vrijdag 7 augustus 2020

BOEREN EEN RAMP VOOR NEDERLAND

 

INTERVIEWECOHYDROLOOG FLIP 


WITTE


‘Met zuivel en vlees exporteren we ook ons schaarse grondwater’

Boeren klagen over droogte, maar zijn zelf de belangrijkste boosdoener, stelt ecohydroloog Flip Witte. Ze willen water te snel afvoeren in het voorjaar en pompen het op als er schaarste is in de zomer. ‘Verdroging is het gevolg van onze behoefte om nummer twee in de wereld te blijven in landbouwexport.’

Flip Witte in natuurgebied de Bruuk , waar de droogte duidelijk zichtbaar is.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Op zijn veterloze sneakers staat hij al snel in een sloot, maar natte voeten haalt Flip Witte niet. ‘Dit is dramatisch’, zegt hij. ‘Ik kom hier sinds 1985. Dit jaar staat-ie voor het eerst droog.’

Na twee gortdroge zomers beleefde Nederland het droogste voorjaar ooit gemeten. De droogteproblemen komen voor ecohydroloog Witte (65) niet als een verrassing, merkt hij op vanuit de sloot. Tot zijn frustratie is met decennia aan kennis van hem en zijn collega’s weinig gedaan, schrijft hij in een recent verschenen wetenschappelijk overzichtsartikel.

In Verdroging van de Nederlandse natuur: bijna een halve eeuw goed onderzoek en falende politiek gaat zijn beschuldigende vinger − en die van twee collega’s − vooral naar beleidsmakers die al die jaren boeren te veel pleziertjes doen. ‘Terwijl de droogteschade aan de natuur door toedoen van de landbouw al in 1980 werd beschreven.’


Witte beschrijft hoe boeren, die tweederde van het landoppervlak van Nederland beheren, op twee manieren worden gematst. Met eerst in het natte voorjaar een lage grondwaterstand en snelle afwatering. En vervolgens mogen ze, paradoxaal genoeg, als al dat water weg is in de zomermaanden hun blije gang gaan met grondwaterpompen en sproei-installaties.

Op groene postzegel de Bruuk, een klein Gelders natuurgebied, wilde Witte afspreken om te praten over gevolgen van droogte voor de natuur. Op de gebarsten slootbodem van het Natura 2000-gebied staat een wateronderzoeker met een kleine veertig jaar ervaring. Ingegeven door de droogte van 1976 richtte Witte zich als Wageningse student begin jaren tachtig op waterbeheer van natuurterreinen.

Tot vorig jaar was hij buitengewoon hoogleraar ecohydrologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en onderzoeker bij het gerenommeerde KWR Wateronderzoeksinstituut. Hij staat hier op de plek waar hij zijn hele carrière het ijzerrijke, roodbruin gekleurde kwelwater omhoog zag komen. Habitat van zijn lievelingsplant: de waterviolier. Waar nu de grond openbarst van de droogte, steken op een twintig jaar oude foto van de enthousiaste wetenschapper de knalgroene bladeren met witte bloemetjes scherp af tegen het roestige water. ‘Poëtisch mooi.’

Foto van rond de eeuwwisseling, toen in een slootje in natuurgebied de Bruuk, in het roestige water nog waterviolieren groeiden.

Beeld Flip Witte

De landbouw verergert de droogte, zegt u. Landbouwers hebben er toch juist zelf last van?

‘Het is een gotspe dat boeren, die de droogte grotendeels zelf veroorzaken, in de zomer klagen en de schuld leggen bij drinkwaterbedrijven. Het valt niet langer te verdedigen dat de waterbeheersing van het landelijk gebied hoofdzakelijk is afgestemd op een maximale gewasproductie, zelfs ten koste van de natuur, het klimaat, de infrastructuur en de fundering van gebouwen.’

Met onze landbouwgoederen exporteren we volgens u in feite ons grondwater en krijgen we er droogte(problemen) voor terug.

‘Dat kun je inderdaad stellen. Verdroging is het gevolg van onze behoefte om nummer twee in de wereld te blijven in landbouwexport. Het is uiteindelijk een keuze tussen de natuur en grootschalige export.’

Nederland is het land met het meeste vee per hectare landoppervlak. Ligt daar het grootste probleem?

‘Ja. Meer dan met akker- en tuinbouwproducten exporteren we via zuivel en vlees ook ons schaarse grondwater. De monotone Engelse raaigraslanden voor de intensieve veehouderij hebben heel veel water nodig. Deze soort groeit snel en de boer rekent voor zijn voer op vijf of zes keer maaien per jaar. Minder kan niet, want hij zit vast in een kostensysteem waarbij hij in de problemen komt als door droogte de grasopbrengst terugloopt. En dus gaat op steeds meer plaatsen de sproeier aan.’

Waarom is dat erg?

‘Wat naar de boer gaat, wordt de natuur onthouden. Want door de pomp van de boer daalt de grondwaterstand verder. De voedingsstoffen komen door het contact met zuurstof vervolgens vrij, waardoor een vergelijkbaar proces optreedt als met een stikstofoverschot: snelle groeiers zoals brandnetel, braam en pijpenstrootje profiteren ten koste van kwetsbare soorten. De bijzondere plantjes redden het niet, wat zorgt voor verdere teloorgang aan biodiversiteit.’

Heel precies weet Witte de omvang van de natuurschade door droogte niet. Omdat de afgelopen ruim veertig jaar nauwelijks is geïnvesteerd in manieren om dit te meten. We zijn volgens hem nog precies waar we waren na de droogte van 1976, toen onderzoekers constateerden: ‘Er is geen systematisch opgezet, adequaat meetnet waarmee de reacties van organismen en levensgemeenschappen op fluctuaties van milieufactoren landelijk, of zelfs maar regionaal, geregistreerd worden’.

Wetenschappelijk is dus veel onduidelijk. Is dan wel te zeggen hoe groot de natuurschade door droogte is?

‘We zien overal dat verdroging in de natuur harder toeslaat. Dit blijkt ook enquêtes die ik onder natuurbeheerders heb uitgezet. Kijk hier even verderop, de sparren zijn massaal doodgegaan. Of neem natuurgebied Kampina (bij Boxtel, red.), waar door de combinatie van verdroging en verzuring veel eiken op omvallen staan. Sommige zijn eeuwenoud.’

Hoe weet u zo zeker dat de landbouw de boosdoener is? Het wordt door klimaatverandering toch ook gewoon droger?

‘De ontwatering voor de landbouw komt daarbovenop. Door gebrek aan regie is het ook hier gissen naar de exacte cijfers. Er zijn wel schattingen op basis van onderzoek achteraf. Bij benadering weten we nu dat in de zomer van 2018 meer dan 200 miljoen kuub grondwater is onttrokken door boeren. Dat is veel meer dan voorgaande jaren en bijna eenderde van wat drinkwaterbedrijven in een heel jaar – onder streng toezicht – oppompen.

‘Zonder gewijzigd beleid is meer verdroging te voorzien. Door klimaatverandering, maar ook omdat boeren na de afgelopen twee zomers massaal beregeningsinstallaties hebben aangeschaft. De grondwatervraag van de landbouw gaat in het ergste geval over dertig jaar stijgen naar bijna 500 miljoen kuub. In Noord-Brabant hebben boeren in de vier zomermaanden van 2018 al anderhalf keer meer onttrokken dan drinkwaterbedrijven.’

Er is toch wat voor te zeggen dat we in de drogere maanden onze voedselvoorziening veiligstellen?

‘Het gaat erom dat Nederland is doorgeschoten. De ontwatering en de beregening uit grondwater door boeren, met name rond natte natuurgebieden, loopt nu enorm uit de klauwen. Dit zal drastisch teruggebracht moeten worden om de natuur te beschermen.’

Hoe moet de landbouw dan de droge zomers doorkomen?

‘Om te beginnen moet in het natte voorjaar het water op veel meer plekken met schotten en stuwen in slootjes worden vastgehouden. De boeren zullen moeten accepteren dat de waterschappen de waterstand, die in de afgelopen decennia met decimeters is gedaald, omhoog brengen. Veel boeren zijn daar tegen, niet alleen omdat ze dan met hun zware machines in de weer willen, maar ook omdat met de hogere waterstand de grond afkoelt, wat voor langzamere groei van hun gewassen zorgt. In zomermaanden zullen veehouders de droogte moeten accepteren, als hun weilanden er vergeeld bij liggen en ze niet mogen beregenen.’

Dit betekent het einde van de intensieve veehouderij.

‘Het zal in ieder geval extensiever moeten. Ook voor klimaat-, milieu- en stikstofproblemen is dit een oplossing. Ik denk dat we niet ontkomen aan een halvering van de veestapel. Hoe, dat is een politieke keuze.’

In uw artikel wordt u als wetenschapper ook politiek als u zich schaart achter een initiatiefnota van GroenLinks en D66.

‘Het frustreert mij dat er zo weinig is gedaan met wetenschappelijke waarschuwingen over de rol van de landbouw in de verdroging van de natuur. Dit komt in mijn ogen ook door onze bestuurlijke inrichting. In de 21 waterschappen die Nederland telt, bestaat een groot deel van het bestuur uit leden die de agrarische sector vertegenwoordigen – de geborgde zetels. Ik vind dat andere functies hierin beter vertegenwoordigd zouden moeten worden. En dus dat GroenLinks en D66 gelijk hebben als ze schrijven dat beslissingen binnen het waterschap nu ‘te eenzijdig op kortetermijnbelangen van de landbouw zijn gericht’.

‘Neem de aardappelteler in een beekdal. Een gewas dat gevoelig is voor nattigheid en rot. En dat dus in een beekdal. Dan gaat het waterschap, ten koste van de omliggende natuur, daar het water wegpompen om die boer ter wille te zijn. Dit is de wereld op zijn kop.’

De droogte zal de komende jaren doorzetten. Wat raadt u beleidsmakers aan?

‘Laat de verdroger betalen. Zet een prijs op beregening. Het is toch bizar dat drinkwaterbedrijven nu compensatie betalen aan boeren als ze in hun buurt grondwater oppompen. Met advocaten zijn ze in de weer om die vergoedingen omhoog te krijgen. Terwijl boeren zelf vrijwel ongestoord kunnen beregenen en in een uur mijn jaarlijks verbruik wegpompen.

‘Het was tekenend dat de regering er pas in de zomer van 2018 achterkwam dat de waterschappen slecht weten hoeveel water boeren onttrekken. Dan neem je het probleem dus niet serieus. Hier moet regie op komen, want de maatschappelijke kosten voor natuurherstel, maar ook verzakkingen van huizen, worden nu door anderen betaald.

‘Overigens hoeft het inperken van grondwatergebruik in de landbouw niet voor alle boeren nadelig te zijn. Er is namelijk ook een concurrentiestrijd gaande, waardoor een race naar de bodem dreigt. Uit ons onderzoek is gebleken dat de gewasopbrengst van een boer die stopt met beregenen omlaag gaat, maar van omliggende boeren – die nooit beregenden – ging de opbrengst juist omhoog. Die hebben dus last van die ene boer met zijn installatie.’

U schrijft dat een vergelijking met de stikstofcrisis zich opdringt. Hoe bedoelt u dat?

‘We hebben te maken met een rijksoverheid die nalaat adequaat op te treden en die de verantwoordelijkheid overlaat aan de provincies, zonder de daarbij behorende middelen. Het gevolg is een bestuurlijke chaos. Een gang naar de Raad van State heeft daar voor stikstof verandering in gebracht. Om de natuur beter te beschermen ligt de weg langs de hoogste bestuursrechter ook bij de verdrogingsproblematiek voor de hand.’

REACTIES

Geen opmerkingen:

LIKELY RAPED TO DEATH BY JEWISH ZIONISTS