Bush junior rechtvaardigde na 11 september 2001 zijn agressieve politiek aldus:
Wij kunnen de terroristen niet hun doel laten verwezenlijken: het zo bang maken van de bevolking dat we geen zaken meer doen, of mensen niet meer gaan winkelen.
Produceren en Consumeren als hoogste doel in het leven. Daarentegen zette de Amerikaanse docent in moraalfilosofie en dierenrechten, Susan Roberts, in april 2020 uiteen dat de:
desecration (schending. svh) of nature, the decimation of wildlife habitats and the mass extinction of species have all been normalized, as worldwide ‘development’ continues unabated; this is the Anthropocene (tijdperk waarin het Aardse klimaat en de atmosfeer de gevolgen ondervinden van de menselijke activiteiten. svh) age after all. What seems to have come as a bit of a shock in recent days, however, is the realization that remote areas are repositories of life-forms inimical to the health of human populations, (certainly as we now live, in conglomerations of millions). Yellow Fever, SARS, H1N1, MERS, HIV, and most recently, Covid 19 — the latest of a number of known corona viruses — have all made the zoonotic (infectieziekte die wordt overgedragen van dieren op mensen. svh) leap from animal to human, just as smallpox, diphtheria, measles and influenza did before them. In fact 60% of emerging diseases are of this zoonotic kind.
What has been most surprising about the emergence of this new corona virus has been the lack of political preparedness and the ensuing widespread panic, particularly in Europe, as populations have fallen into hysteria. This is all the more surprising given the earlier SARS outbreak of 2003, which affected 26 countries, and the fact that governments such as these are presumed to regularly run this sort of ‘war-game’ scenario. In fact, I believe the UK government did just that in 2016, but you wouldn’t have guessed. The response here has been a mixture of Dunkirk and Hollywood: we’ve got a former vacuum cleaner manufacturer teaming up with a racing car designer to make ventilators, and in the early days the prime minister gave a speech straight out of Gladiator (speelfilm. svh), when he promised that the UK government was going to hug everybody, which isn’t always what you want with an infectious disease.
Apparently, when the Queen of England visited the London School of Economics a few months after the 2008 crash, she asked what everyone was thinking, ‘Why did no one see it coming?’ The response was largely bluster (gezwets. svh) and embarrassment — all that education for what purpose? But what later emerged was that there had been a consensus on the unsustainability of the system and the risk of collapse. Just nobody could foresee exactly when and where it would happen, and so it was business as usual, which doesn’t bode well. In fact, it is difficult not to agree with Lukacs (marxistische filosoof. svh)here that the very nature of academic specialization operates as a defense mechanism protecting the capitalist status quo by making the bigger picture invisible — particularly dangerous in our era of global capitalism. ‘It destroys every image of the whole and the ability to perceive the interconnections between the market and cultural discontents, [we might add in here the dangers of a collapsing ecosystem] making a radical change of perspective impossible within bourgeois society based on the knowledge it provides.’ With its inability to see and comprehend the world as a unique whole, rather than as a series of markets, it seems that capitalism is ideologically predisposed to self-destruct. Not only is it incapable of seeing totalities, neither can it limit itself, with its ever-expanding imperative: the very notion of a boundary is anathema. But further, and of greater concern, is the fact that in order to secure its position, it has actively disabled exogenous (van buitenaf komend. svh) limiting mechanisms, perceiving them as illiberal ‘obstructions to progress,’ whether they be innate, cultural or civic. Thus, we have all been delivered over to global citizenship: the ultimate oxymoron (woord met twee tegenovergestelde begrippen. svh) in a world of unaccountability, liberated hyper-individuals indoctrinated into believing that the planet is ours to consume.
‘Geen Jorwert zonder Brussel. Maar tegelijk: geen Brussel zonder Jorwerd,’ hield medio september 2013 Geert Mak zijn grijsharig gehoor voor, zonder zich te bekommeren over het feit dat ook hij met zijn marktdenken ‘vatbaar’ is voor ‘zelfvernietiging.’ Inmiddels zijn ‘wij’ zeven jaar verder, maar geenszins zeven jaar wijzer, want de Europese Unie bleek zich bijvoorbeeld geenszins voorbereid te hebben op een pandemie die de bevolking van de lidstaten al wekenlang dwingt binnen te blijven, waardoor ook de Europese economie nagenoeg stil stil ligt, en zodoende een recensie van ongekende omvang heeft ingeluid. Als één ding duidelijk is aangetoond, dan is het dat Jorwerd wel degelijk zonder Brussel kan en zelfs moet, willen de dorpelingen overleven. Bovendien kan nu een ieder beseffen dat ‘Brussel’ inderdaad niet ‘zonder Jorwerd’ kan, want jaarlijks blijven miljarden aan belastinggeld uit alle aangesloten dorpen en steden verdwijnen om dit gecorrumpeerde bureaucratische bolwerk overeind te houden. Desondanks, of misschien wel, juist daarom blijft mijn oude vriend Geert uitgenodigd worden door de Nederlandse televisie om op te roepen de EU juist vanwege de Corona-uitbraak te versterken. Maar geen televisie-journalist die hem de feiten voorhoudt, tenminste niet tijdens de uitzendingen. De Wereld Draait Door kondigde zelfs aan: ’Geert Mak legt uit hoe het coronavirus onze wereld gaat veranderen,’ zonder dat het orakel van Jorwerd gevraagd werd waarom zijn Europese Unie geen snel en slagvaardig beleid had voorbereid, waardoor de Brusselse bureaucratie niet als iedere burger volkomen overvallen werd door de pandemie. Om een indruk te krijgen van hoe een dergelijk populistisch programma — dat inmiddels is opgedoekt omdat de presentator na vijftien seizoenen er geen trek meer in had — doorgaans verloopt, citeer ik kort de hoofdrol-spelers. Matthijs van Nieuwkerk leidt in:
The Financial Times had een groot stuk van Yuval Noah Harari, eigenlijk één van de grote denkers van dit moment, ongelóóflijk succesvol met zijn boeken als ‘Sapiens,’ ‘Homo Deus.’ Adriaan van Dis heeft hem niet zo lang geleden geïnterviewd, ‘the world after coronavirus’: ‘This storm will pass. But the choices we make now could change our lives for years to come.’ Een wijs stuk, hè?
Geert Mak, ditmaal in de rol van deskundige op het gebied van de gevolgen van de corona-pandemie:
een heel wijs stuk! Hij voelt ook aan… dit kan… dit zal waarschijnlijk het begin zijn van grote bewegingen, en grote turbulentie, op economisch vlak, maar ook op sociaal en politiek vlak.
Meteen valt op dat Mak niets nieuws vertelt, en ook nog eens datgene wat al bekend is in voorzichtige bewoordingen verpakt, ‘dit kan… waarschijnlijk,’ om vervolgens te spreken van ‘grote turbulentie,’terwijl die ‘turbulentie’ zich al enkele weken manifesteerde, zeker sinds het begin van de ‘lockdown’ op ‘economisch’ en ‘sociaal vlak.’
Veelzeggend is tevens dat een ‘opinie-artikel’ van nog geen 3000 woorden door de alom geprezen presentator beoordeeld wordt als ‘een groot stuk’ van ‘één van de grootste denkers van dit moment.’ En waarom is hij dat? Omdat Yuval Harari ‘ongelóóflijk succesvol’ is bij de postmoderne televisiemens, die bijna 3000 woorden als een kolossale hoeveelheid beschouwt, en daarom liever televisie kijkt met zijn makkelijk te verteren hapklare oordelen die in enkele minuten op hem afgevuurd worden. ‘Als gevolg van de grootscheepse culturele deprivatie,’ zo schreef de Britse auteur John Berger bestaan ‘er grote delen’ van de ‘arbeiders en middenklasse die zich niet helder kunnen uitdrukken. De middelen om datgene wat ze weten te vertalen in gedachten is hen ontnomen.’
Een avondje televisie kijken en men weet gelijk wat Berger bedoelt. Terecht wierp eerder al de auteur George Steiner de retorische vraag op: ‘Wat kan er, uitgezonderd halve waarheden, grove simplificaties of onbenulligheden, overgebracht worden aan dat half-geletterde massale gehoor,’ dat ‘overal de voorstelling mag bijwonen?’ Berger zette uiteen dat: ‘They are deprived of the means of translating what they know into thoughts which they can think. They have no examples to follow in which words clarify experience.’ Volgens Berger hebben de 'culturally deprived far fewer ways of recognizing themselves. A great deal of experience — especially emotional and introspective experience — has to remain unnamed for them.' En dus krijgt het televisiepubliek keer op keer officiële opiniemakers als Geert Mak voorgeschoteld, die de kijkers vertellen wat hun mening is. Dat geeft de macht een beslissende voorsprong, aangezien het publiek de antwoorden al krijgt op vragen die door de massa nog niet eens is opgekomen, laat staan gesteld. Op die manier voorkomt de elite en haar woordvoerders dat het publiek gehoord wordt over bijvoorbeeld het feit dat al in 2013 bekend was dat ‘the gap between rich and poor has exploded by some 60% in the last 20 years.’
De verpaupering van de politiek en de consumptiecultuur werd een eeuw geleden uitgebreid in kaart gebracht en geanalyseerd door de dissidente, merendeels joodse, geleerden van de Frankfurter Schule, zoals Adorno, Horkheimer, Marcuse, Fromm, Löwenthal, Benjamin etcetera. Maar ook invloedrijke literatoren als George Orwell en Aldous Huxley voorzagen dat de kapitalistische democratie stapsgewijs in een totalitair systeem zou veranderen. In zijn — ook in het Nederlands vertaalde — boek Amusing Ourselves to Death: Public Discourse in the Age of Show Business (1985) beschreef de Amerikaanse communicatiewetenschapper en cultuurcriticus Neil Postman hoe de televisie onvermijdelijk het publieke debat infecteerde met ‘a headline and catchphrase virus, where facts were in the way of entertainment.’ Onder andere doordat een beeldcultuur snel tot verveling leidt, moest elk politiek debat worden gereduceerd tot een reeks soundbites, onderbroken door beeldfragmenten die het gesproken woord moeiteloos verteerbaar maken. Bovendien staat:
het avondnieuws voor de onmogelijke taak in tweeëntwintig minuten een overzicht van het wereldgebeuren te geven. De nieuwsverslagen bestaan daarom meestal uit reeksen zuiver visuele, gefragmenteerde, contextloze impressies, waaraan elk historisch verband ontbreekt,
en
die de kijkers elke avond in theatervorm wordt opgedist.
Het publiek van dit dagelijkse spektakelstuk wordt tussen twee polen heen en weer geslingerd. Enerzijds wordt het gerustgesteld door de soepele presentatie van het nieuws zelf, de vaste stem en kalme blik van de presentator… anderzijds [vertelt] de rest van de uitzending een andere verhaal, schotelt de kijker een chaotische en onbegrijpelijke wereld voor, een wereld vol geweld, rampen en menselijk lijden,
aldus Postman in zijn in 1988 verschenen boek Weloverwogen Bezwaren, waarin hij concludeert:
Uit de allesoverheersende noodzaak mensen aan de buis gekluisterd te houden vloeit een dwingender censuur voort dan uit welke politieke ideologie ook.
Dinsdag 17 januari 2017 begon de Amerikaanse auteur John W. Whitehead — hoofd van The Rutherford Institute — onder de kop ‘Nothing Is Real: When Reality TV Programming Masquerades as Politics’ zijn artikel over de Amerikaanse politiek en de televisie-werkelijkheid met een citaat van de inmiddels overleden hoogleraar Neil Postman:
There are two ways by which the spirit of a culture may be shriveled. In the first — the Orwellian — culture becomes a prison. In the second — the Huxleyan — culture becomes a burlesque (klucht. svh). No one needs to be reminded that our world is now marred by many prison-cultures… it makes little difference if our wardens are inspired by right- or left-wing ideologies. The gates of the prison are equally impenetrable, surveillance equally rigorous, icon-worship pervasive… Big Brother does not watch us, by his choice. We watch him, by ours… When a population becomes distracted by trivia, when cultural life is redefined as a perpetual round of entertainments, when serious public conversation becomes a form of baby-talk, when, in short, a people become an audience, and their public business a vaudeville act, then a nation finds itself at risk; culture-death is a clear possibility.
Naar aanleiding van deze beschrijving kwam Whitehead tot de slotsom dat:
Donald Trump no longer needs to launch Trump TV. He’s already the star of his own political reality show.
Americans have a voracious appetite for TV entertainment, and the Trump reality show — guest starring outraged Democrats with a newly awakened conscience for immigrants and the poor, power-hungry Republicans eager to take advantage of their return to power, and a hodgepodge of other special interest groups with dubious motives — feeds that appetite for titillating, soap opera drama.
After all, who needs the insults, narcissism and power plays that are hallmarks of reality shows such as ‘Celebrity Apprentice’ or ‘Keeping Up with the Kardashians’ when you can have all that and more delivered up by the likes of Donald Trump and his cohorts?
Yet as John Lennon reminds us, ‘nothing is real,’ especially not in the world of politics.
Much like the fabricated universe in Peter Weir’s 1998 film ‘The Truman Show,’ in which a man’s life is the basis for an elaborately staged television show aimed at selling products and procuring ratings, the political scene in the United States has devolved over the years into a carefully calibrated exercise in how to manipulate, polarize, propagandize and control a population.
Indeed, Donald Trump may be the smartest move yet by the powers-that-be to keep the citizenry divided and at each other’s throats, because as long as we’re busy fighting each other, we’ll never manage to present a unified front against tyranny in any form.
This is the magic of the reality TV programming that passes for politics today.
It allows us to be distracted, entertained, occasionally a little bit outraged but overall largely uninvolved, content to remain in the viewer’s seat.
The more that is beamed at us, the more inclined we are to settle back in our comfy recliners and become passive viewers rather than active participants as unsettling, frightening events unfold.
Reality and fiction merge as everything around us becomes entertainment fodder.
We don’t even have to change the channel when the subject matter becomes too monotonous. That’s taken care of for us by the programmers (the corporate media).
For instance, before we could get too worked up over government surveillance, the programmers changed the channels on us and switched us over to breaking news about militarized police. Before our outrage could be transformed into action over police misconduct, they changed the channel once again to reports of ISIS beheadings and terrorist shootings. Before we had a chance to challenge what was staged or real, the programming switched to the 2016 presidential election.
‘Living is easy with eyes closed,’ says Lennon, and that’s exactly what reality TV that masquerades as American politics programs the citizenry to do: navigate the world with their eyes shut.
Studies suggest that the more reality TV people watch — and I would posit that it’s all reality TV — the more difficult it becomes to distinguish between what is real and what is carefully crafted farce.
‘We the people’ are watching a lot of TV… And reality TV programming consistently captures the largest percentage of TV watchers every season by an almost 2-1 ratio.
This doesn’t bode well for a citizenry able to sift through masterfully-produced propaganda in order to think critically about the issues of the day, whether it’s fake news peddled by government agencies or foreign entities.
Those who watch reality shows tend to view what they see as the 'norm.' Thus, those who watch shows characterized by lying, aggression and meanness not only come to see such behavior as acceptable and entertaining but also mimic the medium.
This holds true whether the reality programming is about the antics of celebrities in the White House, in the board room, or in the bedroom.
It’s a phenomenon called 'humilitainment.'
A term coined by media scholars Brad Waite and Sara Booker, 'humilitainment' refers to the tendency for viewers to take pleasure in someone else’s humiliation, suffering and pain.
'Humilitainment' largely explains not only why American TV watchers are so fixated on reality TV programming but how American citizens, largely insulated from what is really happening in the world around them by layers of technology, entertainment, and other distractions, are being programmed to accept the brutality, surveillance and dehumanizing treatment of the American police state as things happening to other people.
The ramifications for the future of civic engagement, political discourse and self-government are incredibly depressing and demoralizing.
This not only explains how a candidate like Donald Trump with a reputation for being rude, egotistical and narcissistic could get elected, but it also says a lot about how a politician like Barack Obama — whose tenure in the White House was characterized by drone killings, a weakening of the Constitution at the expense of Americans’ civil liberties, and an expansion of the police state — could be hailed as 'one of the greatest presidents of all times.'
This is what happens when an entire nation — bombarded by reality TV programming, government propaganda and entertainment news — becomes systematically desensitized and acclimated to the trappings of a government that operates by fiat and speaks in a language of force.
Ultimately, as I make clear in my book ‘Battlefield America: The War on the American People,’ the reality shows, the entertainment news, the surveillance society, the militarized police, and the political spectacles have one common objective: to keep us divided, distracted, imprisoned, and incapable of taking an active role in the business of self-government.
If ‘we the people’ feel powerless and apathetic, it is only because we have allowed ourselves to be convinced that the duties of citizenship begin and end at the ballot box.
Marching and protests have certainly been used with great success by past movements to foment real change, but if those marches and protests are merely outpourings of discontent because a particular politician won or lost with no solid plan of action or follow-through, then what’s the point?
Martin Luther King Jr. understood that politics could never be the answer to what ailed the country. That’s why he spearheaded a movement of mass-action strategy that employed boycotts, sit-ins and marches. Yet King didn’t march against a particular politician or merely to express discontent. He marched against injustice, government corruption, war, and inequality, and he leveraged discontent with the status quo into an activist movement that transformed the face of America.
When all is said and done, it won’t matter who you voted for in the presidential election. What will matter is where you stand in the face of the injustices that continue to ravage our nation: the endless wars, the police shootings, the over-criminalization, the corruption, the graft, the roadside strip searches, the private prisons, the surveillance state, etc.
Will you tune out the reality TV show and join with your fellow citizens to push back against the real menace of the police state, or will you merely sit back and lose yourself in the political programming aimed at keeping you imprisoned in the police state?
Wanneer Het Parool ‘kunstliefhebbers aan het woord’ laat ‘over hun beleving van kunst’ en Arnon Grunberg vertelt in april 2020:
Ik heb eens voorgesteld neukend voor hem (Aat Veldhoen. svh) te poseren, maar hij zei: ‘Dat doe ik niet meer,’
dan is dit een treffend voorbeeld van hoe ‘reality and fiction merge as everything around us becomes entertainment fodder,’ want wie is geïnteresseerd in een schilderij van een onaantrekkelijke dan een pathologisch narcisme berust Grunbergs verlangen om ‘neukend’geportretteerd te worden? Wat voor hem niet meer is dan ‘entertainment’ was voor mijn, inmiddels overleden, goede vriend Aat Veldhoen een serieuze poging om de tederheid van een vrijpartij vast te leggen. Niet om Grunbergs exhibitionisme te bevredigen, maar om de mens te tonen op het moment van extreme intimiteit. Dus precies het tegenovergestelde van wat Arnon met zijn onverzadigbare egocentrisme nastreeft, waardoor ‘everything around us becomes entertainment fodder (voer. svh).’ Voor hem bestaat de wereld uit enerzijds Arnon Grunberg en anderzijds het publiek, voor de overgrote meerderheid ‘uninvolved, content to remain in the viewer’s seat.’ In Wij Amuseren Ons Kapot. De geestdodende werking van de beeldbuis, dat ruim drie decennia geleden tevens in het Nederlands verscheen, stelt Neil Postman het als volgt:
Geef een cultuur een alfabet en je verandert de bestaande denkpatronen, de sociale verhoudingen, de gemeenschapszin, het geschiedbeeld en de religieuze beleving. Voer een drukpers en drukletters in en er treden dezelfde effecten op. Voer apparatuur in die beelden met de snelheid van het licht kan transporteren en je veroorzaakt een culturele omwenteling. Zonder dat erover gestemd en gediscussieerd is en zonder dat er een verzetsbeweging ontstaat. Dat is ideologie in zuivere, zo niet verheven vorm. Een woordloze en daarom des te krachtiger ideologie. Het enige dat nodig is om er een duurzame ideologie van te maken is een volk met een eerbiedig geloof in de vooruitgang. En in die zin zijn alle Amerikanen marxist, want als we iets geloven dan is het dat de geschiedenis ons naar een soort beloofd land voert en dat de technologie de drijvende kracht is.
Het intellectuele niveau buiten Nederland is goddank aanzienlijk hoger. Zo schreef de van oorsprong Canadese geleerde Henry Giroux op de Amerikaanse website CounterPunch van 19 juni 2015 het volgende:
In spite of their differing perceptions of the architecture of the totalitarian superstate and how it exercises power and control over its residents, George Orwell and Aldous Huxley shared a fundamental conviction. They both argued that the established democracies of the West were moving quickly toward a historical moment when they would willingly relinquish the noble promises and ideals of liberal democracy and enter that menacing space where totalitarianism perverts the modern ideals of justice, freedom and political emancipation. Both believed that Western democracies were devolving (overging. svh) into pathological states in which politics was recognized in the interest of death over life and justice. Both were unequivocal in the shared understanding that the future of civilization was on the verge of total domination or what Hannah Arendt called ‘dark times.’
While Neil Postman and other critical descendants have pitted Orwell and Huxley against each other because of their distinctively separate notions of a future dystopian society, I believe that the dark shadow of authoritarianism, which shrouds US society like a thick veil, can be lifted by re-examining Orwell's prescient dystopian fable 1984 as well as Huxley's Brave New World in light of contemporary neoliberal ascendancy. Rather than pit their dystopian visions against each other, it might be more productive to see them as complementing each other.
Deze bredere context waarin de dagelijks berichtgeving zich voltrekt, demonstreert hoe onbenullig de niet aflatende anti-Trump campagne van de mainstream-pers is. In een vergeefse poging het huidige financieel-economisch, politiek, en vooral cultureel en moreel failliete neoliberale systeem te beschermen, wordt de huidige president van de VS geportretteerd als een ziekte, terwijl hij niet meer is dan een symptoom van het ziekelijke westerse systeem, dat al ruim vijf eeuwen berust op een genocidale expansie- en exploratiedrift. In verband hiermee schreef professor Giroux al op dinsdag 7 juni 2016 op de kritische Amerikaanse website Truthout het volgende:
When the discourse of politics amounts to a choice between Donald Trump and Hillary Clinton, we enter a world in which the language of fundamental, radical, democratic, social and economic change disappears. What liberals and others trapped in a lesser-of-two-evils politics forget is that elections no longer capture the popular imagination, because they are rigged and driven by the wealth of the financial elite. Elections bear no relationship to real change and offer instead the mirage or swindle of real choice. Moreover, changing governments results in very little real change when it comes to the concentration of power and the decimation of the commons and public good. At the same time, politicians in the age of reality TV embody Neil Postman's statement in ‘Amusing Ourselves to Death’ that ‘cosmetics has replaced ideology’ and has helped to usher in the age of authoritarianism. Power hides in the dictates of common sense and wields destruction and misery through the ‘innocent criminals’ who produce austerity policies and delight in a global social order dominated by precarity (bestaansonzekerheid. svh), fear, anxiety and isolation.
What happens when politics turns into a form of entertainment that washes out all that matters? What happens to mainstream society when the dominant and more visible avenues of communication encourage and legitimate a mode of infantilism that becomes the modus operandi of newscasters, and trivia becomes the only acceptable mode of narration? What happens when compassion is treated as a pathology and the culture of cruelty becomes a source of humor and an object of veneration? What happens to a democracy when it loses all semblance of public memory and the welfare state and social contract are abandoned in order to fill the coffers of bankers, hedge fund managers and the corporate elite? What are the consequences of turning higher education into an ‘assets to debt swapping regime’ that will burden students with paying back loans in many cases until they are in their 40s and 50s? What happens when disposable populations are brushed clean from our collective conscience, and are the object of unchecked humiliation and disdain by the financial elite? As Zygmunt Bauman points out in Babel: ‘How much capitalism can a democracy endure?’
What language and public spheres do we need to make hope realistic and a new politics possible? What will it take for progressives to move beyond a deep sense of political disorientation? What does politics mean in the face of an impending authoritarianism when the conversation among many liberals and some conservatives is dominated by a call to avoid electing an upfront demagogue by voting instead for Hillary Clinton, a warmonger and neoliberal hawk who denounces political authoritarianism while supporting a regime of financial tyranny? What does resistance mean when it is reduced to a call to participate in rigged elections that reproduce a descent into an updated form of oligarchy, and condemns millions to misery and no future, all the while emptying out politics of any substance?
Instead of tying the fortunes of democracy to rigged elections we need nonviolent, massive forms of civil disobedience. We need to read Howard Zinn, among others, once again to remind ourselves where change comes from, making clear that it does not come from the top but from organized social formations and collective struggles. It emerges out of an outrage that is organized, collective, fierce, embattled and willing to fight for a society that is never just enough. The established financial elites who control both parties have been exposed and the biggest problem Americans face is that the crisis of ideas needs to be matched by an informed politics that refuses the old orthodoxies, thinks outside of the box, and learns to act individually and collectively in ways that address the unthinkable, the improbable, the impossible — a new future.
As politics is reduced to a carnival of unbridled narcissism, deception, spectacle and overloaded sensation, an anti-politics emerges that unburdens people of any responsibility to challenge the fundamental precepts of a society drenched in corruption, inequality, racism and violence. This anti-politics also removes many individuals from the most relevant social, moral and political bonds. This is especially tragic at a historical moment marked by an endless chain of horrors and a kind of rootlessness that undermines all foundations and creates an uncertainty of unprecedented scale. Fear, insecurity and precarity now govern our lives, rendering even more widespread feelings of loneliness, powerlessness and existential dread.
Instead of tying the fortunes of democracy to rigged elections we need nonviolent, massive forms of civil disobedience.
Under such circumstances, established politics offers nothing but scorn, if not an immense disregard for the destruction of all viable bonds of solidarity, and the misery that accompanies such devastation. Zygmunt Bauman and Ezio Mauro are right in arguing, in their book Babel, that we live at a time in which feeling no responsibility means rejecting any sense of critical agency and refusing to recognize the bonds we have with others. Time is running out, and more progressives and people on the left need to wake up to the discourse of refusal, and join those who are advocating for radical social and structural transformation. This is not merely an empty abstraction, because it means thinking politics anew with young people, diverse social movements, unions, educators, environmentalists and others concerned about the fate of humanity.
It is crucial to acknowledge that we live in a historical conjuncture in which the present obliterates the past and can only think about the future in dystopian terms. It is time to unpack the ideological and structural mechanisms that keep the war machine of capitalism functioning. It is also time to recognize that there are no shortcuts to addressing the anti-democratic forces now wrecking havoc on US society. The ideologies, grammar and structures of domination can only be addressed as part of a long-term collective struggle.
Wat is nu mijn voorstel aan Arnon Grunberg. Welnu:
Arnon, ik richt me nu tot jou: gezien jouw uitgesproken meningen over ‘9/11’ en de ‘kredietcrisis’ stel ik voor dat jij in een essay je lezers uitlegt over welke feiten, dus geen meningen, jij beschikt, op grond waarvan jij van oordeel bent dat de feiten van zogeheten ‘samenzweringstheoretici,’ ik citeer je opnieuw, ‘uiterst gevaarlijk’ zijn. Laat ik je nog één concreet voorbeeld geven: ditmaal van de Amerikaanse klokkenluider William Binney, die meer dan drie decennia voor de National Security Agency (NSA) heeft gewerkt. Hij verklaarde dat het doel van deze inlichtingendienst, met naar schatting 40.000 mensen in dienst, het volgende is:
Arnon, ik richt me nu tot jou: gezien jouw uitgesproken meningen over ‘9/11’ en de ‘kredietcrisis’ stel ik voor dat jij in een essay je lezers uitlegt over welke feiten, dus geen meningen, jij beschikt, op grond waarvan jij van oordeel bent dat de feiten van zogeheten ‘samenzweringstheoretici,’ ik citeer je opnieuw, ‘uiterst gevaarlijk’ zijn. Laat ik je nog één concreet voorbeeld geven: ditmaal van de Amerikaanse klokkenluider William Binney, die meer dan drie decennia voor de National Security Agency (NSA) heeft gewerkt. Hij verklaarde dat het doel van deze inlichtingendienst, met naar schatting 40.000 mensen in dienst, het volgende is:
total population control. It’s actually a totalitarian process. I mean that is what totalitarian dictators, states, want. They want to know everything about the population so that they can control them.
Dit is in jouw jargon duidelijk iemand die jij als een ‘uiterst gevaarlijke samenzweringstheoreticus,’ beschouwt, omdat hij de bevolking waarschuwt dat ‘niets is wat het lijkt.’ Op grond van welke feiten is Binney een complotdenker? Dit gegeven kun je ook literair uitwerken in een korte novelle of een vuistdikke roman. Wat is waar en wat is niet waar in de wereld rondom ons. Wat is de werkelijkheid en wat niet? Wie belazert de kluit en wie niet? En tenslotte: waar moet een broodschrijver mee rekening houden in een virtueel tijdperk, en waar hoeft hij geen rekening mee te houden? In de verwachting snel een reactie van je te ontvangen, groet ik je, en wens je veel succes met deze onbezoldigde opdracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten