Esther van Fenema
@EsthervanFenema
Volgen
@EsthervanFenema volgen
Meer
Terugkijken interviews met mensen die een missie hebben: @Wdekanter @ShirinMusa @robwijnberg @TheodorHolman @markkoster en nog velen...@cafeweltschmerz https://www.cafeweltschmerz.nl/category/interviewers/esther-van-fenema/ …
22:27 - 23 okt. 2018
Ziedaar: ’Mensen’ met een ‘Missie.’ Welke ‘missie’ heeft de mainstream-journalist Mark Koster? Om dit te kunnen beantwoorden, moet men eerst weten wat een ‘missie’ is. Volgens Van Dale’s Groot Woordenboek Der Nederlandse Taal (1992) betekent ‘missie’ in dit geval: ‘zending met een bijzonder doel, speciale opdracht, taak.’ Welk bijzonder doel dient Koster, die zichzelf definieert als ‘een publieksspelertje,’ iemand dus die het publiek bespeelt met ‘kwinkslagen,’ of door het uitdelen van ‘een sneer’ in ‘een bijzinnetje,’ zodat het publiek denkt: ‘Ah, zit het zo, oh, dat is de essentie,’ kortom, ‘iemand die uit is op applaus,’ oftewel een showbink, dan wel poseur. Vandaar ook dat de politiek en de journalistiek nu het domein bij uitstek zijn geworden van ‘een publieksspelertje.’ Het is dan ook niet vreemd dat geen van beide ambachten zonder elkaar kunnen voortbestaan. Het ‘bijzondere doel’ van de corporate media, hun ‘speciale opdracht,’ is meer dan ooit te voren het dienen van de macht. Wie anders zou dit beter kunnen doen dan het journaille? De ‘taak’ waarvoor het als het ware in de wieg is gelegd is de bestaande machtsverhoudingen te consolideren, zoals ondermeer blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Het is een waarheid als een koe dat de commerciële massamedia in handen zijn van ‘de gevestigde orde.’ De elite heeft geen belang bij linkse massamedia. Het logische gevolg daarvan is dat de mainstream-media
does not merely protect the corporate system. It robs the public of a chance to understand the real world.
aldus concludeerde de voormalige deken van de prestigieuze Berkeley Graduate School of Journalism, Ben Bagdakian, die als journalist van de Washington Post de Pentagon Papers van Daniel Elsberg publiceerde. Een andere gezaghebbende Amerikaanse media-analist, W. Lance Bennett, hoogleraar Politieke Wetenschappen aan de University of Washington, wees erop dat
The public is exposed to powerful persuasive messages from above and is unable to communicate meaningfully through the media in response to these messages... Leaders have usurped enormous amounts of political power and reduced popular control over the political system by using the media to generate support, compliance, and just plain confusion among the public.
De meest invloedrijke Amerikaanse media-ideoloog van de twintigste eeuw, Walter Lippmann noemde al in 1914 dat de ‘missie’ van de commerciële massamedia ‘het fabriceren van overeenstemming,’ moest zijn, en wel omdat:
- There is a consensus that business methods need to change. The leading thought of our world has ceased to regard commercialism either as permanent or desirable, and the only real question among intelligent people is how business methods are to be alerted, not whether they are to be altered.
2. The chaos of too much freedom and the weaknesses of democracy are our real problem. The battle for us, in short, does not lie against crusted prejudice, but against the chaos of a new freedom. This chaos is our real problem. So if the younger critics are to meet the issues of their generation they must give their attention, not so much to the evils of authority, as to the weaknesses of democracy.
Niet alleen de Amerikaan Lippmann dacht zo, maar zijn mening was en is nog steeds gangbaar onder de economische en politieke elite in het Westen. In Mein Kampf stelde Hitler het zo:
De intelligentie van de massa is beperkt, hun begripsvermogen is zwak.
Kenmerkend is dat eveneens Mark Koster die mening is toegedaan, aangezien hij tegenover psychiater Van Fenema verklaarde dat hij zijn boek de titel had gegeven ‘Cupido voor de Rijken,’ zodat ook de mensen ‘in Waddinxveen het’ zouden kunnen ‘begrijpen.’ Hoe dan ook, er bestaat wat betreft de opvattingen over de moderne massamens geen wezenlijk verschil tussen de Adolf Hitler en Walter Lippmann, en andere Europese en Amerikaanse ideologen van het establishment. In 1922 stelde Lippmann in zijn nog steeds opnieuw verschijnend standaardwerk Public Opinion dat
public opinions must be organized for the press if they are to be sound, not by the press... Without some form of censorschip, propaganda in the strict sense of the word is impossible. In order to conduct propaganda there must be some barrier between the public and the event. Access to the real environment must be limited, before anyone can create a pseudo-environment that he thinks is wise or desirable... Though it is itself an irrational force the power of public opinion might be placed at the disposal of those who stood for workable law against brute assertion.
De Amerikaanse hoogleraar Stuart Ewen, gespecialiseerd in Media Studies schrijft in zijn boek PR! A Social History of Spin:
Throughout the pages of Public Opinion, Lippmann had asserted that human beings were, for the most part, inherently incapable of responding rationally to their world... For Lippmann, it was not so much people's incapacity to deliberate on issues rationally that was the problem; it was that the time necessary to pursue rational deliberations would only interfere with the smooth exercise of executive power... For Lippmann, the appeal of symbols was that they provided a device for short-circuiting the inconvenience posed by critical reason and public discussion. To Lippmann, symbols were powerful instruments for forging mental agreement among people who -- if engaged in critical dialogue -- would probably disagree. 'When political parties or newspapers declare for Americanism, Progressivism, Law and Order, Justice, Humanity,' he explained, they expect to merge 'conflicting factions which would surely divide if, instead of these symbols, they were invited to discuss a specific program.'
Het spreekt voor zich dat Mark Koster, die in Nederland doorgaat voor een ‘mediadeskundige’ het werk van Lippmann nooit heeft bestudeerd, anders had hij wel het boek ‘Nepnieuws Explosie’ gelezen, alvorens te klagen dat ‘de discussie’ tijdens de presentatiebijeenkomst ‘wel héél theoretisch [dreigde] te worden op een avond dat iedereen liever aan de bar hangt.’ In tegenstelling tot Koster, richtte Lippmann zich op de Amerikaanse aristocratie en de intellectuele elite die de bevolking in toom moest houden. Professor Ewen:
Lippmann added that serious public discussion of issues would only yield a 'vague and confusing medley,' a discord that would make executive decision making difficult. 'Action cannot be taken until these opinions have been factored down, canalized, compressed and made uniform.' [...] The symbol, he wrote, 'is like a strategic railroad center where many roads converge regardless of their ultimate origin or their ultimate destination.' Because of this, 'when a coalition around the symbol has been effected, feeling flows toward conformity under the symbol rather than toward critical scrutiny of the measures under consideration.' In its adamant argument that human beings are essentially irrational, social psychology had provided Lippmann -- and many others -- with a handy rationale for a small, intellectual elite to rule over society. Yet a close reading of Lippmann's argument suggests that he was concerned less with the irrational core of human behavior than he was with the problem of making rule by elites, in a democratic age, less difficult. Educated by the lessons of the image culture taking shape around him, Lippmann saw the strategic employment of media images as the secret to modern power; the means by which leaders and special interests might cloak themselves in the 'fiction' that they stand as delegates of the common good.
Dit alles heeft anno 2018 geleid tot wat de Amerikaanse geleerden Edward S. Herman en Noam Chomsky in hun geruchtmakende studie Manufacturing Consent. The political economy of the Mass Media (1988) beschreven als
a powerful system of induced conformity to the needs of privilege and power. In sum, the mass media of the United States are effective and powerful ideological institutions that carry out a system-supportive propaganda function by reliance on market forces, internalized assumptions, and self-censorship, and without significant overt coercion. This propaganda system has become even more efficient in recent decades with the rise of the national television networks, greater mass-media concentration, right-wing pressures on public radio and television, and the growth in scope and sophistication of public relations and news management.
Beide joods-Amerikaanse hoogleraren constateerden dat
In contrast to the standard conception of the media as cantankerous, obstinate, and ubiquitous in their search for truth and their independence of authority, we have spelled out and applied a propaganda model that indeed sees the media as serving a 'societal purpose,' but not that of enabling the public to assert meaningful control over the political process by providing them with the information needed for the intelligent discharge of political responsibilities. On the contrary, a propaganda model suggests that the ‘societal purpose’ of the media is to inculcate and defend the economic, social, and political agenda of privileged groups that dominate the domestic society and the state. The media serve this purpose in many ways: through selection of topics, distribution of concerns, framing of issues, filtering of information, emphasis and tone, and by keeping debate within the bounds of acceptable premises.
De conclusie van het 412 pagina's omvattende boek is tenslotte:
As we have stressed throughout this book, the U.S. media do not function in the manner of the propaganda system of a totalitarian state. Rather, they permit -- indeed, encourage -- spirited debate, criticism, and dissent, as long as these remain faithfully within the system of presuppositions and principles that constitute an elite consensus, a system so powerful as to be internalized largely without awareness. No one instructed the media to focus on Cambodia and ignore East Timor. They gravitated naturally to the Khmer Rouge and discussed them freely -- just as they naturally suppressed information on Indonesian atrocities in East Timor and U.S. responsibility for the agression and massacres. In the process, the media provided neither facts nor analyses that would have enabled the public to understand the issues or the bases of government policies toward Cambodia and Timor, and they thereby assured that the public could not exert any meaningful influence on the decisions that were made. This is quite typical of the actual 'societal purpose' of the media on matters that are of significance for established power; not 'enabling the public to assert meaningful control over the political process,' but rather averting any such danger. In these cases, as in numerous others, the public was managed and mobilized from above, by means of the media's highly selective messages and evasions.
En:
Given the imperatives of corporate organization and the workings of the various filters, conformity to the needs and interests of privileged sectors is essential to succes. In the media, as in other major institutions, those who do not display the requistite values and perspectives will be regarded as 'irresponsible,' 'ideological,' or otherwise aberrant, and will tend to fall by the wayside. While there may be a small number of exeptions, the pattern is pervasive, and expected. Those who adapt, perhaps quite honestly, will then be free to express themselves with little managerial control, and they will be able to assert, accurately, that they perceive no pressures to conform. The media are indeed free -- for those who adopt the principles required for 'societal purpose.’
Het systeem dat ideologen van de gevestigde orde als Walter Lippmann in de jaren twintig voor ogen stond, is een realiteit geworden. Iedere serieuze waarnemer kan zien dat
The technical structure of the media virtually compels adherence to conventional thoughts; nothing else can be expressed between two commercials, or in seven hunderd words, without the appearance of absurdity that is difficult to avoid when one is challenging familiar doctrine with no opportunity to develop facts or argument... The critic must also be prepared to face a defamation apparatus against which there is little recourse, an inhibiting factor that is not insubstantial.
Seldom aware of the intricate connection between the patterns of their own lives and the course of world history, ordinary men do not usually know what this connection means for the kind of men they are becoming and for the kind of history-making in which they might take part. They do not possess the quality of mind essential to grasp the interplay of man and society, of biography and history, of self and world. They cannot cope with their personal troubles in such ways as to control the structural transformations that usually lie behind them… What they need… is a quality of mind that will help them to use information and to develop reason in order to achieve lucid summations of what is going on in the world and of what may be happening within themselves,
aldus de Amerikaanse socioloog C. Wright Mills. De amateur-burger komt doorgaans niet veel verder dan zijn eigen belevingswereld, en de reden is volgens C. Wright Mills:
het doel van de opinie-organisatoren [is] om de bevolking in een voortdurende staat van emotionele onderworpenheid te houden... Immers, als het maar eenmaal gelukt is om een mentaliteit van volgzaamheid en gehoorzaamheid te kweken, is het niet moeilijk meer om de mensen te doen geloven en te doen voelen wat men maar wil... hun opinies zijn parallel omdat ze alle uit één bron afkomstig zijn: die van de media.
De mainstream opiniemakers verpreiden met een minimum aan feitelijke kennis een maximum aan meningen, en het is dan ook niet vreemd dat Mills het westerse model omschreef als 'rationalisme zonder rede'. In de jaren zestig stelde hij:
De machthebbers verschaffen de opinies en de middelen waarmee die gerealiseerd kunnen worden. Mensen bestaan in de mediamarkten alleen als massa; hun acties verlopen parallel omdat hun opinies parallel verlopen, en hun opinies zijn parallel omdat ze alle uit één bron afkomstig zijn: die van de media. [...] De mensen zijn, zelfs als ze handelen, meer toeschouwers dan medespelers. Het publiek van de massamaatschappij handelt bij acclamatie, bij plebisciet. Passief staat het toe, actief klapt het in de handen. Het is geen handelen dat uit eigen, autonome beslissingen of initiatieven voortkomt; het is geconditioneerde reactie op gecontroleerde stimuli die van het centrale beheersapparaat uitgaan. Omdat het publiek van de massamaatschappij markt voor de media en geactiveerde massa is geworden, is de discussiefase van het proces van opinievorming vrijwel uitgeschakeld... het doel van de opinie-organisatoren [is] om de bevolking in een voortdurende staat van emotionele onderworpenheid te houden... Immers, als het maar eenmaal gelukt is om een mentaliteit van volgzaamheid en gehoorzaamheid te kweken, is het niet moeilijk meer om de mensen te doen geloven en te doen voelen wat men maar wil... hun opinies zijn parallel omdat ze alle uit 1 bron afkomstig zijn: die van de media.
Chomsky wees toen hij over de verlichtingsfilosoof David Hume schreef op het volgende opmerkelijke feit:
in considering his First Principles of Government, he expressed his puzzlement over 'the easiness with which the many are governed by the few' and 'the implicit submission with which the men resign their own sentiments and passions to those of their rulers.' 'When we enquire by what means this wonder is brought about,' Hume concluded, 'we shall find, that as Force is always on the side of the governed, the governors have nothing to support them but opinion. It is therefore, on opinion only that government is founded; and this maxim extends to the most despotic and most military governments, as well as to the most free and most popular.'
Een praktisch voorbeeld waar de macht van de opiniemakers toe leidt geeft de sociaal wetenschapper Alex Carey in zijn boek Taking the Risk out of Democracy. Corporate Propaganda versus Freedom and Liberty (1997) :
While the image-makers... re-created and projected Nixon so that he won more popular votes than any previous presidential candidate in American history... the presidential tapes reveal, the President and his highest aides and ministers were plotting, in the diction and the moral temper of a clique of Mafia thugs, how they might use the power of the presidency even further to corrupt and deceive. Nor is there any longer, unfortunately, substantial reason to believe that, if Kennedy or Johnson had been reckless enough to put the reality behind their public images on as many spools of tape as Nixon, their credibility gaps would have been notably less.
Carey stelde het volgende:
Contrary to common assumptions, propaganda plays an important role -- and certainly a more covert and sophisticated role -- in technologically advanced democratic societies, where the maintenance of the existing power and privileges are vulnerable to popular opinion.
Dit fenomeen is intensief bestudeerd én aangetoond, en onder andere Mark Koster is zo’n treffend voorbeeld van de wijze waarop de dienaren van dit totalitair opererende systeem te werk gaan. Alles dat zij niet kunnen ‘begrijpen’ wordt door hen met klem afgewezen, door te trachten het werk van de ander verdacht te maken, en te beweren dat ‘de discussie wel héél theoretisch [dreigde] te worden op een avond dat iedereen liever aan de bar hangt.’ Het is tekenend dat de 'celebrity' psychiater Esther van Fenema haar patiënt niet kon doorgronden. Ieder zijn vak, zal ik maar zeggen.
1 opmerking:
Koster doet als pitbull interviews met desinformant en voortbrenger van laster Cnaan Liphshiz
https://politiek.tpo.nl/2014/08/21/deel-van-joden-schilderswijk-wil-vertrekken-na-rellen/
https://electronicintifada.net/content/haaretz-journalist-doubles-anti-delegitimization-operative/9153
https://rightsforum.org/nieuws/oud-medewerker-cidi-lastercampagne-minister-kaag/
Een reactie posten