In zijn, in boekvorm verschenen, essay Artonauten. Op expeditie in het Antropoceen (2018) stelt de Amsterdamse auteur en lector in de culturele sociologie en filosofie, Ruben Jacobs, het als volgt:
aan het begin van de nieuwe eeuw is de rustige en welwillende natuur van weleer in rap tempo van gedaante aan het veranderen.
'Het universum blijkt helemaal geen machine te zijn, het is springlevend’ schreef de Engelse literator D.H. Lawrence ooit. In het tijdperk van het Antropoceen, het moment in de aardse geschiedenis dat de mens een geologische kracht werd, lijkt deze uitspraak pas echt tot ons door te dringen. Onze planeet, met al zijn natuurlijke en kunstmatige levensvormen, is een superorganisme, een kloppend hart. En dat hart communiceert met ons.
Begrijpen wij dat eigenlijk wel? Zijn wij in staat om al zijn talen te ontcijferen, te decoderen? Kunnen we onze blik een beetje ‘ontmenselijken,’ zonder daarbij onze medemenselijkheid op te geven? Lukt het ons om stenen, oceanen en robots een stem te geven? Slagen we erin om onze existentiële angst te overwinnen en om te zetten in een planetair bewustzijn? Of is dat gekkenwerk? En zijn we er voor eeuwig toe veroordeeld om over onszelf te praten? Wie het niet probeert, zal het nooit weten. Er zit maar één ding op: op ontdekking gaan in het onmenselijke onbekende.
Dit is mijns inziens de belangrijkste vraag die de mensheid, met name in het Westen, zich moet stellen, wil zij niet als soort ten onder gaan. Ik raad de lezer aan dit boekje aan te schaffen. Een must-read!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten