- Het begint zelfs de huidige elite in Washington en Wall Street te dagen dat de VS een ineenstortend imperium is.
- Jaarlijks besteedt het land meer dan de helft van zijn federale budget, waarover het Congres kan beschikken, aan het militair-industrieel complex.
- Al in 1961 waarschuwde Dwight Eisenhower, oud-opperbevelhebber van de Geallieerde Strijdkrachten in Europa, na acht jaar presidentschap, zijn landgenoten voor de nagenoeg onbeperkte macht van dit complex dat ‘the very structure of our society’ aantast met ‘economic, political, even spiritual’ gevolgen ‘in every city, every statehouse, every office of the federal government.’
- Daarnaast wees president Eisenhower erop dat ‘Every arms dollar we spend above adequacy has a long-term weakening effect upon the nation and its security.’
- Ruim zes decennia later is eenvoudig aantoonbaar dat de macht van dit complex niet is afgenomen, maar juist ontzagwekkend is toegenomen.
- Dit proces is versneld door de gebeurtenissen op 11 september 2001, zoals onder andere blijkt uit het beperken van de ‘burger rechten’ die de inwoners van de VS voorheen genoten. Parallel daaraan zijn de verloren oorlogen tegen Afghanistan, Irak, Libië, en Syrië, en de chaos die de VS in Oekraïne heeft veroorzaakt, kenmerkend voor de absurditeit van de oorlogsoptie.
- In een poging het tij te keren, dat wil zeggen: de Amerikaanse verloren gegane hegemonie te herstellen, is de VS begonnen met het criminaliseren van zowel Rusland als China. Het probleem daarbij is dat hoewel de VS de afgelopen twee decennia biljoenen dollars aan het militair-industrieel complex heeft besteedt, en al vele jaren de wereldranglijst aanvoert wat betreft militaire uitgaven, het land er niet in is geslaagd om zelfs maar de Taliban te verslaan, een groep ongeregeld dat niet eens over een eigen luchtmacht beschikte.
- Hoewel de VS dit jaar twaalf keer meer spendeert aan het militaire apparaat dan Rusland, en de NAVO zeventien keer meer, moet gevreesd worden dat het Westen een gewapend treffen met de Russische Federatie niet zal winnen, terwijl het gevaar van massavernietiging geenszins denkbeeldig is, zoals deskundigen verklaren. https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_countries_by_military_expenditures
- Ondertussen probeert Washington de Europese politieke elite zoveel mogelijk te mobiliseren tegen het vermeende Kwaad dat Rusland heet, of beter nog Poetin, wiens macht steunt op een de meerderheid van de kiezers (75 procent) en de bureaucratie.
- Het gemobiliseerd houden van de Europese elite en haar media is van vitaal belang voor de Amerikaanse machthebbers in het Witte Huis en het Pentagon, enerzijds omdat de buitenlandse schuld van de VS is opgelopen tot meer dan 24 biljoen dollar (24 maal een miljoen keer een miljoen) en oorlogen vanzelfsprekend peperduur zijn, terwijl anderzijds het voor Washington noodzakelijk is dat tevens Europa verantwoordelijk wordt voor de oorlogsmisdaden die onvermijdelijk voortvloeien uit het Amerikaans expansionisme. Daarbij gaat de Amerikaanse elite ervan uit dat door de Europese deelname aan ‘warcrimes’ en ‘crimes against humanity’ mogelijke politieke kritiek van Duitsland zal verstommen. Het mede-schuldig maken is een oude en beproefde mafia-techniek om kritiek te verlammen. Desondanks adviseerde de liberal opiniemaker Ian Buruma in juli 2002, acht maanden vóór de illegale inval in Irak, zijn Europees publiek om een deel van het Amerikaanse ‘dirty work’ over te nemen, ‘and take the risk of being held accountable’ voor die misdaden. Europese oorlogsmisdadigers zouden daardoor, in tegenstelling tot Amerikaanse oorlogsmisdadigers, kunnen worden veroordeeld door het Internationaal Strafhof in Den Haag, ‘een permanent en onafhankelijk hof voor het vervolgen van individuen die verdacht worden van oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide.’
Opmerkelijk is wanneer u op google.nl het begrip ‘waardigheid’ intikt het volgende bericht verschijnt: ‘Our dictionary does not include the word waardigheid. You can add it to your personal dictionary to prevent future alerts. translate van google.nl' Opmerkelijk, maar niet onverklaarbaar, want ook Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal geeft geen omschrijving van wat ‘waardigheid’ precies is, behalve dan dat het een ‘hoedanigheid’ is ‘van waardig’ zijn. De Nederlander heeft weinig op met ‘waardigheid.’ Vooral in de commerciële journalistiek is dit gebrek pijnlijk aanwezig, terwijl toch:
One's life has value so long as one attributes value to the life of others, by means of love, friendship, indignation and compassion.
‒ Simone de Beauvoir.
Gezien de wijd verbreide hoerigheid van de polderpers is het van belang George Orwell’s ‘thought-control’ in vermeend vrije samenlevingen als Engeland te bestuderen. De specialist bij uitstek op dit gebied is Richard Lance Keeble, hoogleraar journalistiek en voorzitter van de Orwell Society. Hij benadrukt dat in het Verenigd Koninkrijk ‘a subtle system of censorship operates which means that unpopular ideas are rarely heard.’ Orwell zelf schreef: ‘The sinister fact about literary censorship in England is that it is largely voluntary. Unpopular ideas can be silenced, and inconvenient facts kept dark, without the need for any official ban,’ en zette uiteen dat:
The British press is extremely centralized, and most of it is owned by wealthy men who have every motive to be dishonest on certain important topics. But the same kind of veiled censorship also operates in books and periodicals, as well as in plays, films and radio. At any given moment there is an orthodoxy, a body of ideas which it is assumed that all right-thinking people will accept without question. It is not exactly forbidden to say this, that or the other, but it is ‘not done’ to say it… Anyone who challenges the prevailing orthodoxy finds himself silenced with surprising effectiveness. A genuinely unfashionable opinion is almost never given a fair hearing, either in the popular press or in the highbrow periodicals.
Keeble voegde in 2015 hieraan toe:
Orwell may have been writing on censorship in the 1940s and the suppression of anti-Stalin views — but his views are equally relevant to an understanding of the media today. As a recent report from the Media Reform Coalition stressed: ‘The ownership of national newspapers remains concentrated in just a few large companies: 70 per cent of the UK national market is controlled by just three companies (News UK, Daily Mail and General Trust, and Trinity Mirror), with Rupert Murdoch’s News UK fully holding a third of the entire market share.’
Despite the myth of freedom, at crucial moments the mainstream press stands united. To take just a few examples: in 1991, during the Desert Storm attacks, all of Fleet Street backed the military response to Iraq’s invasion of Kuwait — as did 90 per cent of commentators. Today, no Fleet Street newspaper backs Jeremy Corbyn as leader of the Labour Party. On television, it is impossible to imagine any newsreader or interviewee wearing the white, pacifist poppy around the time of Remembrance Day commemorations. For as Orwell wrote: ‘Anyone who challenges the prevailing orthodoxy finds himself silenced with surprising effectiveness.’
Orwell’s response to this ‘veiled censorship’ was inspired. Following his experiences in the Spanish civil war, he wrote in ‘Why I Write’ (of 1946): ‘Every line of serious work that I have written since 1936 has been written, directly or indirectly, against totalitarianism and for democratic socialism, as I understand it.’ In this way he engaged in crucial debates with the people who mattered to him: activists and intellectuals of the broad left. So most of Orwell’s journalism and essay writing was either poorly paid or done entirely free for small circulation, literary or left-wing publications… In the United States, he chose not to contribute to the prestigious New York Times but to the left-wing Partisan Review and Politics.
Indeed, from Orwell’s engaged, activist stance came some of the greatest journalism of the last century. https://orwellsociety.com/chomsky-orwell-and-the-myth-of-press-freedom/
Overal in de westerse wereld is de journalistieke mores van de ‘corporate press’ hetzelfde, even hypocriet als misdadig. In mijn beroep staat waardigheid in laag aanzien, zo is mij uit meer dan een halve eeuw ervaring duidelijk geworden. Men huilt er met de wolven in het bos. Conformisme is imperatief wil men geaccepteerd worden; degene die weigert wordt onherroepelijk gemarginaliseerd. Eén van de journalisten die dit aan den lijve heeft ondervonden is de Britse journalist Jonathan Cook, ‘a freelance sub-editor with several national newspapers from 1994 until 1996. He was a staff journalist at The Guardian and The Observer between 1996 and 2001,’ maar zag zich uiteindelijk genoodzaakt te vertrekken om censuur en zelfcensuur te voorkomen. ‘Since September 2001, Cook has been a freelance writer based in Nazareth, Israel.’ In 2011 ontving hij de prestigieuze:
Martha Gellhorn special award for journalism, for his work on the Middle East. The award citation said Cook's work on Palestine and Israel made him ‘one of the reliable truth-tellers in the Middle East,’
zeer tot het ongenoegen van de invloedrijke Israel lobby. Gezien zijn onafhankelijkheid als free-lance journalist wordt zijn werk door de polderpers geboycot. Donderdag 13 januari 2022 schreef Cook:
The world is entering what looks like a new, even more complex cold war, in which any misunderstanding, mishap or false move could rapidly escalate into nuclear confrontation.
The most pressing threat to global security right now isn’t so-called ‘provocations’ by either Russia or China. It is the United States’ misplaced obsession with its own ‘credibility.’
This rallying cry by Washington officials — echoed by the media and allies in London and elsewhere — is code for allowing the US to act like a global gangster while claiming to be the world’s policeman. US ‘credibility’ was apparently thrown into question last summer — and only when President Joe Biden held firm to a pledge to pull US troops out of Afghanistan.
Prominent critics, including in the Pentagon, objected that any troop withdrawal would both suggest the US was backing off from a commitment to maintain the so-called ‘international order’ and further embolden the West’s ‘enemies’ — from the Taliban and Islamic State (IS) group to Russia and China.
In a postmortem in September, General Mark Milley, chairman of the joint chiefs of staff, echoed a view common in Washington: ‘I think that our credibility with allies and partners around the world, and with adversaries, is being intensely reviewed by them to see which way this is going to go — and I think that damage is one word that could be used.’
At the same time, a former defense official in the George W Bush administration judged US credibility after the Afghanistan withdrawal at ‘rock bottom.’
The only way this understanding of US ‘credibility’ makes sense is if one disregards the disastrous previous two decades of Washington’s role in Afghanistan. Those were the years in which the US army propped up a bunch of wildly unpopular kleptocrats in Kabul who ransacked the public coffers as the US launched an arms’ length drone war that ended up killing large numbers of Afghan civilians.
To bolster its apparently diminished ‘credibility’ after the troop withdrawal, the US has imposed crushing sanctions on Afghanistan, deepening its current famine. There have also been reports of CIA efforts to run covert operations against the Taliban by aiding its opponents.
https://www.jonathan-cook.net/2022-01-13/why-washingtons-focus-on-credibility-is-a-recipe-for-war/
Om zijn zwaar aangetaste ‘geloofwaardigheid’ te versterken tracht de Biden-regering en het Pentagon hun Europese satellietlanden mee te trekken in een gewapend conflict met de Russische Federatie. Nu de VS zich gedwongen ziet om de door Washington veroorzaakte chaos in het Midden Oosten te ontsnappen, is het Amerikaans militair-industrieel conflict naarstig op zoek naar een nieuw conflict om zijn oorlogsmaterieel te kunnen slijten, en zijn verlies aan macht af te remmen. Een ter zake deskundige expert was de in 2010 overleden Amerikaanse oud-CIA-adviseur en alom gerespecteerde hoogleraar politicologie Chalmers Johnson. In het begin van zijn boek Blowback. The Costs and Consequences of American Empire (2004) beschrijft Johnson hoe de Verenigde Staten na de Koude Oorlog in plaats van te demobiliseren juist zijn wereldwijd imperium in stand hield en zelfs uitbreidde. In een interview verklaarde hij in 2006 tegenover mij deze ontwikkeling als volgt:
Ik denk dat de belangrijkste reden is wat men met een technische term noemt: ‘Militair Keynesianisme,’ waarmee aangegeven wordt dat het militair-industrieel complex, de wapenindustrie, een integraal onderdeel is geworden van de Amerikaanse economie. In toenemende mate fabriceren wij in de Verenigde Staten niet zoveel. We hebben gezien hoe in de afgelopen decennia onze economie ernstig is uitgehold. Daarentegen produceren we wel massaal wapens, een buitengewoon lucratieve zaak, we verkopen ze wereldwijd. Het heeft nagenoeg niets te maken met de defensie van ons land maar alles met de commerciële belangen van de wapenindustrie. Die industrie is buitengewoon wonderlijk, het heeft maar één klant, er bestaat nauwelijks enige concurrentie en het is geen kapitalisme, maar staatssocialisme. Ik ben van mening dat het belangrijkste punt is dat de beleidsbepalers in de Verenigde Staten zich in 1991, ten tijde van de ineenstorting van de Sovjet Unie, zich simpelweg niet konden voorstellen dat hun economie zou groeien zonder door te gaan met het militair-industrieel complex en dus met de wapenindustrie.
Meer algemeen gesproken was de Verenigde Staten eraan gewend geraakt een imperium te bezitten en om op elk continent de dienst uit te maken, te geloven dat het praktisch overal bij elk besluit betrokken moest zijn. Tegelijkertijd was het al in 1991 niet langer meer in een economische positie om zijn wereldwijd imperium te handhaven. Desondanks zocht het onmiddellijk na de val van de Sovjet Unie naar en vervangende vijand terwijl het zich dat niet kon permitteren. Eén van kwalijkste aspecten van het besluit om als het ware de Koude Oorlog voort te zetten was het feit dat de Verenigde Staten geen rekening hield met de mogelijkheid dat het dezelfde weg zou opgaan als de Sovjet Unie. Ook wij zijn in steeds grotere problemen geraakt door ‘imperial overstretch’ (dat wil zeggen: het rijk kost meer dan het opbrengt), door een toenemend economisch verval en door de overmatige afhankelijkheid van de wapenindustrie. Daarnaast krijgen we steeds meer te maken met wat de CIA noemt ‘blowback,’ een term daterend uit 1953 toen de Amerikaanse overheid in het geheim betrokken was bij de omverwerping van een democratisch gekozen buitenlandse regering, te weten de Iraanse premier Mohammed Mossadeq die de oliebronnen had genationaliseerd. Blowback betekent de onbedoelde consequenties van geheime buitenlandse operaties. Het is daarbij belangrijk te benadrukken dat het hier wraakneming betreft voor VS-operaties die volstrekt geheim gehouden werden voor het Amerikaanse publiek, natuurlijk niet voor de slachtoffers ervan. Het resultaat is dat zodra er represailles volgen de Amerikaanse burger volstrekt onvoorbereid is en de gebeurtenissen niet kan zien in termen van oorzaak en gevolg. De aanslagen van 11 september 2001 zijn het duidelijkste voorbeeld daarvan. In plaats van te vragen waarom ze ons haten, had president Bush zich beter kunnen afvragen wie op aarde ons niet haat, en ons haat met goede redenen.
Desgevraagd vertelde professor Chalmers Johnson mij:
Waar mijn huidige boeken in feite over gaan is de mate waarin de Verenigde Staten een bepaalde macht heeft ontwikkeld die niet toegestaan is in onze bestuursvorm. Het Pentagon, de inlichtingendiensten, de wapenindustrie die totaal verweven is met het Pentagon, zijn machtige instituten die niet meer democratisch gecontroleerd worden. Nagenoeg alles dat ze doen is geheim en ze vergroten de macht van de president enorm. Feiten waarvoor Eisenhower al 45 jaar geleden in zijn presidentiele afscheidstoespraak waarschuwde. Wat we nu zien is vergelijkbaar met de ontwikkeling van het antieke Rome. De democratische republiek verandert stap voor stap in een militair imperium. Er is nu sprake van militarisme en niet in de allereerste plaats defensie. Militarisme is een manier van leven, waarbij de strijdkrachten worden verheerlijkt en de natie wordt verheven boven vrijheid en de democratische instituten die de vrijheid moeten garanderen. Bovendien is het gevaar van militarisme dat het instabiel is en net als bij andere imperia bevat het de zaden van zijn eigen vernietiging. Deze radicale omslag is door de Koude Oorlog veroorzaakt. Het feit dat de Verenigde Staten na de val van de Sovjet Unie niet demobiliseerde, niet terugkeerde naar een burgerlijke, op vrede gerichte economie toont aan dat het een dekmantel was voor iets fundamentelers, namelijk de poging van Washington om na de Tweede Oorlog een imperium te scheppen dat het Britse rijk zou vervangen. En momenteel hebben we een president en een regering die voor altijd onbeheerste ambitieuze projecten nastreven. President George W. Bush verklaarde zelfs eens dat het zijn taak was om de wereld van boosdoeners te ontdoen, een absurde onderneming die alleen kan eindigen in het definitieve bankroet van de Verenigde Staten.
Als grote vijand wordt vandaag de dag nog het islamitisch fundamentalisme gezien, maar geleidelijk aan wordt een nieuwe vijand gecreëerd, te weten China. Tegelijkertijd fabriceert China met zijn lage lonen in toenemende mate onze producten. Zowel de Republikeinse- als de Democratische partij zijn volslagen schizofreen over dit onderwerp. De neoconservatieven, de militaristen, waarschuwen voor de opkomst van China, de nieuwe belangrijke macht in Oost Azië met de snelst groeiende economie op aarde, en het bevolking-rijkste land ter wereld. Het moet zonodig militair in bedwang worden gehouden, er worden al militaire oefeningen daarvoor gehouden. Aan de andere kant staan de Fortune500, de belangrijkste Amerikaanse industriële concerns, die bijna volkomen afhankelijk zijn van de Chinese productie. Zo is het grootste handelstekort ontstaan dat ooit door een natie is gemaakt. Bovendien zijn we tot op zekere hoogte ook anderszins volledig afhankelijk van China, het behoort tot de belangrijkste financiers van onze ontzagwekkende staatsschuld. Dit soort zaken hebben de Verenigde Staten in een buitengewoon kwetsbare positie gedrongen. Het is wonderlijk om te claimen een nieuwe Rome te zijn en tegelijkertijd de natie te zijn met de grootste buitenlandse schuld. Onze regering beledigt China regelmatig of provoceert het door vlakbij de Chinese kust militaire oefeningen te houden met vliegtuigschepen en speciale eenheden, of door het steunen van het Indiase kernwapenprogramma. Het is extreem dwaas van ’s werelds grootste schuldenaar om door te gaan met het beledigen van zijn bankier. Onze bankier mag dan wel op dit moment belang hebben bij het drijvende houden van Amerika, maar dat belang kan snel veranderen.
Het feitelijke probleem is dit: in de twintigste eeuw was het fundamentele vraagstuk in de internationale politiek of de gevestigde machten, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, zich konden aanpassen aan de opkomende machten Rusland, Duitsland en Japan. Zoals we weten konden ze dat niet, en dit leidde tot twee desastreuze wereldoorlogen. De vraag voor de 21ste eeuw is of de gevestigde machten vandaag de dag daartoe wel in staat zijn, en tot nu toe ziet het er niet goed uit. Onze taak ten opzichte van China is aanpassing, niet omsingeling, niet oorlog. Een oorlog met China zou de machthebbers in Beijing, die zich nu bijna totaal wijden aan de uitbreiding van de commercie, militariseren. En het zou een oorlog zijn die de Verenigde Staten, net als in Vietnam, verliest. Daarom is het speculeren over een oorlog met ’s werelds oudste en bevolking-rijkste samenleving het toppunt van dwaasheid. Ik heb in Hong Kong gewoond en de standaardgrap daar was dat China alleen maar een paar slechte eeuwen had doorgemaakt, en dat het nu weer helemaal terug is. En inderdaad, China is terug en we zullen ons daaraan moeten aanpassen. Het Amerikaanse beleid van het sturen van troepenschepen, vliegdekschepen en kruisraketten naar het westelijk deel van de Stille Oceaan is een anachronisme. Het echte vraagstuk is hoe we ons aanpassen aan China als commerciële supermacht en aan de daaruit vloeiende enorme sociale- en milieu schade. In plaats van een confrontatiepolitiek te voeren zouden we juist China moeten helpen met zaken die internationale consequenties hebben.
Elke economische verandering heeft tegenwoordig wereldwijde gevolgen. Het verplaatsen van banen naar lage lonen landen heeft een ingrijpend effect op de Westerse wereld, want als hier een structurele werkloosheid ontstaat wie kan dan nog de producten kopen die daar worden geproduceerd? Juist dit soort fundamentele problemen leidt tot de ineenstorting van de wereldeconomie. Wie kan zich straks de enorme productiecapaciteit permitteren? Tegenwoordig lenen Amerikaanse burgers geld om auto’s te kunnen kopen die in Mexico zijn gemaakt en waarvoor de Mexicaanse arbeiders geen geld hebben. Het tragische is dat dit onderwerp door onze massamedia wordt behandeld alsof het een technisch economisch vraagstuk is, waarover in een esoterisch jargon wordt bericht. Zo is volgens de Amerikaanse pers ons probleem met China er één van wisselkoersen. De yuan zou ten opzichte van de dollar bewust door Beijing worden ondergewaardeerd waardoor de Chinese arbeid en dus hun producten te goedkoop zijn. Maar die beschuldiging is absurd, want ook al zou de Chinese munteenheid worden opgewaardeerd dan zal dit geen merkbaar effect hebben op de handelsstromen, de Westerse concerns zullen altijd naar de laagste lonen blijven zoeken. Het heeft dus allereerst te maken met onze irrationele economische politiek. De merkwaardige handelsstromen die volledig uit balans zijn, het onvermogen van de Amerikanen om zich hieraan aan te passen, hun overconsumptie, die kunnen allemaal niet blijven doorgaan en dat zal ook niet gebeuren. De vraag is alleen welke gebeurtenis dit proces zal veranderen. Het zou kunnen zijn dat de Chinezen en Japanners, die de Amerikaanse schuld financieren, op een bepaald moment besluiten hiermee te stoppen. Het zou de olie kunnen zijn. Sinds Nixon in 1971 de goudstandaard afschafte wordt de waarde van de dollar niet langer meer door goud maar voornamelijk door olie bepaald. Dat komt door de overeenkomst uit 1945 met Saoedi Arabië waarbij Washington de veiligheid van de koninklijke familie garandeerde in ruil voor de toezegging van het regime dat het de olie in dollars zou laten betalen. Daardoor moeten naties dollars kopen, terwijl ze weten dat het economisch niet verstandig is. Maar dit kan natuurlijk razendsnel veranderen en zou een genadeklap zijn voor de Verenigde Staten.
http://home.planet.nl/~houck006/johnson.html
Vanzelfsprekend wordt de geopolitieke werkelijkheid door de westerse mainstream-media verzwegen, aangezien de realiteit de propaganda belachelijk maakt. Hoe gevaarlijk ver de meest invloedrijke opiniemakers van de werkelijkheid zijn afgedreven, demonstreert de bekendste New York Times-columnist Thomas Friedman, die vandaag, donderdag 27 januari 2022, in de internationale editie van de Times schrijft:
It was when Biden told President Vladimir Putin that Russia has something much more important to worry about than whether Ukraine looks East or West — namely, ‘a burning tundra that will not freeze again naturally.’
My translation: Yo, Vladimir, while you’ve been busy putting your ‘little green men’ into Ukraine — all those masked Russian soldiers in green uniforms without insignia — little green shoots have been popping up in your warming tundra. Siberia had a totally freakish, hyper-extreme weather event — a forest fire that firefighters had to stomp out with their boots because the local water sources were all frozen.
I’m pretty sure this was the first time a U.S. president ever tried to persuade a Russian leader to get out of his neighbor’s front yard and focus instead on saving his own backyard — because as Siberia is affected by climate change, it will threaten Russia’s stability a lot more than anything that happens in Ukraine.
https://www.nytimes.com/2022/01/25/opinion/president-biden-russia-ukraine.html
Hier overschrijdt de propaganda de grenzen van het absurde. Friedman doet alsof het smelten van de permafrost een exclusief Russisch probleem is, terwijl in werkelijkheid de ‘Permafrost occupies nearly 65% of the territory of the Russian Federation,’ en het massaal vrijkomen van methaan de opwarming van de aarde versnelt, en de gehele wereld bedreigt, niet alleen Poetin, zoals Friedman beweert in zijn anti-Poetin propaganda. Desondanks blijft de westerse ‘corporate press’ de geesten rijp maken voor een oorlog met Rusland.
In high-latitude regions of the Earth, temperatures have risen 0.6 °C per decade, twice as fast as the global average. The resulting thaw of frozen ground exposes substantial quantities of organic carbon to decomposition by soil microbes. The permafrost region contains twice as much carbon as there is currently in the atmosphere. A substantial fraction of this material can be mineralized by microbes and converted to CO2 and CH4 on timescales of years to decades. At the proposed rates, the observed and projected emissions of CH4 and CO2 from thawing permafrost are unlikely to cause abrupt climate change over a period of a few years to a decade. Instead, permafrost carbon emissions are likely to be felt over decades to centuries as northern regions warm, making climate change happen faster than we would expect on the basis of projected emissions from human activities alone.
https://www.climatechangepost.com/russia/permafrost/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten