Vredesprijs genocide-ontkenner Rwanda
De Victoire Ingabire Umuhoza prijs is dit jaar toegekend aan journalist Robin Philpot die de massale verkrachtingen in Rwanda tijdens de genocide tegen de Tutsi’s ontkent. Wat betekent dit voor de verzoening waar Ingabire zegt voor te staan?
door Jos van Oijen
De Victoire Ingabire Umuhoza prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan personen die zich volgens de jury het meest hebben onderscheiden ‘in de zoektocht naar democratie en vrede in het voorbije jaar’. Ingabire is politica van Hutu-komaf en voorzitter van de Verenigde Democratische Krachten (UDF), een coalitie van Rwandese oppositiepartijen. Zij is bekend vanwege haar oppositie tegen Paul Kagame, de president van Rwanda waar in 1994 de genocide tegen de Tutsi’s plaatsvond.
Het bekronen van vredesactivisten om ze een hart onder de riem te steken is een nobel doel maar deze prijs was vanaf het begin omstreden. Niet zozeer omdat de keuze van de genomineerden logischerwijs is afgestemd op de politieke agenda van de naamgever van de prijs, maar vooral omdat ongeveer de helft van alle winnaars de genocide ontkent.
Omdat de prijsuitreiking is gekoppeld aan de internationale vrouwendag in maart, is het in dit #MeToo-tijdperk ironisch dat dit jaar Robin Philpot werd uitverkoren. In zijn boek Rwanda and the New Scramble for Africa ruimt hij namelijk een heel hoofdstuk in om de massale verkrachtingen van Tutsi-vrouwen en -meisjes tijdens de genocide te ontkennen.
Koloniale strafkolonie
Robin Philpot is de broer van John Philpot, de advocaat van Jean Paul Akayesu, de voormalige burgemeester van de gemeente Taba waar duizenden Tutsi’s zijn vermoord en talloze vrouwen werden verkracht. Akayesu was in 1998 de eerste genocideverdachte die werd veroordeeld door het Rwanda tribunaal (ICTR) en levenslang kreeg voor zijn aandeel.
De Philpots geloven nog steeds in zijn onschuld. Dat is hun goed recht natuurlijk, maar sindsdien beweren ze ook dat de genocide niets anders is dan een ingewikkelde leugen van de internationale gemeenschap om een modern koloniaal complot te verhullen. In zijn boek vergelijkt Robin Philpot de gevangenis in Mali, waar Akayesu zijn straf uitzit, dan ook met een koloniale strafkolonie.
Philpot bezocht Akayesu in Mali in 2002. Toen hij het seksuele geweld ter sprake bracht, ontkende Akayesu dat er überhaupt verkrachtingen hebben plaatsgevonden in Taba. De aanklagers van het ICTR zouden de slachtoffers hebben overgehaald om valse verklaringen af te leggen.
Vervolgens opperde hij dat het Rwandees Patriottisch Front (RPF) van Paul Kagame erachter zat. Als onderdeel van een campagne om Hutu’s te demoniseren, zouden Tutsi-meisjes zijn overgehaald om hun Hutu-verloofden te beschuldigen. En op de koop toe zou Hillary Clinton het tribunaal in 1997 hebben omgekocht om verkrachtingen in de aanklachten op te nemen.
Voor Philpot gaat Akayesu’s repertoire aan uitvluchten nog niet ver genoeg. In een bizarre vergelijking met de racistische vooroordelen in het zuiden van de Verenigde Staten met betrekking tot het seksuele gedrag van zwarte Amerikanen, suggereert hij dat Hillary Clinton als de vrouw van een zuidelijke president het tribunaal zou hebben aangezet om Akayesu te veroordelen. ‘Helaas doet het denken aan Billie Holiday’s muzikale Strange Fruit‘, concludeert Philpot, ‘en het lynchen van Afro-Amerikanen, onterecht beschuldigd van verkrachting.’
Merkwaardig genoeg is Lin Muyizere, de echtgenoot van Victoire Ingabire, in 1998 spontaan naar het ICTR in Arusha, Tanzania, gereisd om het voor Akayesu op te nemen. Volgens het tribunaal verklaarde Muyizere dat hij tijdens de genocide in Taba niets over seksueel geweld had vernomen. ‘Hij verklaarde categorisch dat er geen sprake was van verkrachting’, is in de uitspraak van de rechtszaak te lezen.
1 opmerking:
GGGRRR...
Een reactie posten