woensdag 26 mei 2021

Dappere Joden In Israel Versus Laffe Zionisten Buiten Israel

De vraag is waarom de commerciële polderpers iemand als Anet Bleich die zich zo ‘verbonden’ voelt met de, volgens Human Rights Watch, zionistische 'Apartheidsstaat' telkens weer onweersproken aan het woord laat. In een ‘Gastcolumn’ in De Groene Amsterdammer pleitte mevrouw Bleich in juni 2015 voor een ‘Een linkse stedenband’ tussen Amsterdam en Tel Aviv, dat officieel ook het etnisch gezuiverde Jaffa omvat. ‘Tel Aviv’ is ‘het ándere Israël,’ aldus deze zioniste, en ‘Amsterdam moet’ dit ‘weten.’ Waarom vertelde de zionist er niet bij. Wat ‘Amsterdam’ kennelijk niet van haar hoefde te weten was dat:

Jaffa was the largest city in historic Palestine during the years of the British mandate, with a population of more than 80,000 Palestinians in addition to the 40,000 persons living in the towns and villages in its immediate vicinity. In the period between the UN Partition resolution (UNGA 181) of 29 November 1947, and the declaration of the establishment of the State of Israel, Zionist military forces displaced 95 percent of Jaffa’s indigenous Arab Palestinian population. Jaffa’s refugees accounted for 15 percent of Palestinian refugees in that fateful year, and today they are dispersed across the globe, still banned from returning by the state responsible for their displacement…


In the early 1950s, Jaffa was administratively engulfed by the Tel Aviv municipality that became known as Tel Aviv-Yafo; the Palestinians of Jaffa went from being a majority in their city and homeland to the two-percent ‘enemies of the state,’ a minority of Israel’s main metropolis. The municipality immediately began drawing up plans for what they called the ‘Judaization’ of the city, renaming the Arabic streets of the city after Zionist leaders, demolishing much of the old Arab architecture, and completely destroying the buildings in the surrounding neighborhoods and villages that were depopulated during the 1948 Nakba. The new curriculum introduced in Palestinian schools denied that the place had any Arab-Palestinian history at all, a facet of the Israeli education system that continues until today.

https://electronicintifada.net/content/jaffa-eminence-ethnic-cleansing/8088 


Hoewel de journaliste Bleich die zich publiekelijk een ‘linkse jodin’ noemt, wel het Recht op Terugkeer bezit — overigens zonder dat zij kan bewijzen dat haar voorouders daar ooit hebben geleefd — bezitten de oorspronkelijke bewoners van Jaffa dit recht niet. Interessant is tevens dat de inwoners van Jaffa en omgeving behoorden tot de ongeveer ‘250,000–300,000 Palestinians fled or were expelled before the Israeli Declaration of Independence in May 1948, a fact which was named as a casus belli for the entry of the Arab League into the country, sparking the 1948 Arab–Israeli War.’ 

https://en.wikipedia.org/wiki/1948_Palestinian_exodus 


Ook de beschuldiging dat ‘de Joden’ in 1948 zonder enige rechtsgeldige reden door Arabische landen werden aangevallen blijkt dus bij nadere beschouwing te berusten op zionistische propaganda. Wanneer Bleich in 2015 stelt dat: 


voor mij als linkse jodin is het even belangrijk om zeker te weten dat het bestaansrecht wordt erkend van Israël binnen de grenzen van 1967 als staat van al haar burgers (joods, Palestijns, druzisch of bedoeïen) en als Joods Nationaal Tehuis,


zonder een woord te wijden aan de grootschalige etnische zuivering van 1947 en 1948, dan is eveneens deze voorstelling van zaken niet meer dan de bekende zionistische hasbara. Bovendien suggereert zij dat ‘de grenzen van 1967’ corresponderen met het gebied dat de Verenigde Naties in 1947 aan de zionisten toebedeelde. Ook dat is onjuist. De staat Israel kreeg destijds ongeveer 53 procent van het voormalige Britse mandaatgebied Palestina. Maar in 1948 bezetten de linkse en rechtse Joodse milities  meer dan de helft van het resterende land, 25 procent om precies te zijn, waardoor er slechts 22 procent overbleef voor een Palestijnse staat. Tijdens de onderhandelingen voor de Oslo Akkoorden in 1993 gingen de Palestijnse onderhandelaars ermee akkoord dat de door Israel bezette 22 procent alsnog eigendom van Israel zou worden, op voor waarde dat Israël een Palestijnse staat zou accepteren. Dit nu werd door extremistische zionisten als Benjamin Netanyahu resoluut van de hand gewezen, want ook hij was, net als Ben Goerion, voor een Eretz Israel, een zo groot mogelijk Israel zonder Palestijnen. Dus als mevrouw Bleich in2015 eist dat het voor haar ‘als linkse jodin even belangrijk [is] om zeker te weten dat het bestaansrecht wordt erkend van Israël binnen de grenzen van 1967,’ terwijl het zionistisch regime jaar in jaar uit doorgaat met het stelen van Palestijns land in de bezette Westbank, en Gaza hermetisch blijft afsluiten van de buitenwereld, dan is haar eis ronduit even dwaas als lachwekkend. Ook dit is een symptoom van het autisme van deze ‘linkse jodin,’ die over twee paspoorten kan beschikken, terwijl er Palestijnse vluchtelingen zijn, die van geen enkel land ingezetene zijn. Geen woord daarover van Anet Bleich, die tevens angstvallig verzwijgt dat Israel lid mocht worden op voorwaarde dat de Palestijnse vluchtelingen geheel in lijn met het internationaal recht, zouden mogen terugkeren. Dit alles interesseert de ‘linkse jodin’ niet, voor haar is alleen haar Recht op Terugkeer van belang. En de spreekbuis van de hedendaagse polder-intellectuelen De Groene Amsterdammer laat niemand Bleich tegenspreken, met als gevolg dat de geschoolde lezer van het weekblad het volgende proza van Bleich krijgt opgediend:


Het voorstel van burgemeester Eberhard van der Laan voor een stedenband tussen Amsterdam, Tel Aviv en Ramallah doet me qua wijsheid aan de bijbelse vorst Salomon denken. Amsterdam, het bruisende, multiculturele centrum van Nederland. Tel Aviv, de modernste, meest progressieve stad in Israël. En Ramallah, provisorische hoofdstad van de staat-in-wording Palestina, die dat voorlopig wel zal blijven, omdat het zo wenselijke vredesakkoord tussen Israël en Palestina met West- en Oost-Jeruzalem als respectievelijke hoofdstad spijtig genoeg nog niet in zicht is. Twee staten voor twee volkeren, het zal na alle bloed en tranen alsnog de enige draaglijke uitweg blijken. Goed dat Amsterdam in die tussentijd niet passief toekijkt, maar de dialoog probeert te bevorderen door het aangaan van die band met Tel Aviv en Ramallah.



Welke ‘dialoog’? En met wie? Met Tel Aviv? waar een niet geringe mate van Arabieren-haat bestaat, en waar de zogeheten ‘Judaization’ van Jaffa gewoon doorgaat, zoals ik zelf uitgebreid heb kunnen zien:


renaming the Arabic streets of the city after Zionist leaders, demolishing much of the old Arab architecture, and completely destroying the buildings in the surrounding neighborhoods and villages that were depopulated during the 1948 Nakba.


Wat de ‘wijsheid’ van Salomon te maken heeft met de culturele genocide van Arabisch gebied, kan Bleich niet duidelijk maken in haar pleidooi. En wat haar bewering als zou ‘Tel Aviv, de modernste, meest progressieve stad in Israël’ zijn, donderdag 13 mei 2021 berichtte The Guardian:


Late on Wednesday a mob of far-right Israelis dragged a man they thought was an Arab from his car and beat him until he lay on the ground motionless and bloodied.


Footage of the attack in Bat Yam, a Tel Aviv suburb, was broadcast live on television but police and emergency services did not arrive on the scene until 15 minutes later, while the victim lay motionless on his back in the middle of the street…


Elsewhere in Bat Yam, a group of black-clad Israelis smashed the windows of an Arab-owned ice-cream shop and ultra-nationalists could be seen chanting: ‘Death to Arabs!’ on live television during a standoff with border police.

https://www.theguardian.com/world/2021/may/13/live-tv-shows-israeli-mob-lynch-motorist-in-tel-aviv-suburb 


Nog afgezien van een gebrek aan logica, valt tevens de volgende absurde formulering op:  


Ramallah, provisorische hoofdstad van de staat-in-wording Palestina, die dat voorlopig wel zal blijven, omdat het zo wenselijke vredesakkoord tussen Israël en Palestina met West- en Oost-Jeruzalem als respectievelijke hoofdstad spijtig genoeg nog niet in zicht is.


Wat probeert Bleich met deze vaagheden te vertellen? En wat tracht zij als zionistische propagandiste te verhullen? Waarom zwijgt zij zo angstvallig over de exacte oorzaak van het feit dat het ‘zo wenselijke vredesakkoord’ zo ‘spijtig genoeg nog niet in zicht is.’ Trouwens, ‘spijtig’ voor wie? Niet voor premier Netanyahu die vanaf het allereerste begin weigerde de Oslo-Akkoorden te accepteren, en die net als de eerste premier van Israel,  David Ben-Goerion, streeft naar het veel grotere Eretz-Israel.


Het probleem van de mainstream-pers is dat zij bevooroordeeld is en schrikbarend slecht geïnformeerd, waardoor een Bleich decennialang met propagandistische praatjes het rijk alleen heeft. Elk feit dat niet past in de zionistische ideologische weigert ze te accepteren, of verzwijgen zij en haar zionistische vrienden. Daarnaast bezoeken zij de bezette gebieden niet, zoals haar overleden echtgenoot, Max van Weezel en Leonard Ornstein, mij eens op het vliegveld van Tel Aviv vertelde. De aangevoerde reden was dat aangezien zij joods zijn, het dan ‘te gevaarlijk [is] om door de bezette gebieden te reizen.’ Het was een non-argument aangezien ik met notabene joods-Nederlandse en Joods-Israelische vredesactivisten door zowel de Westbank als Gaza heb gereisd, terwijl het Israelische leger er massaal geweld pleegde. Daar komt nog bij dat de prominente kritische Joods-Israelische journaliste Amira Hass van het dagblad Haaretz daar al heel lang temidden van de Palestijnen woont. Een voorbeeld van zionisten met uitgesproken extremistische opvattingen zijn de aanhangers van is de zionistische organisatie Betar in Nederland, die zich beroepen op de ultrarechtse mede-grondlegger van Israel, Ze’ev Jabotinski, een uitgesproken fascist die vriendschappelijke banden onderhield met Benito Mussolini. Volgende keer meer over Betar. 



In schril contrast met de lafheid van veel Pro-Israel zionisten buiten Israel staat de exemplarische dapperheid van Joodse dissidenten in Israel zelf, die al heel lang zich verzetten tegen de terreur van het zionistisch regime. Eén van hen is de man op dit portret:


Eitan Bronstein: ‘Wij Joden in Israël leven hier niet echt, we zijn niet geworteld in dit land.’

Gesprek met Eitan Bronstein, de voormalige joodse directeur van Zochrot, een in 2002 opgerichte Israëlische organisatie, die de joods-Israëlische bevolking bewust wil maken van de Palestijnse ‘Nakba, de Palestijnse catastrofe van 1948… door die te herdenken, erover te getuigen, te erkennen en te helen.’

Bronstein vertelt dat de meeste Joden in Israël onwetend zijn over de Nakba. Bovendien ontkennen ze die catastrofe. ‘De verschrikkingen zijn uit het collectieve bewustzijn gewist, ondanks het feit dat er natuurlijk wel vele duizenden Joden in Israël leven die meegedaan hebben aan het massaal verdrijven van de Palestijnen.’ Zochrot heeft als leidraad de uitspraak van Walter Benjamin dat een historicus ‘het als zijn taak beschouwt om tegen de draad in te gaan.’ Benjamin, een joodse intellectueel die op de vlucht voor de nazi’s tenslotte zelfmoord pleegde, was ‘er diep van overtuigd dat zelfs de doden niet veilig zijn voor de vijand als die wint.’ Over de context van het werk van Zochrot staat in hun kleine brochure: 


De zionistische collectieve herinnering bestaat zowel in ons culturele als fysieke landschap, maar de zware prijs die de Palestijnen betaalden – in levens, in de vernietiging van honderden dorpen, en in de voortdurende hopeloze situatie van de Palestijnse vluchtelingen – krijgt weinig publieke erkenning. De Nakba is afwezig in het onderwijsprogramma, in de meeste geschiedenis- en geografieboeken, en zelfs op de kaart van het land, aangezien Palestijnse plaatsen verwijderd zijn en een ander naam hebben gekregen. Zelfs vandaag de dag bestaat er geen officiële Israëlische erkenning of herdenking van de Nakba. Zochrot spant zich in om de geschiedenis van de Nakba toegankelijk te maken voor het Israëlische publiek, om zodoende Joden en Palestijnen te laten deelnemen aan een open en uitvoerige beschrijving van onze pijnlijke gemeenschappelijke geschiedenis.


Zochrot hoopt daarmee:


een kwalitatieve verandering aan te brengen in de politieke dialoog van deze regio. Erkenning van het verleden is de eerste stap in het verantwoording nemen voor zijn gevolgen. Erkenning moet gelijke rechten opleveren voor alle volkeren van dit land, met inbegrip van het recht van de Palestijnen om naar hun huizen terug te keren. 


Eitan Bronstein voegt daaraan toe: 


Het oprichten van herdenkingstekens op de ruïnes van Palestijnse dorpen is een wezenlijk onderdeel van het cultiveren van civiele en nationale gelijkheid, en is een uitdaging aan de geschreven geschiedenis die in het landschap is gegraveerd. Het zichtbaar maken van de vernietigde dorpen is een uitdrukking van menselijkheid, het schept openheid en betekent het nemen van verantwoordelijkheid, en het begint het proces van catharsis binnen de Joodse gemeenschap.

Norma Musih, een Joodse onderwijzeres uit Jaffa die betrokken is bij het werk van Zochrot schrijft: 


Reizend door Israël kan men wegwijzers zien, markeringen en herdenkingstekens die het joods-Israëlische verhaal creëren en ondersteunen. Joods-Israëlische gebeurtenissen die meer dan 2000 jaar geleden plaatsvonden worden door deze herdenkingstekens gehuldigd, terwijl nergens Palestijnse herdenkingstekens te zien zijn. Bovendien wordt getracht deze herinnering weg te vagen uit het collectieve bewustzijn en uit het landschap. Wij, de Israëli’s, leren op onze scholen dat de Joden naar Israël kwamen om de woestijn te veranderen in een bloeiend vaderland, omdat wij een “volk zonder een land” waren die terugkeerden naar een 'land zonder volk.' 


Norma Musih legt uit dat de organisatie de Nakba een plaats wil geven in het Joods-Israëlische bewustzijn:


om een alternatieve herinnering te promoten tegenover de hegemonistische zionistische herinnering. De Nakba is de ramp van het Palestijnse volk: de verwoesting van de dorpen en steden, het moorden, de verdrijving, de vernietiging van de Palestijnse cultuur. Maar ik geloof dat de Nakba ook ons verhaal is, het verhaal van de Joden die in Israël leven, die profiteren van de privileges van de 'winnaars' [...] Een van de elementaire uitgangspunten van ons werk is dat de Nakba de 'ground zero' is van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Bewustwording en erkenning van de Nakba door het joods-Israëlische volk, en het nemen van verantwoordelijkheid voor deze tragedie, zijn essentieel om de strijd te eindigen en om een verzoeningsproces te beginnen tussen de twee volkeren van Palestina-Israël… Wat bedoel ik met het nemen van verantwoordelijkheid? Ik bedoel daarmee de erkenning en diep begrip van de tragedie die plaatsvond, en het verantwoording nemen voor ons deel van deze tragedie. Erkenning van het individuele en collectieve recht op terugkeer voor elke vluchteling die verdreven werd, en de hoop op de implementering van dit recht, of door het teruggeven van het in beslag genomen land, het betalen van compensatie of de terugkeer daadwerkelijk toe te laten. Kennis van de Nakba is een essentiële stap tot verzoening… Het toestaan van het recht op terugkeer zal de demografische balans in Israël veranderen en de Israëlische staat zou in zijn huidige vorm niet langer meer bestaan. Ik ben van mening dat het leven in deze nieuwe staat beter zou zijn voor zowel Palestijnen als Israëli’s die in dit land leven.


Dit is in een notendop de kern van het verhaal.


Eitan Bronstein: 

In Tel Aviv zijn nog restanten van een Palestijns dorp, ze liggen niet zo ver van ons kantoor. Als je daar de Joodse bewoners vraagt waar ze precies leven, weten ze nog wel dat ze in het voormalige dorp Summeil wonen. Maar verder weten ze niets over de voormalige bewoners, over wat er met hen is gebeurd, over waar ze nu zijn of over wat ze deden voor hun levensonderhoud. Niets weten ze erover. Zelfs niet wanneer ze in de huizen leven van de verdreven Palestijnen. Ook al wonen ze te midden van herinneringen toch zullen de joods-Israëli’s niets doen om dat verleden te achterhalen. 

In augustus 2005 kwam Summeil in het nieuws nadat Joodse en Palestijnse Israëli’s hadden geprotesteerd tegen het feit dat de gemeente Tel Aviv de oude Palestijnse huizen wilde laten slopen om ruimte te maken voor woon- en kantoortorens. Onder andere Michael Jacobson en Sima Tzafoni van de Faculteit Architectuur van de Bezalel Academie waren fel tegen de plannen:

Terwijl veel goedwillende mensen, onder wie ik, opgevoed zijn met de opvatting dat Tel Aviv een stad was, ontstaan op zand, is het verbazingwekkend om te ontdekken dat de stad een aantal plaatsen kent die tot het uitbreken van de Onafhankelijkheidsoorlog de locatie waren van Arabische dorpen… Tel Aviv was niet op zand geboren, was niet 'uit de zee ontstaan' en 'liep' zeker niet door 'de velden.' Tel Aviv is niet alleen Herzl, Jabotinsky, Arlosorov, en Ben Goerion, het is ook de verlaten Arabische dorpen - Sheikh Muwannis, Jammusin, Salame en Summeil. 

En Nurit Moskovitch van de Faculteit Architectuur van de Universiteit van Tel Aviv verklaarde in 2005:

De universiteit staat op het punt haar… grond op het vernietigde Palestijnse dorp Sheikh Muwannis uit te breiden. Met grote ironie is ze van plan daar een nieuw gebouw neer te zetten voor de Faculteit Archeologie. 

Met de hulp van Zochrot schreef Moskovitch een voorstel om in de uitbreiding van de campus het dorp te herdenken door middel van ‘leegte gebieden’ greppels van drie meter diep die de leegte zouden creëren, die het verdwenen dorp heeft opgeroepen. De Universiteit van Tel Aviv was mordicus tegen. In het verleden heeft het universiteitsbestuur zelfs geweigerd om een bord te laten plaatsen waarop vermeld werd dat de campus ‘grotendeels was gebouwd op het land van het Palestijnse dorp Sheikh Muwannis.’ Tijdens een conferentie over dit onderwerp, georganiseerd door Zochrot, steunde professor Moshe Zuckerman het verzoek om het dorp te herdenken: 

Als we niet symbolisch rekenschap geven van het feit dat wij wetenschap en cultuur en onderwijs bedrijven zonder het besef dat wij een cultuur vernietigden, leven vernietigden, onderwijs vernietigden, en dat vernietigden wat er stond – dan worden onze cultuur en onze wetenschap voornamelijk iets ideologisch. De herinnering is niet slechts een zaak van morele reiniging, maar van een principe dat, als het niet wordt toegepast, van ons allen barbaren maakt, en degenen die geen barbaren willen worden kunnen beter beginnen met zich te herinneren, 

aldus Zuckermann, die tevens het hoofd is van het Instituut voor Duitse Geschiedenis van de Universiteit van Tel Aviv.

Eitan: 

Wij Joden in Israël leven hier niet echt, we zijn niet geworteld in dit land. De grondleggers kwamen uit Europa en daar wilden we op lijken. De regio waarin we leven interesseert ons niet. Wanneer wij naar het buitenland gaan, gaan we naar het Westen of naar India, nooit naar Jordanië of Egypte. De band met Israël is een ideologische, metafysische band, is gebaseerd op geloof of een bepaalde politieke visie op de geschiedenis. Ik denk daarom dat de sleutel voor de oplossing het recht op terugkeer is. Zodra we dit recht voor de Palestijnen zullen erkennen, erkennen we tegelijk dat wij een onderdeel zijn van deze regio en dat we hier in vrede met onze buren willen leven en met de cultuur en de geschiedenis van het Midden-Oosten. Het gaat dus niet alleen om hun recht, maar ook om onze mogelijkheid hier geworteld te raken, vrede te sluiten met het land zelf, met de grond waarop we leven en daarom vooral ook met onszelf. We laten dan weten dat we werkelijk hier, op deze plaats willen leven, en niet op een stuk grond dat een vooruitgeschoven post van de westerse wereld is. Het zal ons mogelijk maken onszelf te accepteren als inwoners van deze regio. Daarom zullen we onze verantwoordelijkheid voor de Nakba moeten erkennen. Maar we staan pas aan het begin van dat proces. Een paar weken geleden was er ineens een fel debat in Israël over het feit dat voor het eerst in een Israëlisch lesboek van het ministerie van Onderwijs, geschreven voor Arabische lagere scholen, enkele regels over de Nakba stond. Het was alleen nog maar in het Arabisch. Desondanks ontstond er een enorme commotie onder de Joden in Israël, terwijl er alleen maar heel feitelijk stond dat de Palestijnen waren gevlucht in 1948 en dat deze gebeurtenis voor hen bekendstaat als de Nakba. Verder niets. De meeste reacties waren in de trant van: als we dit erkennen geven we ze een wapen in handen, ze hebben dan argumenten om geen gehoorzame burgers van Israël meer te zijn en bovendien kunnen de Palestijnse vluchtelingen dit gebruiken om aanvallen op ons te legitimeren.

Bronstein, bezig de geschiedenis van straten, wijken en steden te belichten.

Duidelijk is dat een aanzienlijk aantal joods-Israëli’s wel degelijk weet dat er grootschalige misdaden zijn gepleegd. Dat wordt ook niet betwist. Het gaat er niet om dat ze toen gebeurd zijn, maar om de consequenties ervan heden ten dage. Men weet van de terreur, maar dat weten zit op een laag niveau. Het is verdrongen kennis. Of op zijn minst weet men dat er iets is dat een kwaad geweten kan oproepen. Eitan Bronstein: 

Er zijn genoeg mensen die ervan afweten. Niet alleen van plan D, het draaiboek van de etnische zuivering, maar ook van de talloze slachtpartijen die werden aangericht. Er komt nu steeds meer boven water, door bijvoorbeeld getuigenverklaringen. Zo verscheen er in 2006 een uitstekende filmdocumentaire met als titel De Dagboeken van Yossef Nachmani.

Nachmani was een zionist die in Galilea land aankocht voor het Joods Nationaal Fonds. Van 1935 tot 1965 hield hij een dagboek bij, waarin hij melding maakte van Joodse wreedheden. Nachmani was een gematigd man, die Arabisch sprak en zijn Palestijnse buren respecteerde, iemand die van mening was dat beide volkeren samen konden leven. De documentaire behandelt de wreedheden die de Hagana, de zionistische milities, en later de IDF, de officiële Israëlische strijdkrachten, rond 1948 begingen, inclusief de bloedbaden, de gewelddadige verdrijving van de Palestijnen en de daaropvolgende verwoesting van hun huizen om te voorkomen dat de vluchtelingen zouden terugkeren. De documentaire richt zich op de gebeurtenissen in Tiberias, de plaats waar Nachmani woonde, de eerste gemeenschap waar Palestijnen en Joden harmonieus samenleefden. Hoewel de Palestijnen in Tiberias het Verdelingsplan van de Verenigde Naties hadden geaccepteerd, waren zij toch de eersten die -- nog voor de oprichting van de staat -- uit hun huizen werden verdreven. Dit werd de start van de wijdverspreide etnische zuivering van het land. Nachmani was een man vol tegenstrijdigheden. Hij wees de terreur tegen de Palestijnen af, maar bleef toch als overtuigd zionist de Joodse staat steunen. Bronstein: 

Nachmani was een gecompliceerd mens, hij kocht land voor het Joods Nationaal Fonds en verdreef zo de boeren die er de grond bewerkten van rijke landeigenaren, die in veel gevallen hier niet eens woonden. Maar hoewel hij de boeren van hun land afzette, had hij gelijkertijd medelijden met hen. Hij zag hoe op een bepaald moment Joden de Palestijnen provoceerden om gevechten tussen de plaatselijke bevolking uit te lokken. Ten slotte slaagden deze provocateurs erin de Palestijnse inwoners te verdrijven. Dat geweld was hartverscheurend. Hij schreef over de talloze bloedbaden die onder de Palestijnen werden aangericht, bijna in elk dorp dat de Joden binnendrongen werden misdaden gepleegd tegen de Palestijnse burgerbevolking. En daar gaat deze documentaire van Delia Karpel over. Dus de kennis is er wel, ze bestaat ergens en als je zoekt vind je de informatie ook, maar je moet er moeite voor doen.’

Een redacteur van Haaretz schreef over deze documentaire: ‘Fascinerend! Een subtiele balans tussen feiten en ideologie, die het verleden belicht door het prisma van het heden.’ Eitan Bronstein: ‘De documentaire werd op kanaal 1 hier getoond, het belangrijkste kanaal van de publieke omroep.’ Ook dit toont de schizofrenie van de Israëlische samenleving aan. Een documentaire over de etnische zuivering wordt getoond en geprezen, maar de samenleving kan er niet over praten en al helemaal geen consequenties uit trekken. Zochrot probeert nu op verschillende manieren joods Israëli’s te confronteren met dit verleden. De organisatie heeft een goed gedocumenteerde website, de vrijwilligers organiseren workshops, lezingen en ontmoetingen tussen Palestijnse vluchtelingen en joodse-Israëli’s die op hun land wonen, tochten naar dorpen die met de grond zijn gelijkgemaakt. Daarnaast worden boekjes gepubliceerd met verhalen, foto’s, documenten over het onzichtbare verleden, in het Hebreeuws, Arabisch en sommige gedeelten in het Engels. Bronstein laat ons een brief zien van het hoofd van een Israëlische bibliotheek die schrijft dat hij de boekjes van Zochrot niet wenst te ontvangen en de al opgestuurde boekjes heeft weggegooid. Hij wil weten wat de mensen die dit materiaal hebben samengesteld, bezielt om ‘zulke giftige woorden te schrijven’ over de oorlog van 1948, die ‘ons opgedrongen werd.’ Hij beschuldigt de Joodse organisatie van antisemitisme. Eitan Bronstein moet er hartelijk om lachen. ‘Het bekende argument antisemitisme komt weer om de hoek kijken. En het slachtofferisme. Wij Joden zijn niet de daders, maar de slachtoffers. Het wezenlijke probleem van het slachtofferisme is dat het een dader de confrontatie belet met zijn diep verborgen schaamte over het onrecht dat hij anderen aandoet. Het gevolg is dat de Israëli’s niet toekomen aan het noodzakelijke proces van erkenning.’


Meer over dappere Joods-Israeli's de volgende keer. Hoe moediger zij zich gedragen des te weerzinwekkender worden de propagandisten van het zionistisch regime. 





1 opmerking:

Rene Westermann zei

U schrijft in dit betoog meer vertellen over Betar. Ik heb op Wikipedia het volgende gevonden over Betar Nederland:

Een voorbeeld: Een mening over een eenstaat-, tweestaten-, of driestaten-oplossing (?!) is van ondergeschikt belang voor de Joodse gemeenschap in de Nederlandse samenleving. Echter, wanneer de discussie uitmondt in antisemitische retoriek, zal er met de vuist op tafel geslagen moeten worden.
Om stelling te nemen tegen het linkse, anti-Israëli(ti)sch politiek landschap, de BDS- en soortgelijke bewegingen, de vaak eenzijdige en onzorgvuldige berichtgeving in de media en de huidige algemene publieke opinie over Joden en de Joodse Staat (De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet), is het van uiterst groot belang om de geschiedenis van ons volk te blijven documenteren en doceren.

Vrees het ergste. Verwacht er niets goeds van. Nederland begint toch zo langzamerhand zeer enge trekjes te krijgen...Ik hield dit in mijn tienerjaren in de jaren '70 niet voor mogelijk. Ben toch zeer benieuwd wat de schrijver van deze weblog over deze enge beweging gevonden en te vertellen heeft...

NGOs Sue Dutch Government – Call for Suspension of Arms and Cutting Ties

  NGOs Sue Dutch Government – Call for Suspension of Arms and Cutting Ties November 23, 2024   News An encampment in solidarity with Palesti...