Vanaf het begin van haar geschiedenis stond voor de politieke en financiële elite in Washington en New York de continuïteit van oorlogsvoering centraal om op die manier de hegemonie van de ‘Amerika’ af te dwingen. Tegen 1848 had de Verenigde Staten bijna de helft van het Mexicaanse grondgebied weten te veroveren. Generaal Zachary Taylor gaf zelfs opdracht tientallen Amerikaanse soldaten te executeren toen zij weigerden te vechten in Mexico. Om het Congres ervan te overtuigen hoe noodzakelijk het voortdurende oorlogsgeweld van de Verenigde Staten was, verklaarde Senator Orville Platt van Connecticut in 1894: ‘De binnenlandse situatie dwingt ons tot commerciële expansie… Dag na dag overtreft de productie de binnenlandse consumptie… Wij zijn uit op markten, de grootste markten ter wereld,’ die destijds rond de Stille Oceaan lagen, van Latijns-Amerika tot en met China en Japan. De rest van de wereld was al ten prooi gevallen aan het Europees kolonialisme. Maar het Verre Oosten kende nog een zekere mate van autonomie en Latijns-Amerika was in 1823 door president James Monroe ontoegankelijk verklaart voor het Europese kolonialisme. Negen jaar later maakte de Pruisische generaal Von Clausewitz’s geschiedenis door zijn stelling dat ‘oorlog de voortzetting (is) van de politiek met andere middelen.’
Interessant in dit verband is dat Ismee Tames, hoogleraar Geschiedenis en Betekenis van Verzet tegen Oorlog en Onderdrukking aan de Universiteit Utrecht erop wees dat hoewel veel mensen deze quote kennen ‘Clausewitz in zijn beroemde boek Vom Kriege uit 1832 eigenlijk niet over oorlog [schrijft], maar over verzet. Wat is oorlog anders, zo vraagt hij zich retorisch af, dan het breken van het verzet van de tegenstander? Volgens Clausewitz draait het in de moderne oorlogsvoering steevast om dat laatste.’ Het meest recente voorbeeld hiervan is het huidige genocidale geweld van de ‘Joodse staat’ tegen de Palestijnse bevolking in een poging haar al driekwart eeuw durend verzet tegen de zionistische terreur te breken. Desondanks blijft de meerderheid van zowel de Joodse Israeli's als de joodse lobby in de zogeheten diaspora ‘zichzelf als slachtoffer definiëren — zoals ook antisemieten altijd doen — hetgeen de systematische ontkenning inhoudt van de eigen verantwoordelijkheid,’ waardoor ‘de cultuur van het slachtofferschap, die tegenwoordig zo in de mode is, nooit bevrijdt, maar alleen de toestand van het slachtoffer bestendigt.’ Vanzelfsprekend weet het slachtoffer dit beter dan wie ook. Toch blijft hij zijn slachtofferschap cultiveren omdat, in de woorden van de rechtsfilosofe Heikelien Verrijn Stuart, ‘slachtofferisten via erkenning of genoegdoening uit [zijn] op macht. Een macht die zij menen te hebben verdiend door een onschuld, die is geconstrueerd door hun slachtofferschap.’
Een paar jaar later wees de Duitse filosoof Peter Sloterdijk erop dat ‘Verantwoordelijkheid steeds lager [wordt] ingeschat, terwijl het slachtofferschap steeds hoger wordt gewaardeerd. Het is een ontwikkeling die buitengewoon gevaarlijk is voor onze samenleving. Deze slachtofferistische manier van denken is de belangrijkste vorm van ressentiment geworden… Het slachtofferisme, het verleidelijke gevoel slachtoffer te zijn, kan men overal om ons heen waarnemen, en is een extreem morele kracht geworden.’ Maar deze op niks gebaseerde ‘extreem morele kracht’ werkt in feite immoreel.
Het fundamentele probleem is dat de slachtofferist er voetstoots van uitgaat dat hij (of zij) nooit zelf handelt, dus per definitie meent altijd onschuldig te zijn. En juist naar die onschuld is het slachtoffer op zoek; het gevoel onschuldig te zijn vormt de kern van zijn identiteit. Vandaar dat hij niet anders kan dan zich fanatiek vastklampen aan zijn slachtofferrol. Schuldig is altijd de ander. De slachtofferist kent geen relativering, geen nuance, geen scepsis, geen ironie, geen satire. Hij kent alleen zijn eigen, alles overstemmende, weeklacht en zo verandert hij/zij geleidelijk aan in een fascist/terrorist, hoe u het maar noemen wil. Als een wereldvreemd kind weigert ook de joodse slachtofferist de onvermijdelijke schaduwkant van het moderne bestaan te accepteren: de vervreemding, het isolement, de eenzaamheid, de anonimiteit, de melancholie en de talloze negatieve manifestaties die onlosmakelijk daaraan verbonden zijn. Hij/zij is te vol van zichzelf en bezit te weinig verbeeldingskracht om een innerlijk proces op gang te brengen waarover Albert Camus eens schreef: ‘De eerste stap van een geest die vervuld is van vervreemding is het besef dat hij dat gevoel van vervreemding deelt met alle mensen en dat de mensheid als geheel lijdt onder deze distantie ten opzichte van zichzelf en de wereld,’ hetgeen bij een betrokken individu leidt tot de 'solidariteit van de ketenen' die ieder mens van nature aan de ander bindt. De slachtofferist is evenwel alleen solidair met zichzelf, hij weigert zijn gecultiveerd slachtofferschap op te geven. In een razendsnel veranderende wereld en temidden van de multiculturele verwarring zoekt de slachtofferist een houvast dat hij/zij niet kan vinden in zijn/haar rol van consument. Die is onvoldoende om de existentiële leegte te vullen; hoeveel men ook verteert, de honger blijft.
Zoals Heikelien Verrijn Stuart schreef zijn de slachtofferisten op zoek naar hun onschuld. Het gebrek aan een eigen identiteit dwingt hen daartoe. Zij zijn en blijven de eeuwige onschuldigen, hoe moordzuchtig zij ook te werk mogen gaan, zoals we momenteel zien aan het zionistisch fascisme, en de Oekraïense neo-nazi’s. De slachtofferisten voelen zich het veiligst in hun rol van vermeend slachtoffer.
Het slachtofferisme is één van de gevaarlijkste politieke verschijnselen in de moderne tijd geworden, waarmee allerlei vormen van chantage en terreur worden gerechtvaardigd. Tegelijkertijd wordt de tegenstander met kwalificaties als 'antisemiet' en 'terroristenvriend' gestigmatiseerd en zodoende vogelvrij verklaard. Ondertussen blijft natuurlijk de slachtofferist zelf onverzadigbaar. Noch de samenleving en zelfs ook niet de dader kunnen de slachtofferist genoegdoening geven om de simpele reden dat de slachtofferist alleen door het cultiveren van zijn slachtofferschap kan bestaan. Hij/zij heeft er geen enkel belang bij om zijn/haar slachtofferschap op te geven. Juist door het slachtofferschap voelen de slachtofferisten zich kosjer, krijgen zij alle aandacht waarop zij menen recht te hebben. Het probleem in deze is dat omdat de 'wereld' van de slachtofferisten beperkt blijft tot 'een speelkleed' zij steeds radicaler worden om dezelfde kick te kunnen krijgen uit hun verslaving, zoals een junkie steeds meer van zijn drug moet hebben om nog dezelfde kick te kunnen krijgen.
Het fundamentele probleem is dat de slachtofferist er voetstoots van uitgaat dat hij (of zij) nooit zelf handelt, dus per definitie meent altijd onschuldig te zijn. En juist naar die onschuld is het slachtoffer op zoek; het gevoel onschuldig te zijn vormt de kern van zijn identiteit. Vandaar dat hij niet anders kan dan zich fanatiek vastklampen aan zijn slachtofferrol. Schuldig is altijd de ander. De slachtofferist kent geen relativering, geen nuance, geen scepsis, geen ironie, geen satire. Hij kent alleen zijn eigen, alles overstemmende, weeklacht en zo verandert hij/zij geleidelijk aan in een fascist/terrorist, hoe u het maar noemen wil. Als een wereldvreemd kind weigert de slachtofferist de onvermijdelijke schaduwkant van het moderne bestaan te accepteren: de vervreemding, het isolement, de eenzaamheid, de anonimiteit, de melancholie en de talloze negatieve manifestaties die onlosmakelijk daaraan verbonden zijn. Hij/zij is te vol van zichzelf en bezit te weinig verbeeldingskracht om een innerlijk proces op gang te brengen waarover Albert Camus eens schreef ‘De eerste stap van een geest die vervuld is van vervreemding is het besef dat hij dat gevoel van vervreemding deelt met alle mensen en dat de mensheid als geheel lijdt onder deze distantie van zichzelf en de wereld,’ hetgeen bij een empatisch mens leidt tot de 'solidariteit van de ketenen' die ieder mens van nature aan de ander bindt. De slachtofferist is evenwel alleen solidair met zichzelf, hij weigert zijn gecultiveerd slachtofferschap op te geven. In een razendsnel veranderende wereld en temidden van de multiculturele verwarring zoekt de slachtofferist vergeefs een houvast. Zelfs al zou hij die vinden dan nog zal dat onvoldoende zijn om de existentiële leegte te vullen. Als een zwart gat zuigt het oneindige niets al zijn energie weg. Heikelien Verrijn Stuart wees erop dat slachtofferisten op zoek zijn naar onschuld. Het gebrek aan een eigen identiteit dwingt hen daartoe. Zij zijn en blijven de eeuwige onschuldigen, hoe moordzuchtig zij ook te werk mogen gaan, zoals we momenteel zien aan het zionistisch fascisme. De slachtofferisten voelen zich het veiligst in hun rol van vermeend slachtoffer. Hun gecultiveerd slachtofferschap is één van de gevaarlijkste politieke verschijnselen van de moderne tijd geworden, waarmee allerlei vormen van terreur worden gerechtvaardigd. Tegelijkertijd wordt de tegenstander met kwalificaties als 'antisemiet' en 'terroristenvriend' gestigmatiseerd en zodoende vogelvrij verklaard. Ondertussen blijft natuurlijk de slachtofferist zelf onverzadigbaar. Noch de samenleving noch de dader zelf kunnen de slachtofferist genoegdoening geven om de simpele reden dat hij bij gebrek aan een identiteit alleen door het cultiveren van zijn slachtofferschap kan bestaan. Hij heeft er geen enkel belang bij om zijn slachtofferschap op te geven. Juist door het slachtofferschap voelt hij zich kosjer, krijgt hij de aandacht waarop hij meent recht te hebben. Dat gevoel is evenwel tijdelijk, aangezien de roes snel is uitgewerkt. Het gevolg is dat hij steeds radicaler wordt om dezelfde kick te kunnen krijgen uit zijn verslaving. Het slachtofferschap is de collectieve pathologie van het Westen.
https://www.sefaria.org/sheets/32448.5?lang=bi&with=all&lang2=en
Het is bekend uit de psychologie dat gekrenkte mensen veelal geneigd zijn anderen te krenken, slachtoffers veroorzaken op hun beurt weer andere slachtoffers. Benjamin Beit-Hallahmi, emeritus hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Haifa, auteur van talloze boeken waaronder Original Sins. Reflections on the History of Zionism and Israel (1993), verklaarde over dit psychologisch fenomeen: 'Een illustratief voorbeeld geeft de historicus Benny Morris, die redeneert dat ook de laatste 150.000 Palestijnen die in 1948 wisten te blijven, verdreven hadden moeten worden, dan zouden we volgens hem van het hele probleem zijn af geweest. Zijn opvatting is dat de Palestijnen weliswaar een groot onrecht is aangedaan, maar dat dit onrecht wordt opgeheven omdat het rechtvaardigheid voor de Joden betekende. En rechtvaardigheid voor de Joden is belangrijker dan onrecht voor de Palestijnen. Veel Joden in Israel, ook onder de intellectuelen, delen dit standpunt. Met andere woorden: Joden hoeven zich niet druk te maken om andere mensen. Wij hebben zo veel geleden dat we het recht hebben anderen onrecht aan te doen. Wij moeten alleen voor onszelf opkomen. Dat is de gedachtegang.'
Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke houding alleen maar tot bloedvergieten kan leiden. In het kader daarvan merkte Beit-Hallahmi tevens op: ‘In ruil voor de onbeperkte politieke steun aan Israel hebben de Amerikaanse joden gekregen waaraan het ze het meest ontbreekt: een ideologische inhoud om de leegte van hun identiteit te vullen.’ Dit geldt niet alleen voor Amerikaanse joden, maar ook, om het dichter bij huis te zoeken, voor joodse Nederlanders die het zionisme aanhangen. Een willekeurig voorbeeld is de 83-jarige schrijfster Chaja Polak die in Wordt Vervolgd, het tweemaandelijkse tijdschrift va Amnesty International van april/mei 2025 beweert dat er het Joodse leger zich weliswaar ‘schuldig maakt aan oorlogsmisdaden in Gaza en op de Westbank,’ en ‘er etnische zuiveringen plaats[vinden],’ maar dat zij desondanks ‘het vreselijk en onterecht’ vindt ‘hoe makkelijk het woord genocide in de mond wordt genomen.’ Over Amnesty International zegt zij niet te begrijpen ‘dat ze vorig jaar met een rapport naar buiten konden komen waarin werd geconcludeerd dat er sprake is van genocide.’ Volgens haar wordt daarmee de definitie van genocide opgerekt. Duidelijk is dat zij het volgende niet weet, en er ook niet geïnteresseerd is. Daarom nu de werkelijkheid:
‘De Verenigde Naties namen in 1948 tijdens de Algemene Vergadering te Parijs het Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide aan. Daarin bevestigden de verdragsluitende partijen dat genocide een internationaal misdrijf is en verbonden zij zich om dit misdrijf te verhinderen en te bestraffen. Deze conventie definieert in artikel 2 genocide als:
een van de volgende handelingen, gepleegd met de bedoeling om een nationale, etnische, godsdienstige groep, dan wel een groep, behorende tot een bepaald ras, geheel of gedeeltelijk als zodanig te vernietigen door 'het doden van leden van de groep; het toebrengen van ernstig lichamelijk of geestelijk letsel aan leden van de groep; het opzettelijk aan de groep opleggen van levensvoorwaarden die gericht zijn op haar gehele of gedeeltelijke lichamelijke vernietiging; het nemen van maatregelen, bedoeld om geboorten binnen de groep te voorkomen en het gewelddadig overbrengen van kinderen van de groep naar een andere groep.
In artikel 6 van het Statuut van Rome uit 1998, dat de grondslag vormt voor de jurisdictie van het ICC, is deze definitie in soortgelijke bewoordingen overgenomen…
Gazastrook (2023-2025)
In december 2023 spande Zuid-Afrika een genocidezaak tegen Israël aan bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ). In een tussenvonnis van januari 2024 oordeelden de rechters dat Israël er alles aan moet doen om genocide in Gaza in de Gaza-oorlog van 2023-2024 te voorkomen.
Een rapport van maart 2024 van de Verenigde Naties getiteld "Anatomy of a Genocide,” stelt dat er redelijke gronden zijn om te geloven dat Israël genocide pleegt tegen Palestijnen in de Gaza…
Genocide Watch beschreef op 4 februari 2024 tien tekenen van een genocidaal proces in Gaza en vier daden van genocide in de zin van het Genocideverdrag van 1948 door het Israëlische leger, die de intentie van het plegen van genocide aantonen.
Amnesty International publiceerde op 5 december 2024 een rapport waarin het als eerste grote mensenrechtenorganisatie de oorlog een genocide noemt in de context van een illegale Israëlische bezetting en een systeem van apartheid, gericht tegen de Palestijnen in Gaza, op de Westoever, in Oost-Jeruzalem en in Israël zelf. De organisatie concludeert dat er voldoende bewijs is om aan te nemen dat Israël's optreden in Gaza neer komt op genocide.
En op zijn beurt berichtte het onafhankelijke Genocide Watch: We merken op dat Israel tijdens de asymmetrische oorlogsvoering in Gaza meerdere oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid heeft gepleegd. De oorlogsvoering omvatte ook veel daden van genocide.
https://www.genocidewatch.com/single-post/genocide-is-never-justifiable-israel-and-hamas-in-gaza
Desondanks meent Chaja Polak dat het vermoorden van inmiddels 50.000 Palestijnse burgers, van wie 70 procent uit vrouwen en kinderen bestaat, geen ‘genocide’ is. Hoewel zij geen plausibele verklaring heeft voor deze bewering, is het niet moeilijk die te vinden: voor een joodse- dan wel christelijke zionist is het leven van een jood immens veel waardevoller dan die van een Palestijn. Dit racisme ligt diep verankerd in de westerse judeo-christelijke cultuur. Zo diep dat de huidige voorzitter van de Europese Commissie, de rooms-katholieke Ursula von der Leyen, na de hervatting van de genocidale bombardementen op de Palestijnse bevolking in het openbaar verklaarde: ‘Europa is de waarde van de Talmoed, het Joodse gevoel van persoonlijke verantwoordelijkheid, van rechtvaardigheid en van solidariteit.’ De politieke stem van de Europese Unie bepaalt dus eigenhandig namens 450 miljoen Europeanen dat het Avondland is gebaseerd op de normen en waarden van de Joodse Talmoed, inclusief ‘een alternatieve geschiedenis van Jezus,' waarin 'de belangrijkste christelijke overtuigingen' werden verworpen, terwijl Maimonides, één van de belangrijkste rabbijnen van het Jodendom ‘wiens filosofische werk tot op de dag van vandaag grote invloed,’ heeft op het joodse denken, ‘Jezus’ beschrijft als ‘de mislukte messias die door de profeet Daniël werd voorzien. In plaats van Israël te verlossen, schrijft Maimonides, zorgde Jezus ervoor dat Joden werden gedood en verbannen, veranderde hij de Torah en leidde hij de wereld ertoe een valse God te aanbidden.’ En wat ‘het Joodse gevoel van persoonlijke verantwoordelijkheid, van rechtvaardigheid en van solidariteit’ betreft, welnu, alleen een Duitse dwaas als Frau Ursula durft deze leugen nog te gebruiken om het Joods Fascisme en de genocide van Palestijnen te rechtvaardigen. De totale gekte is wederom het antwoord van de westerse morele ineenstorting. Volgende keer meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten