In
zijn reisboek suggereert Geert Mak dat het land wordt bevolkt door 'al
die vrije, eigenwijze Amerikanen die ik tijdens dit project tegen het lijf liep.'
Mensen voor wie 'de frontierervaring individualisme en democratie [had gebracht],'
zo vat hij de visie van de Amerikaanse historicus Frederick Jackson Turner kort
samen, zonder diens werk overigens gelezen te hebben. Wel las hij het boek Pursuit of Loneliness van de Amerikaanse
socioloog Philip Slater, een titel die hij op advies van de psychotherapeute Martine
Groen had gelezen. Ik weet dit omdat Groen ook mij dit boek had aanbevolen. Hoewel
Pursuit of Loneliness algemeen
beschouwd wordt als een meesterwerk dat een diep inzicht geeft in de psyche van
veel Amerikanen en door de New York Times
werd aangeprezen als 'a brilliant, sweeping and relevant critique
of American culture' noemt Mak hem slechts tweemaal kort in zijn 576
pagina's tellende werk, als het ware terloops en zonder enige consequenties te
verbinden aan hetgeen Slater vast stelt. Een voorbeeld daarvan is de rol van
het door Mak geprezen individualisme van 'al die vrije, eigenwijze Amerikanen'
en Philip Slater's argument dat
individualism is rooted in the attempt to deny the reality of human
interdependence.
De
Amerikaanse socioloog Todd Gitlin benadrukt in de introductie van het boek
terecht dat
Slater argues that middle-class Americans feel helpless to identify the
social forces that damage their lives. Helplessness leads to indifference.
Because we are hell-bent on autonomy, we don't know who to blame for our
lingering feeling that life is beyond our control. 'Our fondness for violence at a distance,' Slater writes 'is both an expression of, and a revenge against,
the indifference. We sent bombers to destroy "communism" in Vietnam
to avoid meeting our needs for cooperation at home.' [...] between 1965 and 1973 the government of the United States
dropped on Indochina, including Laos and Cambodia, more than fourt imes the
bomb tonnage it dropped on all of Europe and Asia during World War II.
Mak
geeft geen verklaring hoe het mogelijk is dat 'al die vrije, eigenwijze
Amerikanen,'
die het 'individualisme' omarmen,
met deze 'shock and awe' strategie akkoord gaan, en pas in verzet komen
wanneer er 'te veel' Amerikanen sneuvelen. Wat betreft de oorzaken, dus niet de aanleiding, van dit massale geweld tegen
Zuid-Oost Azie komt Mak niet veel verder dan dat 'de geest uit de fles [was],' en
'Johnson zijn hand [had] overspeeld,' met als resultaat dat 'het
een zware aanslag [was] op de Amerikaanse droom van superioriteit en
welwillendheid, van onschuld en Gods zegen boven alles. Dat was voor de
Amerikanen het werkelijke trauma van Vietnam.' Maar geen woord over de
diepere oorzaken van de grootscheepse
terreur van 'al die vrije, eigenwijze Amerikanen,' van een gewelddadige imperialist
als 'Teddy
Roosevelt tot de mannen van Al's Diner.' Toch had Mak met een
verklaring moeten komen aangezien hijzelf constateert dat 'Amerika' door de Vietnam
'oorlog
veel van al zijn moeizaam verworven prestige zou verliezen.' Zelfs bij Geert Mak die al die tijd een
'geheime liefde' voor het land koesterde, maar nu toch tegenover Vrij Nederland met gepaste trots meldt:
Ik ben nog veroordeeld wegens het publiceren van een affiche met 'Johnson Moordenaar'. We zagen in
hem de vleesgeworden satan.'
Wie 'we'
is blijft onduidelijk, maar duidelijk is wel dat de kwalificatie 'satan' illustrerend is voor het
onvermogen om de VS in sociologsche termen te analyseren. Neem bijvoorbeeld Todd
Gitlin's woorden over de doorsnee inwoner van Geert's voormalige
'droomland':
Unable to find social solidarity horizontally, through co-operation,
they search for it vertically, through authoritarian imposition. Much of
Americans vaunted individualism is a fevered denial of our conformity and a
longing for guidance. Our vehement insistence, in chorus, on our uniqueness
conceals an even uglier side of this individualism -- terror that somebody out
there is scheming against us, keeping us from getting our due. Individualism,
Slater argues, is the root of the military and economic and cultural
mobilization which has been institutionalized since 1947 in the national
security state. As that expert on American culture, Lyndon Johnson, said in
1966: 'There are three billion people in the world
and we only have two hundred million of them. We are outnumbered fifteen to
one. If might did make right they would sweep over the United States and take
what we have. We have what they want.'
Maar
zelfs deze laatste uitspraak heeft Mak niet aan het twijfelen gebracht over de wereldwijde
'missie' van de VS om 'morele principes, om vrijheid en
democratie, en niets anders' te verspreiden, waardoor de 'definitieve
overwinning van de Amerikaanse revolutionairen' een feit zou zijn
geworden. Daarbij wordt de lezers van zijn Reizen
zonder John meegedeeld dat
de Amerikaanse diplomaten tot de beste ter wereld [horen], het land
beschikt over voortreffelijke informatiesystemen, het leger geen grenzen
[kent], de universiteiten en het State Department beschikken over briljante
strategen en politieke analisten, het Amerikaanse bedrijfsleven over de hele
wereld opereert.
waardoor
het hen niet zal verbazen dat de Amerikaanse machthebbers
een begin van orde brachten in de mondiale politiek en economie.
Deze
Reader's Digest versie van de realiteit
staat in al haar stelligheid op pagina 463 van Mak's reisboek. Hoe een
gewelddadig systeem dat afhankelijk is van grondstoffen en markten elders om de
eigen rijkdom in stand te houden, wereldwijd 'orde' kan brengen wordt
niet uitgelegd. MIsschien bedoelt hij de neoliberale 'orde,' waarbij 1 procent
van de rijken de macht heeft terwijl de helft van de mensheid met 2 dollar per
dag per persoon moet zien te overleven. Het is alsof Mak ook Pursuit of Loneliness niet gelezen heeft,
of in elk geval niet begrepen heeft waar deze beroemde studie over gaat. Toch
schrijft Slater al op pagina 9 van zijn boek over de onverzadigbaarheid van de Amerikaanse cultuur:
The competitive life is a lonely one and its satisfactions short-lived,
for each race leads to a new one,
waarbij
hij erop wijst dat
when a value is strongly held, as individualism is in America, the
illnesses it produces tend to be treated in the same way an alcoholic treats a
hangover or a drug addict his withdrawal symptoms. Technological change,
mobility, and individualistic ways of thinking all rupture the bonds that tie a
man to a family, a community, a kinship network, a geographical location --
bonds that give him a comfortable sense of himself. As this sense of himself
erodes, he seeks ways of affirming it. Yet his efforts accelerate the very
erosion he seeks to halt. This loss of a sense of oneself, a sense of one's
place in the scheme of things, produces a jungle of competing egos, each trying
to create a place. Huge corporations are fueled on this energy -- the
stockholders trying to buy place with wealth, executives trying to grasp it
through power and prestige, public relations departments and advertisers trying
to persuade people that the corporation can confer a sense of place to those
who believe in it or buy its products.
Om
het maar eens in eenvoudig reclamejargon te zeggen: de consument wil 'The
Real Thing.' Daardoor krijgt
hij/zij even het gevoel ergens 'bij te horen.' En juist dat is de
ervaring, 'Het Ware Ding,' waarnaar de geisoleerde massamens hunkert. Slater:
Americans love bigness, mostly because they feel so small. They feel
small because they're unconnected, without a place. They try to overcme that
smallness by associating themselves with bigness -- big projects, big
organisations, big government, mass markets, mass media, 'nationwide,
worldwide.' But it's that very same bigness that rips away their sense of
connectedness and place and makes them feel small. A vicious circle. Notice the
names of corporations: 'Universal,' 'Continental,' 'International,' 'General,'
'National,' 'Trans-World' -- the spirit of grandiosity and ego-inflation
pervades our economic life. Corporations exist not to feed or supply the
people, but to appease their own hungry egos. Advertisertising pays scant attention
to price or quality and leans heavily on our needs for acceptance and respect.
The economic structure of our society continually frustrates those needs,
creating an artificial scarcity that in turn motivates the entire economy. This
is why the quality of life in America is so unsatisfying. Since our economy is
built on inflated vanity, rather than being grounded in the real material needs
of the people, it must eventually collapse, when these illusions can no longer
be maintained.
En
toch spreekt Mak van 'burgerzin' die 'de basis [was en is] van de Amerikaanse
politiek,' daarbij verzwijgend dat er in het politieke domein geen
sprake is van ware 'burgerzin,' aangezien meer dan 40 procent van de Amerikaanse
kiesgerechtigden is afgehaakt en bijna een halve eeuw niet meer stemt. Ook al
beloven de volksvertegenwoordigers en presidentskandidaten gouden bergen, 'change
we can believe in,' en 'hoop,' toch weet bijna de helft van
de bevolking dat stemmen weinig zin heeft omdat uiteindelijk het antwoord van
politici blijft 'no, we cannot,' zeker zolang meer dan de helft van de
Amerikaanse Congresleden miljonair is. Maar die waarheid willen Mak's lezers
niet vernemen. 'Hoop' verkoopt, scepsis niet, dat weet Obama, dat weet ook
Mak. Totdat inderdaad 'these illusions can no longer be maintained,'
en de sociale onvrede zelfs door politici en hun opiniemakers niet
langer genegeerd kan worden. Ondertussen blijft het volgende urgent:
How does one meaure in dollars the cost of economic mistrust? It may be
subtle, but it's clearly enormous.
Maar
zolang de rijken machtig blijven en hun opiniemakers voortdurend op televisie
blijven verschijnen, al dan niet als 'Amerika-deskundige,' verandert er
niets wezenlijks in een parlementaire 'democratie' waarin de eerste 'zwarte
president'
volgens Mak 'de crisis' heeft bezworen, dat wil zeggen 'ervoor gezorgd' heeft 'dat
veel banken niet zijn omgevallen,' en Mak er gemakshalve niet bij
vermeld dat Obama de werkloosheid niet heeft teruggebracht naar de beloofde 6,5
procent, huiseigenaren nog steeds op straat worden gezet, de staatsschuld bijna
is verdubbeld na vier jaar 'change' tot een recordhoogte van
5.2923 biljoen dollar, terwijl hij het militair-industrieel complex op volle
toeren liet doordraaien. En dit is nog maar de achtergrond van het dagelijkse
leven van de doornsnee 'Amerikaan.' Over het individuele
bestaan zelf schrijft Philip Slater:
We seek more and more privacy, and feel more and more alienated and
lonely when we get it. And what accidental contacts we do have seem more intrusive,
not only because they're unsought, but because they're not connected with any
familiar pattern of interdependence. Most important, our encounters with others
tend increasingly to be competitive as we search for more privacy. [...] The
desire to be somehow special sparks an even more competitive quest for
progressively more rare and expensive symbols -- a quest that is ultimately
futile since it is individualism itself that produces uniformity.
Wij
leven in een maatschappij die het individualisme propageert en tegelijkertijd
het conformisme afdwingt. Een middagje 'shoppen' langs verlichte etalages,
of een avondje televisie kijken en de consument weet hoe hij/zij gekleed dient
te gaan, en wat belangrijk is en wat onbeduidend.
Our society gives more leeway to the individual to pursue her own ends,
but since the culture defines what is worthy and desirable, everyone tends,
independently but monotonously, to pursue the same things in the same way. Thus
cooperation tends to produce variety, while competition generates uniformity.
En dit
conformisme in Mak's 'democratische republiek' wordt
verkocht als vrijheid. Wat hierbij genegeerd wordt is het volgende:
The problem with individualism is not that it is immoral but that it is
incorrect. The universe does not consist of a lot of unrelated particles but is
an interconnected whole. Pretending that our fortunes are independent of each
other may be perfectly ethical, but it's also perfectly stupid. Individualistic
thinking is unflagging in the production of false dichotomies, such as
'conformity vs. independence,' 'altruism vs. egoism,' 'inner-directed vs.
other-directed,' and so on, all of which are built upon the absurd assumption
that the individual can be considered seperately from the environment of which
he or she is a part,
aldus
Slater. De oorzaken van de versplintering van de moderne Amerikaanse
maatschappij zoekt hij in het verleden:
This nation was settled and continually repopulated by people who were
nog personally succesful in confronting the social conditions in their mother
country, but fled in the hope of a better life. By a kind of natural selection,
America was disproportionately populated with a certain kind of person. In the
past we've always stressed the positive side of this dselection, implying that
America thereby found herself blessed with an unusual number of energetic,
mobile, ambitious, daring, and optimistic persons. [...] But very little
attetion has been paid to the negative side of the selection. If we gained the
lion's share of the rootless, the unscrupulous, those who valued money over
relationships, and those who put self-aggrandizement ahead of love and loyalty.
And most of all, we gained an undue proportion of persons, who, when faced with
a difficult situation, tended to chuck the whole thing and flee to a new
environment. Escaping, evading, and avoiding are responses which lie at the
base of much that is peculiarly American -- the suburb, the automobile, the
self-service store, and so on.
Deze
interessante psychologische verklaring van wat Steinbeck 'de onrust' noemde, het
permanent gemobiliseerd zijn, het Amerikaanse expansionisme wordt bij Mak
genegeerd. De mainstream kan de werkelijkheid niet aan, wendt het hoofd af en
blijft wanhopig zoeken naar een niet bestaande droom. Meer daarover morgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten