Wat misschien wel het meest opmerkelijke feit blijft, is dat Netanyahu een soortgelijke psychopaat is als Hitler, wiens genocidale politiek niet wezenlijk verschilt van die welke Israel uitvoert, zonder dat de meeste joodse Nederlanders dit kennelijk doorhebben. De houding van joodse voorstanders van de massale bloedbaden in Gaza, op de Westbank, in Libanon en nu ook in Syrië is nog onverklaarbaarder dan de Holocaust onder de ‘Führer.’ En wel omdat de Joden weten welk leed genocide veroorzaakt. Het enige verschil is dat de nazi’s hun volkerenmoord zo goed mogelijk probeerden te verhullen. Nooit werden de slachtpartijen aan de Duitse massa getoond omdat de nazi-leiders maar al te goed wisten dat hun genocide teveel sociale onrust onder de Duitse burgerbevolking zou opleveren. Het gruwelijke is nu dat ‘eight months after Israel invaded the Gaza Strip… critics observe that the Israeli military hasn’t met either of its goals of destroying Hamas and rescuing all of the remaining 133 hostages Hamas is holding. Yet two-thirds of Israelis still support their military’s aggressive approach in Gaza – including limiting humanitarian aid to Palestinians. While many Israelis support the military’s war in Gaza, most Israelis have also lost confidence in Prime Minister Benjamin Netanyahu’s government and would like to see new political leadership.’ https://theconversation.com/most-israelis-dislike-netanyahu-but-support-the-war-in-gaza-an-israeli-scholar-explains-whats-driving-public-opinion-230046
En dit alles terwijl de Joden in Israel, en zeker de joden in de diaspora maar al te goed weten hoe genocidaal de Joodse strijdkrachten daar opereren. In tegenstelling tot de meeste Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog, weten de zionisten in onze huidige beeldcultuur hoe erg er in Gaza, de Westbank, Libanon, en Syrië wordt tekeer gegaan. Niet alleen geldt er een dienstplicht voor de Joden en weten Joodse militairen en hun families precies wat er gebeurt, maar ook uit de uitspraken van de uiterst rechtse regering kan elke Jood weten wat hun barbaarse strijdkrachten uitspoken. Dit werpt de vraag op waarom de meerderheid van de Joden in zowel Israel als in het Westen vandaag de dag minder empathie bezitten dan destijds de nazi’s? Daaraan gekoppeld is de onvermijdelijke vraag waarom zij zo bloeddorstig zijn? En waarom slechts weinigen van hen zich van Israel hebben gedistantieerd, terwijl zij uit directe of indirecte ervaring weten wat genocide betekent, en waarom de ‘Joodse Staat’ niet langer meer door beschaafde westerlingen kan worden gesteund. Eén van de joodse Nederlanders die nu wel afstand neemt van Israel is de Joods Amsterdamse journaliste Margalith Kleijwegt die in De Groene Amsterdammer van 7 december 2024 onder de kop ‘Niet namens mij’ weigert om blind achter Israel te staan nu de Joodse staat bezig is met genocide in onder andere Gaza en op de Westbank.
https://www.groene.nl/artikel/niet-namens-mij
Zij schreef:
'Ik kreeg zelfs last van plaatsvervangende schaamte toen oud-wethouder Rob Oudkerk tijdens diezelfde demonstratie bij de Stopera tekeer ging tegen onze verstandige, empathische en krachtige burgemeester Halsema. Oudkerk riep met ingehouden emotie dat het de schuld van Halsema was dat ze niet met al die Israëlische vlaggen op de Dam stonden. (De driehoek had dat verboden in verband met de veiligheid op een zeer drukke koopavond.)
"We staan op de verkeerde plek," riep Oudkerk met gevoel voor theater. "We hadden op De Dam moeten staan, daar bezweren we het kwaad." Er zat een zekere verlekkerdheid in zijn optreden, alsof hij een nieuwe rol had gevonden, namelijk die van de bedreigde, slecht behandelde joodse Amsterdammer. "Nooit weer, werd ooit weer," vervolgde hij op gedragen toon. "Het gaat met kleine stapjes… hou je maar gedeisd… duik maar even onder… ga maar niet naar de Dam." Waarom zo venijnig en tegelijk ook melodramatisch?
Ik vind het buitengewoon vervelend dat de indruk kan worden gewekt dat er ook namens mij wordt gesproken wanneer voorzitter Chanan Hertzberger op de site van het CJO laat weten dat er "op universiteiten, stations en op straat wordt opgeroepen tot een wereldwijde intifada en we weten allemaal wat dat betekent: het uitmoorden van alle joden waar ook ter wereld dus ook in Nederland."
Het CJO zegt op te komen voor de belangen van alle joden, maar van dit alarmisme word ik zeer ongemakkelijk, sterker nog, ik distantieer me ervan. Het is niet alleen overdreven, maar ook zo contraproductief.
Het CIDI, dat zich fel uitsprak tegen het arrestatiebevel van de Israëlische premier Netanyahu door het Internationaal Strafhof, was ook aanwezig bij de demonstratie. Directeur Naomi Mestrum riep bij de Stopera dat er "moed" voor nodig is om joden in Nederland een veilige toekomst te geven.
Vanwaar deze bangmakerij? Wat wilde het CIDI hiermee bereiken? Ik ben als gezegd de eerste die het probleem van een eeuwenoud antisemitisme onderkent, maar waarom zo diep wegzakken in de slachtofferrol? Liever niet namens mij.'
De vraag is ‘waarom’ zoveel hedendaagse burgers ‘zo diep wegzakken in de slachtofferrol.' In 1992 wees de Nederlandse rechtsfilosofe Heikelien Verrijn Stuart op het volgende: 'Slachtofferisten zijn via erkenning of genoegdoening uit op macht. Een macht die zij menen te hebben verdiend door een onschuld, die is geconstrueerd door hun slachtofferschap.' Zij benadrukte dat 'het slachtofferschap het excuus bood om zich niet verantwoordelijk te hoeven voelen.' Een paar jaar later wees de Duitse filosoof Peter Sloterdijk erop dat: 'Verantwoordelijkheid steeds lager [wordt] ingeschat, terwijl het slachtofferschap steeds hoger wordt gewaardeerd. Het is een ontwikkeling die buitengewoon gevaarlijk is voor onze samenleving. Deze slachtofferistische manier van denken is de belangrijkste vorm van ressentiment geworden… Het slachtofferisme, het verleidelijke gevoel slachtoffer te zijn, kan men overal om ons heen waarnemen, en is een extreem morele kracht geworden.' En de in asiel levende joods Russische dichter Joseph Brodsky adviseerde in zijn laatste essaybundel On Grief and Reason (2011): 'Probeer ten koste van alles te vermijden dat je jezelf de status van slachtoffer toestaat… probeer te onthouden dat menselijke waardigheid een absoluut begrip is… Bedenk tenminste, als dat andere je te hoogdravend in de oren klinkt, dat je door jezelf als slachtoffer te beschouwen alleen maar het vacuüm vergroot dat door gebrek aan persoonlijke verantwoordelijkheid ontstaat en dat demonen en demagogen zo graag opvullen.' Onmiskenbaar is dat de slachtofferist er voetstoots van uitgaat dat hij (of zij) nooit zelf handelt, maar alleen reageert. Hij/zij meent per definitie altijd onschuldig te zijn. Juist naar die onschuld is het slachtoffer op zoek. Het gevoel onschuldig te zijn vormt de kern van zijn/haar identiteit. Vandaar dat hij niet anders kan dan zich fanatiek vastklampen aan zijn slachtofferrol. Schuldig is altijd de ander. Het gecultiveerde slachtofferschap kent geen relativering, geen nuance, geen scepsis, geen ironie, geen satire. Het kent alleen de eigen alles overstemmende weeklacht. Als een wereldvreemd kind weigert de slachtofferist de onvermijdelijke schaduwkant van het bestaan te accepteren: de vervreemding, het isolement, de eenzaamheid, de anonimiteit, de melancholie en de talloze negatieve manifestaties die onlosmakelijk daaraan verbonden zijn, met de angst voor De Ander als fixatie. Hij is te vol van zichzelf en bezit te weinig verbeeldingskracht om een innerlijk proces op gang te brengen waarover Albert Camus lang geleden schreef: 'De eerste stap van een geest die vervuld is van vervreemding is het besef dat hij dat gevoel van vervreemding deelt met alle mensen en dat de mensheid als geheel lijdt onder deze distantie ten opzichte van zichzelf en de wereld,' hetgeen bij een empathisch individu leidt tot de 'solidariteit van de ketenen' die ieder mens aan de ander bindt. De slachtofferist evenwel is alleen solidair met zichzelf of zijn volk. In een razendsnel veranderende wereld en temidden van de multiculturele verwarring zoekt hij een houvast dat hij niet kan vinden in zijn rol van consument, maar wel denkt te kunnen vinden in het tribalisme. Maar ook dat vult zijn/haar existentiële leegte niet. Hoeveel hij of zij ook verteert, het verstikkende vacuum blijft. In de week voor Fortuyns dood schreef Arnon Grunberg: 'Juist zij die ogenschijnlijk nauwelijks reden hebben zichzelf als slachtoffer te zien, hebben hun identiteit opgebouwd rond de cultus van het slachtofferschap, een cultus die de verongelijktheid legitimeert en het falen excuseert. Welke machteloze wil zich niet laten vertegenwoordigen door een andere machteloze? En daar is Mr. Fortuun, het ex-slachtoffer dat nu alle andere slachtoffers zal leiden naar de vruchtbare velden waarop hij al enige tijd graast.’Eén feit is onmiskenbaar: des te meer de Joodse militairen en settlers Palestijnen mannen vrouwen en kinderen vermoorden dan wel verminken, des te bloeddorstiger ze worden, en des te meer angst en haat de Davidsster verspreid. Ikzelf heb de afschuw en vrees voor de Joodse ster keer op keer gevoeld in bezet gebied en zelfs daarbuiten wanneer de Davidster passeerde. Zoals tijdens 1939-1945 elke jood het symbool van de SS zag wist dat de dood op zijn/haar hielen zat, zo ervaart elk Palestijns kind dat de duivel hem of haar op het spoor is gekomen. Joodse Nederlanders moeten wel van een onvoorstelbare botheid zijn wanneer zij in Nederland trots met een davidster om hun hals pronken, als een soort verzetsdaad gericht tegen mensen die nooit meer genocide willen. Eén van die grove joden is Natascha van Weezel die vrijblijvend liet weten ‘ik ga mezelf niet verbergen,’ en daarom haar Davidster te pas en te onpas blijft tonen, ook aan Palestijnse slachtoffers die naar Nederland zijn gevlucht. Van Weezel is de dochter van Max van Weezel en Anet Bleich, die zich als slachtoffer beschouwden. Niet lang voor zijn dood verklaarde vader Max:
‘Het geeft toch een kick als Mark Rutte je op de schouders slaat en zegt dat hij je artikel heeft gelezen. Dat werkt verslavend — de drive van mensen als Frits Wester en Ferry Mingelen zal zo te verklaren zijn. Ik merkte het afgelopen week weer: met journalistenvakbond NVJ waren we in Den Haag op bezoek bij burgemeester Jozias van Aartsen. Iedereen kreeg een handje, maar bij mij was het meteen: “Hé Max, wat leuk dat je bent gekomen.” Je telt toch mee, zij het op Madurodam-niveau.’
Kamer herdenkt journalist Max van Weezel.
Meetellen, erbij horen, schouderklopjes ontvangen, het zijn kicks voor journalisten die hun eigenwaarde ontlenen aan de gespeelde aandacht die zij van autoriteiten op ‘Madurodam-niveau’ krijgen. Iemand die bij gebrek aan een doorleefde identiteit zich zo inspande louter en alleen om de aandacht op zich te vestigen, roept uiteindelijk een gevoel van medelijden op. Daar komt bij dat Nederlanders idolaat zijn van slachtoffers. Die geven hen het gevoel van superioriteit. Met een zeker pervers genoegen lazen ze over Max van Weezel’s ellende, over zijn
‘getraumatiseerde moeder, familie in Australië die nooit meer naar Europa durft uit angst voor de nazi's: als je niet depressief wilt raken of maatschappelijk wilt mislukken, moet je niet met de oorlog bezig zijn. Ik denk dat ik, om er niet aan onderdoor te gaan, de identiteit heb gekozen van de geslaagde Haagse verslaggever voor Vrij Nederland.’
Toen hij opmerkte ‘anoniem’ te hebben ‘meegewerkt aan een boekje, met een eerlijk verhaal over hoe het is om op te groeien tussen Holocaust-overlevenden. Daar wilde ik mijn naam absoluut niet bij hebben,’ en de interviewster vroeg: ‘Waarom niet?’ was het antwoord: 'Ik wilde niet zielig worden gevonden, geen mislukkeling zijn,’ waaraan Van Weezel toevoegde:
Ik heb me decennialang verscholen achter de façade van de geslaagde journalist. In Den Haag stonden de Mark Ruttes en Alexander Pechtolds van deze wereld me op de schouders te slaan, 'dag Max.’ Daar was ik iemand.
Zijn hele werkzame leven lang streefde hij ernaar ‘iemand’ te worden, en daarvoor gebruikte hij de parlementaire politiek, om tegen het einde van zijn leven te beseffen dat hij al die tijd niemand was geweest, of in elk geval iemand anders. Zieliger is nauwelijks denkbaar. Het intens vergeefse van zijn optreden sprak ook uit de volgende opmerking, tien maanden voor zijn dood:
Ergens denk ik: je had ook wel met een kalasjnikov op een heuveltop mogen staan om ons de vijand van het lijf te houden. Er zit toch ook een Leon-de-Winterachtige Max in me, zo van: timmer erop los als ze met hun poten aan ons lijf of goed komen.
Het zijn de woorden van een man die over zichzelf zei: 'Ik probeerde mijn existentiële onzekerheid te compenseren door op alles ja te zeggen,' en die er nooit in slaagde precies te bepalen waar zijn loyaliteit lag, en dat hij zijn identiteit altijd had moeten verbergen. Was het de democratische rechtstaat Nederland, of de racistische apartheidsstaat Israel? Tegen het eind van zijn leven droomde hij ervan op een heuveltop in de bezette Westbank ‘de vijand van het lijf’ te houden ‘met een kalasjnikov.’ Dat die ‘vijand’ de legitieme bewoners waren van de door de bellicose Joodse zionisten bezette en belegerde Palestijnse gebieden, maakte de diep gefrustreerde Max niet uit. In het kader van de zionistische behoefte aan Lebensraum moest nog meer land etnisch gezuiverd worden. En ‘[a]ls ze met hun poten aan ons lijf en goed komen’ dan ‘timmer’ je als ‘joodse jongetje dat er van Adolf Hitler eigenlijk niet had mogen zijn,’ er gewoon ‘op los,’ en vermoord je met een Kalasjnikov-aanvalsgeweer iedere Palestijn die voor zijn of haar rechten opkomt, net zoals de nazi’s destijds deden tegen de verzetstrijders in het bezette Europa. Nog steeds wordt deze ziekelijke, agressieve mentaliteit in Nederland geaccepteerd, en zelfs bewonderd, zoals bleek toen Tweede Kamerleden in het parlement de dood van de in hun ogen ‘meesterjournalist en markante persoonlijkheid’ herdachten.
Gesteun door Joodse militairen schieten Joodse kolonisten op Palestijnse kinderen.
Veelzeggend is dat ultraorthodoxe joden, onder andere deel uitmakend van de antizionistische stromingen, de Davidster niet gebruiken omdat het geassocieerd zou kunnen worden met het gewelddadige zionisme. Volgende keer meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten