woensdag 9 oktober 2019

De Zionistische Meute 29


As one who loves Israel, I am deeply saddened by the news that Israel has decided to prevent Members of Congress from entering the country.
Nancy Pelosi. 15 augustus 2019

We have a strong relationship with Israel as well as a deep love and respect for the people of Israel.
Nancy Pelosi. 17 augustus 2019


Als voorzitster van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden laat Nancy Pelosi van de Democratische Partij herhaaldelijk weten ‘een diepe liefde’ te koesteren voor de zelfbenoemde ‘Joodse staat.’ De vraag is nu waarop die ‘diepe liefde’ is gebaseerd? Per slot van rekening negeert de ‘liefde’ van deze Democratische politica het feit dat Israel zich als een schurkenstaat gedraagt door voortdurend op grote schaal het internationaal recht te schenden. Dit gegeven speelt geen doorslaggevende rol in de westerse politiek, met als gevolg dat de geloofwaardigheid van het christelijke Westen in de rest van de wereld drastisch blijft afnemen. Waarom is de grote meerderheid van Amerikaanse en Europese politici bereid haar geloofwaardigheid bij miljarden wereldbewoners op het spel te zetten voor slechts 6,5 miljoen Joden in Israel? Of anders gesteld: waarom is voor het Westen 0,0008 procent van de wereldbevolking belangrijker dan de rest van de 7 miljard niet-westerse bewoners op aarde? Wat maakt de ‘Joden’ in Israel zo uniek, dat ze — in de woorden van wijlen Jan Blokker — in het Westen ‘heilig’ zijn verklaard? 

Natuurlijk is er in de eerste plaats de holocaust, maar zoals de oud-president van de World Zionist Organization, Nahum Goldman, ooit benadrukte, is het zionistisch misbruik van zes miljoen doden om een ‘politiek twijfelachtig en moreel onverdedigbaar beleid te rechtvaardigen’ een ‘banalisering van de onschendbare tragedie van de Holocaust.’ Met andere woorden: dit argument is vanuit politiek en moreel oogpunt onbruikbaar. Vervolgens kan de christen aanvoeren dat de ‘Joden’ in Israel ‘God’s uitverkoren volk’ zijn. Maar ook deze rechtvaardiging is ondeugdelijk, omdat de meeste wereldbewoners niet behoren tot het ‘judeo-christelijk’ geloof, en hun eigen opperwezen tegelijkertijd weer allerlei andere dingen heeft verklaard. Bovendien accepteert alleen nog een absolute minderheid van joden en christenen de oud-testamentische bewering dat hun God genocide heeft gerechtvaardigd door duizenden jaren geleden de Joodse veroveraars van het ‘beloofde land’ opdracht te geven om ‘van de steden dezer volken, die u de HEERE, uw God, ten erve geeft, gij niets [zult] laten leven, dat adem heeft,’ zoals in Deuteronomium te lezen is. Anders gesteld: op wat excentriekelingen na gelooft toch niemand meer dat de Joden in Israel tot ‘het uitverkoren volk’ behoren? Kortom, welk motief blijft er nog over om anno 2019 de Joden in Israel anders te behandelen dan de rest van de mensheid? Immers, de 

‘future has no future’ is the wisdom of an age that, for all its appearance of perfect normalcy, has reached the level of consciousness of the first punks.

Daarnaast geldt dat:

[n]othing we are being shown is adequate to the situation, not by far. In its very silence, the populace seems infinitely more mature than all these puppets bickering among themselves about how to govern it. The ramblings of any Belleville chibani  (oude Arabische mannen die backgammon spelen in de café’s van Belleville, een grotendeels Parijse immigranten-buurt. svh) contain more wisdom than all the declarations of our so-called leaders. The lid on the social kettle is shut triple-tight, and the pressure inside continues to build. From out of Argentina, the specter of Que Se Vayan Todos (ze moeten allen vertrekken. svh) is beginning to seriously haunt the ruling class. 


Omdat ‘onze’ politici, en in hun voetspoor de ‘corporate press’  liegen, weet geen van hen meer wat de werkelijkheid te zien geeft. In hun ‘virtual-reality’ bubbel is alles vertekend geraakt, en zij allen werden dan ook tot hun grote schrik schijnbaar ineens geconfronteerd  met de opkomst van de ‘populisten’ en hun aanhang. Ze dachten zo lekker bezig te zijn geweest met de afbraak van de verzorgingssamenleving om de opbouw van hun neoliberale heilstaat zo soepel mogelijk te laten verlopen dat zij zich geen enkele weerstand konden voorstellen. In het kader van de deregulering en privatisering waren zij erin geslaagd steeds meer welvaart naar de elite te sluizen. Zelfs in hun ergste nachtmerries hadden de geslaagde strebers van mijn generatie nooit kunnen bevroeden dat Ian Buruma’s ‘plebeians’ zouden gaan morren, laat staan in opstand zouden kunnen komen. ‘Gilet jaunes’ waren voor hen slechts tewerk gestelden die volkomen overbodig het verkeer mochten regelen, om maar de schijn te wekken dat de vooruitgang niet te stuiten was. Daarom voorzagen ze eind vorige eeuw ook niet dat de internetzeepbel zou ontploffen, en werden ze een decennium later, in 2008, volkomen verrast door de kredietcrisis. Op het hoogtepunt van die crisis verklaarde Egbert Kalse, toenmalig economisch redacteur van nrc.next op 7 oktober 2008 tegen een collegaatje:

Jij vraagt je natuurlijk af waarom jouw bank in Nederland in hemelsnaam in Amerikaanse hypotheken gaat beleggen? Dat komt omdat ze dachten daar meer geld mee te kunnen verdienen dan met andere beleggingen. Iedereen (dan bedoel ik voor de verandering maar weer eens echt iedereen) dacht dat de huizenprijzen in Amerika altijd zouden blijven stijgen. Dom natuurlijk, maar zo was het wel. En omdat iedereen dat dacht, dacht ook iedereen dat het wel veilig was daarin te beleggen. Niet dus.

Klopte zijn bewering dat ‘echt iedereen dacht’ dat ‘het wel veilig was’? Jazeker. Dat wil zeggen als men ervan uitgaat dat Kalse's 'iedereen' beperkt bleef tot de journalistieke incrowd, die bij gebrek aan kennis elkaar nakwekt. Dat inteelt-wereldje reageerde inderdaad ‘dom,’ maar daarbuiten wisten genoeg mensen dat de luchtbel op ontploffen stond, zoals de lezers van mijn weblog weten. Een voorbeeld van iemand die ruim van te voren met klem had gewaarschuwd:

On Sept. 7, 2006, Nouriel Roubini, an economics professor at New York University, stood before an audience of economists at the International Monetary Fund and announced that a crisis was brewing. In the coming months and years, he warned, the United States was likely to face a once-in-a-lifetime housing bust, an oil shock, sharply declining consumer confidence and, ultimately, a deep recession. He laid out a bleak sequence of events: homeowners defaulting on mortgages, trillions of dollars of mortgage-backed securities unraveling worldwide and the global financial system shuddering to a halt. These developments, he went on, could cripple or destroy hedge funds, investment banks and other major financial institutions like Fannie Mae and Freddie Mac.The audience seemed skeptical, even dismissive. As Roubini stepped down from the lectern after his talk, the moderator of the event quipped, ‘I think perhaps we will need a stiff drink after that.’ People laughed — and not without reason. At the time, unemployment and inflation remained low, and the economy, while weak, was still growing, despite rising oil prices and a softening housing market. And then there was the espouser of doom himself: Roubini was known to be a perpetual pessimist, what economists call a ‘permabear.’ When the economist Anirvan Banerji delivered his response to Roubini’s talk, he noted that Roubini’s predictions did not make use of mathematical models and dismissed his hunches as those of a career naysayer.

Inmiddels is de journalist Egbert Kalse (links op de foto), die zo ‘dom’ was ‘natuurlijk’ om net als  ‘echt iedereen’ te geloven ‘dat de huizenprijzen in Amerika altijd zouden blijven stijgen,’ kennelijk juist vanwege zijn volgzaamheid opgeklommen tot adjunct-hoofdredacteur van NRC Handelsblad. Wie niet ziende blind was, was de Britse historicus, Tony Judt, die vlak voor zijn dood, in Ill Fares the Land (2010) waarschuwde: 

We cannot go on living like this. The little crash of 2008 was a reminder that unregulated capitalism is its own worst enemy: sooner or later it must fall prey to its own excesses and turn again to the state for rescue. But if we do no more than pick up the pieces and carry on as before, we can look forward to greater upheavals in recent years to come. And yet we seem unable to conceive of alternatives. This too is something new... Today, neither Left nor Right can find their footing.

Judt verwoordde een algemeen gevoel onder dissidente intellectuelen en een aanzienlijk deel van de sceptische westerse bevolking, natuurlijk met uitzondering van de mainstream-opiniemakers. Zo tracht Ian Buruma nog steeds het failliete Amerikaanse consumptie-systeem aan te prijzen met beweringen als dat wij allen in de toekomst ‘met weemoed’ zullen ‘terugkijken op het betrekkelijk goedaardige imperialisme uit Washington.’ Desondanks begint een deel van zelfs de mainstream-media te twijfelen aan het democratisch gehalte van de ‘democratie,’ en zou men dus mogen verwachten dat 'de vrije pers' tevens de ideologische overtuiging  laat vallen dat het neoliberale kapitalisme houdbaar is. Maar nee dus. Een voorbeeld. Hoewel de voormalige hoogleraar journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen Marc Chavannes in 2013 in de NRC schreef over ‘de aftakeling van de democratie,’ verzuimde hij de vraag te stellen wie anders dan de elite de neoliberale 'democratie' heeft kunnen uithollen. Die vraag was desalniettemin onvermijdelijk, aangezien ‘het kapitalisme’ en ‘de democratie’ altijd als onlosmakelijk zijn verkocht. Maar omdat de ‘corporate press’ niet ‘vrij’ en onafhankelijk kan opereren van de financiële macht, en daar zelfs een onderdeel van uitmaakt, kan die  vraag, hoe noodzakelijk ook, niet worden opgeworpen. Ondanks het feit dat al ruim drie decennia duidelijk is dat de neoliberale leer het tegenovergestelde produceert van wat zij belooft, blijft de commerciële journalistiek dit geloof verdedigen. In werkelijkheid is evenwel door het systeem van deregulering en privatisering precies gebeurt wat het neoliberalisme vanaf het begin voorstond, namelijk dat de staat in handen zou komen van de financiële en economische elite dankzij haar politieke pleitbezorgers van zowel ‘rechts’ als ‘links,’ inmiddels politiek inhoudsloze begrippen. Anno 2005 constateerde de Britse econoom Harry Shutt in zijn boek The Decline Of Capitalism. Can a Self-Regulated Profits System Survive? het volgende:

Thus as the 1980s unfolded it was increasingly evident that the neoliberal ideology which was supposed to have supplanted the Keynesian model based on extensive state intervention was in fact hopelessly undermined by the private sector’s incurable addiction to public subsidy and protection. Yet the dangerous implications of this reality — effectively concealed from the majority of the public by an establishment propaganda smokescreen, combined with extensive measures indicating that the frontiers of the state were indeed being rolled back — were for long scarcely recognized.

Het ontmantelen van de welvaartsstaat kon natuurlijk alleen maar dankzij intensieve media-propaganda worden uitgevoerd. Zo ging het bezuinigingsbeleid van VVD/PVDA gepaard met de leuze dat ‘de verzorgingsstaat' moest veranderen in ‘een participatiesamenleving,’ en dat ‘van iedereen die dat kan, gevraagd [wordt] om verantwoordelijkheid te nemen,’ zoals dit in de liberale en sociaaldemocratische Newspeak heette. ‘Van iedereen die dat kan,’ behalve dan van de zwendelende bankiers, van wie de banken in het Westen met meer dan een biljoen dollar aan belastinggeld overeind moesten worden gehouden. Dankzij de miljarden subsidies aan de financiële en economische macht, en de talloze belastingvoordelen aan de rijke elite, kon de afgelopen kwarteeuw de kloof in het Westen tussen arm en rijk blijven toenemen. Het neoliberalisme is een bewuste politieke keuze die de werkloosheid in plaats van oplost, juist verergert. Shutt:

by giving private enterprise, particularly in the financial sector, increased license to create and allocate credit while yet maintaining an implicit or explicit guarantee that the state would underwrite any major losses, the authorities were giving a powerful incentive to irresponsible, or even criminal, behavior. This phenomenon, referred to by the few who have been willing to recognize its existence as ‘moral hazard,’ defines the essentially fraudulent nature of the neoliberal prospectus. For while, as noted above, the corporate, mixed-economy model of the post-war era had always implicitly assumed a trade-off between state support for the private sector and the latter’s obligation to help meet the collective economic goals of the community, the moral hazard model actually provided an incentive to anti-social conduct. Moreover, in a climate of intensifying stagnation, where corporate profitability was ever harder to sustain at minimum acceptable levels, the temptation for corporate managers not merely to allocate funds to excessively risky investment but to resort to outright fraud became increasingly irresistible. 

Hierover zweeg de ‘vrije pers’ in haar euforie over de almaar stijgende miljardenwinsten dankzij het speculeren met niet bestaand geld op de beurzen. Tot in 2008 deze luchthandel als het ware van de ene op de andere dag ineenstortte, tot grote schrik van de mainstream pers, maar niet van de bankiers, die al vanaf het begin wisten dat hun gespeculeer en zelfs zwendel uiteindelijk financieel zou worden gedekt door de staat, uit angst voor de volledige ineenstorting van het kapitalisme. De onvermijdelijke vraag blijft: hoe is het te verklaren dat de voltallige mainstream-pers niet wist dat bijvoorbeeld de Britse econoom Harry Shutt al in 2005 de ineenstorting had voorspeld en geanalyseerd? En waarom dringt dit niet door tot opiniemakers die straks ‘met weemoed’ gaan terugkijken op het gewelddadige ‘imperialisme’ van de VS? Terecht stelde Shutt dat:

[i]t is thus ironic to reflect that Keynesianism, long hailed as the savior of the capitalist system, may have turned into the key instrument of its ultimate ruin. For, by drawing private enterprise into such lasting dependence on public subsidy, it may well be judged to have set capitalism on a path of decline from which it may never be able to recover.

Wie is bij machte dit parasitaire systeem een halt toe te roepen? In elk geval niet de ‘democratische’ politici. In de zwaarst bewapende ‘democratie’ wordt het neoliberalisme door zowel Democraten als Republikeinen blindelings gesteund. Op zichzelf is dit niet vreemd, aangezien ‘More Than Half Of All Congressional Members Are Millionaires’ terwijl:

overall, members of Congress saw their personal wealth grow by more than 16 percent during the worst economic downturn in the United States since the Great Depression, according to financial disclosures submitted by lawmakers.

Terwijl steeds meer Amerikanen getroffen werden door de gevolgen van de kredietcrisis en de daarop volgende economische crisis, profiteerde de elite van de nieuw ontstane situatie. De volgende cijfers verraden de werkelijkheid. Onder de kop ‘Wealth Gap Between Congress and Average Americans Widens’ werd al in 2012 het volgende bekend:

According to a new report in The Washington Post, the median net worth of the current Congress rose 5% during the recession while it fell 39% for the average American. The wealthiest one-third of lawmakers saw their net worth rise 14%... The Post analyzed the financial disclosure forms and public records for all Congressional members from 2004 to 2010. Some key findings of the report are:

 1. By 2010, the median estimated wealth for members of the House of Representatives was $746,000; for senators it was $2.6 million.

 2. There was virtually no difference between the wealth of Republicans and Democrats in 2010. Just six years earlier, the net worth of Republicans was 44% higher than the net worth of Democrats.

Eén van de grootste tekortkomingen van het postmoderne journalistieke werk is het chronisch gebrek aan context. Een willekeurig recent voorbeeld: donderdag 3 oktober berichtte NRC Handelsblad onder de kop ‘Rutte: expansiedrift Rusland en China maken NAVO extra nodig’ dat:

Premier Rutte begrip [heeft] voor de kritiek van de Amerikaanse president Trump op internationale organisaties als de NAVO, de VN en de WTO. 

Europa en de Verenigde Staten hebben elkaar hard nodig, nu Rusland en China hun invloedssfeer proberen uit te breiden — Rusland zelfs met militaire middelen…

Rutte sprak in scherpe bewoordingen over Rusland. Nog in 1999, bij het vijftigjarig bestaan, klonk binnen de NAVO een pleidooi voor nauwe samenwerking met Rusland, zei Rutte. ‘Ik verzin dit niet. Die gedachte ligt ver achter ons. Vandaag hebben we te maken met een assertief Rusland aan de oostelijke buitengrens van de Europese Unie. Een Rusland dat zijn invloedssfeer langzaam maar zeker probeert uit te breiden, met politieke én militaire middelen, ook deze kant op. Sinds de gebeurtenissen op de Krim in 2014 is wel duidelijk dat de rust en veiligheid niet uit het Oosten komen.’


Het slaafs citeren van een minister-president van een land dat er prat op gaat een democratie te zijn, is vanzelfsprekend geen journalistiek, maar propaganda. Het domweg alleen citeren van ’s lands belangrijkste politieke functionaris, die het belang van de hele gemeenschap voorop dient te stellen, is vernietigend voor de geloofwaardigheid van het heersende bestel. Een serieuze journalist dient niet als knecht van de macht te functioneren, maar moet juist goed geïnformeerde vakman de beweringen van de macht kritisch analyseren en op hun juistheid controleren. In dit geval verzuimde de NRC bewust de historische, politieke en militaire context te geven van premier Rutte’s beweringen. De avondkrant had erop kunnen wijzen dat: 

Tal van westerse leiders oud-Sovjetleider Michail Gorbatsjov bijna dertig jaar geleden [beloofden] dat de NAVO niet verder zou uitbreiden richting het Oosten. Dat blijkt uit geheime documenten waar de George Washington Universiteit de hand op wist te leggen. 

Bovendien is ook de volgende informatie uiterst relevant om Rutte’s opruiende taal naar behoren te kunnen beoordelen. In 2015 waarschuwde de voormalige Amerikaanse Nationale Veiligheidsadviseur en oud minister van Buitenlandse Zaken, Henry Kissinger de lezers van het Amerikaanse politieke tijdschrift The National Interest dat voor de Amerikaanse politieke beleidsbepalers ‘breaking Russia has become an objective; the long-range purpose should be to integrate it.’ De reactie van de interviewer, de Amerikaanse journalist/auteur Jacob Heilbronn, was de volgende: ‘we have witnessed a return, at least in Washington, DC, of neoconservatives and liberal hawks who are determined to break the back of the Russian government.’ Kissinger antwoordde:

Until they face the consequences. The trouble with America’s wars since the end of the Second World War has been the failure to relate strategy to what is possible domestically. The five wars we’ve fought since the end of World War II were all started with great enthusiasm. But the hawks did not prevail at the end. At the end, they were in a minority. We should not engage in international conflicts if, at the beginning, we cannot describe an end, and if we’re not willing to sustain the effort needed to achieve that end.

Heilbrunn: But we seem to recapitulate this over and over again.

Kissinger: Because we refuse to learn from experience. Because it’s essentially done by an ahistorical people. In schools now, they don’t teach history anymore as a sequence of events. They deal with it in terms of themes without context.

Heilbrunn: So they’ve stripped it of all context.

Kissinger: Of what used to be context — they put it in an entirely new context.

Die ‘nieuwe context’ is die van zowel de dreigende oorlog tussen grootmachten, als de virtuele werkelijkheid, waarbij neoconservatieven en Democratische haviken geloven dat de VS uiteindelijk zal zegevieren, zoals een gokverslaafde gelooft dat hij ooit eens zal winnen. Geloven tegen beter weten in, ten koste van het voortbestaan van de hele mensheid. In het kader daarvan besloot de door liberals aanbeden regering Obama om het gehele kernwapen-arsenaal van de VS te vernieuwen, wat naar schatting meer dan een biljoen dollar gaat kosten. 


Eveneens verzweeg de NRC dat de VS meer dan 800 militaire bases heeft, verspreid over de gehele wereld, en dat 'maintaining US pre-eminence, thwarting rival powers and shaping the global security system according to US interests,’ de belangrijkste politieke doelen zijn, zoals Amerikaanse neoconservatieven het in 2000 nog eens formuleerden. Sindsdien zijn dit de drijfveren gebleven van de achtereenvolgende presidenten. September 2000 publiceerde de neoconservatieve denktank 'Project voor de Nieuwe Amerikaanse Eeuw' een toen nog geheim rapport getiteld: 'De Wederopbouw van Amerika's Verdediging: Strategieën, Strijdkrachten en Hulpbronnen voor een Nieuwe Eeuw.’ Het was een

blauwdruk voor het behoud van de Amerikaanse wereldwijde superioriteit, om de opkomst van een grote machtsrivaal uit te sluiten, en om de internationale veiligheidsorde te laten sporen met Amerikaanse principes en belangen.


De Amerikaanse strijdkrachten in het buitenland worden beschreven als 'de cavalerie van het nieuwe Amerikaanse grensgebied.' Het rapport ondersteunde een eerder document waarin gepleit werd dat de Verenigde Staten 'moderne industriële naties moet ontmoedigen om onze leiderschap op de proef te stellen of om zelfs ook maar te streven naar een grotere regionale of wereldwijde rol.’ Daarnaast werd verwezen naar 'nieuwe aanvalsmethoden’ die zowel ‘elektronisch’ als ‘biologisch’ zijn en ‘in toenemende mate beschikbaar [zullen] zijn — de strijd zal zich naar alle waarschijnlijkheid in een nieuwe dimensie plaatsvinden, in de ruimte, cyberspace, en misschien in de wereld van de microben,’ oftewel, ‘geavanceerde vormen van biologische oorlogsvoering.’  Hoewel allerlei tactieken permanent worden aangepast aan veranderende omstandigheden, blijft het met geweld streven naar de Amerikaanse hegemonie de rode lijn in de planning en strategie van de militaire en politiek elite in Washington. Hier komt nog bij dat de NAVO jaarlijks tenminste 13 keer meer spendeert aan het militair-industrieel complex dan de Russische Federatie, en toch laat NRC premier Rutte — kennelijk op zoek naar een nieuwe hoge functie — plompverloren verklaren dat Rusland ‘zijn invloedssfeer langzaam maar zeker probeert uit te breiden, met politieke én militaire middelen, ook deze kant op.’ Het enige ‘argument’ dat hij aanvoert is dat ‘Sinds de gebeurtenissen op de Krim in 2014 wel duidelijk [is] dat de rust en veiligheid niet uit het Oosten komen.’ Maar hier verzwijgt de NRC dat, zoals de krant op 17 maart 2014 zelf berichtte:

96,6 procent van de bevolking op het schiereiland de Krim die gisteren stemde over het referendum, heeft gestemd voor een afscheiding van Oekraïne en een aansluiting bij Rusland. Dat blijkt volgens persbureau AFP vanochtend uit de definitieve resultaten van de stemming.

De opkomst bij het omstreden referendum bedroeg 85 procent. Gisteren was nadat de helft van de stemmen was geteld al duidelijk dat zeker 95 procent voor afscheiding was. Verrassend was die uitslag niet: het was bekend dat de meerderheid van de kiezers (1,5 miljoen) voor inlijving bij Rusland is. Op de Krim wonen voornamelijk etnische Russen (58 procent).

Bovendien zou anders de Krim in handen zijn gevallen van de Verenigde Staten, die de Russische vloot op de Krim onmiddellijk zou hebben verbannen, en de NAVO-bases nog verder oostwaarts zouden zijn opgerukt. Niet voor niets berichtte het dagblad Trouw op 8 januari 2018 dat Jaap de Hoop Scheffer, voormalig secretaris-generaal van de NAVO op televisie had verklaard: ‘Erken dat NAVO-uitbreiding met Oekraïne voor Rusland te moeilijk ligt,’ en dat

De NAVO de gespannen relatie met Rusland voor een belangrijk deel zelf [heeft] veroorzaakt. Die opvallende schuldbekentenis deed Jaap de Hoop Scheffer, van 2004 tot en met 2009 secretaris-generaal van het bondgenootschap, zondagavond in een interview met Nieuwsuur.

Desalniettemin blijven de oorlogszuchtige NAVO en de westerse ‘corporate press’ in de aanloop van elke moderne oorlog een doorslaggevende rol spelen, zowel door het direct steunen van de politieke agressie tegen bijvoorbeeld de Russische Federatie en het demoniseren van ‘Poetin,’ als door het indirect verheerlijken van de VS via triviale nonsens als de volgende:  

NRC ziet liever VS-serie Jinek dan VS-serie Rosenthal

Geplaatst op maandag 12 september 2016

Tv-recensent Hans Beerekamp van NRC Handelsblad kijkt liever naar De Verenigde Staten van Eva met Eva Jinek dan naar Droomland Amerika met Eelco Bosch van Rosenthal. Dat zegt hij vandaag in de krant. Beerekamp vindt alle twee de reisseries over de VS ‘de moeite waard,’ maar: ‘Ik zie net iets liever de wat meer flodderige aanpak van Jinek, misschien wel omdat zij nog wel gelooft in de Amerikaanse Droom, die Bosch van Rosenthal effectief naar Fabeltjesland verwijst.’


Van Beerekamp’s 'argument' is dat de op haar uiterlijk gekozen Eva Jinek ‘nog wel gelooft in de Amerikaanse Droom.’ Ook voor de NRC geldt die 'droom' als het journalistiek criterium bij uitstek voor het beoordelen van een expansionistische grootmacht, die slechts 21 jaar van haar bestaan sinds 1776 geen oorlog heeft gekend, en waarvan op dit moment  de geschatte ‘military spending $989 billion [is]. It covers the period October 1, 2019, through September 30, 2020,’ hetgeen betekent dat de 

United States spends more on defense than the next nine countries combined. This estimate is more than the $750 billion announced by President Donald Trump. The United States has many departments that support its defense. All these departments must be included to get an accurate picture of how much America spends on its military operations.

Maar al deze informatie verzweeg NRC Handelsblad als zelfbenoemde ‘kwaliteitskrant’ toen het braaf Rutte’s ‘fake news’ verspreidt. Het is waar:

The impasse of the present, everywhere in evidence, is everywhere denied,


waardoor de hooligans in de politiek met hun aanhoudende alles vernietigende militaire interventies, de breuk tussen de politiek en het politieke nog wijder hebben gemaakt. Meer over deze vandalen later.


Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...