Op de vraag waarom hij journalist was geworden, verklaarde de als ‘pitbull van de journalistiek’ aangekondigde Mark Koster tegenover psychiater Esther van Fenema:
Nou, dat klinkt wat activistisch, maar om eerst maar eens te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit, of om te begrijpen hoe mensen denken en zijn.
De psychiater vroeg daarop wat hij inmiddels te weten was gekomen. Koster:
Nou, dat we tastenderwijs in het paradijs komen, hè. Daar geloof ik echt in. We gaan vooruit. Niet alleen in welvaart. Mensen worden verstandiger.
Het is een opmerkelijke mening nu 62 individuen even rijk zijn als de helft van de wereldbevolking tezamen, terwijl slechts ‘1 procent’ van de wereldbevolking ‘meer rijkdom bezit dan de overige 99 procent.’
Hoewel Van Fenema meent dat er geen wezenlijk verschil bestaat tussen een psychiater en een journalist demonstreerde zij ook in deze uitzending dat er wel degelijk een groot verschil is. In tegenstelling tot een echte journalist verzuimde zij de geïnterviewde bovenstaande feiten voor te leggen. Opnieuw behandelde zij Koster als een patiënt door hem kritiekloos en met een overdaad aan begrip te laten leeglopen. Dat de ‘Doomsday Clock,’ het ‘symbol which represents the likelihood of a man-made global catastrophe’ sinds begin 2018 naar twee minuten voor twaalf is verschoven als gevolg van ‘the looming threats of nuclear war and climate change,’ is de psychiater en de mainstream-journalist kennelijk ontgaan, of misschien denkt het tweetal het beter te weten dan de deskundigen die ons waarschuwen voor een op handen zijnde catastrofe.
De uitzending van Café Weltschmerz was een schoolvoorbeeld van wat in de wetenschappelijke literatuur ‘cognitieve dissonantie’ wordt genoemd.
In ‘A Theory of Cognitive Dissonance’ (1957), Leon Festinger (Amerikaanse sociaal-psycholoog. svh) proposed that human beings strive for internal psychological consistency in order to mentally function in the real world. A person who experiences internal inconsistency tends to become psychologically uncomfortable, and so is motivated to reduce the cognitive dissonance, by making changes to justify the stressful behavior, either by adding new parts to the cognition causing the psychological dissonance, or by actively avoiding social situations and contradictory information likely to increase the magnitude of the cognitive dissonance.
Koster en Van Fenema demonstreerden hoe ‘informatie’ over de realiteit domweg genegeerd kan worden om illusies te kunnen handhaven, een fenomeen dat men ook, of misschien wel allereerst, bij geschoolde burgers in een massa-maatschappij aantreft. Met een dergelijke mentaliteit is Mark Koster natuurlijk nooit in staat om ‘te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit,’ hoe graag hij dit ook zou willen. En wat de psychiater betreft, die is niet allereerst geïnteresseerd in de wereld, maar in de patiënt, en dus laat zij die maar aanpraten. Hoe langer die praat, des te langer blijft hij/zij patiënt. Op dit punt aangekomen wil ik de lezer opnieuw verzoeken de volgende tekst van Mark te lezen die de ‘pitbull van de journalistiek’ schreef voor de website villamedia.nl:
Koster & Vrienden: Nepnieuwsbestrijders verdrinken in eigen complotten
Ze was er die middag nog geweest, maar deze avond liet ze passeren. Minister van nepnieuwsbestrijding Kajsa Ollongren had geen zin om op vrijdagavond nog een keer te worden gemangeld over haar uitspraken dat de informatiestromen in de lage landen worden gemanipuleerd door Big Brother Poetin.
Ollongren is het nieuwe spotobject voor een nieuwe generatie kritiese journalisten. De nepnieuwsbestrijdbrigade verzamelde zich in een verder uitgestorven Nieuwspoort om te debatteren over feit en fictie van de verslaggeving betreffende die grommende Beer uit het Oosten.
De opkomst was redelijk, zij het dat vertegenwoordigers van bekende journalistieke merken, ze werden door aanwezigen smalend omschreven als ‘de mainstream media’, afwezig waren. Het NOS Journaal had geen zin om te komen, meldde de organisatie in een persbericht.
Misschien was dat ook omdat Arnold Karskens in het boek Nepnieuwsexplosie, dat werd gepresenteerd, de staatsomroep had gefileerd. De Kale Schrik van het Journaille kwam in gezelschap van de Belgische mediacriticus Willy van Damme die een tikkie doorsloeg in zijn achterdocht tegen de gevestigde machten. De Belg beweerde dat de dood van fotograaf Jeroen Oerlemans in scène was gezet, omdat zijn kinderen en zijn vrouw op de eerste rij zaten te ginnegappen tijdens de uitvaart. Dat was best een beetje pijnlijk.
Ook met de stelling dat er geen feiten bestaan, maar dat dit ‘reconstructies’ zijn (aldus Joost Niemöller) dreigde de discussie wel héél theoretisch te worden op een avond dat iedereen liever aan de bar hangt. Het duurde nog vrij lang voor we eindelijk aan de toog stonden. Veroorzaker voor het oponthoud was VPRO-mastodont Stan van Houcke die een college hield over progressieve Amerikaanse journalisten die we ‘moeten’ lezen. Toen de gespreksleider hem zachtjes probeerde te onderbreken, werd hij boos en beende hij weg. ‘Als je me niet laat uitpraten dan houdt het op.’
Hoewel Koster als mogelijke reden waarom het NOS Journaal niet was verschenen, opgaf dat ‘Arnold Karskens in het boek Nepnieuwsexplosie, dat werd gepresenteerd, de staatsomroep had gefileerd,’ was de, volgens Van Fenema, ‘gevreesde journalist’ niet geïnteresseerd om precies uit te zoeken waarom de staatsomroep niet tegen kritiek kan van kritische vakgenoten. Met de bekende oubolligheid die van nature aan dit slag journalisten kleeft, beweerde Koster:
Ook met de stelling dat er geen feiten bestaan, maar dat dit ‘reconstructies’ zijn (aldus Joost Niemöller) dreigde de discussie wel héél theoretisch te worden op een avond dat iedereen liever aan de bar hangt.
Dat Koster’s bewering een vertekening van de werkelijkheid is, getuigt opnieuw dat hij geenszins wil ‘begrijpen hoe mensen denken en zijn.’ Ik zag hem dan ook geen enkele aantekening maken in een notitieboekje, zoals gebruikelijk is in de serieuze journalistiek. Mark wist het allemaal al, ook zonder het gepresenteerde boek te hebben gelezen, want hij is het geloof toegedaan dat we ‘tastenderwijs in het paradijs komen.’ Hem ging het alleen om ‘liever aan de bar’ te hangen. Veelzeggend was tevens de kwalificatie die Mark van mij gaf: ‘VPRO-mastodont Stan van Houcke.’ Bekend is dat een ‘mastodont’ een ‘groot uitgestorven dier dat op een mammoet leek’ dan wel ‘iemand is die belangrijk is geweest, maar die er nu niet meer toe doet.’ Een perfecte omschrijving, ik ben als kritische journalist in dit neoliberale tijdsgewricht een ‘groot uitgestorven dier,’ een journalist ‘die er nu niet meer toedoet’ aangezien hedentendage ‘nepnieuws’ de toon aangeeft. Voor een ‘pitbull’ van de commerciële pers, die liever aan ‘de toog’ staat te babbelen, ben ik iemand die in de préhistorie thuishoort, toen we nog niet ‘vooruit’ gingen.
Mark Koster, de 'gevreesde journalist' van de polder, toen hij nog wat haar had.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten