landen heeft een ingrijpend effect op de Westerse wereld, want als hier een structurele werkloosheid ontstaat wie kan dan nog de producten kopen die daar worden geproduceerd? Juist dit soort fundamentele problemen leidt tot de ineenstorting van de wereldeconomie. Wie kan zich straks de enorme productiecapaciteit permitteren? Tegenwoordig lenen Amerikaanse burgers geld om auto’s te kunnen kopen die in Mexico zijn gemaakt en waarvoor de Mexicaanse arbeiders geen geld hebben. Het tragische is dat dit onderwerp door onze massamedia wordt behandeld alsof het een technisch economisch vraagstuk is, waarover in een esoterisch jargon wordt bericht. Zo is volgens de Amerikaanse pers ons probleem met China er één van wisselkoersen. De yuan zou ten opzichte van de dollar bewust door Beijing worden ondergewaardeerd waardoor de Chinese arbeid en dus hun producten te goedkoop zijn. Maar die beschuldiging is absurd, want ook al zou de Chinese munteenheid worden opgewaardeerd dan zal dit geen merkbaar effect hebben op de handelsstromen, de Westerse concerns zullen altijd naar de laagste lonen blijven zoeken. Het heeft dus allereerst te maken met onze irrationele economische politiek. Deze merkwaardige handelsstromen die volledig uit balans zijn, het onvermogen van de Amerikanen om zich hieraan aan te passen, hun overconsumptie, die kunnen allemaal niet blijven doorgaan en dat zal ook niet gebeuren. De vraag is alleen welke gebeurtenis dit proces zal veranderen. Het zou kunnen zijn dat de Chinezen en Japanners, die voornamelijk de Amerikaanse schuld financieren, op een bepaald moment besluiten hiermee te stoppen. Het zou de olie kunnen zijn. Sinds Nixon in 1971 de goudstandaard afschafte wordt de waarde van de dollar niet langer meer door goud maar voornamelijk door olie bepaald. Dat komt door de overeenkomst uit 1945 met Saoedi Arabië waarbij Washington de veiligheid van de koninklijke familie garandeerde in ruil voor de toezegging van het regime dat het de olie in dollars liet betalen. Daardoor moeten naties dollars kopen, terwijl ze weten dat het economisch niet verstandig is. Maar dit kan natuurlijk razendsnel veranderen en zou een genadeklap zijn voor de Verenigde Staten.

Hoewel de Amerikaanse massamedia door de gevestigde orde steeds meer zijn ingebed in de propagandastrijd tegen 'de vijanden van Amerika' beweert Geert Mak in zijn reisboek dat 'grote netwerken als CNN en kranten als The New York Times nog steeds in de traditie [werken]' van vroeger met 'analyses en dieptereportages,' die aan andere media in de wereld worden 'doorverkocht.' Over welke dieptereportages van CNN hij het heeft, wordt niet verteld. En ook verzuimt Mak de niet aflatende propaganda van bijvoorbeeld CNN of de New York Times te ontleden. Een illustrerend voorbeeld van de wijze waarop de NYT zich liet gebruiken, is de zaak Judith Miller, waarvoor de krant naderhand haar excuses moest aanbieden:

Judith Miller (born January 2, 1948) is a Pulitzer Prize winning American journalist, formerly of the New York Times in Washington D.C. Her coverage of Iraq's alleged Weapons of Mass Destruction (WMD) program both before and after the 2003 invasion garnered much controversy. A number of stories she wrote while working for the New York Times later turned out to be inaccurate or completely false. Miller was later involved in disclosing Valerie Plame's identity as a CIA agent. She spent three months in jail for claiming reporter's privilege and refusing to reveal her sources in the CIA leak. Miller retired from her job at the New York Times in November 2005. As of October, 2008 she is a contributor to the Fox News Channel and a fellow at the conservative Manhattan Institute think-tank.

On May 26, 2004, a week after the U.S. government apparently severed ties with Ahmed Chalabi, a Times editorial acknowledged that some of that newspaper's coverage in the run-up to the war had relied too heavily on Chalabi and other Iraqi exiles bent on regime change. It also regretted that 'information that was controversial allowed to stand unchallenged.' While the editorial rejected 'blame on individual reporters,' others noted that ten of the twelve flawed stories discussed had been written or co-written by Miller. http://nytimes.com/critique

May 27, 2004 | When the full history of the Iraq war is written, one of its most scandalous chapters will be about how American journalists, in particular those at the New York Times, so easily allowed themselves to be manipulated by both dubious sources and untrustworthy White House officials into running stories that misled the nation about Saddam Hussein's weapons of mass destruction. The Times finally acknowledged its grave errors in an extraordinary and lengthy editors note published Wednesday. The editors wrote:

We have found ... instances of coverage that was not as rigorous as it should have been ... In some cases, the information that was controversial then, and seems questionable now, was insufficiently qualified or allowed to stand unchallenged. Looking back, we wish we had been more aggressive in re-examining the claims as new evidence emerged -- or failed to emerge ... We consider the story of Iraq's weapons, and of the pattern of misinformation, to be unfinished business. And we fully intend to continue aggressive reporting aimed at setting the record straight. http://dir.salon.com/news/feature/2004/05/27/times/

Chalmers Johnson merkt dan ook terecht op:

We moeten ons afvragen of de Verenigde Staten niet zelf een zogeheten schurkenstaat is geworden. We zijn namelijk veranderd in een militaristische natie die leeft van de exploitatie van de rest van de wereld. Kijk naar de ontelbare militaire interventies die de Amerikaanse regeringen in de tweede helft van de twintigste eeuw hebben laten uitvoeren. Eisenhower mag dan wel voor het militair industrieel complex hebben gewaarschuwd, tegelijkertijd was hij de slachter van Guatemala toen hij in 1954 de democratische regering van Guatemala liet omverwerpen. Overal ter wereld bestaat een geweldige wrok tegen de Verenigde Staten, van Latijns Amerika tot Indonesië waar de CIA in 1965 Soeharto aan de macht hielp tijdens een militaire staatsgreep waarbij vele honderdduizenden mensen werden vermoord. De Amerikaanse bevolking is van dit alles nauwelijks op de hoogte. Ze weten nagenoeg niets van wat de CIA allemaal uitspookt en ook niets van de geheime activiteiten van de dertien of veertien andere officiële inlichtingendiensten, die in dienst staan van de president en niet van het publiek en zelfs niet van het Congres. En in toenemende mate zullen we in deze eeuw worden afgerekend op onze buitenlandse misdaden en zal de internationale politiek beheerst worden door de blowback ervan. In mijn boek ‘The Sorrows of Empire’ laat ik zien hoe het militarisme, en de toenemende geheimhouding het einde inluiden van onze democratische republiek. De Verenigde Staten heeft tenminste 725 Amerikaanse militaire bases buiten het eigen grondgebied. In 2001 waren meer dan 250.000 Amerikaanse militairen in 153 landen gestationeerd, verspreid over de gehele wereld, en als we het burgerpersoneel erbij tellen dan was dat aantal meer dan een half miljoen. Dit militarisme is een manier van leven, waaraan we gewend zijn geraakt en dat gevestigde belangen heeft. Het schept banen en dat is ook één van de kenmerkende eigenschappen van het Militair Keynesianisme. Bekend is dat de werkgelegenheid één van de belangrijke aspecten was in de planning na de Tweede Wereldoorlog. Een belangrijke ideoloog van de Koude Oorlog Paul Nitze, directeur van de afdeling Policy Planning van het ministerie van Buitenlandse Zaken, vreesde net als veel toenmalige beleidsbepalers in het begin van de jaren vijftig dat de grote depressie van de jaren dertig zou terugkeren als de Verenigde Staten volledig demobiliseerde. Ze gingen ervan uit dat de economische depressie alleen dankzij de oorlogsproductie was overwonnen en dat op een andere manier volledige werkgelegenheid buitengewoon moeilijk zo niet onmogelijk zou zijn. En dus werd er op gigantische schaal in bewapening geïnvesteerd. Tussen het begin van de Koude Oorlog en het einde van de jaren negentig werd meer dan vijf biljoen dollar uitgegeven aan alleen al nucleaire wapens. Geen enkele daarvan werd ooit gebruikt. Het is een schoolvoorbeeld van de gedachte van de econoom John Maynard Keynes dat regeringen werk moeten schappen, zonodig door het begraven van geld in oude mijnschachten en vervolgens het weer te laten opgraven. Bewapening is een moderne equivalent hiervan. Ondertussen is het vreselijk moeilijk de Amerikaanse bevolking hiertegen te mobiliseren, doordat de massamedia volledig in handen zijn van belangrijke conglomeraten met enorme gevestigde belangen. Mijn vrouw zegt altijd tegen me: verzin nu eens iets optimistisch. Welnu, het enige optimistische dat ik kan zeggen is dat we waarschijnlijk gered worden door een faillissement. En ook in dat opzicht zal het erg veel lijken op de ineenstorting van de Sovjet Unie.

65 minuten van het interview met Chalmers Johnson kunt u hier beluisteren: http://stanvanhoucke.net/audioblog/pivot/entry.php?id=16 - body

Meer over Mak en zijn 'Amerika' morgen. Dan ook meer over zijn stelling dat de 'Verenigde Staten' het avondland 'verlosten' van de 'Sovjetmacht,' een terminologie die doet denken aan de christelijke mythe over Jezus die de mensheid verloste. In werkelijkheid waren de Sovjets volgens George Kennan 'merely exercising the same foreign policy objectives as the Tsars had before them,' en vormde de politiek van wat Ronald Reagan het 'evil empire' noemde geen echte bedreiging voor het kapitalistische deel van Europa. Het enige werkelijke Rode Gevaar was dat de Sovjet-Unie de wapenwedloop zou staken en dat daardoor de westerse legitimering van de gigantische militaire uitgaven zou wegvallen. En wat betreft de angst dat de Russen zouden komen, die werd -- ten tijde van de uitwijzing van Russische dissidenten door Moskou -- treffend gerelativeerd door Wim Kan, toen die opmerkte dat de Russen inderdaad kwamen, maar dan één voor één. Toch meent Mak ook nu nog dat 'de Verenigde Staten' ons 'verlosten' van 'de Sovjetmacht.' Sommige waandenkbeelden verdwijnen nooit en wel omdat die niets te maken hebben met de werkelijkheid, maar alles met pathologie. 
In his own words Chalmers explains:
'In Blowback, I set out to explain why we are hated around the world.The concept “blowback” does not just mean retaliation for things our government has done to and in foreign countries. It refers to retaliation for the numerous illegal operations we have carried out abroad that were kept totally secret from the American public. This means that when the retaliation comes — as it did so spectacularly on September 11, 2001 — the American public is unable to put the events in context. So they tend to support acts intended to lash out against the perpetrators, thereby most commonly preparing the ground for yet another cycle of blowback. In the first book in this trilogy, I tried to provide some of the historical background for understanding the dilemmas we as a nation confront today, although I focused more on Asia — the area of my academic training — than on the Middle East.
The Sorrows of Empire was written during the American preparations for and launching of the invasions and occupations of Afghanistan and Iraq. I began to study our continuous military buildup since World War II and the 737 military bases we currently maintain in other people’s countries. This empire of bases is the concrete manifestation of our ghlobal hegemony, and many of the blowback-inducing wars we have conducted had as their true purpose the sustaining and expanding of this network. We do not think of these overseas deployments as a form of empire; in fact, most Americans do not give them any thought at all until something truly shocking, such as the treatment of prisoners at Guantánamo Bay, brings them to our attention. But the people living next door to these bases and dealing with the swaggering soldiers who brawl and sometimes rape their women certainly think of them as imperial enclaves, just as the peoples of ancient Iberia or nineteenth-century India knew that they were victims of foreign colonization.
In Nemesis, I have tried to present historical, political, economic, and philosophical evidence of where our current behavior is likely to lead. Specifically, I believe that to maintain our empir eabroad requires resources and commitments that will inevitably undercut our domestic democracy and in the end produce a military dictatorship or its civilian equivalent. The founders of our nation understood this well and tried to create a form of government — a republic — that would prevent this from occurring. But the combination of huge standing armies, almost continuous wars, military Keynesianism, and ruinous military expenses have destroyed our republican structure in favor of an imperial presidency. We are on the cusp of losing our democracy for the sake of keeping our empire. Once a nation is started down that path, the dynamic sthat apply to all empirse come into play — isolation, overstretch, the uniting of forces opposed toimperialism, and bankruptcy. Nemesis stalks our life as a free nation.'

Geen opmerkingen: