zaterdag 11 januari 2020

Geert Mak's 'Grote verwachtingen' 23


Derk Sauer en zijn echtgenote Ellen Verbeek.


De logica van mijn oude generatiegenoten in de journalistiek is vaak zoek. De ooit marxistisch-leninistische Derk Sauer deelde op zaterdag 9 november 2019 de lezers van Het Parool mee:

Speciale aandacht wil ik nog vragen voor CitizenK van de Oscarwinnende regisseur Alex Gibney, en niet alleen omdat ik zelf een rol in deze documentaire vervul. CitizenK vertelt het leven van de ooit steenrijke oligarch Michail Chodorkovski die ruzie kreeg met Poetin. Hij bracht tien jaar in een strafkamp in Siberië door en kwam terug als een gelouterd mens.

Nu voert hij vanuit Londen een eenzame strijd voor meer democratie in zijn vaderland. 

Dezelfde naïeve boodschap bevat de filmdocumentaire CitizenK (2019), waarin de veroordeelde gangster Chodorkovski verklaart dat de ‘moderne samenleving alleen kan worden gecreëerd op basis van democratie,’ gevolgd door de bewering ‘en dit is het punt waarover hij met Poetin botst.’ De vraag is alleen of di de ware reden is van het conflict. Eerst een stapje terug om de context te belichten. In 1999 kwam een eind aan het beleid van de uiterst onpopulaire Jeltsin die:

transformed Russia's state socialist economy into a capitalist market economy by implementing economic shock therapy, market exchange rate of the ruble, nationwide privatization, and lifting of price controls. Economic collapse and inflation ensued. Amid the economic shift, a small number of oligarchs obtained a majority of the national property and wealth, while international monopolies came to dominate the market.

Het gevolg van de door Amerikaanse neoliberale economen ontwikkelde ‘shocktherapy’ was dat ruim 40 procent van de Russische bevolking onder de armoedegrens zakte, de gemidelde leeftijd van Russische mannen naar 58 jaar daalde, het niveau van de Derde Wereld, terwijl zeven oligarchen, onder wie Chodorkovski, via malversaties en sommigen zelfs door het vermoorden van concurrenten erin slaagden zeker 50 procent van de Russische economie in handen te krijgen. Het gevolg was dat:  

Amid growing internal pressure, in 1999 he (Jetsin. svh) resigned and was succeeded by his chosen successor, former Prime Minister Vladimir Putin.

Na zijn aantreden zag president Poetin en zijn regering zich genoodzaakt de macht van de corrupte oligarchen terug te dringen om zodoende de ontstane chaos beheersbaar te maken. Volgens CitizenK ‘verwierf’ Chodorkovski — die een decennium achter de tralies verdween vanwege fraude, verduistering en belastingontduiking — tijdens zijn gevangenschap ‘moreel aanzien’ onder een kleine minderheid die de zwakke oppositie vormde tegen het stabiliseringsbeleid van Vladimir Poetin. Een beleid waartegen de neoliberale westerse elite en haar ‘vrije pers’ een hetze was begonnen, om zodoende Poetin’s toenemende binnenlandse en buitenlandse invloed te ondermijnen. Dezelfde Russische president verleende Chodorkovski eind 2013 gratie waardoor hij vervroegd werd vrijgelaten. 





Veelzeggend is dat de voormalige PVDA-minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders de journalisten Hubert Smeets (NRC-opiniemaker), Laura Starink (ex-NRC) en Hella Rottenberg (ex-VK) 294.000 euro toezegde om de anti-Poetin en pro-Chodorkovski website Raam op Rusland te beginnen. Koenders is vanwege zijn onschatbare waarde voor het neoliberale systeem, net als Geert Mak, tot ridder van de Légion d'honneur benoemd, de hoogste Franse onderscheiding ingesteld door Napoleon Bonaparte. En net als Mak is Koenders niet zuiver op de graad; eind 2018 kwam laatstgenoemde in opspraak omdat hij medeverantwoordelijk was voor het steunen van de jihad groepering Jabhat Fateh al-Sham, al vele jaren ‘actief in Noordwest-Syrië,’ en vooral bekendvanwege haar wreedheid tegenover tegenstanders.’ Mede daarom wordt dit front ‘aangeduid als een terroristische organisatie door de VN, Syrië, de VAE, Australië, Turkije, Iran, Rusland, Canada, de VS en de EU,’ inclusief Nederland. Wikipedia meldt dat de in Syrië opererende jihadi’s beschuldigd worden van ‘massale verkrachtingen, massale onthoofdingen, marteling en religieuze zuiveringen,’ waarvan ‘alawitische, sjiitische, Koerdische en christelijke Syrische burgers’ het slachtoffer waren. De Jabhat al-Nusra, waaruit de Jabhat Fateh al-Sham ontstond, ‘wordt direct verantwoordelijk gehouden voor de grootschalige afslachting van ongewapende christelijke Syrische burgers in de provinciestad Sadad in het gouvernement Homs na een militair offensief,’ aldus Wikipedia. 

Desondanks blijft Koenders zijn steun aan terroristische jihadisten tot aan de dag van vandaag verdedigen, net zoals Geert Mak, Hubert Smeets, Bas Heijne, en Ian Buruma hun steun aan de terreur van Washington niet afzweren. Kenmerkend hierbij zijn de nauwe banden tussen politiek en mainstream-media, plus het feit dat zij elkaar voortdurend prijzen en elkaar de bal toespelen. Net als in Rusland staat ook hier de commerciële pers in dienst van de corrupte politieke- en financiële elite, terwijl onomkoopbare journalisten zo snel mogelijk worden gemarginaliseerd en verdacht gemaakt. Door dissidente journalisten uit te maken voor Russische trollen hoeft de mainstream-pers niet in te gaan op de feiten. Die worden dan ook stelselmatig genegeerd. Ik heb deze ontwikkeling de afgelopen halve eeuw van nabij gevolgd en bekritiseerd. Bijna 35 jaar geleden vertelde ik de schrijfster Christine Otten ‘het idee’ te hebben dat in het mediawereldje ‘alles voor een groot deel schijn is, en dat de werkelijke wereld lang niet zo geminimaliseerd en gesimplificeerd is als de journalistiek doet voorkomen.’ Nu ik, bijna drieënhalf decennia later, mijn woorden in het boek De Journalistieke Verbeelding (1986) teruglees, besef ik weer dat de huidige verwarring onvermijdelijk is geweest, en hoe niet alleen in Rusland, maar zeker ook in het ‘Vrije Westen,’ de politieke- en financiële macht de massamedia in hun greep hebben. Op grond van wat ik rondom mij zag, kwam ik destijds tot de conclusie dat de ‘moderne pers in grote mate propaganda’ bedreef, omdat zij niet durfde te twijfelen aan de uitspraken van ‘autoriteiten.’ Al aan het begin van de jaren tachtig realiseerde ik me dat de Keynesiaanse welvaartssamenleving door de elite razendsnel werd afgebroken via de politiek van deregulering en privatisering, en vervangen werd door een keiharde, neoliberale prestatie-ideologie, waarachter de economische en financiële macht schuilging. 

Geconfronteerd met deze radicale omslag in het Westen, beseften de meesten van mijn sociaal-democratische collega’s dat zij snel hun ‘linkse’ opvattingen moesten inruilen voor het neoliberale gedachtengoed, wilden ze tenminste niet gemarginaliseerd worden. Ook journalisten met een anarchistische inslag, zoals ik, wisten rond het eind van de jaren zeventig dat het hervormingsgezinde tijdperk afgelopen was, en dat de roemruchte jaren zestig begin 1980 definitief voorbij waren. In De Groene Amsterdammer schreef Geert Mak na het optreden van het Nederlandse leger met pantserwagens en scherpschutters tegen hoofdstedelijke krakers die een kruispunt hadden gebarricadeerd, dat ‘de rek eruit’ was. De bezuinigingen stonden voor de deur, de hervormingen moesten worden teruggedraaid. In het kader daarvan werden woningzoekenden uit gekraakte kapitale speculatiepanden verwijderd. De banken moesten ook wat kunnen verdienen, zo vertelde de toenmalige PVDA-burgemeester Wim Polak aan NRC/Handelsblad, de spreekbuis van het Nederlandse establishment. Enkele jaren later zei ik desgevraagd tegen mevrouw Otten dat het groeiende ‘[c]ynisme de grote ziekte [is] van de journalistiek. Ik zie het veel bij journalisten van mijn leeftijd, zo rond de veertig, die hebben het allemaal wel gezien.’ Het opportunisme en conformisme van de postmoderne journalist/opiniemaker leidde onvermijdelijk tot het cynisme, van zowel de elite als de kleinburger, dat ooit door Oscar Wilde zo treffend werd gedefinieerd als de houding van iemand die overal de prijs van weet, maar van niets de waarde. Dit cynisme maakte het mogelijk dat bijvoorbeeld Derk Sauer — Geert Mak’s bron voor zijn boek In Europa (2004) — mede dankzij de hulp van KGB-agenten en de joods-Russische toenmalige oliemagnaat Chodorkovski in het neoliberale Rusland binnen tien jaar multimiljonair kon worden, met een geschat vermogen van meer dan 100 miljoen. Januari 2007 schreef de Amerikaanse emeritus hoogleraar Michael La Sorte, deskundige op het gebied van de georganiseerde misdaad, met betrekking tot 'Russian Jewish Organized Crime': 

It is a convenience to use the term Red Mafiya to refer to what is in fact a complex phenomenon. Just as we speak generically of the Italian mafia when there are actually five with different histories, rather than using the singular word 'Mafiya,' the more correct designation is the plural 'Mafiyas.' Nor are they all Russian or based on an ethnic affiliation. There is the Georgian mafia, the Uzbec mafia, Ukrainian mafia, the mafia of Vladivostok, one in Kazan, the mafia of the ex-agents of the KGB, the mafias of oil and wood, the mafia of financial institutions, and others with specific functions and skills. There are many easy pickings in the former republics of the Soviet Union.

In the early 1970s the Soviet leader Leonid Brezhnev opened the gates to limited emigration of Soviet Jews. Among them were hard-core criminals who had served prison sentences in the Gulag. In the two-year period 1972-73, more than 66,000 Russian Jews left their homeland, most of them going initially to Israel. The Israeli 'law of return' made it easy for the Jews of the Diaspora to receive Israeli citizenship. Also non-Jews have purchased forged documents that declared them Jews to gain entrance to the country.

The criminals among them quickly entered the Israeli underworld and made their presence known by investing their laundered wealth in Israeli real estate, businesses and banks. By all accounts, Israel has become a haven for the Mafiya and a base for their international operations. Mob moguls are in residence as respected businessmen. Jonathan Winer, a former State Department expert, states categorically that, 'There is not a major Russian organized crime figure whom we are tracking who does not carry an Israeli passport.'

The Brighton Beach Boys. 

In the 1970s more than 40,000 Russian Jews settled in Brighton Beach, a former working-class Jewish neighborhood in Brooklyn, New York. One of those immigrants was Marat Balagula, who was born in Orenburg, Russia, in 1943. Once settled in Brighton Beach, he turned the Organizatsiya, the local mob, into a very profitable transnational criminal society. His most spectacular success was in the gasoline bootlegging business. Marat gained control of fourteen gas stations, formed two fuel dealerships and proceeded to buy gas from a corporation owned by the Nayfeld brothers. This setup provided a scheme to avoid paying billions of dollars of gasoline taxes…

'Nobody takes the Russian Jewish mob seriously,' said a NYPD detective. 'The lack of interest of law enforcement has given them time to grow.' A major roadblock was the super sensitivity to the Jewish aspect of émigré crime. The Jewish leaders worried that the resulting negative publicity from acknowledging the existence of Russian Jewish mobsters, of which there were an estimated 5000 in the New York metro region, would foster a wave of anti-Semitism. 

'The Mafiya dominates Russia, and has Eastern Europe in a bear hug. It is also turning Western Europe into its financial satrapy, and the Caribbean and Latin America have quickly become sandy playpens for coke and weapon deals with Colombian drug lords. There are few nations where the Russian mob does not hold some influence, making efforts to combat it ever more difficult.' (R.I. Friedman, 2000).



De Amerikaanse onderzoeksjournalist, wijlen Robert Friedman, schreef in zijn boek Mafiya: How the Russian Mob Has Invaded America (2000) over de 'Global Conquest' van de Russische onderwereld:

When the international press, bankers, and law enforcement officials professed outrage at the announcement that Red Mafiya boss Semion Mogilevich was allegedly behind the laundering of as much as $7 billion through accounts at the Bank of New York, it recalled the scene in Casablanca when the corrupt but worldly wise Vichy prefect masterfully played by Claude Rains told Humphrey Bogart's Rick that he was 'Shocked, just shocked!' that gambling was going on in Rick's cabaret. In fact, intelligence officials and government leaders had known since the early 1990s the true state of affairs in the former Soviet Union. The CIA alone claims to have published more than a hundred reports since 1998 for the American foreign policy establishment documenting crime and corruption in Russia — a society where everything from submarines for the likes of Tarzan to fissionable material for Mogilevich was for sale. The agency reported that the Rus­sian mob and its cronies in government and big business have looted the country into a condition resembling medieval beggary: the economy has declined every year since 1991. More than 40 percent of the country's peasants are living in abject poverty, suffering through Russia's third Great Depression this century. In the unforgiving fields, peasants are killing each other over potatoes. Social indices have plummeted. Workers' minuscule paychecks come late or not at all. Horrific terrorist bombings, apparently the responsibility of rebellious Islamic republics, about which the authorities can seem to do nothing, are causing a further erosion of the public's trust of the government.

At the same time on Moscow streets are more Mercedes per capita than any place on earth, and the number one concern of the city's nouveau riche is how to avoid paying taxes and hide their fortunes offshore. They revel away nights in gaudy sex clubs and expensive restaurants, gorging themselves on South American jumbo shrimp washed down with vodka and cocaine. Disputes are settled with bursts of submachine gunfire. It is a classic fin de siècle society erected on a seemingly limitless supply of dirty money.

Voor alle duidelijk: Friedman beschreef hier de situatie onder Boris Jeltsin, toen de westerse pers en politiek laaiend enthousiast reageerden op de hervormingen van de 'young reformers' die Rusland privatiseerden en dereguleerden. Ze prezen de 'democratic giants,' zoals ze in het Westen gekwalificeerd werden, die het mogelijk maakten dat het land geplunderd werd door Russische 'oligarchen,' onder wie Michail Chodorkovski, die vandaag de dag door Hubert Smeets cum suis gepresenteerd wordt als een democratisch alternatief voor ‘Poetin,’ en die Derk Sauer financieel hielp om de Russische versie van Playboy en Cosmopolitan uit te geven, glossy tijdschriften met als juichende boodschap dat de ‘Yuppies Are Coming!’ Deze kongsi van onderwereld en bovenwereld mag dan wel voor de buitenstaanders verbazingwekkend zijn, ‘bien étonnés de se trouver ensemble,’ maar is in werkelijkheid onvermijdelijk wanneer een imperium uiteenvalt, en de meest gewetenlozen de kans krijgen zich te goed te doen aan het axchtergebleven kadaver, en de opportunistische westerse pers een uitgelezen mogelijkheid geserveerd krijgt om haar elite te behagen. Illustrerend is dat Geert Mak in zijn bestseller In Europa (2004) de multimiljonair  Sauer als voornaamste bron voor Rusland koos, terwijl hij vijftien jaar later de Anti-Poetin propagandist Smeets als belangrijke bron opvoert voor zijn nieuwe onverbiddelijke bestseller Grote verwachtingen in Europa 1999-2019. Nu looft hij Hubert’s ‘inzichtelijke overzicht van de Poetin-jaren,’ waarop ‘ik voortdurend teruggreep.’ Niet alleen omdat de gecorrumpeerde Smeets een oude kennis van hem is, (Nederland is een klein land), maar ook omdat Mak, met het oog op de oplagen van zijn boeken en zijn imago bij het establishment, niet te ver kan afwijken van wat de neoliberale elite acceptabel vindt. Na de grootscheepse corruptie en armoede in Rusland, toen de bevolking nog niet bekomen was van Jeltsin’s door het Westen geïnstigeerde economische shocktherapie, had de zelfbenoemde chroniqueur Mak, verblind door zijn optimisme, helemaal niets door, zo blijkt uit zijn Grote verwachtingen, waarin hij bekent:

In mijn herinnering was niet de corruptie het gesprek van de dag, maar het glimmende damesblad Cosmopolitan. Het was in 1994 gelanceerd, het was direct een daverend succes, tot in de verste uithoeken van het land. Een van de pioniers was een vroegere collega-journalist, Derk Sauer, en ook hij was stomverbaasd. Een exemplaar van Cosmo, berekende hij, kostte algauw een dagloon; dat zoveel mensen zo’n bedrag zomaar konden uitgeven betekende dat er heel veel stil geld bij de Russen was weggestopt. Er leek wel degelijk een verborgen middenklasse te bestaan. En dat niet alleen, de nieuwe tijden werden ook gevierd met een nieuwe levensstijl. 

Hier geeft ‘de populairste geschiedenis leraar van het land’ zichzelf een brevet van onvermogen, zonder dat zijn mainstream-collega’s en zijn publiek het doorhebben. Natuurlijk was zowel in zijn ‘herinnering’ als in zijn bestseller In Europa (2004) ‘niet de corruptie het gesprek van de dag, maar het glimmende damesblad Cosmopolitan,’ aangezien zijn bron in Moskou, de plaats waar hij verbleef, Derk Sauer was, de uitgever van dit glossy magazine. In de rest van de Russische Federatie, met zijn oppervlakte van 17.098.246 vierkante kilometer, en van Oost naar West ruim 9500 kilometer omvat, oftewel de afstand van Amsterdam naar Bangkok, was Geert Mak niet geweest. In november 1999 verzekerde hij zijn NRC-publiek: Dit blad leerde de mensen voor het eerst om hun individualiteit weer uit te dragen. Het was hun gids voor het nieuwe leven,’ waarvan de oplage rond de ‘350.000’ schommelde, althans, zo beweerde Sauer. Uitgaande van het feit dat Cosmopolitan destijds als glossy maandblad een monopolie bezat en dat het aantal inwoners van de Russische Federatie ongeveer 145 miljoen inwoners telde, kan niet beweerd worden dat een oplage van 350.000 een serieuze indicatie is van een omvangrijke ‘verborgen middenklasse’ die ‘heel veel stil geld’ bezat, want feit blijft dat de kopers van dit maandblad slechts 0,002 procent van alle Russen uitmaakten. Ter vergelijking, in Nederland wordt officieel driekwart van de bevolking tot de middenklasse gerekend. Juister zou zijn te stellen dat die 0,002 procent het vermoeden rechtvaardigt dat de voltallige Russische mafia een exemplaar van Cosmo had aangeschaft.

Met andere woorden: Derk Sauer’s en Geert Mak’s bewering dat er in 1999 een substantieel ‘verborgen middenklasse’ in Rusland bestond, die ‘heel veel stil geld’ bezat, is opnieuw één van de vele mythen die over het grootste land ter wereld wordt verspreid door de westerse mainstream-media. Dat weten mijn oude vrienden Derk en Geert zelf ook wel, want Mak schrijft vier pagina’s eerder in zijn Grote verwachtingen:

In de ruige jaren na de ineenstorting van de Sovjet-Unie lagen zowel de staatsmacht — de oude apparatsjiks wisten immers precies de weg — als de financiële en commerciële lijnen grotendeels bij de KGB. Wie in Wilde Oosten wilde profiteren van de shocktherapie, de onteigeningen en de privatiseringen liep vroeg of laat onvermijdelijk tegen de KGB aan. 

En opnieuw verzwijgt Mak dat nu juist zijn bron in Rusland, Derk Sauer, in zee was gegaan met de mafia van voormalige KGB-ers om zijn media-imperium in de voormalige Sovjet Unie op te zetten. Nu merkt ook de zo geprezen stem van de gevestigde orde op dat:

op straat de economie begin jaren negentig [was] overgenomen door de gangsters en de maffia. In de provinciesteden verkochten de drugsdealers geen heroïne meer maar krokodil, een zelfgemaakt brouwsel van codeïne-pillen en een paar synthetische schoonmaakmiddelen. Ook wodka was voor miljoenen Russen te duur geworden, ze dronken nu spirt, chemische ethanol of ruitenreiniger. Ik herinner me dat mijn meepassagiers in de Rode Fiji, de nachttrein van Sint-Petersburg naar Moskou, in die jaren bij het slapengaan de handvatten van de coupédeur met een touw aan elkaar vastsjorden. ‘Je weet maar nooit.’ De machtsverhoudingen werden bepaald door bendeoorlogen. Het aantal moorden steeg tot zo’n dertig per dag. 'Ik begreep dat die nieuwe wereld niet voor mij was, maar voor een ander soort mensen,’ vertelde een van de ooggetuigen, Svetlana Alexijevitsj. ‘Het grondsop kwam omhoog, alweer een revolutie. De straten raakten vol mannetjesputters in trainingspakken. Wolven! Die vertrapten iedereen.’ 


Het icoon van de kleinburgerlijke zelfgenoegzaamheid in Nederland. Kijk mij  nu eens leuk zijn.


Typerend voor Mak’s opportunisme is dat ondanks zijn kennelijk goed functionerend geheugen de naam ‘Svetlana Alexijevitsj’ niet voorkwam in zijn boek In Europa, terwijl zij toch zo’n diepe indruk op hem moet hebben gemaakt. Immers, zelfs na twintig jaar na zijn ontmoeting met Svetlana weet hij haar ervaringen nog te ‘herinneren.’ In tegenstelling tot Mak wist zij toen wel dat het ‘grondsop omhoog’ was gekomen, te weten gangsters als Chodorkovski, die in samenwerking met westerse gelukszoekers als Sauer, de ‘wolven’ waren die ‘iedereen vertrapten.’ Het waren de oligarchen die het stoffelijk overschot van de failliete staat verslonden, ten koste van de rest van de bevolking. Maar dat feit was twee decennia geleden voor Geert niet relevant genoeg om voor zijn publiek te analyseren. Hij werd toen nog gedreven door een vurig verlangen naar ‘hoop,’ en ‘optimisme,’ zoals de populistische opiniemaker mij nog in 2012 schreef. En hoewel het orakel van Jorwerd een verkeerde beeldspraak gebruikt — ‘grondsop’ komt immers niet ‘omhoog’ maar bezinkt door zijn gewicht — begrijpt de lezer toch dat na de val van de Sovjet Unie, bij gebrek aan gewicht, het schuim der aarde in Rusland omhoog kwam drijven. Het is logisch dat in een tijd waarin de financiële macht globaliseert ook de joods Russische onderwereld zijn kapitaal ging spreiden. In zijn boek Red Mafiya zet Robert Friedman in verband hiermee het volgende uiteen: 

Israeli police officials estimate that Russian mobsters have poured more than $4 billion of dirty money into Israel’s economy, though some estimates range as high as $20 billion. They have purchased factories, insurance companies, and a bank. They tried to buy the now defunct, pro-Labor Party Davar daily newspaper, and the pro-Likud Maariv, the nation’s second largest newspaper. They have even put together a koopa, or a pool of money, for bribes and other forms of mutual support. One of Leder’s greatest fears is that the Russians will compromise Israel’s security by buying companies that work for the military-industrial complex. The mobsters, in fact, attempted to purchase a gas and oil company that maintains strategic reserves for Israel’s military. ‘They could go to the stock market and buy a company that’s running communications in the military sector,’ he complains. 

Insinuating themselves throughout the country, Russian dons have bought large parcels of impoverished development towns, taking over everything from local charities to the town hall. For instance, Gregory Lerner, a major Russian crime boss who arrived in Israel with huge amounts of money, allegedly owns everything from fashionable restaurants to parts of several port city waterfronts. 

‘Do you know what Gregory Lerner did in Ashkelon?’ Leder asked me during an interview in New York. ‘His mother was three times in the hospital there. He bought new medical equipment and dedicated it to his mother! It’s the way the mobsters wash their name.’ They do so, he explains, in order to build up grassroots support and openly influence politicians — or even run for elective office. Leder worries that one day three or four Russian gangsters who have bought their legitimacy will win Knesset seats, take over a key committee, and be in an ideal position to stop an important piece of anti-crime legislation, such as a proposed bill to criminalize money laundering. 

One of Leder’s worst fears came true when Russian gangsters hand picked several candidates to run for local and national offices, according to the minutes of a classified Israeli cabinet meeting held by the Committee of the Controller in June 1996. And in May 1997, Israeli police launched a probe into allegations that Lerner attempted to bribe former Prime Minister Shimon Peres, among other Knesset members and cabinet ministers. The investigation was inconclusive, however, and no charges were filed. 

One politician already ensnared in the web of organized crime is Russian-born Natan Sharansky, the head of the Russian Yisrael Ba-Aliya and minister of the interior in the government of Prime Minister Ehud Barak. Because of his resistance to the Soviet regime and his strong and open identification with Judaism, he suffered a long, brutal confinement in the Gulag before international pressure led to his release. In Israel, the charismatic dissident was lionized by the Jewish people, and he became a power broker for the large and growing Russian émigré community, whom he helped integrate into a rigid society that sometimes seemed jealous of the talented new Russians. 

However, Sharansky has publicly admitted that his party has accepted campaign contributions from NORDEX president Grigori Loutchansky. Officials from the U.S. Congress, the State Department, and the CIA pleaded with Sharansky to sever his ties to Loutchansky. ‘We told Sharansky to stop taking money from Loutchansky,’ says Winer. ‘We told him about Loutchansky’s MO: bribery, influence peddling, that he was a bridge between foreign governments and traditional organized crime.’ 

Sharansky simply refused, arguing that he needed the money to resettle the tidal wave of Russian émigrés. ‘When we warned Sharansky,’ says the congressional investigator, ‘to stop taking money from Loutchansky, he said, ‘But where am I going to put them,’ referring to the huge influx of Russian Jewish refugees. ‘How am I going to feed them? Find them jobs?’ He figures Loutchansky is just another source of income. 


Twee corrupte extremisten bij elkaar: Natan Sharansky en Benjamin Netanyahu. 


‘Sharansky is very shrewd,’ the congressional investigator continued. ‘He knows better. It was a cynical decision. He did take money. Then he asked, “Why shouldn’t I?” The CIA warned him that Loutchansky was trying to buy influence through him and his party for the Russian Organized Crime/Russian government combine. We told Sharansky that Loutchansky is a major crook.’ (Sharansky declined to comment.) 

Ignoring all the warnings, Sharansky introduced Loutchansky to Benjamin Netanyahu prior to Israel’s 1996 national elections. The Israeli press reported that Netanyahu received $1.5 million in campaign contributions from Loutchansky, a charge the prime minister hotly denied. ‘The Likud is corrupt, and Bibi Netanyahu is disgusting,’ says Winer. ‘He’s had meetings with Loutchansky and Kobzon — criminals promoting their own interests.’ 

Kobzon’s influence in Israel may exceed that of even Loutchansky and Mogilevich. ‘Kobzon has big political connections in Israel,’ says Leder. For instance, in January 1996, Kobzon was detained upon his arrival at Israel’s Ben Gurion International Airport ‘because of his ties to the Russian Mafiya,’ Labor Party Knesset member Moshe Shahal said in his cramped Knesset office in Jerusalem. Shahal, at the time the country’s security minister, intended to send the mobster back to Russia, but then the phones started ringing in the chambers of high government ministries. Kobzon’s friends in Israel petitioned the minister of the interior, the minister of transportation, and Foreign Minister Shimon Peres, who finally ordered the airport police to free Kobzon and let him enter the country. Peres, who was being pressed by the Russian ambassador, told Shahal that he relented to avoid a messy incident with the Russian government. (The following year, Kobzon flew to Israel in his private jet to pick up Marat Balagula’s eldest daughter, who lives in Netanya, to bring her back to Moscow to celebrate his sixtieth birthday.) 

With two decades of unimpeded growth, the Russian Mafiya has succeeded in turning Israel into its very own ‘mini-state,’ in which it operates with virtual impunity. Although many in international law enforcement believe that Israel is by now so compromised that its future as a nation is imperiled, its government, inexplicably, has done almost nothing to combat the problem. In June 1996 Leder, then chief of Israeli police intelligence, prepared a three-page classified intelligence assessment that concluded: ‘Russian organized groups had become a strategic threat’ to Israel’s existence. He documented how they were infiltrating the nation’s business, financial, and political communities. Shahal used the report to brief Prime Minister Yitzhak Rabin, Shin Bet, Israel’s FBI, and Mossad, and provided his own recommendations on how to uproot the Russian mob. Before Rabin had a chance to act on the plan, he was assassinated by a right-wing Jewish religious zealot in Tel Aviv following a peace rally. Shimon Peres subsequently set up an intra-agency intelligence committee on the Russian mob after reading Leder’s report, but did little else. Leder’s report was shelved by Netanyahu, according to Shahal. 

‘Israel is going to have to do something,' says James Moody. ‘They could lose their whole country. The mob is a bigger threat than the Arabs.'

Ter informatie: in 1996, waarschuwde James Moody, de toenmalige directeur van de FBI het Amerikaanse Congres dat ‘the Russian mob, which has thirty crime syndicates operating in more than seventeen North American cities, has “a very real chance” of becoming “the No. 1 crime group in the United States.”’

 According to recordings released in 2015, Alexander Litvinenko, shortly before he was assassinated, claimed that Semion Mogilevich has had a "good relationship" with Vladimir Putin since the 1990s.

Leder agrees: ‘We know how to deal with terrorist organizations. We know how to deal with external threats. This is a social threat. We as a society don’t know how to handle it. It’s an enemy among us.’ 

Why should Americans be concerned about the global explosion of Russian organized crime and the concomitant corruption in Russia? The simple answer is that the nuclear-capable behemoth is on the verge of a political and economic meltdown. ‘The Russian people are deeply humiliated,’ Brent Scowcroft, Bush’s national security adviser, has said (in het begin van de jaren negentig. svh) ‘They have lost their superpower status and they are turning against the U.S. and against the West.’ In historical terms, the closest analogy to the financial situation in Russia is the Versailles Treaty at the end of World War I, when the Western allies demanded reparations from the Germans. Huge amounts of capital were forced out of Germany, so impoverishing the nation that it helped set the stage for Hitler. ‘That is the only parallel we have of a vast change in a society, accompanied by massive decapitalization — and look at the consequences,’ said Jack Blum, who is consulting with the House Banking Committee in its investigation of Russian money laundering. ‘Russia is three times our size and has nuclear weapons. Why should we care? Excuse me. Common sense says you have to care mightily.’ 

It should also by now be abundantly clear that the Russian Mafiya is made up of multipurpose, entrepreneurial master criminals. ‘Once funded, once flush, with the billions of dollars they ripped off, these boys are in business doing every shape, manner, and form of crime globally,’ Blum continued. ‘So it was Russians who were doing the gasoline daisy chains in New York, New Jersey, and Long Island, in which billions of dollars in excise tax was ripped off; it’s Russians who are screwing around with Colombians, figuring out how to deliver weapons to them. Should Americans not care about that? That’s going on right here. If nothing else, Americans should worry that they’ll drive up the price of real estate in the Hamptons,’ Blum said with a sarcastic laugh. 

‘The Hamptons (idyllisch gelegen dorpen in het oosten van Long Island, nabij New York. svh) are filling up with Russians,’ Mike Morrison, a criminal investigator with the IRS told me. ‘When we ask them where they got the money to purchase their house or business, they produce a document from Uncle Vanya in St. Petersburg who says it’s a gift. There is nothing we can do.’ 

Meanwhile, Russian mobsters move easily in and out of the United States on visas ‘that they get in Israel to dance through our clearance process,’ says Blum. Or they obtain visas as employees of shell corporations like YBM, or as friends of NHL hockey players, or as ‘film consultants,’ as Ivankov (Russische Mafiabaas. svh) did. ‘So should we worry about that?’ asks Blum. ‘Of course!’ 

America’s vast wealth will always be an irresistible target for the Russian Mafiya, and their most sophisticated scams are likely to cause the most damage: their devious financial machinations on Wall Street, their money laundering, their infiltration of prestigious institutions like the NHL. Should we worry about that? In a few years, predicts James Moody, the Russian mob will be bigger than La Cosa Nostra in America. And perhaps GE, and Microsoft, too.

Dit alles was al in 2000 bekend, toen Red Mafiya: How the Russian Mob Has Invaded America voor het eerst in het Engels verscheen, vier jaar voordat Geert Mak’s bestseller In Europa werd gepubliceerd, het boek waarvoor hij in 2004 de NS Publieksprijs ontving. Bovendien verscheen Robert Friedman’s meesterwerk twintig jaar voordat Mak in zijn boek Grote verwachtingen toegaf dat voor hem als journalist in 1999 ‘niet de corruptie het gesprek van de dag [was], maar het glimmende damesblad Cosmopolitan,’ hetgeen meer zegt over de onkunde en naïviteit van Mak dan over Rusland. Dit blijkt tevens uit het feit dat volgens VN-onderzoekers in 2019 wereldwijd de geschatte hoeveelheid aan zwart geld tot 2 biljoen dollar kon oplopen, dus 2 keer een miljoen keer een miljoen dollar, een bedrag dat 12 keer zo hoog is als het totale EU-budget van 2019. Het is een indicatie hoe machtig en wijdvertakt de onderwereld is, en toont meteen aan hoe absurd Mak’s veronderstelling rond de eeuwwisseling was dat het verschijnen van het ‘damesblad Cosmopolitan’ voor zijn publiek belangrijker was dan de opkomst van de Russische mafia, waarmee niet alleen Poetin na het vertrek van Jelstin te maken kreeg, maar ook de westerse wereld. Al in 2009 'Russian mafia groups had been said to reach over 50 countries and, in 2010, had up to 300,000 members.' 

Feit is tevens dat de Russische, al dan niet joodse ‘georganiseerde misdaad een uitgebreid crimineel netwerk in West-Europa, en Nederland [heeft]. Dat zegt voormalig FBI undercover operative Ronald Fino tegen Reporter Radio. Volgens Fino houden Russische criminelen zich hier bezig met vrouwenhandel, drugssmokkel, het witwassen van geld en de verspreiding van kinderporno…

Na Fino’s ontmaskering als FBI-informant infiltreerde hij de Russische maffia in Moskou en Sint Petersburg. ‘Mijn cover was een exportbedrijf in de drankindustrie. Op een gegeven moment kwamen de Russische maffiosi zelf naar mij toe. Ze zijn ontzettend goed opgeleid, meedogenloos en gevaarlijker dan de Amerikaanse maffia. In Nederland zijn ze onder andere betrokken bij drugssmokkel via de Rotterdamse haven en de verspreiding van kinderporno op het internet. In het financiële zakenleven wassen ze op grote schaal geld wit, via ingewikkelde constructies met lege bedrijven.’

Al deze feiten tonen aan hoe provinciaals de polderpers is, en blijft. Hier kan een poseur als Geert Mak, met een minimum aan kennis worden gepresenteerd als een welingelichte bron. Volgende keer meer over onze poseurs. 


Boven: de kleine Derk Sauer temidden van Russische rijken. Onder: Geert Mak die door de Franse bourgeoisie tot ridder van het Legioen der Eervollen wordt verheven. En zo sluit de cirkel zich weer. Vanity.




1 opmerking:

Anoniem zei

Stan zou je dit kunnen voorlezen en opnemen via een simpele telefoon and dan als podcast / YouTube uit kunnen brengen ?
Het zou fantastisch zijn !

Peter Beinart: Why the International Criminal Court’s Warrant for Netanyahu Matters

  The Beinart Notebook Playback speed 1× Subtitles Share post Share post at current time Share from 1:06 1:03 / 5:54 Transcript The   decisi...