De Amerikaanse generaal Wesley Clark ‘bracht 34 jaar door in het Amerikaanse leger en ontving vele militaire onderscheidingen, en de Presidential Medal of Freedom, “the highest civilian award of the United States. svh).” Clark ‘was van 1997 tot 2000 de geallieerde opperbevelhebber Europa van de NAVO en voerde het bevel over Operatie Allied Force tijdens de Kosovo-oorlog.
In 2003 lanceerde Clark zijn kandidatuur voor de presidentsverkiezingen van de Democratische Partij in 2004. Nadat hij alleen de voorverkiezingen in de staat Oklahoma had gewonnen, trok hij zich in februari 2004 terug uit de race, waarbij hij zijn steun betuigde en campagne voerde voor de uiteindelijke Democratische kandidaat, John Kerry.
https://en.wikipedia.org/wiki/Wesley_Clark
In oktober 2007 hield generaal Wesley Clark een toespraak waarin hij sprak van ‘een beleidsstaatsgreep’ die door de neoconservatieven in de nasleep van 9/11 was beraamd. 'Na te hebben verteld hoe een bron bij het Pentagon hem weken na 11 september op de hoogte had gesteld van het plan van het Pentagon om Irak aan te vallen, ondanks het feit dat het land niet betrokken was bij 11 september, beschreef Clark de aspiraties van de “staatsgreep.”' Hij citeerde zijn Pentagon-bron als volgt:
‘Ik heb zojuist deze memo gekregen van het kantoor van de minister van Defensie. Er staat dat we de regeringen in zeven landen in vijf jaar tijd gaan aanvallen en vernietigen. We beginnen met Irak, en dan verhuizen we naar Syrië, Libanon, Libië, Somalië, Soedan en Iran.’
https://www.salon.com/2011/11/26/wes_clark_and_the_neocon_dream/
Wesley Clark concludeerde verbijsterd dat het ‘doel van de militaire apparaat is oorlogen te beginnen en regeringen te veranderen. Het is niet bedoeld om conflicten af te schrikken. We gaan landen binnenvallen. Mijn gedachten tolden toen ik dit hoorde.’
Men zou Clark verregaande naïviteit kunnen verwijten, want al in 1933 verklaarde de legendarische generaal Smedley Butler van het Amerikaanse Korps Mariniers publiekelijk dat ‘oorlog een illegale activiteit is om schatrijk te worden.’ Een Amerikaanse recensent wees erop dat ‘dit besef ons door velen is verteld, maar zelden door iemand van zijn formaat. Hoewel hij in 1935 het baanbrekende boek "War is a Racket" schreef, heeft de Amerikaanse generaal Smedley Butler, die twee Congressional Medals of Honor ontving, het verdient om wederom geprezen te worden vanwege de tijdloze boodschap, die vandaag de dag meer dan ooit waar is.
Generaal Butler schreef in dit op eigen ervaringen gebaseerde boek:
Ik ben 33 jaar en vier maanden in actieve militaire dienst geweest en gedurende die periode heb ik het grootste deel van mijn tijd doorgebracht als een krachtpatser voor Big Business, voor Wall Street en de bankiers. Kortom, ik was een afperser, een gangster voor het kapitalisme. Ik heb in 1914 geholpen om Mexico en vooral Tampico veilig te maken voor de Amerikaanse oliebelangen. Ik heb geholpen om van Haïti en Cuba een fatsoenlijke plek te maken voor de jongens van de National City Bank om hun inkomsten te innen. Ik heb geholpen bij de verkrachting van een zestal Midden-Amerikaanse republieken ten behoeve van Wallstreet. Van 1902 tot 1912 hielp ik Nicaragua te zuiveren voor het International Banking House of Brown Brothers. Ik heb in 1916 licht gebracht in de Dominicaanse Republiek voor de Amerikaanse suikerbelangen. In 1903 heb ik geholpen Honduras een goede investering te maken voor de Amerikaanse fruitbedrijven. In 1927 heb ik ervoor gezorgd dat Standard Oil ongehinderd in China zijn weg kon vervolgen. Als ik erop terugkijk, had ik Al Capone misschien een paar hints gegeven. Het beste wat hij kon doen was zijn racket in drie districten exploiteren. Ik opereerde op drie continenten.
Butler voegde hieraan toe dat gezien de vele burgerslachtoffers ‘oorlogsvoering illegaal is. Dat is altijd zo geweest. Het is mogelijk de oudste, gemakkelijk de meest winstgevende en zeker de meest kwaadaardige bezigheid is. Het is de enige waarin de winsten in dollars worden geteld en de verliezen in levens. In de Eerste Wereldoorlog profiteerde slechts een handjevol rijken van de winsten uit het conflict. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er in de Verenigde Staten minimaal 21.000 nieuwe miljonairs en miljardairs bijgekomen. Dat zijn enorme winsten in hun inkomstenbelastingaangifte. Hoeveel andere oorlogsmiljonairs hun belastingaangiften hebben vervalst, weet niemand. [Let op: dit zijn Amerikaanse dollars uit 1935. Om de definitieve aan te passen, vermenigvuldigt u alle cijfers X 10 of meer]
WIE MAAKT DE WINST?
De Wereldoorlog heeft de Verenigde Staten zo’n 52 miljard dollar gekost. Dat betekent $400 [meer dan $4.000 in hedendaagse dollars] voor elke Amerikaanse man, vrouw en kind.
De normale jaarlijkse winst van een concern in de VS bedraagt 6 tot 12%. Maar winsten in oorlogstijd, dat is een andere zaak — 60, 100, 300 en zelfs 1.800% — the sky is the limit. En Oom Sam heeft het geld. Natuurlijk wordt deze werkelijkheid in oorlogstijd niet zo recht voor zijn raap geformuleerd. Het wordt verkocht met fraaie toespraken over patriottisme, vaderlandsliefde en ‘we moeten allemaal onze schouders eronder zetten,’ maar ondertussen stijgen de winsten, springen en schieten omhoog – en verdwijnen veilig in de zak van de rijke investeerders.
Neem onze vrienden van duPont (een internationaal opererende Amerikaans bedrijvengroep. svh) De gemiddelde vooroorlogse inkomsten van de duPonts voor de periode 1910 tot 1914 waren 6 miljoen dollar per jaar. Laten we nu eens kijken naar hun gemiddelde jaarlijkse winst tijdens de oorlogsjaren: 1914 tot 1918. 58 miljoen dollar winst per jaar vinden we! Bijna tien keer zoveel als normaal, terwijl de winsten in normale tijden behoorlijk waren. Een winststijging van ruim 950%.
Neem een van onze staalbedrijven. Hun jaarlijkse inkomsten van 1910-1914 waren gemiddeld 6 miljoen dollar. Toen kwam de oorlog. En als loyale burgers schakelde Bethlehem Steel onmiddellijk over op het maken van munitie. Tussen 1914 en 1918 bedroeg hun gemiddelde winst 49 miljoen dollar per jaar! Of laten we United States Steel nemen. De normale inkomsten gedurende de periode van vijf jaar voorafgaand aan de oorlog bedroegen 105 miljoen dollar per jaar. Toen kwam de oorlog en stegen de winsten. De gemiddelde jaarlijkse winst over de periode 1914-1918 bedroeg $240 miljoen. Niet slecht. Ze verkochten aan Uncle Sam 20 miljoen klamboes voor gebruik door de soldaten in het buitenland. Nou, niet één van deze klamboes is ooit in Frankrijk terechtgekomen! Er waren behoorlijk hoge winsten te behalen met klamboes, ook al was er in Frankrijk geen muggenplaag. Toen de oorlog voorbij was, stonden aan deze kant zo'n vier miljoen sets uitrusting — knapzakken en de spullen waarmee ze gevuld moesten worden — volgepakt in pakhuizen. Nu worden ze geschrapt omdat de regelgeving de inhoud heeft veranderd. Maar de fabrikanten verzamelden hun oorlogswinsten daarmee.
Degenen die het meeste opstreken waren de bankiers. Omdat ze partnerschappen zijn en geen rechtspersoonlijkheid hebbende organisaties, hoeven ze niet aan de aandeelhouders te rapporteren. Hun winsten waren even geheim als enorm.
Hoe de bankiers hun miljoenen verdienden weet ik niet, omdat die geheimen nooit openbaar worden — zelfs niet ten overstaan van een onderzoeksorgaan van de Senaat. Er wordt geschat dat de oorlog Uncle Sam veel heeft gekost: 52 miljard dollar [X 10 of meer voor inflatie]. Van dit bedrag werd 39 miljard dollar besteed aan de daadwerkelijke oorlog zelf. Deze uitgaven leverden 16 miljard dollar aan winst op. Dat is hoe de 21.000 miljardairs en miljonairs zijn ontstaan. (‘privatizing the profits and socializing the costs,’ zo noemt de Amerikaanse geleerde Noam Chomsky dit. svh). Deze winst van 16 miljard dollar is een fantastisch bedrag. En het ging ook nog naar heel weinig mensen.'
En wie betaalt de rekening? Generaal Smedley Butler:
Who provides these nice little profits of 20, 100, 300, 1,500 and 1,800 per cent? We all pay them — in taxation. But the soldier pays the biggest part of the bill. If you don't believe this, visit the American cemeteries on the battlefields abroad. Or visit any of the veteran's hospitals in the United States. On a tour of the country, I visited 18 government hospitals for veterans. In them are a total of about 50,000 destroyed men — men who were the pick of the nation 18 years ago. Mortality among veterans is three times as great as those who stayed at home.
Boys with a normal viewpoint were taken out of the offices, factories, and classrooms and put into the ranks. There they were remolded. They were made to regard murder as the order of the day. They were put through mass psychology and entirely changed. We trained them to think nothing at all of killing or of being killed. Then, suddenly, we discharged them and told them to make another "about face!" This time they had to do their own readjustment. We didn't need them any more. Many of these fine young boys are eventually destroyed, mentally, because they could not make that final "about face" alone (hun mens- en wereldbeeld opnieuw op zijn kop zetten, zonder daarbij geholpen te worden. svh.).
Beautiful ideals were painted for our boys who were sent out to die. This was the "war to end all wars." This was the "war to make the world safe for democracy." No one mentioned to them that their going and their dying would mean huge war profits. No one told these American soldiers that they might be shot down by bullets made by their own brothers here. No one told them that their ships might be torpedoed by submarines built with United States patents. They were just told it was to be a "glorious adventure.”
HOW TO SMASH THIS RACKET!
Well, it's a racket, all right. A few profit — and the many pay. But there is a way to stop it. You can't end it by disarmament conferences. You can't eliminate it by peace parleys at Geneva. Well-meaning but impractical groups can't wipe it out by resolutions. Three steps must be taken to smash the war racket: 1) We must take the profit out of war; 2) We must permit the youth of the land who would bear arms to decide whether or not there should be war; and 3) We must limit our military forces to home defense purposes.
I am not a fool as to believe that war is a thing of the past. I know the people do not want war, but there is no use in saying we cannot be pushed into another war. Woodrow Wilson was re-elected president in 1916 on a platform that he had "kept us out of war." Yet, five months later he asked Congress to declare war on Germany. In that five-month interval the people had not been asked whether they had changed their minds. Then what caused our government to change its mind so suddenly? Money.
An allied commission came over shortly before the war declaration and called on the President. The President summoned a group of advisers. The head of the commission spoke. Stripped of its diplomatic language, this is what he told the President and his group: "There is no use kidding ourselves any longer. The cause of the allies is lost. We now owe you (American bankers, American munitions makers, American manufacturers, American speculators, American exporters) five or six billion dollar. If we lose (and without the help of the US we must lose) we, England, France and Italy, cannot pay back this money. So…"
Had secrecy been outlawed as far as war negotiations, and had the press been invited to be present at that conference, America never would have entered the war. But this conference, like all war discussions, was shrouded in utmost secrecy. When our boys were sent off, they were told it was a "war to make the world safe for democracy" and a "war to end all wars." Very little has been accomplished to assure us that the World War was really the war to end all wars. Disarmament conferences don't mean a thing. At all these conferences, lurking in the background are the sinister agents of those who profit by war. They see to it that these conferences do not seriously limit armaments. So...I say, TO HELL WITH WAR!'
https://www.heritage-history.com/index.php?c=read&author=butler&book=racket&story=hell
Wij westerse burgers zitten opgescheept met narcistische politici, ernstig gestoorde individuen, lijdend aan autisme; sommigen van hen zijn zelfs psychopaten en sociopathen die zichzelf alleen als slachtoffer kunnen zien. Ondertussen weten Palestijnse verzetsstrijders Israelische tanks te vernietigen. Urban Warfare met enerzijds 'entitled' en bange Israelische militairen, anderzijds dappere Palestijnse milities die niets te verliezen hebben. Alleen de Israelische genocidale terreurbombardementen slagen erin veel Palestijnse burgers te vermoorden. Maar het Westen weigert Israel te dwingen deze oorlogsmisdaden te stoppen, want nogmaals: door het autisme van de narcisten zijn zij niet in staat enige empathie op te brengen voor de vermoorde Palestijnse kinderen, vrouwen en mannen. Bombardementen zijn bedoeld om het verzet van de Palestijnen te breken. Zo denken deze misdadigers. In zijn boek A History of Bombing (2001) zet de Zweedse journalist en auteur, wijlen Sven Lindqvist, uiteen dat enkele maanden na de wapenstilstand in 1918 in Engeland:
‘werd geëist dat de Duitse piloten die Londen hadden gebombardeerd, voor het gerecht zouden worden gebracht als oorlogsmisdadigers. Het Britse Air Ministry protesteerde. Dergelijke processen 'zouden neerkomen op het plaatsen van een strop om de nek van onze vliegers in toekomstige oorlogen.' Aangezien het doel van ook de Britse luchtaanvallen op Duitse steden erop was gericht ‘het moreel van de burgerbevolking (en daarmee hun ‘wil om te winnen’) te breken door aanhoudende bombardementen die zowel levens (civiel en anderszins) zouden vernietigen.' Bovendien zou een verbod 'een vuurzee onmogelijk maken die de hele stad in de as zou moeten leggen.' Het toepassen van de Haagse Conventie in dit soort gevallen zou juist de bedoeling van bombardementen onmogelijk maken.
Dit was topgeheim. In het openbaar bleef de luchtmacht iets heel anders zeggen, net zoals de marine dat in de hele negentiende eeuw had gedaan. Dit was de beste aanpak, schreef de luchtstaf in 1921: 'Het kan beter worden geacht, in het licht van de beschuldigingen van de 'barbaarsheid' van luchtaanvallen, om de schijn op te houden door mildere regels te formuleren en door bombardementen nog steeds nominaal te beperken tot doelen die een strikt militair karakter hebben... om te voorkomen dat de nadruk wordt gelegd op de waarheid dat luchtoorlogvoering dergelijke beperkingen achterhaald en onmogelijk heeft gemaakt.'
Die waarheid, namelijk massale terreur tegen een burgerbevolking om het moreel te breken werd opnieuw bewezen door de Israëlische bombardementen op de Palestijnse burgerbevolking, zoals de hele wereld nu kan zien. Alleen is het nog steeds niet doorgedrongen tot de westerse politici dat zij de barbaren zijn, en dat het merendeel van de wereldbevolking dit nu life kan zien, en daaruit consequenties heeft getrokken. Voor deze bewustwording zal het Westen, met zijn lachwekkende claim op democratie en mensenrechten een hoge prijs betalen. De veronderstelling dat westerse politici het welzijn van de burger beschermen is een grotesque misvatting die de komende eeuw ontelbare slachtoffers zal veroorzaken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten