Jacques Klöters:
In de oorlog hadden vrijwel alle kunstenaars zich aangemeld bij de Kultuurkamer. Hun geweten was niet sterk ontwikkeld, het was te veel gevormd in afhankelijkheid van het publiek. En nu? Door wie wordt nu ons geweten gevormd? Door de visie op ons mens-zijn of door de kijkcijfers? Door de slash-movies, door de t-shirts met eat, fuck, kill? Wat de Duitsers niet lukte met de Kultuurkamer, de gelijkschakeling van de cultuur, het volkomen controleren van de media en het introduceren van een nieuwe geest, dat begon in de jaren negentig anderen aardig te lukken. Vooral de media raakten in de greep van de bezetter. De mensen staarden avond aan avond naar een steeds mooier gekleurde vissenkom en beseften niet dat ze erin opgesloten zaten. Er kwamen voorschriften, formats, codes, zendermanagers, het kwam er allemaal op neer dat het wel leuk moest blijven en dat het hoge kijkcijfers moest opleveren. Groot marktaandeel, grote advertentie-inkomsten en daar draaide het om, zelfs bij de Publieke Omroep die met het Stergeld het marktdenken had binnengehaald. Wie zoals ik in Hilversum werkte, merkte dat het een grote consumptiefabriek was geworden waar niet de afdeling Productontwikkeling waarden en doelen bepaalden maar de afdeling Verkoop. En ergens hoog daarboven zaten mediagiganten en uitgevers die het niet ging om de verspreiding van waarden en cultuur maar om handel in rechten, om kapitaal en om macht.
En toch bleef ik er werken en geld verdienen en ik merkte dat ik me verdedigde met dezelfde argumenten die in de oorlog ook opgeld deden: ik had een gezin, moest mijn hypotheek betalen, de mensen met wie ik werkte waren allemaal goed, mijn eigen programma's waren eilanden van vrijheid binnen de gelijkgeschakelde omroepen, zeg maar gerust dat ik me verzette binnen m'n mogelijkheden. In 1999 zetten Lenette en ik de televisie op zolder en zo verdween hij uit ons dagelijks leven. Het was in de tijd van de gekke koeienziekte, zij was te gevoelig voor al die heftige beelden elke dag. We misten de televisie niet. Als we wel eens keken, schrokken we want alles was ondertussen nòg harder en brutaler en grover geworden op de buis. Werd ik een innerlijke emigrant? Sloot ik me af van werkelijkheid? Ik zat 's avonds in het theater, las veel, ontmoette vrienden in cafés en restaurants, probeerde zelf te leven in plaats van een afgeleid leven voor de tv te leiden. Maar in het verzet gaan? Echt in het verzet?
Ze waren er wel. Het waren mensen die er in Aalsmeer niet aan te pas kwamen, beschouwd werden als sektariërs, paradijsvogels, zonderlingen. Zoekers naar vrede in zichzelf, culturele zwervers op zoek naar een plek waar vrede heerste.
Er zijn ook onderduikers in onze eigen cultuur. Kunst in de kamer, huisconcerten, net als in de oorlog, vijftig gelijkgestemde zielen bij elkaar, spannend! Joop Visser, de totaalweigeraar onder de cabaretiers schikte zich niet, een ongemakkelijk leven, het is zwaar een eigen weg te banen die zo min mogelijk de grote commerciele wegen kruist. Misschien ga je er wel aan kapot... Ik vond dat ik moest proberen me waardig te gedragen, niet te collaboreren, niet de kant van de bezetter te kiezen maar me te verzetten. Er moest toch een echt leven zijn met echte vrijheid, misschien was daar in ieder geval zelfrespect te vinden. Ik vond dat ik het onverwachte moest gaan doen, moest gaan laten zien wat ik werkelijk wilde, het moderne schijngeluk doorprikken, de bezetter ontmaskeren, hem uitlachen of bestrijden. Ik wilde hard zijn maar ook zacht. Door niet ongevoelig te worden voor het leed van anderen. Door zorgeloos te zijn èn betrokken. Door het schijngeluk van anderen te ontmaskeren. Door te laten zien wat origineel denken is en wat werkelijke vrijheid is. Door weer de solidariteit te voelen waar we door bevordering van het eigenbelang en de vervreemding van de ander zo ver van afgedreven zijn. De ander ben je immers zelf.
- En nu? Terugkijkend? Speelt het nog of is de situatie nu anders dan dertig jaar geleden? Is het me gelukt? Al die hooggespannen ideeën?
- Nee. Haast niets ervan heb ik in mijn leven gerealiseerd. Ik ben iemand die zulke dingen kan bedenken en opschrijven, maar niet uitvoeren. Daar schaam ik me voor. Ik zie teveel op tegen een leven tegen de stroom in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten