zaterdag 6 januari 2007

The Empire 120


'Can We Let Intelligence Officials Lie With Impunity?”
By Ray McGovern and W. Patrick Lang.
Lies have consequences . All those who helped President George W. Bush launch a war of aggression—termed by Nuremberg “the supreme international crime”—have blood on their hands and must be held accountable. This includes corrupt intelligence officials. Otherwise, look for them to perform the same service in facilitating war on Iran.
“They should have been shot,” said former State Department intelligence director, Carl Ford, referring to ex-CIA director George Tenet and his deputy John McLaughlin, for their “fundamentally dishonest” cooking of intelligence to please the White House. Ford was alluding to “intelligence” on the menacing but non-existent mobile biological weapons laboratories in Iraq.
Ford was angry that Tenet and McLaughlin persisted in portraying the labs as real several months after they had been duly warned that they existed only in the imagination of intelligence analysts who, in their own eagerness to please, had glommed onto second-hand tales told by a con-man appropriately dubbed “Curveball.” In fact, Tenet and McLaughlin had been warned about Curveball long before they let then-Secretary of State Colin Powell shame himself, and the rest of us, by peddling Curveball’s wares at the U.N. Security Council on February 5, 2003.
After the war began, those same analysts, still “leaning forward,” misrepresented a tractor-trailer found in Iraq outfitted with industrial equipment as one of the mobile bio-labs. Former U.N. weapons inspector David Kay, then working for NBC News, obliged by pointing out the equipment “where the biological process took place... Literally, there is nothing else for which it could be used.”
George Tenet knows a good man when he sees him. A few weeks later he hired Kay to lead the Pentagon-created Iraq Survey Group in the famous search to find other (equally non-existent, it turned out) “weapons of mass destruction.” (Eventually Kay, a scientist given to empirical evidence more than faith-based intelligence, became the skunk at the picnic when, in January 2004, he insisted on telling senators the truth: “We were almost all wrong—and I certainly include myself here.” But that came later.)
On May 28, 2003, CIA’s intrepid analysts cooked up a fraudulent six-page report claiming that the trailer discovered earlier in May was proof they had been right about Iraq’s “bio-weapons labs.” They then performed what could be called a “night-time requisition,” getting the only Defense Intelligence Agency analyst sympathetic to their position to provide DIA “coordination,” (which was subsequently withdrawn by DIA). On May 29, President George W. Bush, visiting Poland, proudly announced on Polish TV, “We have found the weapons of mass destruction.”
When the State Department's Intelligence and Research (INR) analysts realized that this was not some kind of Polish joke, they “went ballistic,” according to Ford, who immediately warned Colin Powell that there was a problem. Tenet must have learned of this quickly, for he called Ford on the carpet, literally, the following day. No shrinking violet, Ford held his ground. He told Tenet and McLaughlin, “That report is one of the worst intelligence assessments I’ve ever read.”'

1 opmerking:

Anoniem zei

Het wordt een bloedig jaar!

‘Bush’ denktank voorziet bloedig jaar

Washington verwacht dat president Bush volgende week de oorlog in Irak zal opvoeren: meer troepen. Gisteren gaven de geestelijke vaders van het plan hun ideeën prijs. ‘Het wordt zeer bloedig.’

Washington, 6 jan. Daar zaten ze dan, de Irak-adviseurs van George W. Bush, die iedereen over het hoofd zag. Vorige maand nog wisten Witte Huis-watchers zeker dat de basis voor de nieuwe strategie in Irak, de oorlog die voor de Amerikanen zo catastrofaal verloopt, zou worden gelegd door de Studiegroep Irak.

Maar achteraf is gebleken dat medewerkers van de president, op het moment dat oud-minister van Buitenlandse Zaken James Baker in december zijn sombere rapport presenteerde – minder gevechtstroepen, nadruk op diplomatie –, hun oren al te luisteren legden bij twee mannen uit de neoconservatieve school, van wie Washington dacht dat hun ideeën al passé waren: militair historicus Frederick Kagan en de gepensioneerde generaal Jack Keane.

Mannen die zich, zo bleek gisteren, weigeren neer te leggen bij een Amerikaanse nederlaag. Die vinden dat de almaar verhevigende Iraakse burgeroorlog moet worden beantwoord met een verhoogde Amerikaanse oorlogsinspanning. Die ervan overtuigd zijn dat méér Iraaks bloedvergieten en grotere Amerikaanse opofferingen de enige manier zijn om een einde aan het Iraakse drama te maken.

Een fighting spirit die past bij het American Enterprise Institute (AEI), waar Kagan een collega is van Ayaan Hirsi Ali. Hetzelfde AEI was destijds de belangrijkste intellectuele propagandist van de aanval op Irak. Vice-president Daniela Pletka van het AEI prees Kagan en Keane gisteren omdat zij zich tegen de tijdgeest durven te keren. „Toen ze begonnen aan de uitwerking van hun ideeën hadden ze de moed om een Amerikaanse nederlaag op voorhand uit te sluiten.”

Het AEI lag de laatste jaren zwaar onder vuur, binnen de VS en daarbuiten, omdat het instituut in zijn neoconservatieve idealisme de neiging zou hebben de werkelijkheid te negeren. Mede daardoor zou de Amerikaanse regering een vertekend beeld van Irak hebben gehad voordat ze het land in 2003 binnenviel.

Maar op de bijeenkomst gisteren, waar Kagan en Keane hun ideeën voor het eerst samen voor zo’n honderd Washingtonse insiders toelichtten, was geen enkele aarzeling over de rol van het instituut te bespeuren. Triomfalisme hing in de lucht.

Alles wijst er immers op dat Bush volgende week een plan voor Irak zal presenteren dat opnieuw is afgeleid van het denken binnen het AEI. En zowel Frederick Kagan als Jack Keane zei tevreden dat dit twee maanden geleden – na de nederlaag van de Republikeinen bij de Congresverkiezingen en het ontslag van minister van Defensie Rumsfeld – nog volslagen ondenkbaar leek.

Amerika staat voor een periode van zware opofferingen, zei Kagan. „Ik adviseer de president om volgende week zo onverbloemd mogelijk te zijn. We moeten er ons op voorbereiden dat 2007 een zeer bloedig jaar wordt.”

Ook als de plannen van Kagan en Keane volledig worden overgenomen (25.000 extra troepen bovenop de 140.000 die al in Irak zijn; zie inzet) zal het leed niet zomaar geleden zijn. „Dit probleem gaat door tot in 2008 en daarna. We zullen extra reserves moeten oproepen. De plannen zijn héél duur. Ze vergen groot geduld. Amerika zal moeten wennen aan een opoffering die we lange tijd niet hebben hoeven doorstaan.”

Kagan en Keane ontlenen hun vertrouwen dat Bush volgende week hun ideeën zal volgen aan de wijzigingen in de legerleiding die eind deze week bekend werden. De militaire leiders van de operatie in Irak, de generaals Casey en Abizaid, worden vervangen. Beiden waren sceptisch over een verhoogde militaire presentie in Irak. „De president heeft eindelijk het heft in handen genomen”, zei Kagan.

De belangrijkste Republikeinse kandidaat voor de opvolging van Bush, de conservatieve senator John McCain, beaamde dat een ingreep in de legerleiding noodzakelijk was. Ook McCain is een voorstander van verhoogde militaire inspanningen van de VS in Irak. „Onze militaire leiders zijn een beetje bureaucratisch. Ze denken dat ons leger overbelast is en te weinig troepen heeft voor operaties buiten Irak. Maar er is één ding erger dan een overbelast leger: een verslagen leger.”

McCain, met senator Joe Lieberman net terug van een reis door het Midden-Oosten, sprak in onheilspellende termen over het conflict in Irak. „Een Amerikaans verlies in Irak is catastrofaal. Voor de stabiliteit van de regio en onze eigen nationale veiligheid. We kunnen dat niet accepteren.” Volgens beide senatoren wordt de situatie in Afghanistan, dat zij ook bezochten en waar Nederlandse troepen onder de vlag van de NAVO opereren, steeds slechter. „Het wordt een heel gewelddadige lente in Afghanistan”, zei McCain.

Amerika zal zijn leger volgens hem substantieel moeten uitbreiden, zoals Bush recentelijk al zei. Naar nu blijkt is dat achteraf ook de belangrijkste reden geweest voor het ontslag van Rumsfeld, die vond dat een uitbreiding van de landmacht in strijd was zijn ideeën voor een flexibelere krijgsmacht, die door technologie in plaats van manschappen wordt gedomineerd.

Keane wees erop dat de extra inspanningen in Irak en in andere oorlogsgebieden op termijn moeten leiden tot een vergroting van de landmacht met 60.000 troepen; de Amerikaanse landmacht heeft nu 500.000 militairen. Kagan denkt dat een groter aantal nodig is. „Tussen 1979 en 1990 hadden we een landmacht van 780.000 soldaten. En nu zijn we al vijf jaar in oorlog zonder ons leger te vergroten.”

Zo kreeg de hele bijeenkomst iets absurdistisch. Twee maanden geleden stemden de kiezers de Republikeinen in het Congres weg uit onvrede over de oorlog. En in reactie daarop denken Bush en zijn adviseurs nu slechts aan verhoogde militaire inspanningen. En niemand stelde de vraag of het zal werken. Maar Nimrod Raphaeli, een Irakees van het Middle East Research Institute, zat op de zesde rij de hele middag zijn hoofd te schudden. Zijn land, zei hij, heeft een lange historie van wrede onderdrukking. Tienduizenden extra troepen zullen dat niet veranderen. „Alleen een dictator kan ons redden. Of een zéér autoritaire Amerikaanse generaal.”

NRC