Hoeveel divisies heeft Geert Mak? Ik ken een echtpaar dat zijn boek In Europa tweemaal aanschafte, tweemaal 852 pagina’s, omdat ze het naast elkaar in bed wilden lezen. Een half miljoen stuks verkocht, en nu, met de opvolger Grote verwachtingen in de boekhandel, is Geert beslist onontkoombaar. Gisteren keek hij me trouwhartig aan vanaf een billboard op het station. Vijf interviews met hem heb ik gelezen, een mocht ik er zelf doen. Ik schat de invloed van Geert Mak op tien Kamerzetels.
Het kan dus niemand zijn ontgaan dat Grote verwachtingen gaat over Grote Teleurstellingen. Geert Mak is van zijn geloof gevallen. Zijn optimisme van na de val van de Muur is weg, over de zegeningen van de immigratie, over de Derde Weg van links, en over de overwinning van de liberale democratie.
Geert heeft de steven gewend en dat is landelijk nieuws. In Nederland bestaat meningsvorming immers niet zozeer uit wat je zegt maar uit wie het zegt. Ik heb die interviews plus het boek doorgenomen en was prettig verrast. Mak gaat de vervelende werkelijkheid niet uit de weg. Om te beginnen heeft hij het zogeheten plan-Azmani omarmd. Asiel aanvragen moet gebeuren in het land van herkomst, zegt hij. ‘Daar selecteren wie mag komen en wie niet. Anders wordt immigratie een golf die over je spoelt. Je kunt best genereus zijn en denken in quota.’
Hij is naar Samos geweest, heeft de ellende in de opvangkampen gezien en toch niet het gebruikelijke zieligheidsrefrein aangeheven. Hij schrijft dat de overgrote meerderheid van de migranten geen vluchteling is. Dat zei staatssecretaris Broekers-Knol onlangs ook. In haar kuiten hing vervolgens onmiddellijk de nieuwe voorzitter van Vluchtelingenwerk. Maar nu heeft Geert Mak hetzelfde gezegd en volgt geen wanklank.
Het gaat hem niet eens speciaal om het idee dat Europa wordt overstroomd door migranten, en dat dat ondoenlijk is. Een laag daaronder ziet hij hoe miljoenen in Europa zich ontheemd voelen in eigen land. De elite heeft er geen last van, die reist vrolijk rond. Hij maakt een onderscheid in mensen ‘van ruimte’ en mensen ‘van plaats’.
Jenny Douwes, bijgenaamd Jenny d’Arc, blokkeerfriezin en net in hoger beroep tot 90 uur werkstraf veroordeeld in verband met de antipietenactie in Dokkum, kan op Geerts steun rekenen. Voor deze alleenstaande moeder steekt hij zijn hand in het vuur. Jenny is géén racist, haar beste vriend is een man uit Gambia, en die blokkeeractie was een uiting van de botsing tussen stad en platteland. Hij citeert haar met instemming. ‘Ik ben voor vrijheid, je moet mensen niet dwingen te veranderen.’ Het zijn de mensen van plaats die de ruimte moeten krijgen.
Europa komt er slecht vanaf. In het Belgische blad Knack zegt hij – in het buitenland spreken mensen de waarheid – dat de EU overeind houden betekent: verschillen respecteren. ‘We gaan kapot aan de huidige, te zwaar opgelegde eenheid.’ Hij is voor een Europa à la carte. Ook voor de Polen met hun katholieke conservatisme is er plek. De euro is een keurslijf gebleken, ‘een gifpil’. Zelfs bepleit hij een kern-Europa, aangezien de huidige verzameling van 27 landen nooit een sterke eenheid kan worden. ‘De geschiedenissen van de landen zijn te verschillend.’
Als je dit allemaal bij elkaar zet, tuiten je oren. Ook die van Geert Mak zelf vermoedelijk. Want juist als ik denk, hier heeft Henk Otten de fractieleider die hij nog zoekt voor zijn afgescheiden Baudetpartij, neemt Mak een scherpe bocht. Aan de ene kant maakt hij ruim baan voor de gevoelens van vernedering, van het voorbij gehold worden door de neoliberale economie, van het zich niet beschermd weten door de overheid en van de ontmanteling van de sociale voorzieningen.
Maar dat weerhoudt hem er niet van om hartstochtelijk te pleiten voor meer slagkracht in Europa. De nationale staat is nostalgie, en ja, daar krijgen de populisten alsnog een veeg uit de pan. Merkwaardige ongerijmdheid die hij zelf niet lijkt te zien. Friesland is oké, Nederland niet. De nationale staat, bij uitstek de instantie van de ‘mensen van plaats’, deugt niet. En Europa, toch bovenal een liberaliseringsproject, moet redding brengen.
Voor een sterker Europa, hoor je nu om de haverklap. We moeten aan geopolitiek gaan doen, vindt ook Mak. ‘Nederlanders kruipen onder hun bed als je het woord macht noemt’, zegt hij stoer. Meer slagkracht is onherroepelijk meer centralisme. Inderdaad wil hij een Europese commissie van een paar man, met doorzettingsmacht. Het Europees Parlement moet ook meer te vertellen krijgen, en internationale kieslijsten. ‘Het is toch heerlijk om op Merkel of Daniel Cohn-Bendit te kunnen stemmen’, zei hij tegen mij. Dat lijkt mij beslist niet heerlijk, en vooral in tegenspraak met zijn voorkeur voor de plaatsmensen boven de ruimtemensen. Het deert hem ogenschijnlijk niet. Bij Geert Mak is de Europese Unie een soort PAS, het programma voor de stikstofbeheersing, je kunt tegelijk meer en minder Europa hebben.
De Telegraaf (!) had het scherpste interview. Of hij begreep dat mensen de grenzen willen sluiten, nu we ook dit jaar weer op een immigratierecord afstevenen. Een zucht. ‘Het is een duivels dilemma.’ Waarom hij vindt dat we uit geopolitiek oogpunt Albanië zouden moeten opnemen in de EU, een land dat berucht is om zijn georganiseerde misdaad? Weer een zucht. En weer een, dieper nog. ‘Ik ben bij dit boek vaak op duivelse dilemma’s gestuit.’ Dat is nou politiek. Niets dan duivelse dilemma’s.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten