Angst: de hoofdingang naar de hersenen
Onze samenlevingen zijn met het virus als drager in een mentale chaos gestort, ontdaan van wezenlijke menselijke structuren en solidariteit. Niet ratio en informatie, feiten en kritiek zijn de basis voor haar bestaan als ontwikkelde samenleving maar emotie en desinformatie, narratief en censuur. Een situatie van angst is gecreëerd waarin historische vrijheidsbeperkingen kunnen worden opgelegd. Om uit de chaos te komen wordt maar één uitweg geboden. Wie niet meegaat naar die uitgang, wordt verdacht gemaakt of erger persoonlijk aangevallen door mede-burgers of de almachtige staat. Hoe kon een samenhangende maatschappij zo snel desintegreren?
In een tweeluik zoeken we naar mogelijke antwoorden. Dit is deel 1.
Vrijheid hoogste goed?
Er wordt algemeen aangenomen dat vrijheid voor de mens het hoogste goed is voor een waardig leven in zelfstandigheid. Noodzakelijk voor zelfontplooiing en zelfverwerkelijking. Mooie woorden uit de behoeftenpyramide van Maslov.
Maar is dat wel zo? Waar we nu al 18 maanden getuige van zijn is dat mensen vrijheid net even (voor sommigen, veel) lager inschalen dan veiligheid. Sterker het begrip komt niet eens voor in de beroemde behoeftenpyramide van Maslov. We moeten het er mee doen dat het een noodzakelijke voorwaarde is voor de hoogste behoeften vallend onder zelfactualisatie.
Met de komst van Corona, het onbekende virus waarvan al direct bekend was dat het ons oude normaal zou afpakken, lijkt vrijheid zoals we dat kenden bij het oud vuil gezet. Maar over welke vrijheid hebben we het eigenlijk? Sommigen ervaren deze Coronatijd helemaal niet als een tijd met ingeperkte vrijheden. Dan moeten ze het toch over een andere betekenis van vrijheid hebben, dan ik bedoel. Want als je met vrijheid bedoelt de vrijheid om naar IKEA om nieuwe pannenset te kopen, een dagje te gaan wandelen, dan is het wellicht nog te begrijpen.
Vrijheid in de zin van burgerrechten gaat nog een stap verder. Echte volwaardige vrijheid is zelf mogen beslissen over met wie je omgaat, wat je gelooft, wie je wilt zijn, waar je wilt zijn, welke medische behandeling je wilt ondergaan. Ook de vrijheid om risico’s te nemen zonder dat de samenleving je daar met het onthouden van zorg voor straft. Om burger te kunnen zijn moet je ook goed geinformeerd worden, een effectieve stem kunnen uitbrengen over voor jou relevante ontwikkelingen. Vrijheid betekent ook je stem in het openbaar op straat (demonstraties) en in de publieke media (debatten en interviews) kunnen uiten. Om een factor van invloed te kunnen zijn moeten burgers zich kunnen verenigen, manifestaties kunnen houden. En die burgervrijheden zijn momenteel fors aangetast.
Angst maakt volgzaam
Erich Fromm was een internationaal bekende Duits-Amerikaanse (sociaal) psycholoog en filosoof. In 1942, in de jaren van de Tweede Wereldoorlog dus, schreef hij het boek ‘Fear for Freedom’. Hierin spreekt hij het beeld tegen dat de mens altijd strijdt voor meer vrijheid en daarmee tirannen overwon om democratieën te vestigen. Zo wordt ook de Tweede Wereldoorlog verklaard, als een oorlog tegen tirannie en onvrijheid.
De aanloop tot deze oorlog, een oorlog dat zich kenmerkte door een orgie van geweld, laat een heel ander beeld zien. Zo lijkt Fromm met zijn boek, nogmaals dus geschreven in 1942, een verklaring te zoeken voor de gewilligheid die het Duitse volk ten toon spreidde voor het nationaalsocialistische paradijs die de leider in het vooruitzicht stelde. De erbarmelijke economische omstandigheden na de beurscrash van 1929 maakte dat iedere welsprekende charlatan die herstel beloofde de aandacht kreeg. Toen duidelijk werd dat de NAZI’s nog andere plannen koesterden die het leven van ontelbare Duitsers zou veranderen en geweld het instrument van beleid werd, nam de angst het over van de mooie beloften dat een nieuwe maatschappij zou ontstaan. Joseph Goebbels, de NAZI-minister van propaganda, zou hebben gezegd dat de enige reden waarom de NAZI’s de Duitsers meekregen angst was. Geen ideologische bevlogenheid, maar platte angst. Intimidatie was aan de orde van de dag. Wie zijn mond voorbij praatte kon marteling tegemoet zien dat meestal tot gevangenschap en de dood leidde. De eerste concentratiekampen waren niet voor de Joden, maar voor de ‘gewone’ Duitser: de communist, de criticus, de intellectuelen, de politicus, de vakbondsleider.
En toen kwam Corona.
In Nederland zou het gewillige gedrag van de Duitsers in de 1930-er jaren na de oorlog lang worden geweten aan het gezagsgetrouwe karakter van de oosterburen. De Nederlander zette zich hierbij af als een vrijbuiter, een rebel, die nooit zo getrouw een overheid zou volgen. Na generaties van een onbezorgd leven in een democratie, een samenleving zonder structurele angst, en zeker niet van overheidswege, kwam in maart 2020 Corona. In een amper geanalyseerde toespraak van de minister-president (en vrijwel alle andere regeringsleiders) werd zowel de komst van een ‘onbekend virus’ aangekondigd, tegelijk met het achter ons laten van onze samenleving zoals we die kenden. Hoewel onbekend, zou het virus ons naar een Nieuw Normaal brengen.
Inmiddels hebben velen van ons al een doorkijkje naar dat Nieuwe Normaal. Onder druk van angst voor het virus werden vrijheidsbeperkingen opgelegd die niet eerder in de geschiedenis van democratieën waren ingevoerd. We hoeven die maatregelen hier niet op te sommen, we kennen ze nog en na 18 maanden liggen ze te wachten op een mogelijk hernieuwde inzet. Sommigen maatregelen lijken bij veel mensen blijvend te zijn: mondkapjes, geen handen schudden en 1,5 meter afstand houden. Is dat soms het Nieuwe Normaal? Nog steeds kunnen sommige mensen andere toesnauwen die bij de marktkraam te dichtbij te staan, nog steeds angst hebben voor het virus. We voelen allemaal het ongemak als we vrienden of kennissen sinds lang weer zien. Onhandig gewapper met de handen verraden de angst voor een geweigerde uitgestoken hand. Want mag dat na 18 maanden nog steeds niet? Wanneer dan wel?
Daar staat die dan die ‘nuchtere Nederlander’. Het mensensoort dat haar lot niet zomaar in overheidshanden zou leggen. Maar de wereld en daarmee Nederland lijkt in een open psychiatrie te zijn veranderd. Angst om andere mensen aan te raken, nabij te komen. Angst om zonder mondlap in het openbaar vervoer ‘betrapt’ te worden. Na de start van Corona zijn Nederlanders niet bepaald helden gebleken. Blootgesteld aan een 24/7-angstcampagne die nu al 18 maanden aanhoudt, is de Nederlander minstens zo volgzaam als haar oosterburen. Werden de Duitsers marteling en gevangenschap in het vooruitzicht gesteld om conformisme af te dwingen, in Coronatijd is een vaag virus dat met voortdurende onbetrouwbare testen wordt ‘aangetoond’, al genoeg om menselijke relaties te verstoren of voor eeuwig kapot te maken. Het verklikken van spelende kinderen, aangifte bij de politie, het werd normaal in het Nederland van 2020. De politie werd afstandsmeter, burgemeesters lieten drones los op jongeren in het park, blauwe politieheli’s bewaakten de ‘besmettingshaarden’. En velen handhavers deden hun werk met de grootst mogelijke inzet, kritiekloos de opdracht uitvoerend. Mensenrechten? Grondwet? Het leek de uitvoerders van de macht niet te hinderen, ‘regel-is-regel’. Onder dwang van waanzinnige boetes afgedwongen. Hoe onzinnig die regels ook waren en nog steeds zijn. Rechters voelen de druk om geen uitspraken te doen die tegen het overheidsbeleid ingaan. In Duitsland worden rechters door de overheid belaagd als ze bepaalde Coronamaatregelen ongrondwettelijk verklaren.
Zo’n machtsregiem trekt ook types aan die geweld als een warm bad ervaren. De Joodse psychiater Leon M. Goldensohn was aangesteld als psychiater in de gevangenis in Neurenberg, waar 21 NAZI-kopstukken gevangen zaten. Hij sprak met een aantal van hen.Goldensohn: ‘De meesten bleken ‘goede huisvaders’ te zijn en velen hadden een uitstekende opleiding of een professionele training genoten.‘ Verder over het NAZI-regiem: ‘Het systeem trok ook talloze idioten aan: raszuivere antisemieten (hier in haar eigenlijke betekenis, red.), pure nationalisten, meelopers, geestesgestoorden, mensen met een minderwaardigheidscomplex en wanhopige carrièretijgers.’
Een ongekende censuur deed haar intrede. Wie het officiële narratief durfde, en nog durft te bevragen of bekritiseren kon en kan rekenen op repercussies. Wie demonstreert voor herstel van de grondrechten kan rekenen op intentioneel politiegeweld. Wie zich online afwijkend uit kan rekenen op digitale pek en veren.
In ruil voor een ongestoord terrasbezoek of een vakantie in Italië laat ook de Nederlander kritiekloos een dubbele inenting toe met een vloeistof die nog niet eerder door menselijke aderen heeft gestroomd.
Kortom als de omstandigheden er naar zijn, angst, censuur, mediale manipulatie en repressie, blijkt de Nederlander net zo volgzaam (mogen we van Rutte al handen schudden?) als onze oosterburen, net zo kritiekloos, net zo naïef achter het verhaal aan lopend. Tot zover de Nederlander als held, als nazaat van ‘zeehelden’ De Ruijter en Tromp.
Dit is deel 1 van angst als drijfveer van massaal gedrag. Deel 2 volgt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten