dinsdag 26 oktober 2010

Peter van Walsum Oud-Diplomaat 21


Dit schreef vorige week de oud-diplomaat Peter van Walsum in de NRC:

Aanval op Iran is ophanden

Iran 

 VS vinden ingreep minder erg dan Iraanse kernbom


Opinie Opinie | Woensdag 20-10-2010 | Sectie: Overig | Pagina: 07 | Peter van Walsum

Het lijkt onvermijdelijk dat de VS militair ingrijpen in Iran om te voorkomen dat het binnenkort een kernbom krijgt, meent Peter van Walsum.

Het non-proliferatieverdrag is sinds 1970 van kracht en wordt elke vijf jaar door de partijen in een Review Conference (RevCon) geëvalueerd. Het verdrag rust op drie pijlers: non-proliferatie, ontwapening en het recht op vreedzaam gebruik van kernenergie. Vijf staten, China, Frankrijk, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, worden in het verdrag erkend als kernwapenstaten. Tussen deze vijf en de overige partijen regelt het verdrag een soort uitruil: de niet-kernwapenstaten mogen geen kernwapens verwerven, maar in ruil daarvoor bevestigt het verdrag het recht op vreedzaam gebruik van kernenergie. Het verplicht de kernwapenstaten te goeder trouw nucleaire ontwapening na te streven.
Van oudsher wordt in de RevCons door de niet-kernwapenstaten kritiek geleverd op de ontoereikende nakoming door de kernwapenstaten van deze laatste verplichting, zonder dat deze wat obligate klachten de aanvaarding bij consensus van een slotdocument in de weg staan. Maar in de conferentie van 2005 liep het radicaal anders. Hoewel president George W. Bush twee ambtstermijnen heeft vervuld, heeft onder zijn presidentschap maar één RevCon plaatsgevonden.
Tot 2005 waren de VS als oudste en grootste kernwapenstaat in de RevCons altijd tactvol te werk gegaan, omdat zij zich van het arbitraire en discriminerende karakter van het verdrag bewust waren. Maar onder Bush namen de Verenigde Staten een onverzoenlijk standpunt in door uitsluitend over de eerste pijler (non-proliferatie) te willen spreken, met als argument dat sinds 11 september 2001 alles veranderd was. De conferentie liep hierdoor uit op een fiasco, maar voor Amerika's neoconservatieve vijanden van het multilateralisme was zij een triomf.
Vier jaar later hield president Obama zijn bezielende toespraken in Praag (5 april 2009: 'Een wereld zonder kernwapens') en Kaïro (4 juni 2009: 'een nieuw begin tussen de VS en alle moslims ter wereld'). In de RevCon van 2010 opereerde de Amerikaanse delegatie langs dezelfde lijnen. Er kon bij consensus een slotdocument worden aangenomen dat alle staten in het Midden-Oosten opriep tot deelname aan een in 2012 te houden conferentie om tot de instelling van een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten te komen. (Israël, het enige land in het Midden-Oosten dat geen partij is bij het non-proliferatieverdrag, had zich al eerder voor de instelling van zo'n zone uitgesproken, mits het met ieder land van de regio een vredesverdrag zou hebben gesloten.)
In het non-proliferatiekamp maakte de verslagenheid onmiddellijk plaats voor nieuw vertrouwen in de toekomst. RevCon 2005 was een eenmalig incident gebleken, en onder Obama openden zich kennelijk nieuwe perspectieven. Die reactie blijkt achteraf voorbarig. Hoe groter de overtuigingskracht van inspirerende woorden, des te meer kan de weerbarstige realiteit teleurstellen.
Er zijn in 2009 en 2010 onvervulbare verwachtingen gewekt met betrekking tot zowel het vredesproces als de kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten. Beide projecten staan nu op de internationale agenda, maar het vredesproces zal logischerwijze voltooid moeten zijn, eer de kernwapenvrije zone in ernst ter hand kan worden genomen. Het is duidelijk dat met deze processen samen jaren gemoeid zullen zijn, terwijl het even duidelijk is dat Iran op dit moment bezig is een kernwapen te ontwikkelen. Na het laatste kwartaalrapport van de IAEA van 6 september jl. kan daaraan geen twijfel meer bestaan. Medio augustus van dit jaar schatte de Amerikaanse regering dat het nog 'rond een jaar of misschien langer' zou duren eer Iran over een kernwapen zou beschikken. Dat betekent dat binnen zo'n tien maanden knopen zullen moeten worden doorgehakt. In Washington wordt steeds vaker, ook uit de mond van vooraanstaande Democraten, gehoord dat een militaire ingreep in Iran minder erg is dan een nucleair bewapend Iran.
Het gaat hierbij minder om de vraag wat Iran met dat kernwapen zou doen dan om de uitwerking die de verschijning van een Iraans kernwapen op de regio zou hebben. Naast Israël, de VS en Europa zouden ook de Arabische landen dit als een dreiging ervaren. Een Iraanse bom vraagt om een Arabische bom. Maar binnen de Arabische wereld zijn de verhoudingen van dien aard dat moeilijk met één Arabische kernwapenstaat zou kunnen worden volstaan. En als er meerdere zulke staten kwamen, zouden ook niet-Arabische landen als Turkije de optie van een eigen kernwapen onder ogen gaan zien.
Behalve in het onwaarschijnlijke geval dat de sinds eind december 2006 stapsgewijs verscherpte sancties Iran alsnog tot andere gedachten brengen, lijkt het bijna onvermijdelijk dat in de loop van 2011 ten minste door de Verenigde Staten militair zal worden ingegrepen. Russische èn Chinese steun voor een daartoe machtigende Veiligheidsraadsresolutie lijkt nauwelijks denkbaar, dus de interventie zal hoogstwaarschijnlijk plaatsvinden zonder mandaat van de Veiligheidsraad.
Dit is duidelijk niet de tijd om over nieuwe perspectieven voor het non-proliferatieproces na te denken. Nederland zou er beter aan doen zich vast te verdiepen in de vraag of die interventie Nederlands politieke steun verdient.


Info: Peter van Walsum was diplomaat en lid van de commissie-Davids.


Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.


U ziet dat op dit artikel auteursrecht rust. Die schend ik nu bewust omdat in dit geval het publieke belang, namelijk een oorlogsdreiging, ver uitstijgt boven het privebelang van NRC en Peter van Walsum. Ik zal de komende dagen uitleggen waarom ik die mening ben toegedaan. Leest u eerst wat Van Walsum beweert in de zelfbenoemde 'kwaliteitskrant' NRC.



5 opmerkingen:

Anoniem zei

-Wordt het oorlog of wordt het geen oorlog?
'Geen idee, d'r rusten auteursrechten op die uitspraak.'
- Heb jij een duppie op zak?
'Hoezo?'
- Ik wil dit weten! Gooi 't erin.
'Huh? Waarin?'
- In die gleuf, sukkel. Ik zal het weten.
'Wàt weet je dan?'
- Wat ie zegt.
'Ja, halloooo, dit is zo'n... Amerikaans kermis-... ding.'
- Dat doet er niet toe, Hollandsche krentenkakker, draag even 'n duppie bij... voor 't Nut van het Algemeen...!
'Waartoe, waarom, waarvoor.. dan?'
- Wereldvrede, paxkristie, weet-i-kveel, dráág bij, ouwe socialist! Sorry, ouwe ex-socialist!
'Misschien laat die kermis-machine alleen maar een boer of zo... voor m'n goeie geld.'
- Ooohhh... "een echte hollander maakt eerst een kladje van de kosten", ja... De stem zal zeggen: "It's in the cards". Of de stem zal zeggen 'It's not in the cards.'
'Kunnen we niet.. gewoon tossen... muntje opwerpen... dan hebben we in ieder geval m'n duppie nog...'

Ton

Anoniem zei

Dus hij zat in de commissie-Davids.

Dan straks ook maar in Davids-II, over Iran.

eGast

Sonja zei

Off topic. Hou eens je kiezen stijf op elkaar en ga dan spreken: Femke Halsema!

Anoniem zei

Krijg ik dan ook een abonnement bij Knabbel en Gebrabbel?

anzi

Roos De Fraine zei

Dat het tijdens de Koude Oorlog geen 'warme' oorlog kwam, was hoofdzakelijk te wijten aan het feit dat er een 'evenwicht van de dreiging' bestond.
Beide partijen hadden atoomwapens, en het feit dat beide kanten wisten dat indien ze op de atoomknop drukten ze een atoombom op hun kop konden krijgen.
In het huidig M-O is er een enorm onevenwicht van de dreiging: Israël is het enige land in het M-O dat atoomwapens bezit. Israël kan dus voor een ik en en gij op de knop drukken, ze weten dat wat de 'tegenpartij' daar tegenover kan, stellen totaal ongevaarlijk is.
Met een minister van BuZ zoals Lieberman is de kans groot dat Israël op die knop gaat drukken.....